Zondaa 2 Oogst L914 0,05 fr. per Nummer Lbc Jaui gajig, JtV1 36 InSOHKIJVINOSPMJS (['oor > 0 f.h". I n > > ir ' Per.jaai *' • ri niaatuliMt i maatxleu •' « Uni teu het li' » v Iyoegen. De boeken, wua/van wlj één çxeraplaar onlvaii^'». worden .itifiL'flcondigd ; deze. waaivan wi iv.ee exemplaren ontvangen, wor dcn beoordeeld 't Volk van Ronsse Katholiek-, Volks- erç Vtaamschgezind Weekblad "AAL, GODSDIENST. ALLES VOOR VLAANDEREN ! HU1SGEZIN en EIGENDOM Druk en Uitgaaf der Drukkerij GOEBEERT, Spilgremstraat, 121, Ronsse VLAANDEREN VOOR CHRIS1 US ! Aankondioinoen. A nnour-en, per re^el fr. 0,15 liekhuiKiit fr. 0,2.r> Kechîerltjke «erherstellin^en fr. O.tîl) Ongeteekende brieven worden niet opgenomen. Aile artikelsen aaukondigingen dienen ten laatste Donderdag'; middags ingezonden le zljn. DE OORLOG. Het Oostenrijksch-Serbisch konflikt — De dreigende Europeesche Oorlog Voor of tegen Oostenrijk en het Drieverbond ? — Voor of tegen den Oorlog ? — Internationale meeting tegen den Oorlog te Brussel — Onze nieuwe militaire wet — Belgen zijn en blijven we/ LEVE HET LEGER/ Ge weet het reeds dat het oorlog is en waarom ? Herhalen wij het kort voor diegenen, welke er geen k'.aar gedacht van hebben. Oostenrijk-Hongarië is een land dat uit verschillende vol-keren bestaat en wier grootste samenhang is na het Euro-peesch evenwicht : de gehechtheid aan de regeerende dynastie der HaUl.urgeFs — tegenwoordig Keizer Franz-Jozef — en de godsdienst en geestelijkheid. Het Duitsch en Hongaarsch elernent is er overheerschend. In 't Zuiden wonen veel Slave i (vulk van t zelfde ras der Russen). Voor eenige jaren werden de meest Slavische gewesten (Bosnië-Herzegowina) aan Oostenrijk-Hongarië gehecht. De Balkanvolkeren : Serbiërs, Bulgaren, Roemenen, zijn ook Slaven. Vroeger stonden de kleine Balkanstaten onder Turkije ; door opeenvolgende oorlogen veroverden zij hunne onafhan-kelijkheid. Serbie, Bulgarie, iVIontenegro en Griekenland, die eerst samenstreden, kregen ruzie wanneer zij de brokken moesten verdeelen en zoo staan de Balkanstaten tegenwoordig wederzijdsch en betrekkelijk de groote mogendheden in de volgende houding : Serbië met Monténégro tegen de Bulgaren; de twee eerste landen hellen zeer over naar Rusland. Griekenland, bevriend met Serbië, hangt tusschen Duitsch-land en Frankrijk. Roemenië, tegenover de Balkanstaten vrij, helt meest over, doch niet te erg, naar Duitschland en Oostenrijk. Turkije nagenoeg in t zelfde geval. Rusland, uit berekening — natuurlijk ! — verklaart zich de verdedigster der Slavische Balkanvolkeren, — uit rassen-gelijkheid, beweren ze ; doch feitelijk om op d'een of d'ander manier er zijn invloed te versterken en met zijn vloot der Zwarte Zee door Constantinopel in de Middellandsche Zee, te geraken. Oostenrijk-Hongarië, dat maar een beetje aan de Adria-tische Zee komt, zoekt eene eigene haven te hebben op de Middellandsche Zee ; daarvoor ligt haar Serbië in den weg. Duitschland is met Oostenrijk-Hongarië in nauw ver-Lond ; Italie ook, doch iets minder. Zij maken samen het Drieverbond. Frankrijk en Rusland zijn ook in nauw verbond en Engeland een beetje ; zij maken de Drijverstandhouding. Voor eenigen tijd werd te Sarajevo den aartshertog Ferdinand, Kroonprins van Oostenrijk-Hongarië, met zijn vrouw door Serben vermoord. Hetonderzoek bewijst dat hooggeplaatste Serben, militaire en burgerlijke, in de samenzwering betrokken zijn. Ailes stelt vast dat de Serbische regeering de geheime maatschap-pijen die t komplot beraamden, geldelijk en zedelijk onder-steunt.In Oostenrijk-Hongarië werden reeds verscheidene prin-sen en prinsessen vermoord, onder andere de vrouw en de zoon van Keizer Franz-Jozef. Serbië had reeds verscheidene malen beloofd tegenover Oostenrijk-Hongarië eene andere houding aan te nemen, maar heeft nooit zijn woord gehouden. De officieren-kliek die den voorgaanden koning en konin-gin van Serbië vermoord heeft, is er nog altijd meester en de Kroonprins is hun afgod. Men beweert dat de huidige Koning van Serbië betrokken was in de samenzwering tegen zijnen voorganger : hij zou dus tronen op een lijk. Oostenrijk-Hongarië, om de zekerheid van haar land te vrijwaren, zond aan Serbië eenë nota waarin benevens andere verplichtingen deze voorkomt : dat Oostenrijksche fonction-narissen met behulp der Serbische overheid de plichtigen der moord van Sarajevo in Serbië zullen komen opzoeken. Serbië neemt dat niet aan. Oostenrijk verklaart dat, indien er geen Oostenrijkers bij zijn, de Serbische overheid nooit de plichtigen zal « willen « vinden. Serbië weigert en Oostenrijk verklaart den oorlog. Sommigen zeggen om Serbië te overweldigen ; Oostenrijk verklaart, alleen Serbië te dwingen voldoening te geven in de kwestie der moord van Sarajevo. Tôt daar het Oostenrijksch-Serbisch konflikt. DE DREIGENDE EUROPEESCHE OORLOG Rusland wil tusschenkomen om Serbië te helpen. Zoo Rusland tusschenkomt, verklaart Duitschland mee te doen met Oostenrijk. Zoo Duitschland tusschenkomt, dan kiest Frankrijk de partij van Rusland. Italie en Engeland zouden elk zijne bondgenooten en vrien-den ondersteunen. En zoo zien wij dat er, om een klein moordenaarsvolk, dat beter barbaren zou heeten dan beschaafd-Europeesch, dat een Europeesche oorlog zou kunnen ontstaan tusschen Duitschland, Oostenrijk-Hongarië en Italie eenerzijds ; Rusland, Frankrijk en Engeland anderzijds. Nog nooit, zoolang de wereld bestaat, zou zulke kolossale oorlog gebeurd zijn. Het zou millioenen en millioenen menschen op 't slagveld brengen. VOOR OF TEGEN OOSTENRIJK ? We ineenen dat Oostenrijk en het Drieverbond in voile recht zijn, indien Oostenrijk zich bepaalt Serbië eene les te geven. Aartshertog Ferdinand is toch maar een mensch, zal men zeggen ; ja, maar het hoofd eener natie, en dan wordt hij de natie. Wat zouden de socialisten zeggen indien een tegenstrever °p aanhitsing en ondersteuning der tegenpartij hunne hoofd-jnannen Vandervelde of Jaurès gingen vermoorden ? 't Was 3 anderendaags revolutie. t Is bewezen dat Serbië een baarbaarsch volk is, dat maar getemd kan worden door er eens met den martinet op te zitten. Het weze dan zoo. De Russen zeggen dat zij de Slaven moeten beschermen. A'Iij dan / En wie moet er dan de verdrukte Polen bescher- j rnen tegen Rusland ? j Maar zoo ieder volk bij zijn land moet gaan, waarom dan ' de Finlanders de vrijheid en 't zelfbestaan niet geven ? , Waarom pakte Rusland geheel Siberië ; waarom willen ze | nog Mandchoerië en Perzië pakken ? Waarom pakte Engeland j Transvaal en al zijne koloniën ? Waarom pakt Frankrijk j Marokko ? Waarom pakte Frankrijk Rijssel, Roubaix, Arras, allemaal streken die ze van België gestolen hebben ? Waarom komen de Vlamingen uit Fransch-Vlaanderen niet bij België ? enz., enz., enz. Neen, zoo niet ; de Russen hebben daar niets te doen ; de moord van Sarajevo en de straf der plichtigen gaat Oostenrijk en Serbië aan en anders niemand. De houding van Duitschland is hier de schoonste en rechtzinnigste. De Fran-sche bladen zijn oprecht zot tegenwoordig en de Engelsche biaden zouden beter hun consciencie onderzoeken en zich de onrechtvaaridgheden herinneren die zij op onze stamgenooten de Boeren in Transvaal pleegden. De onzijdige Belgen hebben geen partij te kiezen voor of tegen deze of gene oorlogvoerende partij ; maar, 't is toch aan ledereen toegelaten in zijn binnenste de onrechtvaardigheden der regeeringen te schandvlekken. VOOR OF TEGEN DEN OORLOG ? De oorlog is dwaas ; men schiet er menschen dood die men nooit hoorde of zag. Ja ; de oorlog alzoo beschouwd is dwaas ; maar... Ge komt 's nachts in een bosch, een roover randt u aan ; ge zijt in staat van wettige zelfverdediging en schiet uwen aan-valler dood. Welnu, is dat dwaas ? Evenals een man afzonderlijk kan aangevallen worden, zoo kan het ook een volk en strijdt men niet tegen één man ; maar tegen een volk. Patroon en werkman, beide met een waar gevoel van recht-veerdigheid bezield, zullen nog in strijd kunnen komen, omdat de mensch zwak is en in persoonlijk belang niet altijd 't recht-vaardige van het onrechtvaardige onderscheidt. Zoo is het ook met de volkeren. Twee volkeren kunnen zich beide in verdedigende houding gelooven. Dan blijft er niets dan den oorlog ; evenals er na onvrucht-bare onderhandeling niets dan de werkstaking overblijft. Men zegt dat de oorlog door de koningen en kapitalisten in gang gestoken wordt. Soms ja ; maar dikwijls niet ; nu in aile geval is *t blijkbaar anders ; 't is 't volk in Serbië en Oostenrijk, buiten een hand-vol socialistische heethoofden, dat den oorlog wil. En waarom ? Omdat in elk volk een stamgevoel, een lands-fierheid zit en dat ze den band der economische solidariteit gevoelen. Handel en nijverheid in een land zijn voordeelig voor rijken en armen ; we zien het nu genoeg in dezen crisistijd. Ieder mensch gevoelt dat hij tôt een volk behoort : een Franschman is voor Frankrijk en tegen de Pruisen. Waarom ? Omdat het in de natuur, in 't bloed van den mensch zit. Zelfs de socialisten, ondanks zij er aile dagen tegen inwer-ken, voelen inwendig het nationalistisch gevoel. Is socialist Destrée geen Waalsch heethoofd, die geen ge-legenheid laat voorbijgaan om op de Vlamingen te tapeeren ? En Kamiel Huysmans, is hij geen Vlaming ? Wie roept er op onze Vlaamsche werklieden « sales fla-mins » in 't Walenland en in Roubaix-Tourcoing ? De Waalsche en Fransche socialisten. Neen, in de liefde tôt het vaderland komt geen kapitalisme van pas : wij voelen ons Vlamingen, allen gelijk van 't ras van Vlaanderen ; ons vereenigt een heilige band. Wie onzen stam beleedigt, beleedigt ons zelven, wie ons volk aanvalt, valt ons zelve aan en ware het nog noodig voor ons volk de wapens op te nemen, nog zouden de Vlaamsche boeren, werklieden en burgers de handen ineenleggen en, de helden van 1302 waardig, den ouden kreet «Vlaanderen ■den Leeuw/» aanheffen. De oude Vlaamsche fierheid, de volkstrots is in ons niet dood, we lezen nog geerne de helden-dichten over onze voorouders en we lezen ze zooveel te lie-ver, daar we weten dat de gehechtheid aan den landaard de sterkte van ons volk uitmaakt. Over den Rhijn roepen verre stamgenooten : « Deutsch-lang ûber ailes / » en wij roepen rechtzinnig, zoolang de an-deren rechtzinnig zijn : « BELGIE BOVEN / » INTERNATIONALE MEETING TEGEN DEN OORLOG TE BRUSSEL Aan eep der aubetten trof me dezen keer Le Peuple, daar er toch zulke kloefletters op stonden. 't Was de aankondiging | der Internationale Meeting « La Guerre à la Guerre » in ! den Cirque Royal met een reesem redenaars als Vandervelde, Jaurès, Haase, Troelstra, Pablo, Iglesias, Keir Hardie, enz. k Ben er eens naartoe gegaan om te zien of dat wel zoo wreed is : internationale meeting met zulke kopstukken. En 'k heb ze daar gehoord : Vandervelde als voorzitter, Haase in 't Duitsch, Keir Hardie in 't Engelsch, Troelstra in 't Hollandsch, een Rus en een Italianer in meer of min Fransch van « contre den bezemsteel » en Jaurès in *t Fransch, als voornaamste redenaar voor de plechtigheid. Wat ze daar allemaal zegden ? In den genre van 't geen de socialistische gazetten al lange schrijven ; voor de gedachten heb ik er niets nieuws gehoord ; het redenaarstalent alleen was nieuw ; voornamelijk Jaurès is een tribun. Ik geef u dus enkel de kleine dinskens die 'k rondom mij zag en hoorde, en die heel gedachtopwekkend zijn. Toen Vandervelde in zijn openingsrede als naar gewoonte de Kerk verantwoordelijk stelde voor den oorlog, op de be-dekte en aantijgende manier hem eigen, riep ereen van boven met een forsche stem : « Vous mangez du curé 1 » t Is de eenige keer dat ik toegejuicht heb. * Nog tijdens de redevoering van Vandervelde : Toen hij riep dat het proletariaat den oorlog moest belet- j ten, riep een man nevens mij heel beteekenisvol : « Mais comment ? » Niet een redenaar heeft op die vraag géant woord. In al j hunnen bluf waren ze onmachtig daar een antwoord op te geven. Uit de redevoering- van Haase : Hij eindigde met een Fransch woord : « A bas la guerre l » t Was erg op zijn Duitsch uitgesproken. Haase kent waar-schijnlijk genoeg Fransch om te begrijpen wat ik verder aan-haal.Uit de redevoering van den Rus (ik herinner mij zijnen naam niet ; die namen op « itch » en « off » zijn al zoo aardig) : Rusland heeft in Serbië niets te doen ; dat de Tsar eerst zijn eigen volk de vnjheid geve ; vooraleer ze aan de Serben te willen geven. Hij verwierf hier mijne goedkeuring. Uit de redevoering van Jaurès : Het Fransch gouvernement is meest van allen tegen den oorlog. En 's anderendaags meldde Le Peuple dat het vredelievend gouvernement de meetingen tegen den oorlog in Parijs had verboden, terwijl de tyrannieke regeering van den Kaiser 100 duizend socialisten in Berlijn had laten manifesteeren /?/? Wanneer Jaurès rechtstond stegen eenige kieten : « Vive la France / » waarop protest van de anderen. 't Is te hopen dat de Duitschman Haase nog genoeg Fransch zal begrepen hebben om dat te verstaan / We waren daar op eene internationale meeting en daar stijgen nationalistische kreten uit het volk, dat razend den Franschen socialist toejuicht en half koud bleef voor den Duitschen afgevaardigde / Kamiel Huysmans zat vies te kijken naar « Vive la France » / Op straat na de meeting roept een jonge kerel « A bas la guerre / » een soldaat passeert in gewone kleedij en roept hem in 't aangezicht : « Vive la guerre ! »» Terwijl de betooging passeert stond ik op eenen stoel op het terras van eenen café te kijken. Wanneer de betooging voor- i bij was merkt een heer die nevens mij stond mij op : Zal er nu geen oorlog meer zijn ? Ik ga naar huis en op den boulevard zie ik veel volk als | naar gewoonte en ik denk bij mij zelven : die betooging is i internationaal en men bekent het nog te Brussel niet / Wilt ge de waarheid weten : een hoop socialisten loopt uit tucht en nieuwsgierigheid mee omdat er groote vreemde spre-kers komen en omdat ze door de partij opgeroepen worden en op post willen zijn ; doch dat dezelfde roepers morgen als reservist binnen trekken en aan de grenzen den vreemden indringer afwachten dan zullen ze bij 't schallen der clairon-nen, het slaan der trommels en 't wapperen der nationale driekleur t bloed van hun volk door hun aderen voelen loo-pen en huiveren en hijgen naar den strijd, omdat de nationale fierheid hen onweerstaanbaar zal overheerschen. Dat zij die soldaat geweest zijn, zeggen of we waarheid spreken : hoeveel soldaten zouden aan de grenzen den drapeau van 't régi ment verlaten ? ONZE NIEUWE MILITAIRE WET Herinnert ge u de kiesperiode en de meetingen over de nieuwe militaire wet ? Volgens de liberalen en socialisten ging er nooit oorlog komen. Maar waarom dan socialisten al dien tralala tegen den oorlog die er volgens u nooit en zal komen ? 't Volk is bedrogen geweest door de liberalen en socia-1 listen ; ze zullen nu moeten bekennen dat de katholieken en de sprekers van den Volksbond waarheid spraken. BELGEN ZIJN EN BLIJVEN WE ! Zoo de oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk uitbrak is het aan ons leger op de grenzen te gaan om den vijand buiten te houden. Aan onze officieren dan te toonen dat zij geen « luie sabel-slepers » zijn zooals de socialisten ze noemen. Wij rekenen nu op hen om in de uur van 't gevaar onze vrijheid en onze onafhankelijkheid te beschermen. Zij zullen gelegenheid hebben te toonen dat het geld aan het leger be-steed niet nutteloos op straat geworpen is maar ons 't hoog-ste menschelijk goed : de vrijheid kan behouden. En aan al onze soldaten werkelijke en reservetroepen roepen wij toe : dat zij aan den vreemden indringer den klauw van den leeuw doen gevoelen l Wij hebben betrouwen in ons leger en wachten gerust de gebeurtenissen af. LEVE HET LEGER/ RI-RI. LANDEOUW. WERKZAAMHEDEN IN AUGUSTUS 1. Beste lezer, vergeet niet dat het hoog tijd is om winter-salaad te zaaien. Als men daarvoor nu zorgt kan men reeds einde April salaad eten. De volgende soorten verdienen aile aanbeveling : het wonder der vier jaargetijden, de blonde win-terkrop en de Passielatouw. Voor het zaaien en ook voor het verplanten in September October geeft men goed-geteerden stalmest. Daarenboven is het noodig per are 4 kgr. superfosfaat 4 kgr. zwavelzuur am- . moniak en 3-4 kgr. chloorpotasch te gebruiken. Deze mest- \ stoffen worden op den omgewerkten grond gestrooid en j goed ondergewerkt. Op die manier bemest zal men malsche, salaad voortbrengen. 2. De koolzaadplanters moeten nu denken aan het zaaien van het koolzaad in de kweekerij. Om bij deze teelt te geluk-ken is het volstrekt noodig gezonde en kloeke planten te be-zitten. Geef daarom voor het zaaien eene goede dosis wel ge-teerden stalmest en strooi verder op den omgeploegden grond [ en per hectare 400 kgr. superfosfaat, 100-150 kgr. zwavelzuur ammoniak en 200 kgr. chloorpotasch. Men zal deze mest-stoffen zorgvuldig met de eg inwerken. 3. Tijdens deze maand worden nieuwe aardbezieperken aan-gelegd. Men vergete niet dat de minerale meststoffen hier een grooten invloed hebben op de voortbrengst der vruchten. Derhalve gebruike men per are benevens eene goede dosis stalmest of seruismest 4-5 kgr. zwavelzuur ammoniak en 2-3 kgr. zwavelzure potasch. 4. Hier en daar treft men beetenakkers aan die eenigszins lijden en moeilijk vooruitgaan. Een aanvullende bemesting van 150-200 kgr. zwavelzuur ammoniak per hectare zal aan deze planten zeer voordeelig zijn. Na het uitstrooien tracht men deze meststoffen met de rijf of de hark in te werken. 5. Nu is ook het oogenblik aangebroken om winterspina-zie te zaaien. De « monsterachtige van Viroflag » en de « Victoria » zijn zeer aanbevelenswaardige soorten. De best ge-schikte grond voor de teelt dezer groente is het perk waarop erwten werden geteeld omdat deze bodem veel stikstof be- vat. De potasch heeft insge!ijks grooten invloed op de op-brengst der plant. Daarom raden wij aan per are de volgende meststoffen te strooien en goed onder te werken : 4-5 kgr. superfosfaat, 3-4 kgr. zwavelzuur ammoniak, 3-4 kgr. zwavelzure potasch. Willti. Plechtiqe Prijsuitdeeling IN ONS BISSCHOPPELIJK COLLEGE Donderdag voormiddag had in Sint-Antonius' College onzer stad, de Plechtige Prijsuitdeeling plaats. Het feest werd voorgezeten door Zijne Hoogweerdigheid Mgr Meerschaert, bisschop van Oklahoma. Het publiek was zeer talrijk en volgde met de grootste aan-dacht de verschillende punten van het programma. Het feest werd geopend door het openingstuk : La Pie Voleuse van Rossini. Daarna werd opgevoerd De Landbouwer van Chicago, blijspel in twee bedrijven. De gedachte die ten gronde ligt aan het blijspel werd door de goede vertolking waarlijk levend voorgesteld. Wij zagen er met genoegen hoe het overdreven Amerikaansch zelfvertrouwen, niet steunende op degelijk-heid in de werking, wel een oogenblik kan bovenkomen maar toch weldra moet schipbreuk lijden en vergaan om plaats te maken voor de ware verdienste. De jonge tooneelspelers wen-schen wij geluk en om hun meesterlijk spel en om hunne be-schaafde nederlandsche uitspraak ; dit doet ons zooveel te meer deugd, daar w:j daar meer dan een Ronssenaar, door en door verfranscht opgebracht, thans beschaafd nederlandsch hooraen spreken. Wat ons nog deugd doet, 't is de manier waarop de uitvoe-ring van het eerste Vlaamsch stuk op de prijsuitdeeling van ons College werd onthaald ; wij mogen het zeggen : van al de Fransche stukken die er werden opgevoerd, dat zij van Labiche waren of van gelijk wie, werd tôt nog toe niet één zoo gesmaakt door het publiek. 't Is een bewijs dat ons College het goed heeft getroffen en dat het gerust mag voortgaan op den ingeslagen weg. Benevens het Vlaamsch blijspel werd het lief kinderspel Les petits Jardiniers de la Reine ook op gansch voldoende wijze opgevoerd. Meester Aubin, de kleine hoveniertjes en vooral de kleine Colinet hebben hunne roi waardig vervuld. De mooie décors en de lieflijke costumen hebben neven het werk dier jonge acteurs het hunne bijgebracht om ailes ten beste te doen geïukken. Aldus kwamen onze beide landstalen tôt hun rolle recht. Tusschen de twee bedrijven van het Vlaamsch blijspel werd er door drij studenten hulde gebracht aan Zijne Door-luchtige Hoogweerdigheid Monseigneur Stillemans, ter gelegenheid van zijn Jubelfeest. Eerst kwam de Heer Gabriël Quatannens, student uit de Rhetorica, in eene latijnsche redevoering de hulde der stu-deeren.de jeugd onzen Bisschop aanbieden. Na de prijsuitdeeling hoorde ik hier en daar van priesters zeggen dat het waarlijk iets puik was, die latijnsche redevoering, iets waarin de welluidende en breed-golvende zwier der periode van Cicero werd gehoord ; voeg daarbij dat ze flink werd voorge-dragen. Daarna kwamen nog twee studenten uit de Poësis de hulde aan Mgr Stillemans volledigen door de .dichtkunst : de Heer P. Hanssens bood den Hoogwaaidigen Jubilaris een bloeiend Fransch sonnet aan, en de Heer L. Van Goethem las eenige brokstukken uit eene Vlaamsche cantate die hij den welbeminden Jubilaris had gedicht en waarin op hunne beurt de Engelen, de studeerende jeugd en de werkman hulde- en liefdezangen zingen ter eere van onzen welbeminden Bisschop. Het laatste nummer van het programma, het angstigst verwachte, was de « Zang der Armoede », de « Zang aan de Zon », uit finel's « Franciscus ». Onze beste gelukwenschen bieden wij aan de talrijke uit-voerders en vooral aan den solist M. Jozef Vanderdonckt ; omdat zij Tinel's « Franciscus » op meesterlijke wijze hebben uitgevoerd ; omdat zij ons hebben weergegeven wat Tinel er ingesteken had : die diepe liefde tôt God, die ons al zijne weldaden schenkt en waarvoor wij hem uit ganscher Hart dank zingen. Wij mogen natuurlijk niet nalaten eveneens onze gelukwenschen te sturen aan hen die zich gelastten met het aan-leeren van zulk gewrocht. Iemand die daar iets van kent, moet weten dat zulks veel tijd, veel werk, veel geduld en veel liefde vraagt. Ten slotte werden de prijzen uitgedeeld aan de talrijke leer-lingen van ons College. Het groot getal leerlingen is voor ons een bewijs dat er in ons College een degelijk onderwijs wordt gegeven ; anders zouden de ouders niet in zoo groot getal hun vertrouwen er aan schenken. Wij kunnen natuurlijk niet eindigen zonder een woordje te spreken over de WEEFSCHOOL van ons College. De tentoonstelling, zooals op andere jaren, was wel gelukt en ze leverde ons het bewijs van lever en werkzaamheid. Wat er ons vooral trof was de « Hulde aan Mgr Stillemans ». Wij sluiten dus met de hoop, dat ons College, met zijne volledige Humaniora, Middelbare en Lagere School, en met hare Weefschool, steeds moge bloeien tôt welzijn van eenieder UITTREKSEL UIT DEN « PALMARES Goed gedrag. De eerepenningen worden toegekend : 1. Voor het inlernaat aan M. Jules Pieters van Cherscamp. 2. Voor het externaat aan M. Gabriël Quatannens van Ansegem. Catechismus voor de Plechtige Communie. Prijzen : Vlaamsche afdeeling : M. Marcel De Gendt, van Denderhautem. Fransche afdeeling : MM. Romain De Jaegher en Raymond Roos, van Ronsse. Prijs geschonken door het Davidsfonds : aan M. Karel Van Acker, van Loochristy. Uitmuntendheid. — A. Humaniora. Rhetorica : Een eerepenning wordt toegekend aan den Heer Gabriël Quatannens, die in de zes humanioraklassen de eerste was in Uitmuntendheid. 1. M. Gabriël Quatannens, van Anseghem. 2. M. Jules Pieters, van Cherscamp. 3. M. Karel Van Acker, van Loochristy. Tweede : I. M. Léo Vande Walle, van Berchem (VI.) Derde : 1. M. Jan Bourgois, van Ronsse. 2. M. Marcel Devenyns, van Quaremont. 3. M. Désiré De Naene, van Ronsse. Vier de : 1. M. Gustaaf Bourgois, van Ronsse. 2. M. Maurice Cornette, van Ronsse. Vijjde : 1. M. Jozef Ameels, van Ronsse. M. Jules De Jonghe, van Haesdonck. Zesde : 1. M. Michel Vande Walle, van Berchem (VI.) 2. M. Cyriel Lambert, van Ronsse. 3. M. Kamiel Bruggeman, van Ronsse. M. Albert Carnewal, van Nederbrakel. 5. M. Pieter Heirman, van Zele. B. Beroepsafdeeling. Derde : M. Lieven Broeckaert, van Geeraardsbergen, met vrucht. Vier de : I. M. Gilbert Van Coppenolle, van Ronsse. Vijfde : 1. M. René Herman, van Ronsse. 2. M. Maiius Roos, van Ronsse. 3. M. Marcel Depoortere, van Ronsse. Zesde : 1. M. Jan Medaer, van Wichelen. Zevende : 1. M. Hubert Medaer, van Wichelen. 2. M. Oscar Thomaes, van Ronsse. 3. M. Franz De Weer, van Nukerke. j 4. M. Edmond Van Obost, van Ronsse. C. Voorbereidende afdeeling. Zesde studiejaar : 1. M. Armand Maes, van Ronsse. 2. M. Georges Gyselinck, van Ronsse. 3. M. Herman Van Durme, van Mariakerke. 4. M. Elie Verdonckt, van Nukerke. Vijfde studiejaar : 1. M. Valère Mores, van Sulsique. 2. M. Franz Schoorens, van Nukerke. 3. M. Maurice Schoorens, van Ronsse. 4. M. Maurice Van Overtveldt, van Ronsse. Vier de studiejaar A : 1. M. Georges Bésard, van Schoorisse. 2. M. Jeroom Bésard, van Schoorisse. 3. M. Ferdinand Van Durme, van Kemseke. 4. M. Marcel De Gendt, van Denderhoutem. 5. M. Omer De Smyter, van Cruishautem. Vier de studiejaar B : 1. M.. Raymond Roos, van Ronsse. 2. M. Marc Rolland, ^n Elseele. 3. M. Edmond Philippe, van Ronsse. 4. M. Albert Van Laethem, van Ronsse. 5. M. Adrien De Worm, van Ronsse. Derde studiejaar : 1. M. Emiel Guisset, van Ronsse. , 2. M. Maurice \ ^an Butsele, van Ronsse. Tweede studiejaar : 1. M. Michel Van Caeneghem, van Ronsse. 2. M. Hector Borcy, van Aarlen. 3. M. Gilbert Salomon, van Ronsse. Eerste studiejaar : 1. M. Henri Van Butsele, van Ronsse. 2. M. Urbain Opsomer, van Ronsse. 3. M. Georges Vanden Hole, van Ronsse. liobyisatie van het leger De mobilisatie van het leger is bevolen. Eerste dag der mobilisatie : Zaterdag 1 Augustus. Tweede dag der mobilisatie : Zondag 2 Augustus. Derde dag der mobilisatie : Maandag 3 Augustus. Vierde dag der mobilisatie : Dinsdag 4 Augustus. En zoo voorts voor de volgende dagen. De militairen met klein verlof, met bepaald verlof en met onbepaald verlof. (inoegrepen de miliciens van dienst ontslagen in vredestijd), ingeschreven in de mobilisatie-registers, zijn weder onder de wapens ge-ïoepen. Zonder hun wederopioepingsbevel af te wachten, moeten zij zich ONMIDDELLIJK, lanzs den SNELSTEN en den KORTSTEN WEG begeven naar de dépôts, korpsen of forten waar hunne wapenen en hunne kleedingstukken bewaard zijn. Zullen worden aangehouden door de gendarmerie, degene die UITERLIJK morgen, VOOR TWAALF UREN, niet zouden binnengekomen zijn. GEEN ENKEL VOORWENDSEL VAN ONWETENDHEID ZAL AAN GENOMEN WORDEN. De wederopgeroepen manschappen zijn verwittigd dat zij geen voedsel zullen ontvangen vôôr hunne aan-komst in het dépôt of bij het korps en dat zij zich moeten voorzien van eenige levensmiddelen. DE ZADEL- EN DE TREKPAARDEN, ALSMEDE DE VOERTUIGEN, op te vorderen voor den dienst van het leger, moeten aan de remonte-commissies geleverd worden op den dag, het uur en de plaats op de plakbrieven in elke gemeente aangewezen. De bedienden der Regeering, der provinciën en der gemeenten zijn gehouden behulpzaam te wezen aan de district- en de kantonscommandanten alsmede aan de burgemeesters, voor de snelle en goede uitvoering der maatregelen betreffende de mobilisatie van het leger. Zullen gestraft worden volgens de wetten, de ambte naars of bedienden die de uitvoering dezer maatregelen mochten belemmeren of vertragen Den 31 Juli 1914. De Commandant van het gendarmerie-district. Mobilisation de l'armée. La mobilisation de l'armée est décrétée. Premier jour de la mobilisation : samedi 1 août. Deuxième jour de la mobilisation : dimanche 2 août. Troisième jour de la mobilisation : lundi 3 août. Quatrième jour de la mobilisation : mardi 4 août. Et ainsi de suite pour les jours suivants. Les militaires en petite permission, en congé limité

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.