De legerbode

1077 0
04 December 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 04 December. De legerbode. Seen on 18 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/vt1gh9c36b/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

den Dimdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en. Nederlandsche exemplaren Miju Bataljon voor Sint-Jeris (24, 25 en 26 Oktober 1914) Door Konimandant JACOBY. Den 24en Oktober, bij den valavond, lag bet 21 bataljon van het Ge linie beschut achter de aardophooging van de baan van Nieuwpoort naar Ramscappelle. De majoor stafadjunct Gal-hausen, omringd van zijne compagniecomman-danten, stond aan den hoek van een huisje, ge-bouwd aan bet kruispunt van de baan van St-Joris : Hij zette met nandgebaar zijn aanvals-plan uiteen, terwijl hij op het terreinzelf aandui-dingen gaf. Van uit het voorste peloton, hoorde ik : « Wij moeteD den vijanduit St-Joris verjagen of hem daar in bedwang houden door een.tegen-aaaval, die wij samen zull n leiden met andere troepen, die zuidelijk het dorp bewegen. Wij zijn ondersteunddoor eene batterij artillerie en links achteraan door de eenheden... » (Een kanon-schot dat plots dreunde belette inij de uiteen-zetting van den majoor verder op te vangen.) De avond vorderde; tallooze stérren florikerden in den blauwen hemel, waar geene maan te be-speuren was. Boven de hooge oeverkanten die uitdoezelden aan onzen linkerkant, teekende eene dikke, melkkleurige mist den bochtigen Yser-vloed af. Eene zwarle nacht, vruchtbaar aan verrassingen, begon ons te omhullen in hare Bombere sluiers. « Duizend voorzorgen moeten genomen wor-den, szegde commandant Vanniesbeeq, toen hij bij de compagnie terugkwam. «Wij gaan St-Joris aanvallen, zegde hij nog aan onderluitenant Mendiaux, terwiji hij hetzwartc hol aanwees waarin ;het helder lint van den witten weg wegdompelde. De vijand ligt ergens vôôr ons. Het Ie peloton, dat van luitenant Jacob'y, zal langs de groote baan naar het dorp rukken, terwijl het 2e langs den linkeroever van den Yser het dorp langs het Noorden zal bereiken. Opgepast voor de verbin-ding!...Onderzoekt Irnis voor huis!... Ikvolgu. » Voorafgegaan van verkenningspatroeljes, gle-den de twee pelotons van hei 2/2 als twee reus-achtige slekken in de richting van St-Joris, om hunne nachtelijke prooi op te speuren. Het werd steeds donkerder en donkerder; de twee pelotons zetten hunnen sluipweg voort, het heestergewas onderzoekend, en overal als speurhonden snufle-lend. Allen zijn op hunne hoede, het oor gespitst, en vermijdeu al tastend de \ alstrikken van het terrein en die van den vijand; trouwens ieder oogenblik moet men op zijne stappen terugkee-ren. diepe grachten oing.tan, aardophoogingen beldauteren, over draadaMuitingen springeu en Wat weet il^ nog. Het kanongebulder is uitgestorven. De nacht-uilen krassen akelig in den eenzamen nacht. " roepen wilde eenden doorklieven de lucht met zwaren vleugelslag. De dapperste kerels van het peloton voelen soins eene huivering door de leden gaan en worden door sombere, akelige gedachten bestormd. Men stapt evenwel voor-Utf. Manschappen op patroeîje keeren terug en zeggen:« Luitenant, men hoort langs aile kanten zaclit trompetgetoet, men hoort het dan hier, dan Het Fransche Opperbevel Generaal Joffre, die tôt nu toe officieel slechts opperbevelhebber was van de Fransche legers Tan het Noord-Oosten, is door dekreet van den voorzitter der Republiek, tôt opperbevelhebber van de nationale legers benoemd (uitzondering geuaan voor de.troepen in de koloniën, in Noord-A.1 rika en Marqjcko). t wV^US men noodzakelijkheid bekrach-igd om onder eene enkele leiding de legers te P'aatsen die op de verschillende oorlogstooneelen ffianeuvreeren en waarvan liet krijgsbedrijf innig erbonden is in het nastreven van hetzelfde : iJe overwinning. Men kon geen bekwamer opperhoofd vinden aan generaal Jofl're om de zware taak op zich te ^len> 'iet gelieel van al de Fransche levers te ginder !... Menis voor hinderlagen beduoht ! De sergeant zegt dat wij u moeten komen rekenschap geven !... s Ik ga tôt bij eene patroeîje toe... Ik luister... Ik boor inderdaad het op elkaar antwoordend trompetgetoet... Ik raad wat het beteekent. en zeg in gewestspraak aan een Waalschen jongen : « Ce sont des patrouilles boches qui se rehou-pèlent » ('t zijn Duitsche patroeljes die elkaar seinen tôt verzameling geven). Wij gaau nog eenige stappeu verder en wij geraken aan de bocht van de baan, bij mijlpaal 34. 4. Een kreet : « Halte là ! » « Eene verdwaalde patroeîje van onderluitenant Mendiaux », zeg ik aan mijne jongens. Wij glijden nog eenige meters langs de baan-grachl bukkend voort. wij kuchen... Opnieuw eene kreet, ditmual in bet Duitscb : « Werda ?» Daar men zwijgt en zich koes lioudt, komen ons uit eene twintig, dertigtal geweerloopen een hagel kogels toegesnord. Zij "schuifelen boven onzen kop, inaar vrij hoog. Het ronkt en sist ' enkele stonden, totdat nu en dan nog een ge-weerschot valt... Opeens hoor ik ginds in de verte, achter ons, de zware stem van commandant Vanniesbeeq, die op eene ongemeene wijze buldert en uitvaart : « Verdoemde hoop lammelingen ! Wilt gij al ras uwen officier vervoegen !... » Het lijdt geen twijfel. Mijn alleen gelaten peloton heeft onder het schroot der D.uitsche gewe-ren rechtsomkeer geinaakt. Ik snel toe. Daar ik maar rechtdoor vooruilstorm, om çeene omwegen te maken, gaat het opeens pardaf ! en plof ik tôt aan den buik in eenen sloot ; druipnat geraak ik eindelijk op de baan. Ik bemerk adjudant Hens die opnieuw bet peloton ten aanval leidt ; de kerels zijn vrij ver-baasd mij opnieuw te zien. Stilzwijgend stappen zij vooruit, als beschaamd over bunne zotte streek. De adjudant vertelt mij, dat zij, ontdaan en buiten adein, bij den commandant zijn terug-geltomen, zeggende dat zij door schadrons uhla-nen werden achtervolgd en dat hun luitenant in de handen der Duitschers was gevallen. Wij naderen den noodiottigen bocht ; men zou gezegd hebben dat de manschappen op de tippen van de voeten vooruitschreden. Een groote lummel van het eerste gelid, wees mij eenen uhlaan aan : Het was een heesterstruik die door den wind gewiegeld werd. Ik stel den armen doinpelaar gerast en voer heel voorzichtig mijn peloton en tirailleur in de weide, aan den rech-terkant van de baan. . De Motlen hebben ons hooren naderen, en opnieuw barst geweervuur los, het gaat er duchtig op los. Het is een oorverdoovend geknetter en Het G-ekneveld België . De Neue Zurcher Zeitang publiceert eene veelbeteekenende briefwisseling uit Amsterdam, aangaande de knevelarijen van gouverneur von Bissing in België. «Zelden, » luidt dit artikel, « verwekte maatre-gel der Duitsche oyerheid sterkere ontroering in Holland, en ongetwijfeld in de andere neutrale landen. dan de nieuwe oorlogsbelasting van 40 millioen per maand, welke België werdopge-legd door de Duitschers. Het is met zekere be-kommering dat men in Holland nagaat wat in België, dat wreedelijk geteisterd land, gebeurt en elkeen die hier vertoeft en de gelegenheid heeft zich daarover te onderhouden met Hollan-ders, tôt welke partij deze ook behooren, geeft zich rekenschap dat de schending van de Belgische onzijdisjheid door Duitschland, noodzakelijker wijze Holland in de handen der vijanden van Duitschland moet werpen. De Duitschers hebben overigens niet veel ware vrienden in Holland. Men ontsluiert geen gelieim met te zeggen dat het grootste gedeelte ônzer bevolking een beteren waarborg van nationale zelfregeering in de overwinning van het Viervoudig Verbond ziet. Eene zaak is zeker, namelijk dat bij de nieuwe oorlogsbelasting, die de Belgen werd opgelegd, het aantal van Duitschlands vijanden in Holland aangroeit en dit der partijgangers van Duitsch-land vermiudei't. » geknap dat soms schijnt te verzwakken om opnieuw met razernij toe te nemen. De hooge oevers weerkaatsen ons dit verward sissend en knallend muziek. Niemand beantwoordt het vuur, nocht bet peloton van Mendiaux dat links van de baan de vlaag ontvangt, noeb het mijne, waarover de kogels snorren. Mijn manschappen, gedekt door eenen kleinen aârddam, delven eene loopgi-aaf ; er zijn er zelfs, naar ik hoor, die met de nagels in den grond krabben. « Dat men elkaar de schoppen overreike, zegt sergeant De Meester, men zal daarna die-per grafen. Ik heb officieel mijnen commandant verwit-tigd van wat er gebeurt en schriftelijk beves-tigd wat hij juist heeft vernomen. Nauwelijks heb ik mij neergezet, om mijne natte kousen en broek uit te wringen, naar aan-leiding van het modderbad dat ik daareven genomen heb, of plots, opnieuw een geknetter! Mijne manschappen bukken zich .. Ik hoor krëten... Ik zie g^daanten... Ik trek alras mijne kousen en schoenen aan en snel naar de noodlottige bocht der baan... en kwam vlak voor kapitein Paheau te staan, die mij zegt : € Dat is evenveel waard als de soupeetjes van Dendermonde, tneen ik. » Daar wij niet veel woorden noodig hebben om elkaar te begrijpen — wij hebben trouwens die gewoonte in de regi-mentschool opgedaan — zijn wij het weldra eens om het nieuw plan te volvoeren.dat tôt het ■welgelukken der verrichting moet leiden. De artillerie gaat den westelijken zoom van Sint-Joris beschieten, meldt mij de kapitein, daarna zullen wij verder oprukken... « Konden wij maar dat ! » voegde ik erbij op wat pessimistischen toon. Boem!..Hetwas hetsein.Boem! boem !boem! Onze artillerie bùlderde, en bleef bulderen !..» De muurvakkeii van Sint-Jorris vlogen in s cher-ven, bijna voor onzen neus... Mendiaux, aan^ onzen linkerkant, maakte zich boos.. en liel al zijne geweren maar knctteren. Rechts bleven kapitein Paheau en ik wat meer bedaard; onze jongen groeven en delfden... Zoodra het kanonvuur had opgehouden, zon-den wij onze patroeljes vooruit. Onophoudend openden de Moffen een helsch geweervuur. Twintig maal beproefden wij ons in beweging te stellen, twintig maal moeten wij de vlaag van kogels laten voorbij varen die over onze hoofdeuj gelukkiglijk snorde. " | Ten slottekrijgen wij de kogelbui in den rng.j Ik erkende het trompetgetoet. (Ik heb sedertdien geweten dat het seinen van de draagbare telefoon1 waren.) Een patroeîje brengt ons op dè hoogte dat er gedaanten langsheen de Noordvaart ver-toeven. Zooals de Russen tlians doen, herstellen wij onze liniën. Mendiaux volgt ons op. De majoor is verwittigd. Te 2 ure des morgens, komt ons het bevel toe, naar den kruisweg der banen Nieuwpoort, St-Joris en Ramscappelle onder de bescherming van 3/2 en 4/2 terug te trekken. Zoo lag den 25 Oktober, in den morgen, het 2* bataljon in cirkelboog aan beide zijden van de baan naar St-Joris verspreid, terwijl de linker-vleugel, aan B. 1 tegen den Yser en de rechter-' vleugel in eene loopgraaf op 100 m. ten Noorden i tegen de Noordvaart steunde. (Wordt poortgezet.) Lord Kitchener te Parijs De langs Italie van zijne reis Gallipoli-Saloniki-Athenen weergekeerde lord Kitchener is te Parija toegekomen. Weet men dat deze beroemde Brit, voor een en dertigjaar den veldtocht van Egypte, als cavalerie-majoor medemaakte ? Het was in 't jaar 1884, datdejeugdige officier, om het land van de Nijl te gaan bestudeeren, de Egyptische taal leerdé en als zwerver heel Egypte doorkruiste. Om de Madhi te bestrijden, reisde hij later als koopman in aardwerk door het land, en woonde de doodstraf van eenen Europeaan bij. ITij werd met twee Araben als spion aange-houden, en men ging hem terechtstellen toen hij zich bekend maakte. Lord Kitchener, men mag het zeggen, is een A December j915 Nnmmer 195

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods