13 November Nummer 186 DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELjGISCHE SOUDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. . . r ' " * ROEMRIJKE BLADZUDEN Effiigs Heidsndaden «an tct lk Heglamt Jagers te net. (Einde) Het overige van den dag ging kalm voorbij. Het had opgehouden met regenen en de jagers wachtten geduldig het vallen van den dag dat een einde aan hun kruisweg zou zetten. De ge-temde vijand scheen van de voorgenomen poging te kebben afgezien ; zelfs het kanonyuur was ïerzwakt. Den 26en Oktober 's avonds, te midden van de duisternis waarin nog hier en daar de uitster-vende klaarten lichtten van de laatste branden, hebben de eenige honderden mannen, die nog de 2* en 3e bataljons uitmaken van het 2° regiment jagers, den weg naar Oostkerke genomen. Zij zijn doodelijk vermoeid. Hun gang is log van al den last en het geleden leed dezer zes dagen voortdurenden strijd. Vuil en gehavend, gekleedgelijk schooiers, klopt hun hart van trots onder de schamele lompen. En niets is dieper treffend, dan den akeligen stoet van deze uitge-putte soldaten, die de vijand niet heeft kunnen overwinnen. Langzaam sleept hij zich voort langs den met granaten doorploegden straatweg, en slingertte midden van de puinen die de woeste strijd overal heeft gezaaid. De jagers dragen met zieh het tasbare bewijs Tan hunne zware offers Al hunne gewonden vergezellen ze; en zij dragen de dooden en ge-kwetsten die men tôt dan toe niet heeft kunnen evacueeren uit de kleine hoeve, die hun tôt schuilplaats diende. De minst get.roffenen strompelen voort, steu-nend op hunne nog ongedeerde makkers. Hier en daar heeft een man zijn al te zwaar gewonden slrijdgenoot, die niet langer meer loopen kan, op den rug genomen. En op allerlei berries, die hettoeval aan de hand deed, — deuren, venster-blinden of zelfs eenvoudige planken, die men in de stuk geschoten huizen gevonden heeft, — of op piepende kruiwagens, vervoert men de zwaarst gewonde jagers. Eenigen zijn in zwijm gevalien ; i anderen hebben de koorts en ijlen terwijl zij dolle gebaren maken ; anderen nog, waarvan door het horten en stooten van dezen nachtelij-ken gang over den weg vol diepe karresporen, den wonden weer opengerukt zijn, kreunen of Weencn jammerlijk. En als slot van den stoet, volgt eindelijk het liehaam van luitenant Stout-huyzen, dat reeds stijf wordt onder de ijzige Mite van de dood. Den volgenden dag zal men het stoffelijk over-scliot van den dapperen officier ter aarde bestel-ten, in het kleine hoekje Vlaamschen grond dat Diet door den vijand zal bezoedeld worden. In naam van het regiment, zal commandant Labiau hem het eeuwig vaarwel toesturen, en de woor-den van dank en liefde uitspreken, die het va-derland aan zijne helden verschuldigd is. Van Oostkerke zullen de overblijfsels van de hvee bataljons zich naar Alveringhem, buiten de doodelijke streek, begeven, omerwatte herstel- 9e Belfiiscbs MMîiiSieid 1,6 menschen heeten mirakel de verschijning Va,i eene verborgen werkelijkheid. Het is het schieïijk gevaar dat de eenlingen en de volkerea beter doet kenneu. Hoeveel ontdekkingen heeft deze oorlog ons niet laten doen onder heu die ons 0!»ringen en zelfs onder hen die dichter nog bij j118 staan ? Wat harten van helden en wilde aierea ! '«-'t is de diepe'ziel die zich veropenbaart, en geene nieuwe Ziel... heldhaftigheid der Belgen van heden is ezelfde als die der Vlamingen van Kortrijk. De annen van dien grond hebben nooit gevreesd unne maehtige naburen, de koningen van Frank- ■K oi Spanje te tarten, al waren zij dan ook "eDrtelino-o . a len en nieuwe krachten te putten. Den 29«n Okto ber 's morgens zullen zij er vervoegd worder door de overblijfsels van het bataljon Delbauve dat aan de hel van Pervyse is ontsnapt. Dan za men de mannen optellen om met de weerbarei die er nog overblijven, een regiment samen ti stellen dat opnieuw den strijd aanvatten kan. De cijfers hebben hier eene ongemeene wel sprekendheid. Bij hun vertrek uit Bergen, teldei de 2e en de 5° regimenten jagers te voet te saan 57 offîcieren en 4,500 soldaten. Drie maandei later, toen de slag aan den Yser om zoo te zeggei gedaan was, beantwoordden er nog 19 officierei en ongeveer 2,000 man aan den oproep... Andere regimenten leden nog meer. En dez cijfers zeggen beter dan welke woorden ook, tei koste van hoeveel lijden en hoeveel offers onzi soldaten den stormloop der Duitsche hordei braken, en hun stralenkrans van roem veroverden *** Na het wonder van dezen ongéhoorden weer stand, zal ook nog dat van de verrijzenis plaat grijpen. En het is niet een der ininste wonderei van dezen oorlog, dat onze half vernietigde troe pen, nog zoo trouw blijven wacht houden op d< laatste strook Belgischen grond, die zij on schendbaar hebben gemaakt. Zoo lang zij noi leven, hoe ellendig en uitgeput ook, zal de vii and niet verder komen. Integendeel ; wij zel verjagen den vijand, stap voor stap, inete: voor meter, uit de laatste eilandjes, die hij no: op den linkeroever bezet, te midden van d< overstrooming ; die hem zonder rust noch dnuj bestoken, steeds aavallende bruggenhoofdei inrichten op den rechteroever van den held haftigen lcleinen stroom, en die de Duitscher: ons niet zullen kunnen ontnemen. Gedurende heel den langen strengen Winter in het dikke modder van de loopgraven, in aan raking zelf met den vijand en onder het vuui van zijne kanonnen, zal het kleine Belgischi leger weer langzamerhand verrijzen. Uit d< dépôts in het land van Kales, evenals uit d< kampen in Normandie, vertrokken de mannei naar het front; zij die genezen waren hunnei wonden, oude veteranen, vrijwilligers, rekruten duizenden dapperen die de ledige plaatsen in di rangen gingen innemen. Wonderen van bedrijvigheid zullen aan d< onversaagde troepen, die door geen- leed werder te neer geslagen en wier ellende dagelijks-ver-mindert, levensmiddelen in overvloed bezorgen nieuwe kleederen, nieuwe uitrustiugen, gewerer en machinegeweren en kanonnen, heel he; vreemde en ingewikkelde materieel dat de loop graven-oorlog heeft doen ontstaan. Als een voortdurende stroom komt ailes wal onze soldaten noodig hebben, naar hun toe, niei slechts dat wat zij noodig hebben om te bestaan maar ook om geheel hunne oude en geducht< kracht terug te winnen. En als de eerste straler van de lentezon de winternevels beginnen t( verdrijven, zien wij voor onze verbaasde blik ken het wondere tafereel van een geheel herbo ren leger, zeker van zich zelf, jong en krachtig. met den glimlach op de lippen, in den trots van zijne herwonnen macht, en dat heel zijne verle-den marteling vergeten heeft, om al zijne hoo{ en al zijn vertrouwen op de toekomst te stellen Het 2e regiment jagers heeft deel gehad in dez< prachtige verrijzenis, waarvan het al de phaseï heeft doorleefd. Vanaf den l0nNovember opnieuv samengesteld uit de vroegere overblijfsels, is he terug gekeerd naar de loopgraven aan den Yser zeker nog wel wat vermoeid van ailes wat he' had geleden, maar ontembaar toch. Het heeft der Winter doorgebracht in de onderaardsche holen die een noesten arbeid eindelijk toch even goec voor de bommen als voor het winterweer heef weten te beveiligen, of wel in de half vernieldi dorpen, waar men onder de granaten zelf kan tonneert. Overal rondom hen rijzen nog slecht: puinen. Maar zoo de Duitschers ook de laatsti muurviakken van het nog onbezette Ylaanderei kunnen neerschieten, nimmer zullen zij de ziels kracht van onze soldaten, noch hunnen stoerei wil kunnen verawakken. Op 20™ December 1914, om goed aan de Duit schers te bewijzen dat het 2» regiment jagers ûvonnlc rit» nnfîr»T»£» l'AfimpntATi nipfc -trari mim taak belast een bruggenhoofd op den rechteroever van den Yser aan te leggen, ten Zuiden van Dixmuiden, onmiddellijk in voeling met dea vijand. Het is majoor Panhuys die bevel voert over do groepeering bel«st met deze gevaarlijkeopdracht; zijn bataljon, de wieirijders van kapitein Demart en de machinegeweren van kapitein Tasnier. Het is een koude en donkere winternacht, gunstig voor de stoutmoedige onderneming die men zal trachten uit te Voeren. De mannen zijn reeds dol van vreugde bij de gedachte dat zij uit hunne hct-len zullen komen en ten aanval stormen. Allés werd tôt in de minste bijzonderheden voorbereid, en als het signaal gegeven wordt om naar dea anderen oeverte trekk^n, kan er niets onze jagera wèerhouden. Het bruggenhoofd wordt veroverd, bezet en behouden ondanks al de tegenaan vallen van de Duitschers. Het krijgsbedrijf werd met zooveel dapperheid en zooveel kranigheid uitge-' voerd, dat de zegevierende groepeering van majoor Panhuys door den Koning aan de dagorder van het leger gesteld werd. * * * Hier eindigen wij met de geschiedenis van het regiment, waarvan wij ons voor taak hadden gesteld eenige heldendaden te herinneren. In dit verhaal, waarin wij ons voornamen het even heldhaftige als smartelijke bestaan te schetsen van een iufanterieregiment gedurende de eersta maanden van den oorlog, is het slechts bij zuiver toeval dat wij het 2e regiment jagers te voet tôt voorbeeld namen. Want zijne geschiedenis is dia van al onze regimenten : Liniesoldaten, grenadiers, jagers of karabiniers. Allen hebben derge* lijke gevechten geleverd, hetzelfde lijden ver» duurd, dezelfde ongehoorde krachtinspanningen geleverd, aan de Geete ■ evenals onder de muren van Antwerpen, gedurende dentragischenaftocht evenals aan den onsterfelijken Yser. En hunna dapperheid geeft aan allen denzelfden schitteren-den stralenkrans. Door op al hunne vaandels dienzelfden naam «Ysar» te doen borduren, heeft de Koning hen allen willen vereenigen in eenzelfde blijk van dankbaarheid en van bewondering. Met Hem, heeft het geheele vaderland, zich dankbaar en bewonderend neergebogen, voor deze heldhaftige regimenten die hun leven aan België hebben opgeofferd, om dît van den dood te redden. « Y ser » îs een naam van overwinning. En deze zegepraal wappert nu in de plooien van da vaandels en,.zij zal zeniet meer verlaten. Gedwea heeft zij hare vleugelen dichtgeplooid in da afwachting van den gezegenden dag, waarop haar het bevel zal gegeven worden hare vlucht te nemen. En dien dag, vôôr onze ontplooide standaarden, zal zij den triomftocht openen van onze prachtiga regimenten, en van kerktoren tôt kerktoren vliegen, van den Yser tôt aan de Schelde, en van ' de Schelde tôt aan de Maas, door Vlaanderen en door Wallonie, geheel het volk uitnoodigende om de knie -te buigen bij den doortocht van de roemrijke regimenten, die de herwonnen vrijheid zullen brengen. Commandant Willy Breton. ïsiitiis voor Belgisclia OorlsgsinïaliBden te Sainte-Adresse Ziehier het programma van het concert dat aanstaanden Maandag zal gegeven worden ter gelegenheid van 's Konings naamieest : 1. Openingstuk door het muziekkorps der Invalieden (Besîuurder : Léo Tanche) : a) Sambre et-Meuse, b) Fantaisie op Faust ; 2. Een paard. op solder, blijspel in 3 bedrijven (toos neelbestuurder : Sergeant Bktkn) ; 3. Ginemavoorstelling ; 4. La Chasse aux loups, La Marseillaise Belge, Door sergeant Vlemi.vckx ; 5. Le Grand Mogol, door de t'anfaren der Invalieden ; 6. Kinderballet, onder léiding van den heer du SoMVII.LE ; ^ 7. Cinemavoorstelling ; 8. De Schelde. door d« 7flTlcrmîîftf«f>hiinnîî Tn

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.