Gazet van Hasselt: katholiek en Vlaamschgezind weekblad

1041 0
24 januari 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 24 Januari. Gazet van Hasselt: katholiek en Vlaamschgezind weekblad. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/0c4sj1bs30/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

GAZET VAN HASSELT INSCHRIJVIN GSPRIJS : Voor Hasselt : 2,00. ; voor den buiten 2,^0 h. vooi den vreemde, de verzendingskosten daaren-boven. Prijs van het nummer : 0,05 fr. Men schrijft in ter St-Quintinus-Drukkerij, Nieuwstraat, Hasselt en op de postkantoren. Aile opstellen en aankondigingen moeten gezonden worden v66r Donderdag-morgen. KATHOLIEK EN VLAAMSCHGEZIND WEEKBLAD CREDO ET PUGNO IDrufckersTflUtçïever : Eug. Xeên, ffiteuwstraat, Ifoasselt. AANKONDIGINGEN o, 15 fr. den gewonen drukregel of den vier-kanten centiroeter, gerechtelijke inlasschiqgen 1,00 fr. Herhaalde aankondigingen en reklaroen volgens overeenkomst. Inzending van 1 ex. van elk nieuw bock geeft recht op eene aankondiging, — van 2 ex. op eene beoordeeling. Godsdienstige en Gesehiedkundige KALENDËR. MAANDAG 26 Januari. — H. Polycar- j pus, bissohop van Smyrna. vriend van i den H. Ignatius. Hi; stierf den martel- i dood in 166. 26 Jan. 183r. — Geboorte te Maastricht van J.-J. Micheels, letterkundige, lid der Koninklijke Vlaamsche Acaderïiie. DINSDAG 27. — H. Joannes Chrysosto-mus (Guldenmond), aldus genoemd om zijne welsprekendheid. Heiden gebo-rén, bekeerde hij zich en trad als ver-dediger van het christen geloof op in zijne geboortestad Antiochië, waar hij het beroep van advocaat uitoefende en kosteloos voor de armen pleitte. Trok zich later uit de wereld terug, bewoon-de eene spelonk, werd achtereenvol-gens diaken, priester en patriark van Constantinopel. Werd door de keizerin Eudoxia eene eerste maal verbannen omdat hij haar van eene onrechtvaar-digheid had willen weêrhouden ; terug-geroepen tijdens een aardbeving, werd hij opnieuw in ballingschap gezonden en stierf onderweg, na tal van heidenen te hebben bekeerd (407). 27 Jan. 1579. — De nederlandsche gewes-ten verbinden zich door de Unie van Utrecht tegen de spaansche dwinge-landij van Filips II. WOENSDAG 28. — H H. Thyrtus, Le-noius en Gallonicus, martelaars in 25o. 28 Jan. 1878. — Moordpoging op konin-gin Victoria van Engeland. DONDERDAG 29. - H. Franciscus van SaJes. 29 Jan. 1896. — De Gemeenteraad van Gent neemt het Nederlandsch als amb-telijke taal der stad aan. VRIJDAG 3o.— H. Joannes, bijgenaamd de aalmoezenier, om de buitengewone aalmoezen die hij uitdeelde. Na het verlies van echtgenoote en kinderen, werd hij priester en later patriark van Alexandrie. Stierf in zijne geboortesrad Amathrante (Cyprus), ten jare 619. 30 Jan. 1804. — Geboorte te Genappe van L.-L.-J. Jottrand, lid van het Na-tionaal Congres ; bijgenaamd de nederlandsche Waal. ZATERDAG 3t. - H. Petrus Nolascus. 31 Jan. 1888. — Dood van Dom Bosco, den apostel der jeugd in de 19e eeuw, stichter der Salesianen. ZONDAG r Februari. — H. Ignatius, bisschop van Antiochië, martelaar on-der keizer Trajanus. 1 Febr. 1843. — Goedkeuring van het veidrag tusschen Holland en België. .W EN K EN. Vraag niet, wat~was iemands vader maar onderzoek wat hij zelf is. Van wijzeouders komen somtijds dwaze kinderen voort. —o— De gift die is vergif, wanneer ze een vijand schenkt, En t is verbloemde gunst, die ons in lijden brengt. —o— Daar zijn mcnschen die niet eerder vrien-delijk worden, dan wanneer men hen on-vriendelijk bejegent. —o— Kleine waterdruppels Kleine korrels zand Vormen oceanen En het vaste land. —o— Vele menschen zijn als sommige boeken : hun titel is niet in overeenstemming met hun inhoud. leder huisje heeft zijn kruisje. De kleinen, de armen denken somtijds wel eens met mismoedigheid aan de grooten dezer wereld ; de land-bouwers, de neringdoenden, de be-drijfsmannen werpen wel eens een afgunstigen blik op hen, die met geen slecht weder hebben te maken, die niet behoeven te denken aan on-inbare posten, of het hoofd niet moede in den schoot moeten leggen I om de moorddadigheid der concur-rentie.Het gebeurt, dat zoo een ramp-spoedige landbouwer, dat de afge-tobde arbeider de ruwe hand tôt een vuist balt en zegt : « Mijn God, ik versta U niet ». — Het leven is dik-wijls zoo zwaar. Maar toch, ik wil u voorstellen, u allen die deze stemming ooit in u ge-voeld hebt, en den levensangst kent van moeilijker dagen, ik wil u voorstellen met mij een wandeling te ma-ken naar een konioklijk paleis. Aïs een sprookje ligt daar in de too-verachtige tuinen het beiersche ko-ningsslot Furstenried. Statig zwemmen de trotsche zwa-nen in het kleine parkmeer, dat daar rimpelt tusschen monumenten uit de oude en nieuwe wereld. Herten wandelen tusschen de rijen van pijnboomen — rust en vrede ligt alora over den schoonen en stillen burcht verspreid. Er trappelen geen paarden in de stallen, geen hoorn noodigt ter blijde j jacht. } Slechts van tijd tôt tijd rijdt door | de poort van den hoogen ringmuur • een auto die weer spoedig terugkeert. ] Sedert jaar en dag klinkt geen enkele lach door dit kleine zonnige en hupsche paradijs. Dat is de residentie van den ex-- koning van Beieren, Otto ! j Het is bijna een menschenleeftijd dat hij daar woont. j In die kamer, wier vensters met sterke ijzeren tralies voorzien zijn, j woont hij. i Als het zachte maanlicht door de | boomen vloeit en zilver strooit op den j parkvijver en in de klare fonteinen, • dan gebeurt het dikwijls dat daar aan l de tralies een bleek en ingevallen \ gelaat verschijnt... en twee gloeiende " oogen zoeken iets in de verte, ver- liezen zich in een droom over de sterren en dan valt een groot man op de knieën, wringt zijne handen, zou schreien, als hij niet reeds lang was uitgeschreid, kreunt en zucht ; « Mti — mutter, Mu — mutter l Lu — lu». En dan klinken de schrille klaaggelui-den door de hooge ruimen, die nie-mand verstaat — dagen lang, nach-ten lang. Dat is Koning Otto de Eerste, in datschoon paleis. Na eene gelukkige jeugd kwam reeds vroegtijdig de ijselijke scheme-ring en dan de lange, bange nacht. Otto was als knaap de trots zijner ouders, Koning Max II en Koningin Maria, hij was de lieveling van zijn grootvader, Lodewijk I, de lieveling 00k van het goede beiersche volk, dat razend verliefd was op de vroo-lijke prinsen Lodewijk en Otto. In tegenstelling met den ietwat liberaal aangelegden Lodewijk, was Otto een zeer godsdienstig jongeling. Toen zijne moeder, aan wie hij hing met aile teederheid van zijn rijk en hartstochtelijk gemoed, in den herfst van het jaar 1874 totdeKa-tholieke Keik overging, sprak de toenmaals twintigjarige dit schoone woord : « Moeder, nu zijt ge mij dub-bel lief, omdat gij eene dochter ge-worden zijt van mijne geestelijke moeder ». Dan verliepen er nog eenige jaren — de lieveling van het beiersche volk, Lodewijk II, verloor zijn verstand en na eene lange gevangen schap op een zijner tooverburchten, doodde hij zichzelven in eene vlaagvan waanzin. Intusschen moest 00k Otto nog eer hij wist, dat hij als opvolger van zijn ouderen broeder koning zou worden, in Furstenried worden opgesloten. Opeens werd deze vroolijke en muzikaal hoogbegaafde Otto diep ernstig, vermeed elk gezelschap, ver-viel in grenzeloozen menschenhaat en fantaseerde op zijne viool de ver-schrikkelijkste dingen. De snaren sprongen, de nacht be-gon, de lange klank- en muzieklooze nacht. Aile geneesmethoden bleven zon-der gunstig gevolg. Otto sprak met niemand dan met zijne moeder en toen men hem eens zeide, dat moeder niet meer komen zou, dat zij gestorven was, keerde hij den brenger dezer tijding den rug toe, zonk op zijne knieën en viel in een hevig en krampachtig schreien uit. Sedertdien spreekt hij nog slechts twee woorden : «Mutter en Ludwig». Een diep heimwee brandt in zijn binnenste naar deze eenige sterren van zijn geestelijken nacht. Als hij het woord moeder uit-spreekt, steekt hij zijne handen ten hemel. Het is het gebed van den ongelukkigsten Koning der wereld. « Moeder, haal mij bij u ». Men heeft hem de kroon benomen, hij weet het niet. Hij heeft haar nooit gedragen. Men heeft eene afvaardiging tôt hem gezonden. Hij heeft er niet mede gesproken. Hij tobt, kreunt, raast en woedt. Sedert 10 jaren heeft hij eigenlijk niet meer geslapen. Zijn lichaam beeft voortdurend over al de ledematen-ï Dikwijls moet men hem vastbin-den.Vrijwillig eet hij nooit. Eens zal in de slotkapel van Furstenried het doodenklokje luiden—ver-lossing, bevrijding van een rijke, zonder geluk. Gij lezers, ziet in uwe zorgen wereld de reine sterren lichten uwer kinderen, gij hebt de kracht en het licht van den geeat en gezonde d3gen. Uw huis brengt toch geen ongeluk, op u rust niet de vloek van het slot Furstenried. Laten we daarom tevreden zijn. Ook kronen hebben hun kruis. NUTTIG WERK. Wat zou Belgisch Limburg, wat zou het land er van zeggen, indien de Maas, die ook zijne Maas is, daar liggen bleef als doode rivier, in stede van de levensader te worden, waarin zijne nieuwe bronnen van welvaart konden uitvloeien ? Wat zou er niet van België verloren zijn, indien Holland op eigen grond van Maestricht af een eigen kanaal groef, door zijne eigene mijnstreek, van daar in verbinding met het land van Aken en langs Maestricht naar het Luikerland ? Het land van Luik en van de Kem-pen hebben gezegd wat zij willen, ook Hollandsch Limburg wil eene bevaarbare Maas ; allen vragen aan hunne wederzijdsche regeeringen, dat er een einde komeaan een toestand die nergens ter wereld bestaat. Vindt gij niet, lezers, dat men zich in de Kamer van volksvertegenwoor-digers veel beter met zulk eene zaak zou bezighouden als met kieswetten en dergelijken rommel ! I@a nieuw slachtàier, Naar het schijnt .zal het niet lang meer aartloopen of er zal op de europeesche mcvkten eene nieuwe dierensoort te koop gesteld worden, bestemd voor slachtvee. Een rijke vetfokker uit de amerikaansche provincie Ontario, heer Mossom, is er na twintig jaar studie en proefnemingen in ge-lukt het dier voort te brengen, uit krui-singen tusschen buffels en curopeesche sticren. 'x 1s een zonderling beest, heel lomp van voorkomen, doch dat de voomaamste eigen-schappen overgeërfd heeft van zijne ouders. Het dier heeft den naam gekregen van « cittelo ». Naar het schijnt, levert de h u i i eene ledersoort van allereerste kwali-teit, terwijl het vleesch allersappigst en lek-ker. is. Wij zullen dat ailes toch maar het be^t weten, als we schoenen zullen dragen van het leder en als we het malsche vleesch onder den tand zullen krijgen. ^T'v-f nTrv v v > v v r v-f t t> t t t De drie plichten van den waren katholiek ten opzichte der christelijke bladen zijn : Inteekenen I Aanbevelen I Medewerken ! . . L a ^ a À-iu LEE R LACHEN. Een grieksche geneesheer verklaart dat lachen noodzakelijk is voor de gezondheid, omdat daardoor de milt, die daaraan behoefte schijnt te hebben, geschud wordt. Trouwens, ook onze geneesheeren zijn eenparig van gevoelen dat lachen, in gezondheidsopzicht beschouwd voile aanbeveling verdient. Alleen onder het eten mag niet ge-lachen worden, uit vrees zich te ver-slikken. Ziehier de reden. Achter in onzen mond komen twee buizen : door de eene, den slokdarm, glndt het voedsel naar de maag ; langs de tweede, de luchtpijp, gaat versche lucht naar de longen. Het kleinste stukje voedsel, dat in de luchtpijp verzeild geraakt, ver-wei'.t vreeselijke benauwdheden en i kan zelfs de verstikking en den dood verCiorzaken. Helkens weêr komen wij bij 't stu-de^len van het menschelijk lichaam &£ overtiûging, dat de Schepper een^wonderwerk verrichtte en voor allef' heeft gezorgd ; ailes is voorzien, ook' hier. Om te beletten dat er andere stof-fen dan lucht in de longen dringen, hebben wij achter in den mond een klein dekseltje, slotklep geheeten, dat de luchtpijp sluit zoodra wij be-ginnen te eten. Als wij nu lachen, beletten de spie-ren, die daardoor samengetrokken worden, het neêrvallen van het klepje zoodat de luchtpijp open blijft tôt groot gevaar van den lâcher. Niet enkel de geneeskundigen zijn voor het lachen, ook de opvoedkundi-gen en de wijsgeeren zijn er voor ; ze spreken echter niet van de lichame-lijke voordeelen van het lachen, maar wel van de zedelijke. Eene vrouw met een zuur gezicht, een meisje met een « wijsneusje » zijn onbehaaglijk. omdat het al gai en azijn is wat van haar komt. Een open en vriendelijk gelaat, met immer lachende oogen, is een spiegel van goedheid en inwendigen vrede. Een gulle lach in de woonkamer is 1 beter dan de schoonste muziek ; hij boeit den man en boeit het kind ; hij maakt de ziel uit van een tevreden huiselijk leven. Gij ziet dus, dat er geene enkele reden bestaat om niet naar hartelust aan uw opgeruimd gemoed lucht te geven. VAN HIER EN VAN ELDERS. De internationale conferentie, voor de veiligheid der zeevaart, die te Londen sa-menkwam,heeft in princiep besloten dat aile zeeschepen moeten voorzien zijn van zoo-veel reddingsbooten als er noodig zijn om de personen die aan boord zijn te bevatten. In 1846 telde men in België 487 personen per 100 gezinnen ; in 1856 was dit ge-tal gedaald tôt 484 en in 1910 tôt 405. Op een halve eeuw is dus de verhouding met 82 eenheden verminderd. Ziehier, volgens de laatste volkstelling, het getal vreemdelingen in ons land ver-blijvende : Franschen 86,765 ; Hollan- . ders 70,950 ; Duitschers 57,010 ; Luxem-burgers (Groot Hertogdom) 10,367; Rus-sen 7,491 ; Fngelschen 5,861 ; Italjanen 4,490 ; Zwitsers 3,335. Het plan van herinrichting van het be-heer van bruggen en wegen, zal tegen het einde dezer maand in voege komen, en het nieuw organisch besluit zal uitvoerbaar zijn tegen het einde van Maart. Binnen kort zullen wij echte kunstpost-zegels krijgen. De Minister heeft eene nieuwe machien doen aankoopen, waarmeê men echte prachtstukken kan vervaardigen. Een Rothschild... bedelaar. Onlangs is in Londen een uitge-breid werk verschenen over de ge-schiedenis van het huis Rothschild, en in verband hiermede weet de Westminster Gazette nog de volgende historié uit het leven van baron James Rothschild, die destijds te Parijs woonde, meê te deelen : Op zekeren dag verzocht de be-kende kunstschilder Delacroix den baron voor hem als model te zitten, en wel — naar een origineelen inval van den schilder — als een in lompen gekleeden bedelaar. Deze zonderlin-ge voorslag viel zoozeer in den smaak van Rothschild, dat hij zich onmid-| dellijk bereid verklaarde, en den vol-genden dag in lompen gehuld aan het werkhuis van den kunstenaar aan-klopte.Een der leerlingen van Delacroix opende de deur en toen hij op den drempel den armen bedelaar zag, ' drukte hij hem in een opwelling van medelijden een frank in de hand. j Rothschild nam het geldstuk aan en ; liet zich later door Delacroix inlich-ten over de positie van den jongen man. Toen hij vernam dat deze vol-strekt geen cresus was, besloot hij ; revanche te nemen. Den volgenden dag, verscheen bij den jongen man een bode van het huis Rothschild, die hem een brief overhandigde van den volgenden in- ; houd : « Zeer geachte heer, ingesloten het ! kapitaal. dat gij mij gisteren op den drempel van Delacroix 's werkplaats overhandigdet, met intrest op intrest. ' «Wil als ;t u blieft, bijgaanden wis- ! sel, ten bedrage van 10,000 fr., bij mijne bank, rue Lafitte, optrekken ». TROUWBOEKJES GEBOORTEAKTEN Ingevolge de bepalingen der nieuwe hy- i pothecaire wet, op 31° December 1913 in voege getreden, moeten voortaan de akten ! welke betrel.king hebben op onroeren-de goederen, zooals verkoopingen, giften, hypothécaire leeningen, de juiste namen en voornamen, alsook de geboorteplaats en datum der partijen vermelden. De notarissen zijn niet alleen gerechtigd, maar verplicht het voorbrengen door de partijen te eischen.van de trouwboekjes en geboorteakten derzelve. VARIA. Die goede XXe Siècle I — Dit brusselsch blad, dat den schijn wil hebben onpartijdig te zijn in zake taalstrijd, schreef het volgende in zijn nummer van verleden Zondag : België, geheel België, het Vlaamsche land er bij gerekerd, is sedert eeuwen twee-talig. Het Fransch uit het Vlaamsche land willen verbannen, is eene even antinationale als vol komen nuttelooze poging. Dat is nogtans hetgeen men in de practijk — wat ook de inzichten harer peters mogen zijn— door de wijziging Delbeke en consoorten wil bereiken. Wat zegt gij daarvan, lezers ! Die onpartijdige rechter komt zoo maar ineens verklaren — juist gelijk zekere fameuze hasseltsche Roland ! — dat Vlaanderen sedert eeuwen tweetalig is (waarom niet drie- viertalig) ? en durft volhouden dat de leden der katholieke vlaamsche kamergroep met in de schoolwet tedoen schrijven, dat men aan de kinderen geene tweede taal mag onderwijzen vô6r zij hunne moedertaal fatsoenlijk kunnen hanteeren, het Fransch willen verbannen ! Wel wel, en die goede XXe Siècle trachtte den schijn te hebben « de weegschaal en delantaarn te houden » zooals Joost van het « Handelsblad » zegt. Confrater, gij hebt u verraden... Ge zijt, wat ons Vlaamsch betreft, geen haar beter dan menig ander belgisch-fransch blad, en in'tvervolg zult gij ons niet meer foppen ! * * * Het kruis op de lijkwagens. — Men weet dat zekere onverdraagza-me gemeentebesturen verbieden een kruisbeeld te plaatsen op de lijkwagens, zelfs als de familie van den aflijvige dat begeert. „ De heer Borboux heeft een wets-voorstel ingediend, er toe strekkende om in deze zaak ook elks verlangen te doen eerbiedigen. De afdeelingen der Kamer hebben het beginsel aangenomen ; de heer Van Cleemputte is verslaggever be-noemd ; zoohaast zijn verslag gereed is, zal het wetsvoorstel op het bureel der Kamer neêrgelegd worden. * * * In vuil wroeten...—Wij bebben verleden week in het « Algemeen Nieuwsblad voor de provincie », alias Stomst, weer een pareltje gevonden van het zuiverste water. Hier is het. « Hoeft het gezegd dat de schrijve-laars onzer devote weekbladen, die zoo gaarne in «vuil» wroeten, met welbehagen op die proza (de artikels over de misbruiken en geldverspillin-gen van het bestuur der Godshuizen te Brussel) zijn gevallen en er heele kolommen meê vullen ». Ja, ja, in vuil wroeten... Wablief ? Staatkundig Overzicht. Priester Lemire heeft ontslag ge-nomen als ondervoorzitter der fran-sche Kamer. Ondervraagd daarover, verklaarde hij het volgende : « Met den voorzitterstoel te bezet-ten hadde ik tegensprekelijke (?) ge-voelens doen ontstaan onder mijne collega's van rechts en links. « lk zou gevaar geloopen hebben betoogingen van goèd- of afkeuring uit te lokken, en daar ik geen voor-werp wil zijn van medelijden of blaam, trad ik af. XTlENGKLWERK DER VJAZET VAN nASSELT. MISVERSTAND. (5) In het begin kostte mij dit vernie-len van mijne mooie toiletartikeltjes wel eenig verdriet, maar weldra zag ik met innerlijke voldoening op mijn eenvoudig grijs kleedje en het kleine zwarte boezelaar. Ik leerde pastijen en koeken bakken, de kamer stoffen en aan kant maken. wasschen, strij -jien en karnen. Maar daar er vele , handen voor die werkzaamheden waren, kwam m: mijne hulp meestal overtollig voor. 's Avonds maakte ik gewoonlijk muziek, wat hun blijk-baar genoegen deed. Dit was dus iets, maar nog lang niet genoeg. De be-geerte om nuttig te zijn nam met den dag toe. Met de bewondering, die ik voor mijne vrienden gevoelde, was te-vens een hooger, edeler streven in mijne ziel ontwaakt. Eindelijk ontdekte ik het veld van werkzaamheid, waarop ik mijne be-kwaamheden het best kon aanwen-den. Jane en Ellinor bezochten de dorpschool. Op zekeren dag begaf ik mij naar de stad, om eenige kleinig-heden te koopenen liep in het terug-komen bij de school aan. D.î lessen waren allang geëindigd. Ellinor speelde buiten op de opene plaats met een meisje, dat er zeer veiwaarloosd uitzag, terwtjl Jane om j net een 01 anaer vergrijp, senool moest blijven. Ik vond haar alleen in het school-vertrek : met de armen over elkander geslagen, staarde zij mismoedig voor zich heen. Toen zij mij zag kreeg zij eene hevige kleur ; het kwetste haren trots, dat ik haar in dien toestand aantrof. Nadat ik geruimen tijd met haar had gesproken, deelde zij mij haar j verdriet mede. « Ik weet meer dan zij, met hun allen », barstte zij eindelijk heftig los : « zoo wel de meester als de juf vrouw en de heele troep ! En toch moet ik dag in dag uit het zelfde domme werk doen. Om er wat afwisseling in te brengen, heb ik opzettelijk ver* keerd geantwoord : ik kreeg toen na-tuurlijk straf ». Op de wandeling naar huis maakte ik van den gunstigen oogen blik ge-bruik en stelde de meisjes voor hare onderwijzeres te zijn. Ellinor vloog mij om den hais en Jane vatte zwijgend mijne hand. Eindelijk zeide zij : Moeder zal hare toe-stemming ongaarne geven, ze houdt me voor trotsch en vindt het eene heilzame oefeniag in de nederigheid als ik de dorpschool bezoek. Nog denzelfden avond gaf ik mrs. Hollingford van mijn voornemen ken-nis en na eenige tegenwerpingen gaf zij hare toestemming. B >ven aan het eind der lange gang richtten wij onze schoolkara^r in. H-^t geheele ameublement bestond uit eene tafel, eenige stoelen, een klein groen tapijt en k den enormen schoorsteen. Als de lui-ken gesloten waren, de theetafel ge-dekt was, en mrs. Hollingford op de sofa een oogenblik van welverdien-de rust genoot, begaven wij drietjes Ons naar de schoolkamer. Als John toevallig vôor thee-tijd thuis kwam, hield hij ons gezelschap. Menige ge-noeglijke uurtjes hebb&n wij daar druk pratend of appels bradend bij het haardvuur doorgebracht.John die veel gereisd had, sprak het meest ; was ik een half wereldwonder van kennis voor zijne zusters, dan was hij het voor mij. Wij lachten, schreiden of luisterden in ademlooze spanning, juist zooals hij het bedoelde, terwijl buiten de wind over de stoppelvel-den joeg, in den schoorsteen de ge-braden appels sisten en de blokken knetterende vonken afwierpen. Als John verhinderd was te komen en Ellinor, de ernstige gesprekken moede, zich naar de keuken had be-geven, opende Jane haar hart voor mij. Dan sprak zij over de treurige geschîedenis in de familie. Zij beoor-deelde haren vader uiterst gestreng en met buitengewone bitterheid, Mrs. Hollingford had gelijk, als zij Jane trotsch noemde. Ik begreep den wensch en het streven der moeder, om dien hartstocht zoo mogelijk te onderdrukken. Jane bezat een bui-tengewoon helder verstand en had, mijn inziens, een karakter van groot-schen aanleg. Zonder zich er van be-\ wust te zijn, toonde zij in ailes hare j verstandelijke meerderheid. Haar rijke aanleg gaf haar recht, zich in hoogere kringen te bewegen en haar trots kwam in opstand tegen haar be-scheiden lot, maar -meer nog tegen dat van haren broeder. Nog stel ik mij haar voor, zooals zij op den lagen stoel voor het vuur zat met de handen om de knie geslagen, het schoon gevormde hoofd ach-terover geworpen en hare donkere oogen op de flikkerende schaduwen boven den schoorsteen gevestigd. «En dan te denken, dat John een pachter is geworden », riep zij ver-stoord uit, « hij die de talenten van een eersten staatsman bezit 1 En zonder vooruitzichten dat hij ooit iets anders wordt » ! Ik moest dit toegeven, maar onwil-lekeurig kwam de gedachte bij mij op dat de pachthoeve veel van hare aan-trekkelijkheid zou verliezen, als John wegging en minister werd. Ik deed mijn best, hare oproerige gedachten te bestrijden. « Alsge wist.hoe valsch en dwaas de genoegens der groote wereld zijn » , bracht ik bezadigd in het midden, « zoudt ge voor de stille afzondering hier dankbaar zijn ». « Ik verlang niet naar de genoegens der groote wereld ; die had ik niet op het 00g, maar wel de wereld der gedachten, van het genie ». j « Nu, Jane, die weg staat u toch altij i open », zeî ik bemoedigend. j «Neen, als ik ja een onbevlékten naam bez^t, zou ik het beproeven. Maar nu zou men mij met den vinger nawijzen. En toch wil ik hier te Hillsbro niet beschimmelen ; ik wil vooruit-werken, lezen of schrijven, als ik het talent er toe bezit ». Hare oogen schitterden. Om aan hare gedachten eene wen-ding te geven, bracht ik het gesprek op het boek, dat ik toevallig in de hand hield. III. De winter was gekomen ; Kerstmis was in aantocht. Op het landgoed waren een aantal werklieden druk in de weer, om de vertrekken voor mr. Hill en familie in gereedheid te brengen. Het huis was jaren lang on-bewoond geweest ; er moesten dus vele veranderingen gemaakt en nieuwe meubels worden aangeschaft. De huishoudster, die haar halve leven daar in stille eentonigheid had door-gebracht, begon de luiken weder te openen, vuur aan te maken, te stot-fen en schoon te maken, en de provi-siekamers te vullen. Die brave persoonlijkheid was een oude bekende der beide meisjes, die bij voorkeur hare schreden naar het landgoed richtten. Mrs. Beatty merkte hen gewoonlijk op en riep hen dan binnen, om hun wat lekkers te geven. Terwijl de kinderen dan hunne mantels voor den haard droogden, vertelde zij een en ander uit de kroniek van het huis. In lateren tijd, toen Jane de bibliotheek had ontdekt, die eene kostbare verza-meling van allerlei boeken bevatte, ' ! begaven beiden zich zeer dikwijls daarheen, om te lezen. J Ik versterkte haar in die gewoonte f en wij hadden meestal eenmaal per week een zoogenaamden leesdag. Mrs.Beatty wist nauwkeurig den tijd dat wij kwamen en wachtte ons met koffie en gebak op. Wij hebben daar menig heerlijk uurtje doorgebracht, terwijl wij behaaglijk in de groote le-deren stoelen, met het boek op den schoot, van onze wandeling uitrust-ten.Die gezelllge tijd was nu voorbij, De werklieden hamerden en klopten om ons heen en een scherpe verflucht hinderde ons zeer. Maar het was niet-temin een op^vekkend gezicht, hoe gaandeweg aile vertrekken een frisch en net aanzien verkregen. Mij was het zeer aangenaam, dat ik John bij die dagen van eenig nut kon zijn. Zijne moeder mengde zich niet in zijne zaken en toch had hij bij die bemoeiingen het fijne schoonheidsge-voel eener vrouw wel eenigszins noo-dig.Hij liet het aan mijn smaak over om het tapijt voor de kamer van de vrouw des huizes uit te kiezen ; ik koos eveneens de zijden gordijnen voor de zitkamer van miss Léonard uit, en plaatste de verschillendeornameoten, waarop niemand gelet had en die in eene kast waren weggeborgen. Met een heimelijk genoegen, hoorde ik hem mijn smaak en handigheid in 't bijzijn zijner moeder roemen. Het maakte mij gelukkig, mijne geringe diensten door John met zooveel geest-drift op prijs te zien gesteld. Dij vreugde duurde echter niet lang, ' Wordt voortgezet. Zaterdag 24 Januari 19x4 Tiende Jaar. Nummer i3

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Gazet van Hasselt: katholiek en Vlaamschgezind weekblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Hasselt van 1904 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes