immer 25 Toegelaten door de Krijgsoverheid Oktober 1918 't Nieuws van St Truiden Oorlogsblad voor Soldaten van St. Truiden en omstreken Opst bij X. MOLHANT, aalmoezener, O. I. A.', EU (Seine-Inférieure) Beminde Makkers, Oktobermaand, maand van den Rozenkrans ; een godsvrucht die in ons geliefd St-Truiden hoog in eere was. 't Is meer dan ooit de tijd om onze Lieve Vrouw te aanroepen en te vereeren met het bidden van den Rozenkrans. Hoe troostvol is het niet, in den nood, zijn hart in dat eener minnelijke moeder te mogen uitstorten ; die oorlogstijd die immer duurt is zoo vol van droefheid, van beproevingen en ontberingen, dat men gemakkelijk geneigd is tôt weemoed en moedeloosheid. Er is dan ook geen meer geschikt oogenblik om te gaan tôt onze hemelsche Moeder. In uw Vlamsch soldatenkerkboekje hebt gij voorzeker meermaals de aan-doenlijke teekening bewonderd waar on-zen betreurden Vlaamschen teekenaar Joe English O.L.V. van den Yzer voorstelt, geleund tegen de borstwering van den loopgracht, haar H. Kind op de armen, en twee vermoeide soldaten die rusten on-der het zachte schutsel van haren open gespreiden mantel. 't Is een wonderlijk zinnebeeld ! Neemt •uwen toevlucht tôt uwe Moeder, makkers, nu vooral gedurende deze Oktobermaand, zegt haar al wat op uw harte ligt, uwe kommernissen, uwe beproevingen, uwe hoop. Bidt uw Rozenhodje, dagelijks opdat, zij u bescherme en u zegene ; bidt haar de uwen te zegenen, die ginder verre zoo vurig voor u zullen bidden in de kerk van uwe parochie ; bidt haar dat zij u zou vrijwaren van zonden, u behouden in de deugd. Bidt O.L. Vrouw aile dagen ; dat kunt gij, 't is gelijk waar ge zijt. Als gij op kantonnement zijt, gaat al eens naar 't Lof waar de Rozenkrans gezament-lijk gebeden wordt ; gaat ééns te meer tôt de H. Tafel in veereniging met al uwe duurbaren. Zoo gij dat doet, makkers van St-Truiden, dan zult gij ondervinden hoe troo-stend en zoet het is onder den manttl van onze hemelsche Moeder. En nu wil ik de « théorie » voort zetten aan de « gradés » ! Wij waren aan de aide les. 't Heeft mij deugd gedaan meni-ge brieven te ontvangen van lezers die, van verre, de « théorie » bijgewoond heb-ben, en erin te kunnen bestatigen dat zij mijne vermaningen ten voile goedkeuren. Ik zeg dus voort : 4de les : Hij moet rechtzinnig zijn ; dat is 't tegenovergestelde van dubbel-zinnigheid. Men noemt dat in de een- voudige taal : te zijn een man van één stvik. Zooals men innerlijk is, zoo moet men uiterlijk voorkomen. Er zijn van die menschen welke men, zoals men zegt, niet kan kennen ; waarvan de beginselen of de overtuiging een raadsel zijn ; deugd hij? is hij een overtuigde Christen,of is het een ongeloovige ? Men vindt er die zooals windhanen draaien naar waar hun per-soonlijk profijt ze heendrijft. Bijdeze makkers staan ze gekend als godsdienstige jongelingen, bij andere als onverschilli-gen, en is hun overste een ongeloovige dan trachten ze als dusdanige te handelen. Daar ik tôt « gradés » van St-Truiden spreek, 't is te zeggen, aan overtuigde Christenen, dan bedoel ik dat ze, om rechtzinnig te zijn, als overtuigde Christenen moeten gekend zijn bij hunne on-derdanen. Zijne overtuiging bergen, is laf zijn. Mijn overste is een ongeloovige, dus mag ik mij niet als Christen voorstel-len ! Dat is lafheid ! Een overste die een onderdaan zou minachten of vervolgen omdat deze g<-!ooft en als geloovige wil leven, is niet /aardig om te gebieden. Een christen jongeling moet dus blijven wat hij is, in gelijk welke omstandig-heden ; nog muer : zijn geloof moet uit-tralen an zijne slrelen werpen op de onder-danen die ook geloof hebben. Blijft het Geloof in hem opgesloten of verdûken voor de anderen, dan is het als een uitge-doofd licht, of eene bron waarvan de wa-teren niet uitvloeien ; dus een doode licht, een uitgedroogde bron. Zoowel als de booze niet kan laten van te werken ' tegen den Godsdienst, kan ook de goede niet laten van dezen te ver-dedigen ; als het Vaderland door den vijand aangevallen wordt, is het genoeg van werkeloos te blijven staan kijken, opdat het zou gered worden ? Een « gradé », die Christelijke overtuiging heeft, moet, om rechtzinnig te zijn, durven als Christen voorkomen en gekend staan ; moet ook op Christelijke onderdanen een heilzame invloed uitoefenen. Die rechtzinnigheid of oprechtheid is bij uitstek eene Vlaamsche hoedanigheid en bovenal eene soldatendeugd ; ik las daarover, onlangs, een ernstig artikel in een onzer Vlaamsche dagbladen, en t heeft mij gêtroffen ! Is er iets edelder dan te durven toonen wat men is, zonder sch-room, zeggen wat men meent zonder zich af te vragen wat oversten of onderdanen daarover zullen deeken of praten, handelen naar overtuiging zonder om-wegen. Ik hoorde wel ééns het volgend ant-woord uit den mond van een jongen die altijd als brave en oprechte Christen ge-leefd had tôt den oogenblik dat hij, overste geworden, van zijne deugdzame ge-woonten afgeweken was- : « och, men moet doen zooals de anderen ! » Vooreerst, leven de anderen allemaal slecht van zoogauw dat zij gezag krijgen? En dan ,ziet eens in hoe zot deze opmer-king toch is ! Uw Geloof steunt op het onfeilbaar woord Gods, en nu zoudt ge 't verzaken, gedeeltelijk ten minste, om het woord van onnoozele menschen ! Verder, zoo redeneeren is zijn vrije wil afstaan, hem onderwerpen aan de grillen van ondeugende menschen. Op zulke manier handelen de geiten ! Ze gaan de eene na de andere in ééne lange rij, als de eerste in den afgrond tui-melt, gaan de volgende in den afgrond na ! Als het geidt Godsdienstzake is zulke handelwijze -verderfelijk. De Godsdienstige overtuiging, vergeet het niet, gaat re-gelrecht tegen onze menschelijke onvol-maaktheden, en vernedert de menschelijke hoovaardigheid. 't Is dus geen won-der dat de menschelijke driften tegen haar opkomen. Daarom is het dat de over- » tuigde Christen dikwijls moet alleen staan en 't tegenovergestelde doen van de anderen. Rechtzinnig zijn is voor leuze hebben : doe wel en zie niet om ! Laat de anderen doen wat zij willen, maar doe gij wat gij wilt, doe wel, er is meer moed noodig, en vervolgens, er is meer verdienste aan, te doen wat men wil zonder te kijken naar de anderen. Als andere kruipen, blijft gij recht gaan I Kruipen is lafheid. Nu, praktischer wijze : jongens van St-Truiden die graden draagt, blijft in Christelijke overtuiging zooals uwe Ou-ders u gemaakt hebben ; en weest bewust van uwe verantwoordelijkheid die aan-groeit naarmate gij in de graden klimt. Vergeet niet dat voorbeelden trekken ; gij zult noodlottigen ofwel heilzamen invloed uitoefenen op uwe onderdanen volgens dat gij getrouw blijft aan*uwe plichten of niet. Daarbij, weest bekommerd met de Christelijke overtuiging van uwe mannen. Verre van te beletten dat zij hunne plichten zoud&n kunnen kwijten, zorgt gij dat ze dat kunnen met de minste moeite. Van u mag door uwe mannen nooit gezegd worden : wij hebben de H. Mis niet kun-T>f{n bijwoonen zQndag door de schuld

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.