Het tooneel

967 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 05 May. Het tooneel. Seen on 28 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/d21rf5mb2p/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Het Tooneel I 2e Jaargang Nr 34 — 5 Mei 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem JÇomnklijke Jvederlandsche àchouwburg. Het opgevoerd Werk en onze Artisten Het moet voor een tooneelbestuurder wel een moeilijk moment zijn, wanneer hij, alleen geze-ten, zich de vi'aag stelt: Wat zal ik mijn puBliek toekomend seizoen voorzetten? Zal het met mijn speelplan tevreden zijn ? Zullen de nieuwe stuk-ken succès hebben en de heropvoeringen nog in den smaak vallen? "Van den bijval van een nieuw werk is men bij-na nooit zeker, zelfs niet van een dat in den vreemde met welgevallen door het publiek is aan-vaard. Tooneelwerk dat bij een «première» ge-vallen is, kan na eenigen tijd, wanneer het weder voor het voetlicht komt, heel anders ontvangen worden. Dat zijn zoo van die raadselachtigheden die men vaststellen kan, maar waarvan de oorza-ken dikwijls heel moeilijk zijn op te sporen. Het tegenovergestelde gebeurt ook wel: werk dat een succès van belang beleefd heeft, valt la-ter door de onverschilligheid van het publiek. — Daarbij komt dan nog de kwestie van den door het publiek geliefden acteur of beminde actrice. Een groot artist kan in een onbenullig stuk zijn overwegend talent heel dikwijls doen gelden en daardoor het stuk redden. Sardou verstond heel goed de kunst om voor een of twee gekende tooneelspelers of speelsters te werken en op die manier schatten te verdienen. Sarah Bernahadt heeft met eenige van zijn goed - aangekleede «lraakjes» de vereld rondgereisd. Een stuk van Sardou, waar de hoofdrol in vervuld wordt door een minderwaardig artist, heeft weinig kans te gelukken. Een speelplan kan ook onuitvoerbaar blijken door het succès van een stuk waar niemand zich aan verwachtte. De goede directie kan dan ook aan den drang niet weeistaan en meerdere opvoeringen voldoen den smaak van het publiek en vullen de kas. Dat is veeltijds het geval met werken door Heijermans met den naam van broodkunst ge-doodverfd. En al s gevolg van dit succès moeten natuurlijk andere stukken blijven liggen en gera-ken wel eens voor goed in den vergeethoek. Het zijn vooral de beste werken, met wezenlij-ke kunstwaarde, die dan doorgaans geslachtofferd worden. Over het speelplan van ons seizoen hebben wij in ons vorig artikel reeds gesproken. Enkele werken waar we op gerekend hadden zijn blijven liggen, maar we hopen dat die toekomend seizoen wel aan de beurt zullen komen. De directie heeft niet ongelukkig geweest in de samenstelling- van het repertorium. Er is werk opgevoerd dat op een zeer hoog kunstpeil gtaat en dat slechts op de eerste-rangs-tooneelenkornt. Begrijpelijkeiwijze kregen we ook comedies die meer in den volkssmaak vallen en die toch ook op de groote scènes niet versmaad worden. Er is dus eklektiek te werk gegaan en voor ieders ga-ding werd er gezorgd, zoowel voor wie van zui-vere kunst houden als voor hen die aan meer po-pulair tooneelwerk de voorkeur geven. Wij hebben schoone, zeer schoone opvoeringen mogen bijwonen van kunstwerken : «Parisina», «Kleine Menschen», «Het Zevende Gebod», «De Opgaande Zon», «Ghetto», «Koning Hagen», «Me-vrouw Warren's Bedrijf», «Het Meisje van Arles», «Spoken» en «De Rechte Lijn», vielen alge-meenj in den smaak en werden voor voile zalen gespeeld. Ook de werken van Bataille hadden een dankbaar publiek. Wij zeggen een dankbaar publiek, en niet ten onrechte: de artisten hadden niet te klagen over de stemming der toeschouwers. Deze waren niet gierig met hun bijvalsbetuigingen als er goed werk geleverd werd. De opvoeringen die een diepen indruk maakten mogen we hier wel opsommen : «De Opgaande Zon» van Heijermans, alsook «Het Zevende Gebod» en «Op Hoop van Zegen» van denzelfden schrijver. Vooral het eerste werk van den groaten Nederlandschen dramaturg, dat wij als zijn mees- I terwerk aanzien, werd door het publiek ten zeer-ste op prijs gesteld. Het gaf aan Piet Janssenr de gelegenheid de lijst van zijn glansrollen te verrijken met een eenheid van kapitale waarde. Noch zelden zagen wij onze groote dramatische artist zoo zeker van zijn stuk en zoo rolvast. Hij wist al de schakeeringen van die grootsche figuur van Mathijs De Sterke op meesterlijke wijze uit te beelden. Het was voorzeker het schoonste suc-ces dat Piet Janssens met dien roi behaalde tij-dens het afgeloopen seizoen. Bij de beoordeeling schreven we dan dat hij slechts te willen had om prachtige prestaties te leveren. Het groot, aan-geboren talent is er en als hij maar rolvast is, volgt de rest van zelf. Maar dat was niet altijd het geval, ongelukkiglijk en wij hebben dan ook de waarheid niet verzwegen, zooals dat een on-partijdig critikus behoeft te doen. Wij geven hem den goeden raad toekomend seizoen, als hij nog deel uitmaakt van ons gezelschap, niet uit het oog t© verliezen, dat rolvastheid de eerste voor-waarde is voor ieder tooneelkunstenaàr. Ook met «Koning Hagen», het treurspel in verzen, van Hubert Melis, dat een kolossalen bijval bekwam, — heeft Piet Janssens getoond dat hij aile rollen, hoe zwaar en moeilijk ook,gerust mag aandurven. In de twee wp]ken van Heijermans «Het Zevende Gebod» en «Op Hoop van Zegen» toonde Mevr. Noterman ons al de gaven van haar schoon talent. In het eenvoudige, moderne genre voelt deze actrice zich het best op haar gemak en toont zij een groote natuurlijkheid in de uitbeelding.Als «Kniertje» en als «Lotte», twee zeer verschillen-de rollen, was zij waarlijk onverbeterlijk en haar succès telkens even groot. «De Rechte Lijn» van Fabricius, om bij de oor-spronkelijke werken te blijven, was een succès voor den schrijver en een triomf voor den voor-naamsten vertolker : Gustaaf Cauwenberg... Met de hoogst moeilijke uitbeelding van de figuur van «Wilko De Hond» bereikte onze sympathieke eerste roi het toppunt van zijn kunnen. Nog andere glansrollen kreeg hij in 't verleden op zijn aktief, maar met die Aan «Wilko De Hond» kwam hij tôt een hoogte welke maar weinig tooneelartis-ten bereiken. In het heele stuk was hij bijna niet van de planken en al het gewicht had hij te dra-gen. Maar hij heeft het dan ook gedaan met een kracht en een soepelheid die wonderbaar mogen heeten. Zijn «Wilko De Hond» zal altijd een zij-ner schoonste creaties blijven of misschien wel de schoonste. In de rij der vreemde werken bekleedt voorzeker «Spoken» de eerste plaats, onmiddellijk ge-volgd door «Mevrouw Warren's Bedrijf». In die twee meesterwerken heeft het groot dramatisch talent van Mevrouw Dilis - Beersmans zich vol-uit kunnen ontwikkelen. In het werk van Ibsen was zij de gedktingeerde vrouw en liefhebbende moeder, in dit van Shaw, de waardin der publieke huizen en toch weer de moeder. Hoe verschillend wist zij die twee meesterlijk geteekende figuren tôt hun recht te brengen! Wat prachtige dictie, wat wonderschoon geluid en wat voornaamheid in mimiek en gebaren. Bij het schrijven dezer regels denken wij nog altijd aan het slot van het derde bedrijf vàn «Spoken», waar zij al de vertwijfeling van haar gefolterde ziel en de smarten van haar moederhart op de aangrijpendste,harstochtelijkste wijze wist uit te beelden en te doen meevoelen. En wat heeft zij niet weten te maken van die akelige «Onbekende Vrouw», waar zij de titelrol in vervuld heeft, als weinig Nederlandsche artisten haar die zullen nadoen. Wij zagen toen wat een groote artiste vermag om de toeschouwers te ontroeren zonder daarbij maar een enkel woord te spreken. En in al haar prestaties, wat onver-stoorbare zekerheid en rolvastheid! Het zou onbillijk zijn over «Spoken» te spreken, zonder onmiddellijk ook te gewagen van het cnvergetelijk talent, waarmede heer Bertrijn de roi van Oswald gespeeld heeft. Zooals hij dat ge daan heeft tijdens het afgeloopen seizoen, deed hij het nooit te voren en wij kunnen ons wel niet voorstellen, dat een ander zeer groot artist misschien tôt dezelfde hoogte zou geraken, maar het beter te doen, is doodeenvoudig ondenkbaar. Heer Bertrijn heeft grootere rollen vervuld, heel het seizoen door, het gansche Fransche repertoire heeft hij meegespeeld en daar al de gaven in ten toon gespreid van zijn schoon talent, maar zooals hij «Oswald» heeft weergegeven, op het einde van het laatste bedrijf, was het ontegenzegg'elijk het werk van een echten rasartist. En nu komen we eindelijk, last not least, aan Mevrouw Bertrijn, «l'enfant gâtée» van het publiek. Zij heeft, om zoo te zeggen, niet van de planken geweest. En als wij daar zooeven spreken van de kunstwerken : «De Opgaande Zon» en «Mevrouw Warren's Bedrijf» zou het een on-vergefelijke zonde zijn, niets te vermelden over hare recht gelukkige uitbeelding van «Sonja» in het werk van Heijermans en «Vivie» in dat van den genialen 1er. Maar haar groote successen behaalde zij ontegenzeggelijk in het Fransche repertoire : — «.De Naakte Vrouw», «De Dwaze Maagd» en «Het Schandaal» van Bataille. Hare creatie in «De Dwaze Maagd» maakte vooral op-hef.Ook in «Margaretha Gauthier», «Het Slachtof-fer» en «Zaza», was zij onvergetelijk. In dit repertorium werd zij in de perfectie bijgestaan door haar echtgenoot, die zich los en soepel weet te bewegen in die stukken waar het er vooral op aan-komt blijk te geven van een zeldzame planken-vastheid.Cauwenberg viel niet minder te prijzen in «De Hinderlaag», waarin hij de aartsmoeilijke roi van den ingenieur te vervullen had. Wij zouden nog heel lang willen uitwijden ovei-de mooie rollen die door de eerste-rangs-artisten vervuld werden, maar het zou ons te verre leiden. Het ensemble was in de meeste opvoering-en uitstekend. Om die eenheid van spel te verkrijgen moesten natuurlijk de twee-plans-rollen van zeer goede gehalte zijn. En dat was heelemaal het geval. Heer Gorlé heeft heel het seizoen door goed spel geleverd, rolvast en soepel. Maar zijn mees-terstuk blijft ongetwijfeld de roi van grootvader in «De Opgaande Zon», prachtig van uitbeelding en typeering. Mevr. Ruysbroeck heeft zich op heel bijzondere wijze onderscheiden. Zooals zij «Engel» gespeeld heeft in «Het Zevende Gebod» en Sarah in «Ghetto», zal haar dat wel niemand nadoen. Altijd ken-de zij hare roi in de perfectie en haar typeering was voortdurend in verhouding. Ook haar echtgenoot viel dikwijls in den smaak van het publiek en zijn «reeder Bos» in «Op Hoop van Zegen», zijn Stuifzand in «De Opgaande Zon», Meyer in «Ghetto», zijn rollen die hem op het voorplan brachten. Wat meer rolvastheid in andere rollen zou noehtans niet geschaad hebben. De nieuwe aanwinst van het seizoen: heer Van Thillo, is buitengewoon meegevallen. Deze jeugdige kracht staat voorzeker een zeer schoone toekomst te wachten en wij hopen maar dat, tijdens het komend seizoen, werk van groo-teren omvang haar zal toevertrouwd worden. De heer Van Thillo is een werker die liefde heeft voor de «carrière» en die het aan goeden wil niet ont-breekt. Zijn physiek is sympathiek, de dictie heel klaar en duidelijk en als het spel nog wat le-niger wordt, mag hij de zwaarste rollen aan. Mej. Bertrijn heeft veel vooruitgang gemaakt. In de spelen van Maurits Sabbe is zij wezenlijk onnavolgbaar en in «De Kleine Lord» behaalde zij een succès van belang. Heer Van de Putte mogen we ook complimen-teeren om de vorderingen die hij gemaakt heeft. Stilaan maar zeker baant hij zijn weg en komen zal hij er voorzeker. Mej. J. Janssens, ook een aanwinst, heeft de verwachting niet teleurgesteld. Wat meer warmte in dictie en mimiek en de vorderingen zullen dan wel volgen. De kleinere rollen waren goed gestyleerd en schaadden nooit het ensemble. En nu hopen we maar zoo weinig mogelijk ver-geten te hebben, wat in een kort relaas, over een zoo gewichtig onderwerp, heel goed mogelijk zou zijn. DE SLET Spel van liefde en opoffering, in één voorspel en drie bedrijven, door LODEWIJK SCHELTJENS. Gust Janssens' Tooneeluitgaven. Nr 1. Het jongste werk van Lodewijk Scheltjens geeft blijk van grondige tooneelkennis. Men merkt onmiddellijk dat de schrijver heel goed het milieu gadesloeg, waar zijn personnages zich in bewegen; menig karakter is met vaste hand geschetst, en voor elk bedrijf — behalve het laatste — werd voor een pakkend slot gezorgd. Het onderwerp, echter, is verre van nieuw ; het wedervaren van een gevallen meisje werd, inderdaad, reeds zoo menigmaal, — en onder aile vormen, — voor het tooneel bewerkt, maar Scheltjens' «Spel van Liefde en Opoffering» — zooals hij het noemt — mangelt het niet aan eene zeke-re originaliteit en dit zal — volgens onze be-scheiden meening — een der factors zijn van zijn succès. Zeker vertoont het stuk zwakke zijden, en komen er toestanden in voor, die zijn aangebracht, door wat men in 't Fransch met het eigenaardige «ficelles» betitelt. Maar laten we eerst een be-knopten inhoud geven van «De Slet» om des te beter onze bewering te staven.»-* * * Mite, de dochter van Free Key, pachter van het Berkenhof, werd destijds door den eigenaar dezer hoeve, zekere heer D'Hooghe, bedrogen; — een zoontje is uit deze betrekkingen geboren. — Door haar vader en broeders verjaagd, heeft zij zich als, opkoopster, van lompen in een naburig dorp gevestigd, en zwoegt hard om het schamel bestaan voor haar en haar zoontje Edmond. Als het stuk begint — in het voorspel dus, — vinden wij Mite in heur armoedig kamertje bezig met vodden te sorteeren. Vinus Key — haar oom en peter — een zwakkeling, die vroeger zijn nichtje tegen het ruwe geweld van haar huisge-nooten niet dorst beschermen, komt, na acht jaar, verzoeken hem te vergeven, wijl hij zich tegen-over haar zoo onwaardig gedroeg. Hij kondigt haar het afsterven aan van D'Hooghe, haar vroe-geren verleider, die denzelfden dag werd begra-ven. Vinus wil Mite helpen, doch deze, die het-zelfde stijfhoofdig karakter bezit als haar vader, weigert de honderd frank, die hij haar als hulp aanbiedt, en wijst hem de deur. Vinus vertrekt, maar laat het bankbriefje op de tafel liggen. — Twee buurvrouwen, gekomen om wat ouden rom-mel te koopen, bemerken het geld en leiden er uit af, dat de vreemdeling om gansch andere re-denen Mite kwam opzoeken. Na hun vertrek ver-brandt ze het bankbriefje. — Dore Storm, de oude vrijer van Mite, treedt binnen om eenige vodden te verkoopen. Negen jaar geleden is hij het dorp ontvlucht na D'Hooghe, tijdens een twist, een messteek te hebben toegebracht. Hij verkeer-de in den waan zijn tegenstrever te hebben ge-dood. Al den tijd van zijne afwezigheid heeft hij op zee gevaren. Het toeval heeft hem naar hier geleid, want hij weet niet eens dat Mite Key hier woont, noch wat met haar geschiedde na zijn vertrek. Dore herkend Mite en verneemt de droeve waarheid uit den mond van Mite zelf; hij verwijt ze haar gedrag en wil weer weg, maar op hetzelf-de oogenblik komt de kleine Edmond met verhak-kelde kleeren binnen gestormd. Men heeft hem geslagen omdat hij zijne moeder wilde verdedi-gen, die men «Slet» had gescholden. — De twee vrouwen van daar straks hebben de dorpelingen tegen Mite opgeruid; het draait uit op een relle-tje. De veldwachter, — die aan Mite het bevel komt brengen het dorp onmiddellijk te verlaten, omdat zij zich,volgens de openbare meening,aan ontucht plichtig maakt, — wordt door Dore Storm de deur gewezen. Dore zal zorgen voor Mite en haar zoontje. Het eerste bedrijf speelt 20 jaar later, — begin Augusti 1914. — De oorlog is verklaard. Mite is gehuwd met Dore Storm — die intusschentijd ge-storven is. Haar zoon Edmond is een bekwaam landbouwingenieur geworden, en verliefd op Ju-lia, de dochter van D'Hooghe. Edmond weet echter niets af van zijne bloedsverhouding met Julia. Wij bevinden ons bij de Weduwe D'Hooghe,die nog een zoon heeft, — Raymond — een slechte kerel, die de jong-e meid — Wiesje Key, een nichtje van Mite, — heeft onteerd. Hij ontvlucht het ouderlijk huis om te deserteeren, daar hij zijn oproepingsbrief voor het Ieger heeft ontvangen. Het tweede bedrijf brengt ons in het laborato-rium van Edmond. Deze laatste heeft het voile vertrouwen gewonnen van de Weduwe D'Hooghe, die Julia zendt om hem raad te vragen. Het meisje verneemt, door den broeder van Dore Storm. — Flip — de geschiedenis van Mite, en stelt voor aan Edmond, pachter Free Key, met zijne dochter te verzoenen. Mite, die tijdens het onderhoud binnen komt, verzoekt Julia- het huis te verlaten. Edmond eischt uitleg van zijne moeder, die na lang aarzelen verklaart dat de vader van Julia haar verleider was. Het derde bedrijf leidt ons bij Free Key, die zeer lijdend is. Julia wil den ouden man — die van zijn dochter nog altijd niet wil hooren spreken, — overhalen haar te vergeven, maar Free sterft vooraleer hij zich met Mite heeft kunnen verzoenen. Het doek valt op de vraag van Edmond:, «Moeder, zult ge nu nog langer voor zoo-veel goedheid koud blijven?» waar Mite op ant-woordt, terwijl zij een zoen drukt op het voor-hoofd van Julia: «Braaf kind! Ailes is vergeten... en vergeven!...» * * * Het einde van het stuk komt ons eenigszins vreemd voor; het is moeilijk uit te maken wat schrijver's bedoeling was, want, achter het slot van «De Slet» moeten wij een groot vraagteeken zetten en bij de vertooning zal dat raadsel ont-stemming wekken Het karakter van Free Key schijnt ons niet heel logisch. Tôt 't laatste toe "blijft hij aan zijne dochter zijn wrok betoonen over haar val, wijl hij zelf toch een der grootste schuldigen is. Zegt Mite niet tôt Dore Storm in het voorspel : «Hoor mij eerst aan, Dore.-. Toen ge wegliept was ik nog onschuldig... Dat zweer ik u... DORE. — En dan? MITE. — Zoolang- ge in 't dorp waart, voelde ik mij sterk... maar toen dwongen mijn vader en mijn broeders mij... wekelijks boter en eieren bij D'Hooghe aan huis te brengen... Ik ging... en... ho! (Zij valt huiverend op een stoel neer.) DORE. — En?... MITE. — Na den eersten keer weigerde ik er nog binnen te gaan .. Vader schold mij voor leu-gentong... en dat ik om uwentwille... DORE. — Verder... verder!... MITE. — Mijn broers vielen mij op 't lijf... Ik beet -- ik krabde... ik kroop weg in de stallen... Eindelijk overwonnen gaf ik toe... ik ging terug... 'k Had geen zinnen meer... (Hare stem gaat over tôt een zinneloozen grijnslach.) Ha! ik gaf in ailes toe;._. 'k leefde in een helschen droom... 'k Had geen lijf meer... geene ziel, niets... niets! DORE. — Verdoemd, dat hij nu dood is! MITE. — Toen ik een tijd later aan moeder mijn ongeluk uitschreide, brak het onwëer los--. De brave duts durfde 't voor vader niet verzwij-gen... Hij verweet mij, dat ik een deftig man van iets durfde besehuldigen, wat ik met een ander... Hij wierp mij buiten de deur... daar verjoegen mijn broeders mij met hunne hooivorken...» Ook is het opvallend dat men, van af het eerste bedrijf, immer spreekt van den «ingenieur Edmond», zonder ooit zijn familienaam te noemen: Heet hij Key of Storm?... Bij nader onderzoek blijkt de schrijver hiertoe genoodzaakt, wou hij het drama mogelijk maken, anders zou Mevrouw D'Hooghe en hare dochter Julia onmiddellijk ge-weten hebben dat Edmond, de pleegzoon was van hem die eens Heer D'Hooghe bijna vermoordde. In zijn geheel genomen is «De Slet» geen on-verdienstelijk werk, en zonder een meesterstuk te wezen, staat het toch merkelijk hooger dan menig oorspronkelijk werk dat we de laatste jaren te zien kregen en de taal is veel beter dan in de vo-rige werken van Scheltjens. De schrijver heeft zijn Benjamin opgedragen aan Mevr. Hubert Melis, in de volgende bewoordin-gen: «Aan Mevrouw Hubert Melis, de rechtgeaar-de, bescheiden Vlaamsche vrouw, de brave moeder en kloekmoedige echtgenoote, die zoo roerend haar talentvollen echtgenoot terzijde staat in zijn streven tôt verheffing van ons volk... zij dit, mijn jongste werk, met diepe vereering opgedragen».«De Slet» is het eerste in de reeks tooneelwer-ken die de drukker-uitgever Gust Janssens in het licht zendt. Het is een lief boekdeeltje, keurig ver-zorgd en met veel smaak gedrukt. Gust Janssens haalt eer van zijn werk. C. W.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het tooneel belonging to the category Culturele bladen, published in Antwerpen from 1915 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods