t Volk van Ronsse: Vlaamsch katholiek weekblad voor Ronse en het arrondissement Audenaarde

1474 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 26 April. t Volk van Ronsse: Vlaamsch katholiek weekblad voor Ronse en het arrondissement Audenaarde. Seen on 14 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/9p2w37q15b/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde warcn, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — ÎVÏM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de man-nen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was 't gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een o{ d'ander gazet ver-gelijkende ci] [ers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; Frankrijk, Rus-land en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde waren, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — MM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de mannen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was t gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de Iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een of d'ander gazet ver-gelijkende cijfers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; F rankrijk, Rusland en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde waren, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — MM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de mannen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was t gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de Iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een of d'ander gazet ver-gelijkende cijfers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; F rankrijk, Rusland en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde waren, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — MM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de mannen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was t gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de Iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een of d'ander gazet ver-gelijkende cijfers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; F rankrijk, Rusland en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde waren, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — MM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de mannen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was t gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de Iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een of d'ander gazet ver-gelijkende cijfers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; F rankrijk, Rusland en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde waren, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — MM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de mannen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was t gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de Iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een of d'ander gazet ver-gelijkende cijfers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; F rankrijk, Rusland en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche De katholieke anti-militaristen van 1912 = veranderen in cens in de katholieke mili- — taristen van 1914 — = = WAASOM ALLEMAN SOLDAAT ? LEVE BELGIE! Wanneer we over twee jaar op kiesronde waren, hoorden we Mr Van Wetter, advokaat, onveranderlijk op iedere meeting 't zelfde frazeken zeggen : de katholieken zeg-den vroeger altijd : geen man, geen kanon, geen cent meer, en nu, enz. geheel den tralala op de wet van 1909. En dan werd hij dik van colère ! Mr Van Wetter zal misschien dezen keer de ronde niet maken in 't gezelschap van zijn twee kameraden twee fameuze orateurs (! ?) — MM. D Hollander en onzen achtbaren vriend D'Hauwer ; anders zou hij in de voorberei-ding van zijnen discours voor de boeren nu ne keer kunnen tapeeren op de katholieke militaristen die vroeger altijd zeg-den : geen man, geen kanon, geen cent mecr ! En als de mannen van den Volksbond van Ronsse dat op hun maag zouden krijgen, dan was t gedaan met hen en hadden ze mets anders meer te doen dan den trein te pakken — als Pitje te Melden — en in den Tap te Ronsse de schaamte hunner klopping te komen duiken. Wij mogen er ons dus aan verwachten : t kanon en de sabel-slepers zullen het te doen hebben bij de Iiberalen en de so-cialisten.Wij gaan er ons dus een beetje op voorzien en ne keer wat grondig de zaak onderzoeken. —X — ledereen heeft zeker reeds in d'een of d'ander gazet ver-gelijkende cijfers gelezen die bewijzen dat de tijden van 1870 veranderd zijn. België met zijn klein leger was dan bekwaam zijn grondgebied te doen eerbiedigen door Duitschers en Franschen, omdat juist de Duitsche en Fransche legers in 1870 veel kleiner waren dan nu. Men zal genoeg 't belang van de evenredigheid begrijpen : Veronderstel dat ge in een huis woont met één buitendeur. Er is maar één toegang voor den vijand en één man aan de ééne deur zal voldoende zijn om het huis te beschermen. Doch veronderstel dat ge in een huis woont met vijf buiten-deuren. Eén man kan niet tegelijkertijd aan aile vijf de deuren staan ; er zijn dus vijf mannen noodig om het huis te beschermen. In het tweede huis zijn vijf mannen, doch aan iedere deur staat toch maar één man zooals in het huis met een enkele buitendeur. Hetzelfde voor België en Duitschland en Frankrijk. België is klein, het land met één deur ; Duitschland en Frankrijk zijn groot, landen met veel deuren. België met 500 duizend soldaten is sterk ; voor Duitschland ware dat een niemendalle. Zoo Duitschland 5 miljoen soldaten heeft kan het niet rond-om zijne grenzen ontblooten en die 5 miljoen naar België sturen. Het kan er maar een deel van sturen : een vijfde, een tiende, of eender hoeveel. Dus moet België, om zich te kunnen verdedigen, niet zoo-veel soldaten hebben als Duitschland en Frankrijk, maar een goed evenredig deel. Veronderstellen wij dat het een vijfde zij en dat de Duit-schers in 1870 een half miljoen soldaten hadden. (Voor 't ge-mak van begrijpen geven wij geen acht op de ware cijfers). Dan was België met een vijfde van 500 duizend, dat is 100 duizend, zoo sterk als Duitschland. Doch zoo het Duitsche leger in 1914 vijf maal zoo groot geworden is als in 1870 ; dan moet het Belgische leger, om sterk te blijven, om de evenredigheid van een vijfde te houden, ook vijf maal vergroo-ten.'t Is 't geen er gebeurd is. Wij zouden natuurlijk in veel andere beschouwingen moe-ten treden, doch de plaats zou ons daartoe ontbreken. _ Nemen wij er nog eene enkele. Als de sterren in de lucht door de onderlinge aantrekkings-kracht in hun kringen blijven vliegen en er niet uit loopen, zoo blijft Europa in 't evenwicht door de onderlinge onder-steuning en afstooting der landen. Er zijn twee groote drijverbonden : Duitschland, Oosten-rijk-Honganë en Italie langs den eenen kant ; F rankrijk, Rusland en Engeland langs den anderen kant. De kleinere landen sluiten zich bij dit of geen verbond of natie aan : zoo zien we Zweden naar Duitschland, en Roe-menië naar Rusland overhellen, enz., ofwel zijn die kleinere landen onzijdig als België. Een land blijft bestaan en behoudt zijne onafhankelijkheid door twee oorzaken : Vooreerst wanneer het in zich zelf de energie en de macht heeft om vrij te willen en te kunnen blijven ; Ten tweede, wanneer de groote mogendheden niet willen dat het anders zij. Zoo zagen wij in de Balkantroebelen dat die kleine landen niet altijd doen wat ze willen maar wat de mogendheden hun toelaten. Zoo er een land was dat de zekerheid had, dat de groote mogendheden of een groep nooit zijne verdwijning zullen toelaten, dan had dat land slechts een leger noodig om zijne in-wendige orde te handhaven. Een klein land dat onder zekere voorwaarden de steun van een groote mogendheid verzekerd is, bezit reeds een groote zekerheid en heeft slechts die voorwaarden getrouw te ver-vullen.Doch een land dat weet slechts op zich zelf te mogen steu-nen, moet zich pantseren om de aanvalîen zelf te kunnen af-weren.Wat was en is de toestand nu voor België ? In 1870 was Engeland in geene « entente cordiale » met Frankrijk — deze is maar tien jaar oud ; doch was m de herten der Franschen nog den erfelijken vijand van hun land. Engeland beschutte alsdan België en het heeft het getoond door zijn tusschenkomst in dat jaar. Doch sedert tien jaar bestaat de vriendschap, die nauwer en nauwer wordt ; Frankrijk is langer in een gekend verbond met Rusland ; men spreekt nu ook van een nakend verbond tus-schen Engeland en Rusland, die twee landen die in den Russisch-Japanschen oorlog nog tegen malkander stonden en in Midden- en Zuid-Azië gedurig herrebekten op elkaar. Zoo er nu een oorlog uitbrak, zou Engeland zich nog tegen de Fransche legers plaatsen die de Belgische grens willen overtrekken ? De Engelsche djek heeft zijn naam niet gestolen en de edel moedigheid en politieke eerlijkheid is zijn grootste deugd niet. Neen, de jonge Belg«n zullen alleen tegenover de Fransche Zoiidag 26 April Î914 0,05 f'r. per Nu ni mer 16e Jaargaiig, lNfr 22 I N vJHill.l V I NOSPTU J S •/ < ,i • i 'i • - vilh'i ir ) :t I 1 1 ' ' I ■ ' 1 ! I. • - i | » i )"/••• { >■ ( i I x* À ' « ' ' ' I De boeken, vvaarvan wij één rxemplaar ontvângen, worden :»angekon(ligd ; deze. waarvan wi» •wee exempUi en onivangen, wor-tien tieoordeeld. 't Volk van Ronsse A A N K O N r> IG ( N G K N j.'tl /'• L* H ' f «v'rhrf :- ii-iiiu<. e:i !r Ongeteekende brieven worden niet opçenomeri. Allé artlkelsen aankondiginge» dienen ten laatste Donderdaft's middags ingezonden te zijn. TA AL. GODSDIENST, HU1SGEZIN en EIGENDOM Katholiek-, Voiks- en Viaamsciigezind Weekblad Druk en Uitgaaf der Drukkerij GOEBEERT, Spilgremstraat, 121, Ronss ALLES VOOR VLAANDEREN ! ' VLAANDEREN VOOR CHRISTUS ! De militaire Kwestie. en Duitsche legers staan en zijn zij niet sterk genoeg, dan zullen zi] dienen tôt kanonnenvleesch en zullen wij onze plich-tige zwakheid met het verlies onzer onafhankelijkheid be-talen.Neen ; een van de twee oplossingen : ofwel behoeven we slechts een leger voor de inwendige orde en dan ware een dub-bele gendarmerie misschien sterk genoeg ; ofwel zullen wij een leger hebben dat bekwaam is 6nze grenzen te verdedigen. Aan hen die een leger willen dat noch pot noch panne is, vragen we of ze zonder eenig profijt onze jongens naar de slachtbank willen jagen en ze op de grenzen door den over-machtigen vijand willen laten doodschieten als n kudde musschen ? En zijn er die ons zeggen dat België geen leger noodig heeft en zij bereid zijn naar den vreemde over te loopen om daar toch ook den ransel dubbël pijnlijk op te nemen, dan roepen we hen toe : Zijt gij bereid uw land te verlooehenen omdat het u misschien te veel geluk en vrijheid gaf ; wij blijveiV met vleesch en ziel aan de Belgische natie gehecht ; dat landeken is te groot opdat w'er niet al onze fierheid zouden insteken, ons lot is aan het zijne verbonden. Terwijl we in Frankrijk de bur-gerij edelmoedig de goudstukken in de schatkist zien werpen voor de « drij jaar » ; terwijl de arme werkjongens onder den kreet van « Vive l'Armée ! » nog een jaar meer zullen kloppen ; terwijl de Duitschers geestdriftiger dan ooit hunnen harte-kreet « Deutschland ûber ailes ! » in de lucht werpen en sche-pen op schepen bouwen ; terwijl de Russen zich tôt over de ooren in de schulden steken om hun leger op voet te brengen, terwijl de Bulgaarsche boer zijn vadergrond met zijn zweet bevochtigde om de oorlogsbelasting op te brengen en 30 duizend Zweedsche boeren aan hunnen Koning een grooter leger vroegen ; terwijl de verdrukte Finlanders en Polakken naar de vrijheid snakken, en over geheel Europa, ja. over geheel de wereld, van den Hmdoustan tôt Mexico, een wind van nationalisme waait, zouden de vrije Belgen hunne onafhankelijkheid verkoopen ? Neen, zijn er een soort déserteurs om den grond, die hun het leven gaf, den rug toe te keeren, wij voelen in 't diepste van ons gemoed onweerstaanbaar de liefde tôt het vaderland nog stijgen en roepen uit geheel de volheid onzer borst : Er wezen in de wereld grooter, machtiger, rijker en schooner landen dan België ; doch geen land ter wereld ligt in ons hart als België ; want t is het ONZE ! Als arbeiders voelen we ons tôt dezelfde klasse ; als Belgen tôt denzelfden stam . Een onwaardige is hij die zijne klas verlooehent ; doch even verachtelijk is hij die zijn stam, zijn volk, zijn vaderland den rug toekeert. Een verrader onzer klasse worden we nooit, maar ook nooit of nooit een verrader van ons land ! RI-RI. —• •—v • —w—-• w • -w - Wetpvertde kiezing van 24 $eij Peper en Zout. — 1 — LEUGENS ! — Sossen en Iiberalen worden bloedrood | en peerschblauw van 't liegen. Het gouvernement zal de koeibeesten belasten, de Belgische i ! Rente en spaarboekjes inpalmen, eene oorlogsvloot inrichten !! Leugens zijn *t, leugens, gelooft er mets van ! Vraagt ne keer aan al die belovers en afbrekers, waar zij 't geld zouden halen, om hun programma door te drijven ! Ze zullen zeggen : « Uit den coffre-fort van de rijken ». Ja, maar dat is eerder gezeid dan gedaan ! Ze beloven 't in Frankrijk al jaren en jaren, de mannen van denzelfden deeg gebakken. En weet ge wat er gebeurt ? Die belovers vullen er hunne eigen zakken mede, en 't arme volk, de burgers en neringdoeners zien wel briefkens afkomen, ongelukkiglijk zijn 't maar « lastenbriefjes ». En is er daar welstand ? Integendeel ! de rechtzinnige Franschen zeggen en schrij-! ven : « Gelukkig België ! Gelukkige Belgen ! Oh ! hadden wij hier ook in ons Frankrijk zoo een gouvernement ! » Zoo schrijven, zoo spreken de vreemdelingen en gij, Iiberalen en socialisten, gij maakt dat allemaal slecht ! Gij breekt dat af ! Oh ! dat schotelken ! konden zij er aan geraken, hoe zouden ze lekkebaarden ! Maar past op, kiezers, ge zoudt aan uw eerlijk paart niet geraken ! Ge zoudt integendeel moeten zeggen : Wij meenden den duivel bij den kop te hebben en we hebben maar den steert ! Wij zijn gefopt, wij zijn bij Frederik ! — 2 - TOE ! TOE ! — Laat ons een beetje serieus zijn, hé ! In Vooruit wordt nu geschreven dat verleden jaar met de A. W. « het klerikalism bleek stond van angst en dat het heele Belgische k^pitalism zich in uiterste ontzetting afvroeg wat er , in de naaste toekpmst zou gaan gebeuren ». j Wie er met den schrik op 't lijf zat, dat waren de socialis-tische voormannen, die vreesden dat ze na de tweede week | werkstaking, de werkstakers zouden moeten betalen hebben. En wat meent gij wel, aan sukkelaars betalen ? Sukkelaars DOEN betalen, dat is wat anders ! De leiders heeten dat vooruitgang ! Zeker is dat vooruit-gang in menschenfopperij ! — 3 - JAARWEDDEN. - Op 't socialistisch congres van Brus-sel heeft men een woordje gerept over de partijgenooten die verscheidene plaatsen te gelijk bekleeden en verscheidene jaarwedden te gelijk opstrijken. — Als dat nu eens zou zijn, vroeg Anseele, wat dan ? Men bleef hem 't antwoord schuldig, omdat men zag dat zekere gasten barrevoets op gloeiende kolen stonden ! 't Schijnt nochtans dat de baspreking op de zenuwen var Vooruit gewerkt heeft, want hij komt er op weer om aan te toonen voor welk klein loon de socialistische voormannen werken. « Het Volkshuis van Brussel, zegt hij, deed in het laatstt dienstjaar voor 7 miljoen 536 duizend 117 /r. zak.cn. De be-heerders trokken de kplossale som van 50 centiemen per zitting », Dat is inderdaad geheel weinig. Maar mijne ooren zijn aan het tuiten en k geloof nog iets te moeten doen bemerken. Hebben die beheerders in de samenwerking of in de parti niet nog andere vette postjes ? Ja, als beheerders weinig of niets, rnaar dan hoeveel ah volksvertegenwoordigers, schepene, kassier, bestuurder, enz. van dit of dat ? Als men 4000 ballekens heeft als Kamerlid en 5, 6 of 700C als schepene, dan kan men wel. beheerder zijn aan een hal: franksken per zitting. Vraag ne keer of er geene andere liefhebbers zouden zijn.. - 4 - SLIMMEKE SLIM ! — Op sommige oogenblikk^en var t leven heeft nen mensch toch eens een subliem gedacht Verleden jaar hebben de sossen gezien met hunne alge-meene werkstaking dat ze nog zoo sterk niet waren als ze we dachten. Ze probeeren nu een nieuw middelken om aanhan-gers te zoeken. Met hun petitionnement, ja, ja, djeemeniskinderkes, daar-mee ! Aan degenen die geteekend hebben zal men later kunner vragen : Waarom ze geen lid zijn der samenwerking ? — Waarom zijt ge niet ingeschreven op Vooruit of Le Peuple • Ziedaar waartoe hunne inkwisitie kan dienen ! Belastingen. Eene kleine vergelijking : De katholieke regeering was gedwongen voor de landsver-dediging nieuwe lasten te leggen. Zij legde ze op de beurs-waarden, automobiels, cinema's en alcool. In geheel de nieuw< belastingen is er niets dat den werkman kan treffen, tenzij der alcool, 't Zijn belastingen op de pracht, het nutteloos vermaal en den rijkdom. De belasting op den alcool kan maar lasti^ vallen aan hen die begeeren een misbruik van den alcool t< maken of zij die zich op de drankzucht en de miserie var 't arme volk willen njk maken. In Gent legde Anseele, socialistische schepene van finan-ciën, ook belastingen. En waarop ? Op de electriciteit, gaz en water ! Al dingen die door der kleinen burger of werkman verbruikt worden. Vergelijkt de twee. Dat slecht België. Volgens de berekeningen van M. Denis, gewezen socialis tische volksvertegenwoordiger en Le Matin, liberaal blad vai Antwerpen, zouden de volgende belastingen nagenoeg be taald worden : Per hoofd en per jaar De Engelschman . 84,10 fr. De Franschman 82,80 » De Hollander 59,02 » De Oostenrijker 50,27 » / De Italianer 46,16 De Duitschman 44,45 » En weet ge wat de Belg in 1913 betaald heeft ? 45,80 fr 't Is toch slecht in België, hé ? Wetgevende kiezingen. Er zullen te Gent vijf lijsten tegenover elkander staan : Liberalen, katholieken, socialisten, afgescheiden socialis ten, en democraten-flaminganten. De afgescheiden socialisten zullen strijden met twee, e de democraten-flaminganten met vier kandidaten. Gebruikt immer de chicorei DEROEM VAN VLAAN DEREN zij is de beste. J. Vandekerckhove-Lalemar ! Iseghem. !>e Kamer. LANDBOUW. Van tak op tak.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title t Volk van Ronsse: Vlaamsch katholiek weekblad voor Ronse en het arrondissement Audenaarde belonging to the category Katholieke pers, published in Ronse from 1898 to 1936.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods