Gazette van Gent

4880 0
28 September 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 28 September. Gazette van Gent. Seen on 21 June 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/sf2m61g370/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

247- JAAR. - N' 234. - B. 5 CENTIEMEN MAANDAG, 28 SEPTEMBER 1914 GAZETTE VAN GENT VOOK GENT Î VOOR GEHEEL BELGïl Ï Ken j*m {K,8C j fen jaar . . „ . fa. SS-©@ S maandeu . . . . ® $-50 a ® maajidsB. . , „ > 7-75 *• Muni». ...» 4-SO 8 S maaadeE, „ „ . ô #41$ Voor Holland : '& fraak per S maandea, Feor de mndere ïatiden ° fr. 7-50 per S maandes. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 16 67 SISfCUB BIT BEDACl'I%j VELDSTRAAT, 60, GENT TEL3SFOON n' 710 m bureelen *ijn open vm 7 ure "s morgends tci S ur« 's mvond. B® inschrgvers foiiten de sstac Gent moeten hun abonnement mmm ten Postkantoore hunner woonplaats. De Europeesche Oorlog DE VELDSLAG DER AISNE (OFFICIEELE MEDEDEELING) Een LUCHTMONSTER over de Vlaanderen BELûiSCIE OFFICIEELE MEDEBEELiNG Beschietfng van Aalst en Mecheien De Veldslag der Aisne (OFFICIEELE MEDEDEELING). Een hardnekkig Gevechl De vijand overal teruggeslagen De Verbondenen doen een merkbaren vooruifgang OP DEN LINKERVLEUGEL. De veldslag wordt voortgezet met gevoeli gen vooruitgang van onzentwege, op een zee uitgestrekt front, tusschen de Oise en ds Somme en ten Noorden der Somme. Van de Oise tôt Reims, zeer geweldige aan vallen der Duitschers op verscheidene punten tôt zelfs met de bajonnet ; allen worden afge slagen. De verschanste lijnen der Franschei en der Duitschers, bevinden zich op verschei dene plaatsen op nauwelijks eenige honderdei meters van elkander. IN HET Ci-NTRUM. Van Reims tôt Soissons, faeeft de Pruisischi wacht, zonder erin te gelukken, een hevigei uitval gedaan en werd teruggeworpen in d< streek van Berru en van Nogent=La Besse. Van Souain naar de Argonnestreek heeft d< vijand gisteren morgend met voordeel een aan val gedaan op St=Menehould=Vouziers, tus schen de baan van Sommepy=ChâIons en d( spoorbaan. Op het einde van den dag, hebben onz< troepen het verloren terrein teruggewonnen. Tusschen de Àrgonne en de Maas, toonde d< vijand niet de minste bedrijvigheid. Op de hoogten der Maas, niets nieuws. In het Zuiden der Woevrestreek bezetten di Duitschers een front, gaande door St-Mihiel ei ten Noord*Westen van Pont à Mousson. OP DEN RECHTERVLEUGEL (Lorreinen, Vogeezen en den Elzas), Geene verandering van belang. Nieuw officiel verslag van den Engelsch'n staf Het volgend verslag, opembaar gemaakt on der het toezicht van den Engelschen staf, ver schijnt in de Londensche dagbladen, voor d week van 13 tôt 20 september : De vijand behoudt zijme stelling op he gansche front en hij werpt daarvoor afdeelin gen in den slag, samengesteld uit eenheden die gevormd zijn uit verschillige korpsen vai het werkdadig leger, de reserve, de Land wehr. Onze vooruitgang, ofschoon langzaam, te oorzake der macht van de verdedigende ste! ling, was op verschillige plaatsen bestendig Doch de tegenwoordige slag kan verschillige dagen duren, zonder dat een besli&sende uitslag kan waargenomen worden. De Duitschers gebruiken lichtwerpers en zulks gevoegd bij hunne belangrijke macht in \ zwaar geschut, laat verondarstellen dat zij het materieel gebruiken, dat bestemd was voor het beleg van Parijs. De algomeene toestand na de bewerkingen van 18, 19 en 20 september kan I niet beter samengevat worden, dan door deze woorden, door een Fransch officier uitgespro-ken : Na de herhaalde en hevige tegenaanval-len van den vijand, hebben wij de verzekering dat wij zegepralen. r Op 18 september gelukten de Engelschen er ; in een Duitsch vliegtoestel neer te halen. Zaterdag, 19, begonnen de Duitschers van in den vroegen morgend te schieten. Wij ant-woordden dadelijk en brachten den vijand tôt zwijgen. j Een ander vliegtoestel werd neergehaald en een onzer luchtvliegers kon bommen laten , vallen boven de Duitsche lijnen. Tien wagons Duit&che houwitsers werden vernield ; ook werd het bewijs gevonden dat eene groote hoe-veelhedd voorraad opgebrand was. Zondag, 20, niets bijzonders, tenzij in den namiddag. De Duitschers herbegonnen hunne aanvallen, doch werdpn achteruitgeslagen met verliezen voor ons en voor hem. : le puscltei m Zaterdag Rond Oordegem Tijdens de gevechten werden de Duitschers met groote verliezen achteruitgeslagen. In den namiddag werd uit Brussel door de Duitschers versterking gezonden naar Aalst. De Pruisen ontmoetten op den Gentschen steenweg geene Belgische soldaten en rukten 1 dus vooruit. Onze ruiterij, bestaande uit regimenten gids-sen en lansiers, hadden een anderen weg geko-zen en van den oogenblik dat een deel der Duitsche troepen den Gentschen steenweg voorbij waren, werd het vuur geopend door de j agers-wielrij der s. De uhlanen overrompeld, maakten rechtsom-keer, en namen de vlucht. Verscheidene mannen, wier paarden van on-der hen werden doodgeschoten, sprongen langs de baan in eene ledigstaande hoeve, waar zrij 3 door eene mitrailleuze werden beschoten en den dood vonden. t De uhlanen langs drie kanten door de Bel-gen aangevallen, werden uiteengedreven en le-> den groote verliezen. i Degenen die hadden kunnen ontsnappen vluchtten over den Dender en ontplooiden zich op de wijk Mijlbeek, van waar zij ook met r hunne mitrailleuzen schoten. De Belgische artillerie stelde hare kanonnen op den oever van den Dender en beschoot op hare beurt de Duitschers, die weldra verder op trokken en het vuur staakten. Ook te Gijsegem (gemeente op den spoorweg Dendermonde-Aalst) en omliggende, was de strijd bijzonder hevig. Ten slotte werden de Duitschers zes kilometers achteruit gedreven in de richting Assche-Brussel. De Belgen hadden een honderdtal getwetsten ; zij werden door Dendermonde over de Schelde naar Grembergen gebracht. Te middernacht (zaterdag en zondag) voerde een bijzondere trein er 62 naar Antwerpen. De overigen werden in autos geplaatst en zoo vervoerd. De Duitschers leden groote verliezen. Zondag namiddag zijn uit Grembergen (bij Dendermonde), twee bijzondere treinen, over Lokeren naar Antwerpen vertrokken. Zij zaten vol Duitsche gekwetsten en krijgsgevangenen. Volgens schatting zouden de Duitschers meer dan 2000 man verloren hebben. De goede uitslag van de gevechten is vooral te danken aan de dapperheid onzer soldaten en aan de bewonderensiwaardige juistheid van het geschut onzer kanonnen. Eene batterij, te Ber-lare nabij de Schelde opgezet, richtte in de rangen der vijanden, eene moorddadige slach-ting aan. Het Duitsch geschut was niet doel-treffend. Het was vooral gericht op een nabij-gelegen boschje, waar zich geen enkel Beig schuilhield. In de omstreken van Berlare hebben zich de vrijwillige burgerwachten ook dapper onder-scheiden.De beschieting van Aalst Na zaterdag door onze troepen uit Aalst verdreven te zijn, hebben de Duitschers zondag morgend, om 5 ure de stad beginnen te beschieten, waarop de policie de inwoners heeft aangespoord zoo spoedig mogelijk de stad te verlaten. De Duitschers hadden uit Brussel versterking gekregen en wilden zich meester maken van de drie bruggen over den Dender. De Belgische troepen hadden echter niet stil gezeten en zoodra de Duitschers zich ver-toonden, werden zij door de mitrailleuzen weg-gevaagd.De Belgische troepen weerstonden moedig aile aanvallen en wierpen ten slotte de Duitschers weer over den Dender. Bij de beschieting der stad vielen twee houwitsers op de St-Martinuskerk, terwijl de mis aan gang was ; dit veroorzaakte een uitzinni-gen schrik en bespoedigde de algexaeene vluoht en rond 2 ure namiddag, bleven er van de 35.000 inwoners hoogstens nog 1.000 in de stad. Men bevestigde gisteren avond dat de voor-wacht der Belgische troepen, die zich te Aalst zoo schitterend gedragen hadden, tôt aan Den-derleeuw was voortgerukt, zonder één Duit-scher ontmoet te hebben. De Vluchtelingen. Per trein, per rijtuig en te voet vluchtten de duizenden personen uit Aalst weer naar Gent, waar zij reeds in het begin van den namiddag toekwamen. Naar zij beweerden stond gansch de stad Aalst in brand. Welnu, een geloofwaardig persoon, die te Aalst opnamingen gaan doen is voor een cinéma heeft ons verzekerd, dat toen hij van daar vertrok, er slechts drie huizen en een deel van eene fabriek in braîid stonden. Men begrijpt dat de vluchtelingen, in hunne moedeloosheid, 't gevaar veel vergrooten,doch door die overdrevenheden brachten zij gisteren in onze stad weer een grooten angst te-weeg.De heeren Geeraerdts. burg&meester ; De Wolf, schepen ; Moeyerson en Dherdt, die se-dert vrijdag als gijzelaars waren gevangen ge-nomen, werden zaterdag losgelaten. Het begon er immers te warm te worden voor de Duitschers.Te Mylbeke hebben de Pruisen drie inwoners gedood. Een der slachtoffers is zekere Col-lin.Een meisje dat te Aalst vluchtte, werd door een stuk houwitser aan de bil gekwetst. Heden morgend liepen de treinen uit Gent tôt Denderleeuw ; ook tôt aan Ninove. Dit bewijst dat de Duitschers uit Aalst verdreven zijn. Mecheien andsrmaal bascta Zondag morgend hebben de Duitschers an-dermaal de stad beschoten. De eerste bom viel om 8.17 ure te midden van het Arsenaal, het groot Staatswerkhuis voor de herstelling van het materieel van den spoorweg. De tweede bom kwam terecht op de assche, tusschen de sporen v66r de kabien der richting naar Antwerpen, en maakte daar een grooten put, in den vorm van een trechter. De derde viel neer op het huis van den heer Dr Gillis, Éjera&enteraadslïd. Laopoldstraat ; inwoners uit de buurt zagen oogenblikkelijk eene groote dampwolk opstijgen. Een sterke reuk van fosfoor deed zich gewaar worden. Het bombardement werd stelselmatig voortgezet op dezelfde schietlijn ; een vlieger vloog boven deze richting. Het kwartier der Statieplaats werd ook door verschillige bommen getroffen en de koffiehui-zen zagen hunne voorgevels zeer zwaar be-schadigd.Het huis Pas, Statiestraat, werd in brand gesohoten. Op het Oentraal magazijn, Leopold-straat, moet eene neergeplofte bom insgelijks brand verwekt hebben. De bedienden van het telegraafbureel zijn al kruipende uit hun bureel gevlucht en hebben zich kunnen verschuilen in de kelders. Nog verschillige |bommen zijn aangevallen verder in de stad en hebben groote verwoestin-gen aangericht. Een beambte vertelde in één uur 45 bommen te hebben hooren ontploffen. Zoohaast het bombardement begon, hebben honderden en honderden Mechelaars de vlucht genomen in de richting van Antwerpen. De menschen die uit Gent om 6 ure terug naar Mecheien vertrokken waren, zijn in den namiddag te Gent teruggekeerd. Gekomen dicht bij Mecheien hoorden wij ka-nongebulder, zegden zij. Na de eerste schoten reed onze trein nog goed vijftig meter verder tôt dicht bij Hombeeck, de laatste statie voor-aleer Mecheien te bereiken. De talrijke reizi-gers, waaronder velen die met pak en zak weer keerden, kropen hoop over heen onder de banken en legden zich zooveel mogelijk plat ten einde het geschut te ontwijken .On-middel-lijk werd de stoom achteruit geslagen en men reed terug tôt Willebroeck, waar de machien den kop van den trein nam en de reizigers naar St-Nicolaas terugbracht. De Duitschers hadden hun geschut opgesteld achter een windmolen op het grondgebied Hombeek. De houwitsers vlogen over den trein in de richting der stad, waar nabij St-Rom-bautskerk, huizen in brand geschoten werden. De Belgische artillerie trok den vijand in groote macht te gemoet. Te Willebroeck manœu-vreerde een grijze geblindeerde trein. Dat het er intusschen warm moet toegegaan zijn tusschen onze troepen en den vijand tusschen Mecheien en Elewijt, lijdt geen den min-sten twijfel. Heel den dag door donderde het kanon. Om 12 1/4 ure viel de laatste bom in Mecheien.Dan hadden blijkbaar onze troepen reeds het Duitsch geschut tôt zwijgen gebracht. 8e siuipiocii il h iucii De Zeppelin, waarover wij gisteren spraken, en die te Deinze en te Thielt bommen wierp, heeft een groot deel van West- en Oost-Vlaan-deren doorkruist. Om 10 1/2 ure werd hij te Ninove opgemerkt en dadelijk werd zooveel mogelijk eene ver-wittiging rondge&tuurd. Het luchtmonster dreef rond 11 3/4 ure over de stad Deinze, waar de gendarmen er naar schoten. TE DEINZE. De Zeppelin vertraagde zijne vlucht en toen hij boven het klooster van St-Vincentius-à-Paulo zweefde, wierp hij vier bommen. Na de eerste opschudding snelde men het klooster ter hulp. Eene bom was terecht gekomen in eene wei- de, maakte er een diepen put en beschadigle eenen boom. De tweede bom viel in de Molenstraat, waar de voorkant van het gesticht is gelegen. Al de vensters van het klooster werden stukge&lagen» Een derde bom kwam terecht op de boerderij van het klooster, op eene reeks kleine huisjes en stallingen. Een oud man werd in zijn bed getroffen door een stuk bom, en gekwetst. De vierde en laatste bom kwam terecht op een afdak tusschen de ziekenzaal en de kape!, viel door den plafond en verrichtte daar bin nen zeer groote schade. De "Zeppelin" was intusschen verdwenen in de richting van Thielt. TE DOTTENIJS. Rond 1 ure kwam het gevaarte over Dotte-nijs stuwen en dadelijk werden drie geweldige ontploffingen gehoord. Het waren drie bommen, die uitgeworpen werden. Zij kwamen ge-lukikiglijk terecht in een open veld, waar zij drie groote putten maakten, zonder eenige schade aan te richten. Het was aan het ge-hucht " Barriere de Claire", dat ze vielen. Hij vertrok verder in de richting van Ruyen. TE THIELT. Te Thielt werden twee bommen geworpen. De eerste kwam terecht op den koer van den herbergier Victor Crops, gehuwd en vader van vijf kinderen. De bom maakte er een put van een meter diep op 1,50 meter breed. Een deel van het kot, waar de man zijn landbouwgerief bergt, werd gescheurd. Een aantal ruiten werden gebroken. Op deuren en vensters zijn honderden sporen van stukken ijzer nagelaten. Er zijn gaten in den muur van 5 tôt 10 centimeters diep. De tweede bom viel op een open veld, enkel wat stoffelijke schade aanrichtende. Zooals men ziet, zijn er geene menschen-levens te betreuren. TE BRUSSEL. Op de voorlijn Tusschen Brussel en Mecheien. De Duitschers hebben bepaald Hofstade bij Vilvoorde laten varen, alsook Sempst, dat nu bezet is door Belgische troepen. Het dorp van Sempst is ook geheel ver-woest en uitgebrand. Een gevscht tussoiisn aeroplaans Uit Denderleeuw wordt gemeld, dat een ge-vecht heeft plaats gehad tusschen een Belgi-schen vliegloods, die op verkenning was, en eene "Taube", die er jacht op maakte. Beide vliegers waren zeer hoog en losten vuur&cho-ten op korten afstand. Eensklaps kantelde de "Taube" om en ging zich op den grond ver-pletteren.Eene stoute poging In den nacht van zaterdag op zondag hebben onze troepen een stout stukje uitgehaald, waartegen de Duitschers stellig niet gelachen zullen hebben. Van uit een zekere statie, werden namelijk achtereenvolgens acht treinen vol ijzererts, zonder geleide in voile vaart gejaagd. Machinisten en stokers brachten deze treinen zoover als maar mogelijk was, zetten toen aile kleppen open en sprongen eraf. Het is nog niet geweten welke rampen deze wilde treinen veroorzaakt hebben, als zïj in razende vaart terechtkwamen middenin het spoorwegnet. TE OOSTENDE. Os " Zeppelin „ boven Oostende PROTEST VAN DEN BURGEMEESTER. De heer Aug. Liebaert, burgemeester van Oostende, heeft vrijdag het volgende prote&t aan den heer Johnson, consul der Vereenigde Staten van Amerika, te Oostende, overhan-digd."In den nacht van 24 tôt 25 dezer, rond 11 u. 's avonds, heeft een "Zeppelin" boven de stad Oostende gevlogen en op haar grondgebied verscheidene bommen geworpen, waarvan de 3 Feuilleton der GAZETTE VAN GENT. DE LICHTEKBE STAD ROMAN UIT DE KAAP. Hierbij was gevoegd een ruwe schets van het eiland, zooals het in 1785 was, doch geheel anders dan het er nu uitziet. Een roode pijl wees in de richting waar inisschien de plek was, waar de vaas was begraven. Verder viel er niet veel op te vertrouwen. Het komt mij voor, dat de twee spring-vloeden de vroegere oevers der ravier hebben weggeslagen, en dat de loop der rivier toit zekere lioogte gewijzigd w.e^d, teriwijl de aardschokken, waarvan Paul en Akden heiden spreken, het geheele eiland zoô hebben doen zakken, en de rotsen zoo hebben weggeslagen en op elkander gestapeld, dat de grot nu te diep onder aarde is begraven, om ooit gevonden te worden. Het handschrift op perkament, dat het grootste deel van mijn 'bntdekking vormde, was werkelijk het verhaal, dat ik woord voor woord zal naschrijven Waar het mogelijk is, zal ik verouderde uitdrukkingen door nieuwe vervangen. Overigens zal de vertaling het oor-spronkelijke zooveel mogelijk nabij komen. Ik wil hierbij nog opmerken, dat ik, — naar aanleiding van den wensch van mijn vrouw, mijn eigen overtuiging, en den uitslag van een zorgvuldig onderzoek van het eiland — heb afgezien van de nasporingen die mijn bloed-verwanten niet tôt een gelukkig einde konden brengen. De noodzakelijkheid om deze schok-kende geschiedenis voor de wereld te ver-bergen is dus opgeheven. II. Ik, Paul Retief, was na een warmen namiddag van Vee Kraal teruggereden, had mijn paard op stal gebracht, een paar rijpe vruch-ten geplukt, en mij daarna op den achterstoep uitgestrekt om wat af te koelen, toen een reeks schrille klanken, als het geroep van kie-vietjes in de verte, mijn aandacht trok. George scheen ze ook opgemerkt te hebben, want hij hield op met het poetsen van de tinnen scho-tels en keek verschrikt op. — Kievietjes 1 vroeg ik. — Neen, Baas, antwoordde hij en schudde zijn hoofd. Toen wees hij in de richting, waar | de roode zonnegloed den hoogsten rand van het eiland in de verte als in brand zette. Kijk, Baas, zegde hij, daar is huile. Ik richtte mij op en spande mijn oogen in, maar op dat oogenblik zag ik niets onge-woons. Het was dezelfde rotsrand, dien ik de laatste veertien dagen onveranderd ' ,elken morgend en elken avond gezien had, dezelfde aaherp afg#;teekende aloë- en doornboomen, en dezelfde witte glinstering van het water daarginds. — Wel. zegde ik, ik zie niets — Wat is er dan te zien 1 Terwijl ik de vraag deed, werd die van het etailand zelf beantwoord. Het sahelle!, doordringende gescliree'uwi werd herhaald en langs den rand vertoonde zich een aantal kleine, zwarte gedaanten, die, langs de rotsen klauterend, het wegstervende zonlicht van het eene punt naar het andere schenen te volgen. -— Wat zijn dat? vroeg ik. — Bavianen, zegde George, mij even aankij-kend. iietp—a—b—p—in——ih——— — Onzin ! zegde ik, zoo fluiten baviane: niet. — Het is een ander soort van bavianen Baas, antwoordde hij, steeds over zijn schc tels wrijvend. —■ Leugens ! zegde ik, ik geloof er niets vai Luister eens, George, gij kunt aan Klaas zej gen, dat hij mijn geweren poetst. 's Avond gaan wij naar het eiland op de jacht. Als di wezens ibavianen zijn, moeten zij uitgeroei worden. Kijk! zij bedekken de rotsen. Zijn he geen bavianen, dan zou ik gaarne willen w< ten, wat het dan zijn. George zette den schotel neder, sloeg zij witte voorschoot over zijn arm, schudde zij wollig hoofd en herhaalde een Kaffersc spreekwoord: — Het is beter, den vijand op de heuvele te doen omkeeren, dan hem het dorp uit 1 jagen. Met andere woorden: Voorkomen beter dan genezen. — Wat bedoelt gij daarmede 1 vroeg ik. — Baas, antwoordde hij, een ander spree] woord gebruikend, het is beter, de dingen d( duisternis met rust te laten, dan later do< den geneesheer aangewezen te worden. — Wat heeft dat te maken met het doo schieten van bavianen 1 zegde ik eenigszii prikkelbaar. Hij zweeg eenige oogenblikken, blijbba? niet wetend, wat hij moest zeggen. Eindeli, barstte hij uit met de woorden : — Och, Baas, niemand gaat met Ingc naar het eiland, en Inkosi komt nooit terui Toen begon ik hartelijk te lachen, en Geor, zweeg beschroomd. Het was slechts een veertien dagen gelede dat ik uit de Groote Woestijn in het meer b schaafde leven was gekomen. Vier jaren lan sinds mijn een-en-twintigsten verjaardag, h; ik van den eenen stam naar de anderen g m ——ai^^—mcmataamm—bkm w* i zworven ; ik had op groot wild jacht gemaakt de gewoonten van de inboorlingen leeren ken nen. Hier leidde ik, vergelijkenderwijs gespro i- ken, een weelderig leven. De Atherstones, aai wie de hoeve toebehoorde, hadden mij harte !. lijk welkom geheeten, gedeeltelijk omdat zi; verre bloedverwanten van mijn moeder waren s en misschien ook om redenen in hun eigen be e lang, d Kraohtige jonge blanken, in staat om op eei 't hoeve behulpzaam te zijn, waren er toen in di Karro niet veel. Welke redenen er echter ool in het spel mochten zijn, in die veertien da n gen was ik mij geheel thuis gaan voelen ej a had ik mij reeds nuttig weten te maken. George was een flinke huisjongen, en in te genstelling met Klaas, mijn eigen Hottentot schen bediende, koolzwart. Hij was een slaai ■ in het gezin opgegroeid, en zoo gevoelig vai aard als een inboorling maar zijn kan. Toe: ik hem uitlachte, werd hij stil, sloop naar d keuken, bracht mij mijn pijp en stopte dit ir Si11? weer heen om een gloeiende kool te ha len, en stak, die van de eene hand in de andc ' re nemend, de pijp aan ; toen begon hij wee , te goetsen. Het roode zonlicht bescheen de rotsrand niet meer en het eind van het eilan stak donker en purperkleurig af tegen he groen en oranje van de lucht. De korte wii ik terda« was bijna voorbij. Een eenzame reigt vloog aan den waterkant op, met de poote . langs het water strijkend en zeer langzaai T , door den rooden gloed vliegend. Toen was a s- les stil. ^ ^George, begon ik Kveer, na zwijgend ee: n paar trekken gedaan te hebben, zijt gij w e' eens op het eiland geweest î g, — Neen, Baas, zegde hij haa&tig en vas id beraden, alsof hij een onaangenaam onde e. werp liever liet varen. — Weet gij er iets van 1 — N—neen, Baas. Dit kwam er langzaam en weinig overtui-gend uit. — Kom, jongen, zegde ik, wrevelig over I zijn houding, waarom speelt gij nu verstopper-, tje? Pas op ! Vertel mij al wat gij weet, en een beetje gauw ook. —Baas, zegde George, mij levendig aankij-i kend, Lumkile is hier. ï Wie de inboorlingen van Zuid-Afrika kent, ^ weet, dat zij meesters zijn in de kunst om iets te verbergen. Nooit komt men van hen iets te î weten, wa,t zij om de een of andere reden willen verzwijgen. Men kan redeneeren, of vleien of dreigen, of omkoopen — als hun wantrou-wen eenmaal is opgewekt, hoort men altijd , wel iets, maar zeker niet de waarheid. Beproef i het liever langs een anderen weg, dan het tôt i een onwaardig uiterste te laten komen. Ik was e even blij als George voor de afleiding. , — Heel goed, breng hem hier, zegde ik. George borg zijn tin weg, dat blonk als zïl-ver, schonk een geurig kop je koffie in, en r bracht het uit de keuken met een bros be-n schuitje op het Jschoteltje ; met eerbiedige d vooziohtigheid overhandigde hij het mij, alsof t hij zeggen wilde, ik kan het niet helpen, Baas, i- wees niet boos op mij, en ging toen heen. ir Een oogenblik daarna stond een heel oude n Kaffer voor mij. j1 — A'Nkosa, zegde hij bij wijze van groet, de rechterhand opstekend, terwijl een zonder-ling lachje over zijn gezicht vloog. Inkosana a weer te zien, is als het aanbreken van den ïl morgend. t- (Wordt voortgezet.) r-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods