Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1129 0
19 February 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 19 February. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Seen on 05 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/qv3bz62f36/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

19 Februari 1916 Nr 8 39e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL vrii p.n nnafhankp'iik Kathnliak vnlksaezind weekblad voor Vlaamsche en Alaemeene Belanaen HV8CBRIJVING»PRM8 Voor een jaar fr- 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1-50 Voor Nederland » 5-50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen * 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teehent in bij den Vitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Roofdopsteller : JOHAN LEEMAJSS Deo Juvante Vincam ! Allé artihelen en mededeelingen moeten vôôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, uitgenomen de aankondigingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten omen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AANIKONDIGINGEIV Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafemsbericht » 5.00 Groote aankondigingen by overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Ageucle HAVA8, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankonditringen ten bureel# Caruotplantc (Laar) «SK, Bor«;erhout-Aatwerpen NIEUWE LEERSCHOOL « De ondervinding leert », zegt het spreekwoord, maar 't zou evengoed kunnen heeten « Tegenspoed leert », bekraehtigd door het gezegde : « Men leert met schade of met schande. » Dit is thans het geval. De tijdsomstandig-heden brengen eene nieuwe leerschool mede, die voor vele lieden, en ook voor de algemeenheid, nuttig kan zijn. Een aantal zaken waarop vroeger geene aandacht gegeven wierd, nemen thans ieders belangstelling in beslag ; zij bewijzen en bevestigen het gezegde : » vele kleintjes maken een groot. » * * * Onder opzicht van wetenschap hebben wij reeds gezien dat de wereldgebeurte-nissen dezer laatste tijden vele zaken en toestanden hebben doen in acht nemen en aanleeren, die anders bij velen niet eens ter sprake kwamen. De aardrijks-kunde vooral is eene wetenschap, die het eigendom is geworden van klein en groot. Zij die niet verder zagen dan hun neus lang is, die althans geene blikken wierpen buiten de grenzen van hun eigen dorp of stad, of van hun eigen land, hebben nu verder de wereld ingeblikt en zaken en toestanden geleerd, die hen in 't verdere leven tôt eenig nut zullen kunnen wezen. * * * Op maatschappelijk en samenlevend gebied, is de ondervinding ook leerrijk geweest, bijzonder voor ontwikkelde standen, die zich vroeger enkel of hoofdzakelijk bezig hielden met afge-trokken wetenschappen. Thans hebben zij beter het menschdom en hunne medemenschen leeren kennen : zij hebben beter de maatschappelijke nood-wendigheden ingezien en toestanden ontdekt, waarover zij vroeger niet het minste gedacht hadden. ♦ * # Die beide ondervindingen zullen voor de toekomst rijke vruchten kunnen afwerpen. Vele moeielijke zaken, die vroeger onoplosbaar schenen, hebben thans in de praktijk hunne verhelping gevonden, met wel op volmaakte wijze, maar toch voldoende om in eenieders behoeften te voorzien. In de toekomst zal dit zelfs met meer orde kunnen gebeuren, zonder willekeur of dwang, omdat eenieder bewust zal wezen van de noodzakelijkheid dier nieuwe eischen en toestanden. * * * Vele menschen die vroeger geen begrip hadden van landbouw en vee-kweek, hebben thans in 't klein van die wetenschap veel aangeleerd, want de landbouw en de veekweek zijn ook wetenschappen, zelfs ingewikkelde wetenschappen, die veel vooruitzicht en aanleg vereischen. * * * Wie thans inzage neemt van hetgene er noodig is voor den aardappelkweek, voor plant- en zaaiwerk, voor 't goed bewinnen van velden, weiden, fruit- en moeshof ; voor 't kweeken en onderhou-den van paarden, melk- en ander vee, zwijnen, schapen, konijnen, kiekens, bijen en meer andere, moet tôt de ervaring komen dat de landbouw in al zijne bedrijvigheden eene groote en uit-gebreide wetenschap vereischt. En nog-tans wierd er vroeger met veel minachting over gesproken, bijzonder door menschen die gaarne over zaken handeien waar zij niets van kennen. * ** De landbouw is niet alleen eene groote wetenschap, maar hij is in de Samenleving onmisbaar. Wanneer dit vroeger gezegd en bewezen wierd, konden velen het niet gelooven, zoo beperktwaren hunne wetenschappelijke zinnen. Maar nu voelt iedereen wat velen vroeger niet konden of wilden begrijpen. Geheel het maatschappelijke samenleven is nu hoofdzakelijke samen-getrokken op de bevoorrading voor mondbehoeften, die meest allen door den landbouw moeten geleverd worden. * * * Ziedaar eene nieuwe leerschool voor velen. Zij moeten thans zelven doen wat vroeger anderen voor hen deden ; zij moeten zelven aardappelen en groen-ten kweeken, konijnen en kiekens winnen en onderhouden. Dit is slechts een klein deel van den landbouw in 't algemeen, maar dit stelt hen voldoende in staat om gezonder gedachten te hebben over eene nijverheid die vroeger om politieke ot andere redenen zoo kleingeestig wierd bestreden en min-acht. Ondervinding en tegenspoed geven hier elkander de hand om tôt nut van 't algemeen eene nijverheid uit te breiden, tôt redding van den werkmansstand en tôt opbeuring zelfs van meer begoeden. * * * Die uitbreiding van den land- en hofbouw gaat gepaard met wetenschappelijke voordrachten, die den geest van velen tôt meerdere kennissen zullen aansporen. Nevengaande vakken en bednjven zullen er hunne baat bij vinden. Het tijdstip van den aardappelkweek en al andere hof- en veldbewin-ningen is weer aangebroken en zal de belanghebbenden, met de ervaringen van verleden jaar, tôt onderzoek en meerdere wetenschappelijke kennissen aanzetten. Zoo slagen zij twee vliegen in eenen slag : zij vullen hunnen kelder en ook hun brein of geest : zij krijgen het noodige besef om met moed en volharding allen tegenspoed te dra-gen, tôt stoffelijk welzyn en geestelijke opbeuring. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS FRANKRIJK. — In aile oorlogvoerende landen wordt thans veel zorg gedragen Toor de openbare gezondheid. Ook iu Frankrijk is dit het geval. Om die reden zijn er in 't Franscbe leger veel minder ziektege*allen dan in vredes-tij i ; mazelen en roodvonk zijn bijna geheel verdwenen. Alleen het getal typtiuslijders is toegenomen, maar de genezingen ziju talrijker. Vroeger stierven er 12 ten honderd van de zieken, en nu slechts ietwat meer dan 2 ten honderd. NEDERLAND. — Tacht en orde laten in Nederland, bijzonder bij de jeugd, veel te wenschen. Allerhande maatregelen zijn daar-tegen reeds voorgesteld, maar deze worden doorgaans weinig doeltreffend gevonden. De voorbeelden van andere landen, waar de jeugd deftiger en eerbiediger schijnt te zijn, kunnen niet veel verhelpen. Elk land heeft zijne eigen zeden en gebruiken, men zou zelfs mogen zeggen zijne eigen gebreken, en daaraan is gewoonlijk niet veel te doen. De opvoeding kan natuurlijk eenigen invloed uitoefenen en streng toegepaste tucht eveneens, maar gewoonlijk zijn die middelen slechts beperkt tôt een zeker midden, waar zij het minst noodig zijn. Reeds goed opgevoede kinderen worden er nog beter door, maar duizenden vallen niet onder het bereik van dit bescha-vingsmiddel en wenielen roort in een midden, waar zij eerder verslechten dan rerbeteren. ENGELAND. — Hier bestaat het gebruik buitengewone werken door buitengewone belastingen te vereffenen, in plaats van door leeningen, die vele jaren op de bevolking druk-ken. Voor oorlogsuitgaven kan dit stelsel niet toegepast worden, want de noodige belasiing zou veel te hoog zijn. De belasiing op de oorlogswinsten echter gaat stilaan tôt eene onteigening. Zij bedroeg nu 50 ten honderd of de helft van de winst, m'iar de schatkanselier ! zal, volgeus uit welingelichte kringen wordt gemeld, deze tôt 75 teu honderd brengen. Die belasiing is in ails geval niet misplaatst, want oorlogswinst beteekent voor vele menschen - oorlogsverlies », vermits zy ailes duurder moeten betalen en geen deel hebben in de winst. In Prankrijk wordt eene zelfde belasting voorgesteld, maar zij zal verhoogen volgeus de gedane winsten, namelijk 5 ten honderd op winsten die minder dan 20,000 fr. bedragen ; 25 ten honderd op wisten boven de 20,000 tôt 500.000 fr. en zoo vervolgens met eene geleide-lijke yerhooging. In andere landen bestaan reeds zulke belastingen, maar verschillen in de toepassing. —o— AMERIKA. — De kiezing voor den voor-zitter der Republiek zal sterk beïnvloed worden door Europeesche oorlogsaangelegenheden, waarin Amerika betrokken is. Bij aile kiezin-gen geldt het immers, dat de tegenstrevers uit aile hout pijlen trachten te maken, om den tegensiander te treffen. Dit stelsel zal hier op groote schaal waargenomen worden, zoowel door de partijgangers van Wilson, als door deze van Roosevelt. Het kaluie Amerika zal een tjjd lang in voile beroering zijn, want de kiezingen gaan daar gepaard met hevige politieke strijden en aanklachten. De kiezing van den Voorzitter is voorafgegaan door kiezingen voor de leden der weigevende vergadering, die den Voorzitter moet benoemen. 't Is volgens den uitslag dier voorafgaandelijke kiezingen dat men reeds gissen kan wie het toekomstige staatshoofd zal wezen. ZWITSERLAND. — De leening van honderd miljoen frank, door het Staatsbesiuur van Zwitserland uitgeschreven, is gedekt door honderd vier-en-twintig rriljoen. Er schijnt dus nog geld genoeg in de wereld te zijn. —o— LUXEMBURG. — De staatstoestand blijft in Luxemburg zeer ingewikkeld. Het is bijna onmogelijk een miriisierie samen te steiien en de Rechterzijde blijft weg uit de Kamer, zoodat de Liberale meerderheid met hare twee stem-men niets kan verrichten. Een vergelijk om een zaken-ministerie te voruien, heeft evenmin kans, omdat de politieke strijd er te hevig is. Pax Uit de Gazettenwereld De papiernood wordt z66 groot, dat ver-scheidene dagbladen hunne voorzorgen nemen, om zoo lang mogelijk met het voorhanden zijnde papier toe te komen. Daartoe hebben zij eenige liunner uitgaven afgeschaft of het getal bladzijden verminderd of verkleind. Dit is verleden Zondag het geval geweest met het wereldblad The World, dat tôt heden in groot foruiaat verscheen. en nu in een heel klein formaat, gelijk de bladen waren over honderd jaar. Elk land heeft dienaangaande ook zijne eigen gebruiken Terwijl in vele landen de dagbladen in groot, en zelfs in te groot formaat uitgegeven worden, zoodanig dat zij binderlijk zijn bij 't ontplooien wanneer men in gezel-schap is of in den trein, zijn die van Duitsch-land allen in klein formaat, maar met meerdere bladzijden. * * * Fransche gazetschrijvers gaan voort met de censuur of dagblalkeuring belemmerend te vinden voor 'i uitdrukken hunner gedachten. Alleen Clemenceau, zeggen zij, mag sctirijven wat hij wil. De censuur wordt niet enkel uitgeoefend op artikels betrefiende oorlogs-feiten, maar ook op andere artikels, zoodat zij niet juist meer weten wat zij zouden schrijven. Daarom houden sommigen zich bezig met het I oprakelen van oude vertellingen of legenden | betrefiende voorname politieke of geschiedkun-j dige feiten, maar 't is toch moeielijk dagelijks • iets... nieuws tusschen die oude voorvallen te î vinden. Hildebrand —— DOOR HET LEVEN Losse Opstellen over j Opvoeding en Onderwijs in den breedsten zin VII 19e IDood van Rousseau i Men mag over J J. Rousseau denken zoo-als men wil — wat natuurlijk athangt van het standpuut dat men ten zijnen opzichte inneemt — zeker is het echter dat hij. naast vele en groote gebreken, naast ergerlijke ondeugden zelfs, een machtig, ongeëvenaard vernuft bezat, dat hem het standaardwerk der opvoeding, den Emile, in de pen gaf Wat mjj nochtans zeer weinig bevalt, is d« gedurige aanhaling van onbewezen en onbewijsbare, ja, zelfs van duizendmaal weerlegde beschul-digingen.Door zijn Emile heeft Rousseau de zaak der opvoeding een onschatbaren dieust bewezen, en de feilen die er in aan te stippen zijn, verhoogen er nog de waarde van, indien men als waar aanneemt wat Mgr Dupanloup neiierschreef : « Il manque quelque chose à une éducation, s'il ne s'y rencontre aucune faute, aucun reproche. Men mag, men moet zelts, de fouten en de gebreken van Rousseau als mensch en als schrijver bestrijden, maar steeds moet men daarbij eerlijk blijven. Dât wordt echter wat âl te zeer uit het oog verloren, en het is door enkel en zuiver recht-vaardigheidsgevoel gedreven dat ik mijn werk l'Evangile de l'Educateur, en mijne studiën : De Kinderen van Rousseau, en Dwaal-begrippen over Rousseau, in het licht gaf. Eerlyk duurt immers het langst ! Eene beschuldigiog, die dikwijls tegen den persoon van Rousseau geuit werd, is dat hij in 1778 zelfmoord pleegde. Reeds in 1798 beweerde Corancez, dat hij door een pistool-schot een einde aan zijn leven maakte, wat echter bleek valsch te wezen, toen Berthelot in het Panthéon van Parijs de lijkkist van Rousseau deed openen. In een onlaugs verschenen stuiie heeft Dr Lacassagne al de getuigenissen verzameld van hen. die den grooten wijsgeer in zijne laatste dagen omringden Zooals men weet nad ie markies de Girardin hem het paviljoen van Ermenonville afgestaan, waar hij van den 20 Mei tôt den 3 Juli, dag van zijn dood, verbleef. De dag van 1 Juli 1778 was zeer heet geweest. Terwijl Rousseau op wandeling was met den zoon van den markies, voor welken hij eene zeer teedere genegenheid koesterde, werd hij door zeer hevige kolieken of buik-pijnen aaogeiast, die hem in zijne laatste uren ontzettend veel deden lijden. Den dag van zijn overlijden nochtans stond hij op als naar gewoonte, ontving den barbier, sclienste een weinig met hem, deed daarop een wandeling in het park, en begon daarna zeer vroolijk zijn ontbijt. Plotseling echter voelde hij zich ongemakkeljjk en als van eene doordringende koude overstroomd. Hij had het gevoel alsof hem een slag op het hoofd toege-bracht werd, en opnieuw werd hij onderhevig aan kolieken. Aanstonds gaf men hem wat « Eau des Carmes » ; zijn vrouw wilde hem nog een geneesmiddel ingeven en hem te bed brengen, maar Rousseau had nog de kracht zich op een stoel neder te zetten, waar Thérèse hem eene tas licht vleeschnat bracht. Rousseau kon er ter nauwernood een weinig van nemen : « Mijn maag kan niets meer veriragen, » sprak hij, en terwijl zijne vrouw zicti omkeerde om de tas op de tafel neer te zetten, viel hij in gansch zijne lengte ten gronde neer. Thérèse Levas-seur, in het ge tacht dat hij in onmacht gevailen was, wilde hem oprichten om hem terug op zijn zetel te brengen, maar zij spande zich zoo zeer in, dat zij op hare beurt in onmacht viel naast haren man. Dit was eciHer buiten gehoord geworden. De markies de Girardin kwam toegeloopen met de noodige hulp ; aanstonds werd eene ader-lating gedaan en eene trekpleister gelegd, doch er was niets aan te doen. Rousseau was dood. Juist sloeg het elf uur van den morgen. Bij zijn val had de zieke met het hoofd tegen de tafel geslagen, en zich op die wijze eene wonde feroorzaakt, die hevig bloedde. Vandaar wellicht het gerucht van zelfmoord. Het is dus klaarblijkend bewezen, dat Rousseau een natuurlijke dood stierf tengevolge der storingeu en misvormingen zijner water-organen, waaronder hij reeds van zijne geboorte af leed. Wellicht ware hij ook nog dezen aanval te boven gekomen — te Ermenonville leefde hij toch geruster eu kalmer dan hij ooit geweest was, — indien de val op de tafel zijne kwaal niet verwikkeld had door eene hersenscbudding. De geneesheeren zijn ten andere eenstemmig om te verklaren, dat de ziekte, waaronder Rousseau leed, hem tôt eene ploiselinge dood voorbeschikte. De vijanden van den grooten denker, die niets eerbiedigen wanneer het er op aan komt hunnen wrok bot te vieren, bebbeo de eelegen-heid niet laten voorbijgaan om Rousseau ook onder dit oogpunt te belasteren, en maakten | daartoe gebruik van de meening, die, zooals ik ; reeds hooger zegde, door Corancez in 1798 ; voor de eerste maal nedergesctireven werd. : Wie echter de laatste sclirilten van den genialen wijsgeer, zijn Droomerijen van een eenzamen wandelaar gelezen ueeft, zal het nimmer in het gedacht krijgen, dat de schrijver dier heerlijke bladzijden zich heeft kunnen zelfmoor-den, vooral nu bij de kalmte en de gemoedsrust K

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad belonging to the category Katholieke pers, published in Borgerhout from 1878 to 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods