DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransclie en Nederlandsche exemplaren. DE SCHOOL OP HET FRONT Wsrklnst en vlugheid van gecst, waren van ouds wel do twee hoedanigheden, die men aan Iiet Belgisch volk heeft toegckend. Zoo de oorlog er andere aan het daglicht bracht, moest men echter vreezen dat een langen duur de twee vorigen zou verzwakken, diè in vredestijd en met den rijkdom van ons land, tôt voile ontwikkeling waren gekomen. Inderdaad, men mockt vreezen dat gedurende den loopgra-ven-oorlog, de soldaat op het front tôt luiheid zou vervallen, gedurende de lange uren lediglieid waartoe laij in zijn dienst gelegenheid zou vinden. Dank aan zijn gezond verstand bemerkte bij zelf wel spoedig, hoe gevaarlijk eene dergelijke luiheid worden kon; zijn vindingrijken geest en aijn nijvere vingeren gingen aan het werk en zoo heeft men die belangwekkende nijverheid zien pntstaan van aan het front vervaardigde voor-werpeo, die de behendigheid van onze werk-lieden tôt in Amerika bekend maakte. Doch het waren slechts enkele arbeiders van stiel die zich aan dit werk konden wijden : Gra-veerders, ciseleerders, platiua- of marinerbewer-bers. Een groot gedeelte van de soldaten bleef Werkeloos. Weldra onstonden er mooie instellingen aan bet front, die de studie en den ai-beid aanmoe-digden, dank aan het initiatief van eukele edel-moedige gevers en de vernuftige inrichting van de recreatiekringen aan bet Belgisch front : In de nabijheid van de kantonnement, in goed ver-Warmde en goed gemeubileerde recreatie-tenten, kan iedereen eenige uren rust gaan doorbrcngen en de boeken en de tijdschriften vinden die hem ontspanning brengen, en tevens leerzaam zuilen zijn. Qngelukkiglijk zijn deze recreatie-tenten nood-rakelijker wijze niettalrijk genoeg, en sommige zijn te ver vau de kantonneroenten verwijderd. Het ideaal zou zijn in het kantonnement zelf de bron tôt leering en studie te vinden. Een ecrste stap in deze richting werd gedaan door het oprichten van de compagnie-biblijthe-ken, waar de vermakelijke romans keurig naast de leerzame onderwijsboeken staan. Laat ons daarmede het werk « Gifts lbr Belgian Soldiers » gelukwenschen, dat daar zoo ruimschoots toe heeft bijgedragen. Er is 110g beter : De soldaat is bewust hoezeep bel voor hem noodig is aan het werk te gaan ; bij heeft kalnite noodig om er zich aan te kun-ften zetten. Hij heeft zooveel dingen vergeten die hij vôôr den oorlog kende ; daar is zooveel dat bij nog zou willen bijleeren en dat bij tôt nog toe niet kon, bij gebrek aan tijd en bij gebrek aan leeraar. De oorlog heeft echtev veel personen bijeen sebracht wier geest door de verschillende scho-len van het leven werd gevormd, door het werk-huis of de Hoogeschool, het bureel of bet con-servatorium ; al!en zijn jong, zij willen leercn meer kennen, zij willen sterker worden voor den strijd in de toekomst die zich nu reeds zoo bardnekkig aankondigt. Maar allen ook, door bet te saam verduurde leed en de ontberingen van het soldatenleven, zijn vol vertrouwen in elkander. Bovendien hebben zij ook vertrouwen m den overste die ze aanvoert ; iedereen zal zijn "Wetenschap en zijn weetlust bijeen brengen ; al de seingevers-telefonisten van B. 131, allen te Het « Boek van den Soldaat ». De British Gifts for Belgian Soldiers, heeft bij gelegenheid van Kerstinis aan onze soldaten een zakatlasje doen geworden met voigende opdracht : « Aan onze Soldaten, met de vaste boop dat dit het laatste Kerstfeest in de loop-graven zijn zal, vôôr de overwinning en den 'erugkeer naar 't land. a In dit atlasje staan twee en dertig gekleurde en degelijke kaarten, van de slagvelden van deze oorlog. Dit klein boekje zal onzen jongens wel te stade komen, en zij zullen het Britsch Werk, dat door |oen heer minister Vandervelde werd gestieht, (Joor dis tàft dank weten. saam onder bet bevel van hun commandant, richtlen de school op het front op. — Waar is de klas ? — In eene schuur ; de schoolbanken, het zijn de veldbedden die ruw, met allerlei materieel werden aaneen getimmerd. Slechts een cnkel voorwerp doet nog denken aan de klas waar wij als kleine jongens hepn gingen : het zwarte bord, waarop om beurte de vreeinde teekens van het snelschrift komen te slaaïi of de strenge lijnen van de meetkunde. Wel ja ! men leert snelschrift, en in minder dan twee maanden zijn er reeds velen die uitsla-gen bekomen hebben waarvan zij voor de toekomst het beste verliopen. Verder leert men boekhouden, geschiedenis, Engelsch, Spaansch, rekenkunde, en meetkunde; men bestudeert ook de elektriciteit. En iedereen schept vermaalc in deze geestes-oefening, deze spanning tôt den arbeid, dezen aahgeboren weetlust. Zeg niet dat men een groot geleerde moet ' zijn, of wel een pédant, 0111 als leeraar te kunnen optreden. Ik verzeker u, het is een schoon tafe-reel, daar in eene nederige schuur van eene Viaamsche lxoeve, een besebeiden soldaat, zon-der pretentie, les te zien geven aan zijn aandach-tige makkers, hen de stellingen van Euelides te zien uiteen zetten. Allen luisteren omdat zij weten. nu dat ze groot zijn, dat men op school werkelijk leert; dat men er juist leei't rede-neeren, duidelijk een vraagsluk stellen, zich slechts té steunen op gegevens die vooraf goed werdeu vastgesteld, slechts nauwkeurige en goed bepaalde besluiten te trekken : in eenwoord, men leert er een goed oordeel te vellen. Zeg mij eens, in welken stiel in het leven komt dat niet te pas? De twee namiddaguren die dagelijks aan de school van onze, telel'onisten-seingcvers worden besleed, gaan als bij tooverslag voorbij, terwijl, in een aangenaam en gezellig gekout, iedereen om beurt zijn ondervinding komt uiteen zetten en blijk van zijn talent geeft, hetzij door aau zijn makkers den geestestoestand van de lieden aan gene zijde van deu Rhijn komt uiteen zetten, hetzij de zeden van de koioniën of de kultuur* stelsels in de Iroepenlanden. Is dat geen loffelijke instelling? Wij bevestigen niet dat zi j geene voorgangers in ons leger gehad heeft, maar wij wenschen dat ze nog navolgers moge vinden. Laat ons nimmer vergeten dat ons veldleger, dat heden allen onder het militaire pak vereenigt, het jonge geslacht vertegenwoordigt dat het land uit zijn puinen zal moeten heropbouwen. Deze jeugd moet later op de hoogte van hare taak zijn; zij mag den werklust niet verloren hebben ; zij moet levendig en vindingrijk van geest blijven, zij moet een krachtigen wil bezitten. Men moet van ons later kunnen zeggen dat, zoo in de tra-gische uren van de geschiedenis de Belgen hun haard wisten te verdedigen, zij eveneens, door hun wilskracht en hun arbeid, de vernielde baardsteden weer wisten op te bouwen en fier hun ouden voorspoed weer deden verrijzen. Dr J. F. Zwiiserland en België De heer Motta, bondsraadsheer en gewezen Voorzitter van den Zwitsersehen bondsraad, heeft op een banket te Geneve, eene gewichtige rede-voering gehouden. Over België sprekende, zegde bij : « Met benepen hart hebben wij de schending van België bijgewoond. België's onheil heeft enkel zijn onsterfelijken roem als weerga. Van Geneve tôt Schaffhouse, van Basel lot Tessino vernieuwt het Zwitserseh volk — ik ben er van overtuigd — den wensch. welken ik de eer had .den eersten dag van 't jaar 1915 aan den Belgi-schen gezant aan te bieden, namelijk dat België ten voile in zijne onafhankelijkheid en vrijheid hersteld weze. t te ds ielgischB Hrijpgeifônpngn — Ontvangen 10 fr. van den ofBcier-betaalmeester van het I. C. nr 2 : Som ingezameld op een football-match tusschen den a Club-Athlétique St-Aubinois » en de athletische af'deeling van het I. C. nr Z. Nieuwjaarwenschen aan Koning Albert 's Koniegs Aalwoord aan de Regeeriflg Koning Albert heeft aan den heer de Broque-ville, minister van oorlog, volgend telegran» gericht : « Ile bedank u, mijn waarde Minister, alsmede nwe collega's. om uwe hartelijke wenschen en om uwe diepe gehechtheid aan bet Vorstenhuis, bied u allen mijne warmste wenschen en houd er meteen u van mijne onwrikbare toewijding aau het Land te verzekeren. « Moge het jaar 19|7 aan België, met zijna onaantastbare recbten,'de verschuldigde herstel* ling aanbrengen. « Albert. » Amerika en België Koning Albert heeft aan voorzitter Wilsou zijne nieuwjaarswenschen alsmede zijne dankbe-tuigingen gesluurd wegens de sympathie welka Amerika en zijnen Voorzitter aan België betui-gen.« De edelmoedige en doelzame hulp welk® Noord-Amerika verleent », voegtde Koning erbij, « verwekt niet alleen België's groote erkente» lijkheid, maar laat ook verhopen dat Amerika steeds als beschermende mogendlieid voor Bel£ gië zal blijven optreden. » De Belgische Kolonie te Lyon De heer konsul van België deelt ons de vol» gende telegrammen mede aie er bij de gelegenheid van Nieuwjaar gewisseld werden. a De konsul en de Belgische kolonie van Lyon verzoeken Hunne Majesteiten de Koning en de Koningin zich te gewaardigen hun eerbiediga wenschen bij het Nieuwjaar te aanvaarden. Moge, na zooveel edel doorstanebeproevingen, dit jaar voor Hunne Majesteiten, voor de geheele natie, spoedig den dageraad van een gerechtea en glorierijken morgen zien lichten. « Mulxtieb. » « Hun Majesteiten zijn zeer geroerd geweest door de gevoelens die gij wel in naam van do Belgische kolonie hebt willen uitdrukken bij de gelegenheid van het Nieuwjaar ; zij hebben mij belast de tolk hunner dankbaarheid te zijn. <t Baron Beyens. » Servië's Wenschen. De voorzitter van den Servischen ministep» raad, de heer Patchich, heeft uit Corfou volgend telegram aan den heer de Broqueville latea geworden : « Bij gelegenheid van nieuwjaar, verzoek ik Uwe Éxcellencie de oprecbtste heilwenschen van wege de Servische regeering te aanvaarden. Wij drukken den wensch uit dat het nieuwe jaar de vrijheid en de onafhankelijkheid aan nwen uit de slavernij verlosten en van de uitbuiting van de ruwe kracht bevrijden volke en voor Europa eenen op het internationaal recht en op de vrij^ ontwikkeling van elke natie gebouwden vrede aanbrenge. » « Patchich. » Met Bilan van den ltaliaansciisn VelMit 85,000 Krijgsgevangenen Sinds het begin van den oorlog heeft Italiê io Trentino 1,760 km1 terrein, 64 gemeenten met eene totale bevolking van 90,000 inwoners eu in het gebied van de Isonzo en op de Karst 1,300 km' met 68 gemeenten en 170.000 zielen, bezet. De Italianen hebben 85,000 krijgsgevançene* gemaakt. De grenslinie werd van 800 km. op 600 k». gebraciit. Op het Italiaansch front werden 3,000 km*, loopgraven gedolvea. 6 Jannari 1917 Nummer 366

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.