Gazet van Hasselt: katholiek en Vlaamschgezind weekblad

1555 0
17 januari 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 17 Januari. Gazet van Hasselt: katholiek en Vlaamschgezind weekblad. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/qz22b8wv57/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Tiende Jaar. — Nummer ia Zaterdag if Januari 1914 GAZET VAN HASSELT INSCHRIJVINGSPRIJS : Voor Hasselt : 2,00. ; voor den buiten 2,^0 h vooi den vreemde, de verzendingskosten daaren boven. Prijs van het nummer : 0,05 fr. Men schrijft in ter St-Quintinus-Drukkerij, Nieuwstraat, Hasselt en op de postkantoren. A lie opstellen en aankondigingen moete: gezonden worden v66r Donderdag-morgen. KATHOLIEK EN VLAAMSCHGEZIND WEEKBLAD CREDO ET PUGNO 2)rukker=HUtoever : Eue*. SLeêrt, Iftieuwstraat, Ibasselt. , AANKONDIGINGEN f 0,15 fr. den gewonen drukregel of den vier- kanten centimeter, gerechteiijke inlasschingen 1,00 fr. Herhaalde aankondigingen en reklamen volgens overeenkomst. Inzending van 1 ex. van elk nieuw boek geeft recht op eene aankondiging, — v«n 2 ex. op eene beoordeeling. Godsdienstige en Gesehiedkundige KALENDER. MAANDAG 19 Jan. — H. Canutus, zoon van Sweno, koning van Denemarken ; volgde zijn broeder Harold als koning op en was een wijze en krachtdadige vorst ; hij huwde Adela, dochter van Robrecht, graaf van Vlaanderen en won in dit huwelijk Karel den Goede ; zijn broeder Olaf stond tegen hem op endeed hem lafhartigom hais brengen, tervvijl hij de mis hoorde. 19 Jan. (826. — Overlijden te Antwerpen van B.-P. Ommeganck, kunstsrhilder, die in 18:5 de meesterstukken deed terugkomen, in 1794 door de Franschen ontvoerd. DINSDAG 20. — H. Sebastianus. 20 Jan. 1578. — Eedaflegging van aarts-hertog Mathias van Oostenrijk, als landvoogd der Nederlanden. WOENSDAG2I. — H. Agnes, tôt den brandstapel veroordeeld,omdat zij wei-gerde met Sjrmphorianus te huwen (3o5y. 21 Jan. 1874. — Oveilijden te Lier van Tony Bergmann, vlaamschen lelter-kundige, geborén den 29 Juni i835. DONDERDAG 22. — H. Vincentius, 22 Jan. i883. — De Kamer stemt de wet Devigne-Coremans op het Vlaamsch in het Middelbaar onderwijs (94 stemmen tegen 2). VRIJDAG 23. — H. Clemens, bisschop van Ancyra, aldaar wreedelijk voor het geloof gepijnigd, alsook te Rome, Nicomedie en Tarsis, in vvelke laatste plaats hij 4 jaren gevangen zat. Ein-delijk te Ancyra gedood, terwijl hij de mis las (3o3). 23 Jan. 1891. Dood van Prins Boude-wijn van België, geboren den 3 Juni 1860. ZATERDAG 24. — H. Timotheus. 24 Jan. 41. — Caligula, keizer te Rome, wordt vermoord door Chereas. ZONDAG 25. — Bekeering van den H. Paulus, eerst Saulus geheeten. 25 Jan. iyg5. — De nedt-rlandsche pro-vincies worden vereenigd in eene ge-centraliseerde bataafsche republiek. Het monopool der zedelijkheid. In een nummer van het vorig jaai Vooruit, onder bovenstaanden titel, een artikel ten beste, waarop eenige bemerkingen, niet van onpas zullen komen. Zeggen wij eerst wat Vooruit schrijft : Wanneer men de katholieken moet ge looven, kweekt de opvoedirig zonder gods dienst dieven, moordenaars en apachen Die bewering is schering en inslag bij d< minste verkeerde daad van een bunnei tegenstrevers. Indien zij juist was, dan zouden al de volgelingen en discipelen Onzer Moeder de H. Kerk in staat van heiligheid moeter verkeeren. De duivel met al zijne listen en pomperijen zou op hen geen vat moeten hebben. Wij daarentegen hebben altijd de men-schen rechtzinnig voorgehouden, dat gods-dienst of vrijdenkerij geen oorzaak warer van misdaden, alhoewel de misdaden veel talrijker zijn bij de volkeren die den katholieken godsdienst belijdendar) bij deanderen, Deze laatste zinsnede vind ik prachtig. Godsdienst is geen oorzaak van misdaden « alhoewel de misdaden veel talrijker zijn bij de volkeren die den katholieken godsdienst belij-den dan bij de anderen ». Volgt dan eene opsomming van klerikale schandaaltjes, waarvan ik mij niet eens de moeite wil getroosten de echtheid te onderzoeken. Nooit immers hebben wij beweerd, dat al de katholieken toonbeelden van heilig-heid en al de vrijdenkers monsters van ondeugd zijn. Maar wij beweren, dat ailes wat slecht is door de katholieke leer wordt afgekeurd, 't is gelijk door wien het wordt bedreven, terwijl de vrijdenkerij, juist omdat ze vrijdenkerij is, nog al eens door de vingers ziet. Daarom kan nooit de katholieke leer ( als dusdanig aanleiding geven tôt ! het kwaad, terwijl menig onafhanke-; lijk zedenstelsel tamelijk breede mou-wen heeft- Het is immers een voor-rëcht der vrije gedachte, 00k op het gebied der zedenleer de grootste onhebbelijkheden als uitkomst van strenge wetenschap te mogen voor-dragen.Staaltjes daarvan liggen maar voor het grijpen. Daar wij echter voor den oogenblik met Vooruit te doen hebben, kunnen we best eenige ora-kels van socialistische beroemdheden aanhalen. « De mensch », zegt Stem, « be-geert noodzakelijk wat zijn welbeha-gen vermeerdert, en verwerpt al wat het vermindert Waar meerdere be-geerten met elkaâr in strijd zijn, over-wint de sterkste ». Dietzgen : « Zoomin als in de wetenschap de indeeling in waardige en onwaardige zaken bestaat, zoomin verdraagt wetenschappelijke levens-wijsheid de indeeling in goed en kwaad ». (Die Religion der Sozialdemokra-tie ; bl- 33). Elders zegt dezelfde schrijver : «Wij leven thans niet meer om de zedenwet te dienen, maar de zeden-wet heeft voor doel ons te dienen en naar onze behoeiten te worden gewijzigd ». Stem : « De zinnelijkheid der ou-den is onbevangen, naïef, kuisch, ja, heilig ». Bebel : « De zoogezegd dierlijke behoeften nemen geen hoogere plaats in dan de zoogezegd geesteliike ». Kautsky schreef in Vorwàrts, No-vember, 1903 : « Wij moeten ons niet inlaten met die huichelachtige zedenleer, waar-voor de haat iets laags en gemeens is. Wie niet als 't moet haten kan, is een karakterlooze vijg ». Guipplowiez : « Indien er in de collectivistische maatschappij mannen en vrouwen moesten zijn... die uit vrijen wil, niettegenstaande volko-men economische onafhankelijkheid, polyandrische en polygynische betrekkingen aanknoopen, zoo zullen deze betrekkingen eenieders zaak blijven ». Bebel's boek : De vrouw en het Socialisme, beleefde in 't Duitsch meer dan çi uitgaven, en is, meen ik wel, 00k bij de socialisten te Gent in het Vlaamsch verkrijgbaâr. Dat boek staat vol lieflijkheden van denzelfden aard en andere die beter gezwegen blijven. Denkt Vooruit niet dat leer-stelsels zooals die waarvan wij eenige uitknipsels aanhaalden, uiterst ge-schikt zijn om vele menschen in het verderf te storten ? Ik trek mijn besluit : ik wil niet onderzoeken of er meer deftige menschen te vinden zijn bij geloovigen of ongeloovigen. Maar dit weet ik, dat in de katholieke leer geen aanleiding te vinden is tôt kwaad, terwijl de onafhankelijke zedenleer dezelfde ge-tuigenis niet kan afleggen. En om ailes samen te vatten, stel ik vast dat ongelukkiglijk vele menschen de christelijke zedenleer niet naleven, en dat gelukkiglijk vele ongeloovigen de vrijdenkerszedenleer niet toepas-sen.I. C. KBÏÏIS El TÀAL. Er is zoo veel, waar uit blijkt, wat een kwaad de Vlamingen bedrijven die zich niet overal en in ailes Vlaming toonen. Hunne vijanden trekken profijt uit hunne lamheid of uit hunne schaamte, om onze taal te vernederen en te benadeelen. Het geld door Vlamingen b. v. aan fransche bladen gegeven, heeft een dubbel slecht uitwerksel : het ondersteunt de vijanden onzer taal en onzer belangen, en levert tevens bewijsvoeringen aan de vijanden van 't Vlaamsch, om door 't misplaatst gedrag van Vlamingen zelven, de rcchten van 't Vlaamsche volk in 't algemeen te schadcn. #*# De verlooehening van 't Kruis komt op hetzelfde neêr. De vijanden van aile gods-dienstige grondbeginselen steunen zich op het misplaatst gedrag van beschaamde christenen, om zooveel mogelijk aile rech-ten te ontzeggen aan de katholieke of gods-dienstige bevolking. Zij steunen zich 00k op de hoovaardij van velen, die niet alleen ons Vlaamsch te gemeen vinden, maar die 00k den godsdienst minachten, bewerende dat hij enkel goed is voor vrouwen en kin-deren. Maar vrouwen en kinderen zijn juist de toekomst van 't menschdom, gelijk de Vlamingen de beste steun zijn van t land en zijn behoud vrijwaren. #*# Het is eene uitgemaakte zaak : het Kruis is bij velen te gemeen en te klein voor sterke geesten, gelijk onze Taal te gemeen is voor menschen, die denken door Fransch te sprekeo of te lezen iets meer te zijn dan gewone stervelingen. Maar Kruis en Taal zullen langer bestaan dan die kleingeestige vijanden, die in godsdienstzaken en in taal-aangelegenheden, met minachting van het volk spreken, maar daardoor enkel hunne eigene nietigheid doen uitschijnen. J. L. VLAMINGEN. Voor aile klachten,mededeelingen, vragen, inlichtingen, enz. betrefien-de onzen Vlaamschen strijd, wendt u in voile vertrouwen tôt het Katho-liek Vlaamsch Secretariaat, dat zijn zetel heett te Antwerpen, in de Montignystraat, 72. Van een domper. In den loop van het vorig jaar, zoo schrijft de Neue Zuricher Nachrich-ten, richtte de Katholieke Club van Nieuw-York in 't beroemde Astoria, het voornaamste gasthof der ameri-kaansche reu^enstad, dat in Europa zijn gelijke niet heeft, eene eerever-gadering in, waarop de bekende Jezuiet Bernard Vaughan eene rede hield over de Maagd van Orléans. Het voorzitterschap werd door Kar-dinaal Farleg, het ondervoorzitter-schap, onder luide t^ejuichingen, door den wereldberoemden uitvinder Guglielmo Marconi aanvaard, die voor een godsdienstigen diep-over-tuigden katholiek doorgaat. Marconi aanvaardde het ondervoor-zitterschap met een groet aan de katholieken van Nieuw-York, in 't bijzonder en in de meest vereerende bewoordingen aan den Kardinaal en pater Vaughan, terwijl hij aan de verdiensten der Jezuïeten-orde voor de hedendaagsche cultuur lof toe-zwaaide. Hij nam met vreugde deze gelegenheid te baat om den geleer-den mannen dier orde zijne hoog-achting te toonen. Hij was voor eeni-gen tijd in Amerika, om Japan en Amerika door de draadlooze telegra-fie te verbinden, welke haar groot symbool bezit in de katholieke Kerk, door welke honderd en meer miljoe-nen van geloovigen (het aantal katholieken bedraagt rond de 300 miljoen), 1 . i op den geheelen aardbodem 00k draadloos en toch door de nauwste ziels- en geestesverbinding met elk-. ander verbonden zijn. Pater Vaughan roemde van zijnen kant Marconi als een der grootste en verdienstelijkste uitvind«-rs van aile tijden, wiens ontdekkingen aan de menschheid onschatbare weldaden bewezen hebben en nog bewijzen zullen. Hij noemde het een hoopvol tee-ken, een voornamen katholieken kerk-vorst en een voornamen uitvinder, hoofden van kerk en techniek, naast elk jnder te zien zitten. Dus, de groote uitvinder Marconi, wiens draadlooze telegrafie al zooveel ménschenlevens gered heeft, is een katholiek, een gewone domper ! Bericht aan de valken en arenden der blauw roode pers. Als ze er maar geene ziekte van opdoen. XX. DE SIGAAR. Het is dit jaar honderd jaar geleden dai de sigaar, die reeds in het Zuiden volop gerookt werd', 00k in voege kwam bij de noordelijke volkeren. Tôt dan toe hadden onze voorouders zich vergenoegd met pijpen rooken ensnuiven. Zoodra echter de sigaar verscheen, viel ze in den smaak en men weet hoe ontzaglijk veel er op onze dagen in rook opgeblazen worden. Wie nog eene nieuwjaars-sigaar over heeft, kan ze nu oprooken ter eere van haar eeuwfeest ! tlilindbuilerij. Zekere windbuil heeft het goed gevonden in den laatsten tijd veel over de belgische finantiën te spreken.De liberale bladen juichten dien windbuil toe, terwijl de katholieke bladen beweerden, dat het heerschap de finantiëele faam van België bena-de;;lde."Nu bekent het liberale blad, de Pe it Bleu,àa\ dit laatste waar is, en cï«:i~*de \erkiczingsraanœuvers veel kw/aad hebben gedaan aan het bel- , gisch krediet, en 't heeft er spijt over « djat die in 't werk gesteld werden « d(oor de liberale partij, aan welk het « gehecht is en welke het altijd heeft « verdedigd ». Wat den windbuil betreft, de Petit Bleu pakt hem leelijk vast. «Wij zeggen niet», schrijft hij, «dat die heer bewust was van zijne « onvergeefiijke houding, voorzeker « was hij enkel onbehendig. « Maar hij had het onbetwistbaar «ongelijkeen moeilijken geldelijken « toestand aan te klagen, om persoon-« lijken bijval te bekomen ». De windbuil - volksvertegenwoor-diger offerde dus het belang van het land aan zijn persoonlijk belang op ! Wat klinkende kaakslag hem door een blad zijner partij toegediend. Een ander blad, de Echo de la Bourse — waarvan de medewerkers voor het grootste deel liberalen zijn— zegt van zijnen kant «dat het krediet van België in den vreemde gesteund is door eene handelsbeweging buiten \ aile vehouding met zijne bevolking (jaarlijks voor 3 miljard aan uitvoer van allerlei voortbrengselen) en dat men er ongelijk zou hebben politieke betwistingen in acht te nemen ». De windbuil kan het daarmeê doen, dunkt ons! VAN HIER EN VAN ELDERS. De Hollanders "zijn de grootste tabakver-bruikers : 3,400 gram per inwoner. Dan volgt Amerika met 2,060 gram , België 1,552; Duitschland 1,432; Oostenrijk 1,350, Frankrijk 967; Engeland 680 : Italie 635 ; Zwitserland 610 en Spanje 55° gr- Keizer Wilhelm van Duitschland heeft voor den bouw van een duitsch katholiek kerkgebouw te Brussel, eene gift van 10,000 mark gedaan. 1 De belgische Handelskamer te Montréal richt zich tôt hare vlaamsche landgenooten in hunne taal, om het handelsverkeer tuj-schen Canada en België te helpen bevorde-ren.Men geeft te Montréal lessen aan de Han-delskamers in het moederlar.d, iets waar-meê wij de Belgen in Canada van harte gelukwenschen. Onze minister van spoorwegen heeft het lastenboek goedgekeurd voor de levering van 853 koopwarenwagons. De aanbeste-ding zaï weldra plaats hebben. Van in Januari tôt 30° November 1913 gingen in ons land 8364 brieven verloren. Daarover kwamen vele klachten in ; 1995 konden aan de verzenders of bestemmelin-gen ter hand gesteld worden. rr"»"t-t t ▼ t t tv t » V ▼ V t t tv v WW V De drie plichten van den waren katholiek ten opzichte der christelijke bladen zijn : Inteekenen I Aanbevelen I Medewerken ! JANUARI in den moestuin. Knapt Januari niet van koû, Men zit in oogsttijd in den rouw. Is al te vëel vorst en al te vinnige aanhoudende koude schadelijk voor de aan guurheid van 't weder bloot-^estelde vruchten, bovenstaand ne-derlandsch rijmpje leert ons, van eene andere zijde zeer duidelijk, dat de onnatuurlijke en veranderlijke wàrm-te der Nieuwjaarsmaand niet minder te duchten is : zij brengt het sap der planten v6ôr den tijd in roering en is aldus meest altijd oorzaak van eene geringe opbrengst. Over het werk dat gedurende deze maand in den moestuin te verrichten is, valt weinig te zeggen : de tijd van het jaar brengt mede, dat zaaien en planten in voîlen grond door het weder onmogelijk gemaakt worden. Is het weder der laatste dagen zacht dan kan men wel eens op eene goed gelegen plaats. langs een zuidermuur, radijzen, vroege wortelen, spinazie, erwten en latuw zaaien ; doch men late dan nooit na het gezaaide, van den beginne af, door bedekking tegen den vorst te beschutten. Toch kunnen er wel eenige werken te doen zijn voor welke de vorst geen beletsel is. Moet er nog mest op het land gevoerd worden, dan kan men dit gerust doen terwijl de grond hard bevrozen ligt : dan gaat het met minder moeite en niets wordt beschadigd. Zoohaast de grond ontdooit, vergete men echter niet dat mest met aarde te dekken, door het land op te zetten of toe te leggen, zooals men het noemt. Januari is en blijft echter eene maand welke veel meer voor binnen-dan voor buitenwerk geschikt is. En 00k binnen is er voor den moeshove-nier wat te doen. De plaatsen waar de groenten ter overwintering binnen gebracht wer den, dienen verlucht zoo dikwijls de weêrgesteltenis het toelaat ; plant-deelen waar bederf aan te bespeuren is, worden onmiddellijk verwijderd ; koolen, selderij, wortelen. rapen, bee-ten, slade, enz., moeten herhaalde-lijk overzien en aile planten waar een begin van verrotting aan te bespeuren is, weggenomen worden. Januari is 00k de maand van het reinigen en het uiteenlezen der za-den, het nazien en herstellen van het gereedschap, het verven van broei-bakken en ramen, het onderzoeken en herscherpen van boonstaken en erwtenrijs ; de aan te koopen zaden dienen van nu af aangeteekend en gevraagd : dan stelt men er zich niet aan bloot, te moeten wachten als de zaaitijd daar is. Ook kan men met zeer goed gevolg, bij open weder, de plaats diepgronden, waar men voor-nemens is de peulvruchten te zaaien of te planten. Als al zulke kleine werkjes in het doode jaargetijde gedaan worden, dan zal men zich in de Lente, als 't werk, met bloem en blad, uit den grond op-schiet, veel overlast besparen. I IIIMMMIIMMM——W—Kfï VARIA. Nieuwjaârskaarten. — Men heeft reeds veel kwaad gesproken van de kaarten, die ter gelegenheid van Nieuwjaar aan vreemden en kennis-en gestuurd worden. Doch men heeft ongelijk. Dit strookje papier doet soms vergeten vriendschap her-leven en afgebroken betrekkingen heraanknoopen. De meeste menschen die zich tegen de Nieuwjaarskaarten uiten, doen zulks trouwens maar uit gemakzucht. * * * Hottentotten ! — Moet men Calino gelooven, dan zijn de Hasselaars deerlijk te beklagen, want de vorige week schreef hij, dat zij eene stad bewonen, waarvan de straten echte modderpoelen zijn, onwaardig van de verachterdste (sic) kempische kralen en die aan de vreemdelingen een weinig vleiend gedacht moeten geven. Of de vreemdelingen van andere steden, in gelijke omstandigheden, een vleiender. gedacht hebben dan van Hasselt, is onzeker ; maar wat heel zeker is, 't is dat Calino noch Kempenaars, noch Hasselaars vleit met ze aan Hottentotten te vergelij-ken !... *** Ondersteunt de katholieke pers. — « Ge moet niet afkomen met wat men" vroeger deed », zegt onze H. Vader, Paus Pius X. « We zijn het verledene niet, we zijn het heden. Welnu. 't is een feit dat het christene volk hedendaags bodrogen en ver-giftigd wordt door de goddelooze dagbladen. Te vergeefs zult ge ker-ken bouwen, zendingen preeken, scholen oprichten : al uwe goede werken, al uwe pogingen zullen niets voortbrengen, indien gij terzelidertijd het geduchte en machtige wapea niet hanteeren kunt eener katholieke pers ». *** Een die van plan is, er uit te trekken. — Tijdens de betooging ter eere van den heer Braun, burgemees-ter van Gent — op welke betooging de katholieken, van den eenen kant, en de vlaamschgezinden, van den anderen kant, om uiteenloopende en begrijpelijke redenen afwezig ble- Mkngklwerk der Gazet van Hasselt. MISVERSTAND. r . \ Twee jonge meisjes stonden voor de deur : de mooie trotsche Jane met hare ernstige onderzoekende, donke-re oogen en de vroolijke Ellinor, met haar lachend gezichtje en grooten zigeuner-hoed. Zij hadden nog even gewacht, om mij te zien, voordat zij den tocht naar school aanvaardden. Den indruk, dien ik toen op haar maakte, vernam ik later. Jane be weerde dat ik hoogstens deugde, om onder een glazen stolp bewaard te worden, en Ellinor vond dat ik zôô vlug uit den wagen gesprongen was alsof ik het plan had gehad, een quadrille te dansen. Het breede, roode omboordsel van mijne laarsjes, de lange wuivende struisveer op mijn hoed en mijn gestreepte zijden mantel boe-zemden haar eerbied in. Het wekte hare verbazing, dat ik mij gewaar-digde, voorkomend te zijn, en zij waren het beiden eens, dat ik alleen uit beleefdheid mij met hare eenvoudige persoontjes inliet. Inmiddels zat ik in al mijne londen-sche staatsie in het ruim woonver-trek der pachthoeve aan de ontbijtta-fel. Er was iets in mijn binnenste dat mij verhinderde te eten, niettegenstaande ik honger had. Ik kon even-min goed zien, ofschoon de zon warm en helder door de beide vensters scheen en breede lichtstrepen ovei den zindelijken vloer trok. Als door een dichten nevel zag ik de donker-bruine wanden, de stoelen met stijve leuningen, de bloemen voor het ven-ster en de klimop langs de kozijnen. Het gezicht mijner voogdes mrs. Hol-lingford, die vriendelijk bezorgd naast mij zat en mij het eigenge-maakte gebak, de versche keurige boter, geurige thee en wat al meer aanbood, bracht dat gevoel teweeg. Ja, dat was het ! Daar zat de voorna-me dame, mijne welwillende be-schermster, de sterke vrouw ; hare oogen waren min of meer ingevallen, hun vroegere glans was getemperd, haar voorhoofd en mond vertoonden eenige lijnen, die tegelijk van smart en wilskracht getuigden. Was mijne ontroering soms toe teschrijven aan de nieuwe aangrijpende schoonheid, waardoor zij mij in een licht verscheen, waarvan de edele glans onmiddellijk van den Hemel afkomstig is ? Had ik vergeten hoe zij er uitzag of was zij werkelijk zoo veranderd ? Zij droeg een eenvoudig zwart kleed van gewone stof en een fijnen witten neteldoek om den hais tôt eenig sieraad. Haar zoon ontbeet met ons. Van tijd tôt tijd wierp hij mij een blik toe, die zooveel wilde zeggen als : « Wat komt ze eigenlijkbij ons doen ? Hoe-lang zal ze blijven » ? Op den tocht naar de pachthoeve had ik onbevangen met hem gepraat ; maar nu kon ik haast geen woord uitbrengen. , Nog nooit in mijn leven was ik zoo verlegen geweest, als nu in het bijzijn der vriendin mijner moeder. Na het ontbijt bracht zij mij naar een lief, luchtig, doch zeer beschei-den gemeubeld kamertje. Daar had ik het uitzicht op allerlei heerlijke vruchtboomen, waarvan de takken zwaar met vruchten beladen zich ter aarde bogen. Ik pakte mijne koîfrrs uit en hing mijne fijne modekleêren achter in eene groote geverfde kast, die naar appels riekte. Met een gevoel van schaamte legde ik aide sieraden, die ik gewoon was te dragen, terzij-de en deed het eenvoudigste kleedje dat ik bezat, aan. Mrs. Hollingford wachtte mij beneden op. toen ik ein-delijk de breede, ouderwetsche trap afging. « Wat zijt ge groot geworden.^ kindlief » 1 zeidezij, terwijl ze mijne hand vatte en mij naar buiten bracht. « Ge hebt hetzelfde lieve haar en dezelfde lieve oogen van uwe moeder. Gaat ge even meê ? Ik heb u veel te zeggen, en hoe eer dit j gebeurd is, des te beter ». Toen vertelde zij mij, welk lot haar 1 getroffen had. Zij deed het kalm en eenvoudig, met eene zeldzame nede-righeid en onderworpenheid. Ik wilde haar in de rede vallen, omdat ik er reeds zooveel over gehoord had. Maar zij stond erop, mij ailes te zeggen. « Nu, kindlief », eindigde zij, « kent ge ons, zooals we zijn. Uwe moeder heeft natuurlijk niet vooruit kunnen weten, wat ons te beurt zou vallen. Ge hebt andere vrienden, die u gaarne een te-huis zullen aanbie-den. Geloof me.we kunnen zeer goed begrijpen, dat ge lie ver naar elders zult gaan, dan bij ons blijven ». Ik sloeg mijne armen om haren hais en verzekerde haar, dat ik altijd bij haar wilde blijven. Sedert miss Kitty naar Indië was gegaan, had ik mij nooit zoo met geheel mijn hart tôt iemand aangetrokken gevoeld. Dringend verzocht zij mij de zaak rijp te overwegen, vôôrdat ik een be-besluit nam. « Onze levenswijze is eene heel andere. dan waaraan ge tôt nu toe gewoon zijt. Wij maken ons al-len over u bezorgd. Men is hier van 's morgens vroeg tôt 's avonds Jaat in de weer. We hebben een doel voor oogen, datonstotden arbeid dringt». « Ik wil ook werken », antwoordde ik beslist. « Ik wil niet de eenige hommel onder de vlijtige bieën zijn. » Glimlachend schuddezij het hoofd, maar ik begon terstond naar midde-len om te zien, om mij nuttig te maken en den ernst mijner woorden te bewijzen. III. Het duurde niet lang, of ik begon de pachthoeve lief te krijgen en de waarde van het woordje te-huis te beseffen. De schoonheid en inne-mendheid van sommige personen en plaatsen veroveren ons stormender-hand ; bij anderen gaat dit langzamer en meer trapsgewijze. Ik hield terstond van 't lieve Hillsbro en leerde het hoe langer hoe meer op prijs stel-len. Inderdaad was het slechts eene | gewone engelsche pachthoeve, maar ik ontdekte er dagelijks iets nieuws en aantrekkelijks in.Evengoed als ik, kent ge den warmen moestuin, waar rozen en braamstruiken, dicht naast elkander groeiden en de bieënstal in het zonnigste hoekje is opgesteld en ook den ouden wilg naast de schaaps-kooi, waarde uilen haar nest hebben. Hoe menigmaal zaten ze 's avonds in het midden van den tuin, de pauw met zijne glanzende veêren en leelijk geluid, de duivenslag met hare talrij-ke bewoners, kortom aile eigenaar-digheden binnen- en buitenshuis zijn aile bekende dingen vooru. En voor-al weet ge, de voorraadkamers en kasten te vinden. Maar ge weet niet, met welk eene onvermoeide vlijtmrs. Hollingford overal huishield. Ge kunt niet vermoeden hoe hare teêre han-den met eelt werden bedekt, om een deel der schuld die haar echtgenoot op zich had geladen, af te doen en den vloek, die hen in armoê en ellen-de had gedompeld, van hem af te wenden. Niet de minste praal werd in dit huis gedoogd. Men vermaakte en verstelde de oude kleêren zoo lang, totdat ze geheel onbruikbaar waren geworden. De meisjes hadden den leeftijd bereikt, dat zij voor hare ver-dere vorming eene hoogere school moesten bezoeken, maar daarvan kon. geen sprake zijn. Zoolang nog één arme zich door de schuld haars va-ders in nood bevond, moesten zij zich met de opvoeding tevreden stel-len, die haar geschonken kon worden. Het geven van aalmoezen was het eenig genoegen, dat haar vergund werd. Ellinor mocht haren boterham met een hongerig kind deelen en Jane haren nieuwen rok aan eene zieke vrouw geven. Maar de ontberingen, die dergelijke offers met zich brach-ten, moesten zij persoonlijk dragen. Het duurde niet lang of ik kwam mij toch als een hommel voor. Als ik 's morgens even was opgestaan, was mrs. Hollingford in de melkkamer al druk bezig geweest, had John het werk der knechts op het veld reeds nagegaan, had Jane de wasch al bezorgd en kwam Ellinor mij uit de keuken met een schotel dampend gebak tegemoet, om te toonen, wat zij 's morgens alzoo te doen had. Menigmaal kon ik er van schaamte en ja-loerschheid niets van gebruiken. Waarom kon ik mij niet even goed met een of ander nuttig maken ? Om anderen ten minste eenig genoegen te doen, gaf ik Ellinor eenige mooie linten ; ze werden mij echter door hare moeder teruggegeven. Het kind mocht niet anders dan haar eenvoudig zwart kleedje met witten kraag dragen. Jane gaf ik een bundel gedich-ten, dien ze met geestdrift aannam. Die bijval gaf mij moed.Van de straat haalde ik een paar kinderen naar binnen ; den kleinen jongen gaf ik een koord om paardje meê te spelen en het meisje een pop, die ik van mijn londensch gazen hoedje had vervaar* digd. Ik wilde geen trotsche dahlia te midden der bescheiden maandroosjes zijn. Wordt voortge»et. -

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Gazet van Hasselt: katholiek en Vlaamschgezind weekblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Hasselt van 1904 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes