ailes rondom haar scheen vroolijk en 1 tevreden. Maar nu... 1 Daar stond zij voor het venster, gansch e alleen. Geen rozekleuren op de wangen, r maar rood om de oogen. Want zij had veel en bitter geschreid. Haar kleed was £ zwart. Nu gevoelde ze eerst hoe alleen s ze was ; anders had ze immers een kleine vriend terwijl haar man aan zijn 2 werk ...