Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

990 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 07 April. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Seen on 26 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/jq0sq8rj61/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

7 April 1917 Nr 14 40e Jaarg-ang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen INSCHRIJVINGItPRMS Yoor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Yoor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgond.— M en teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vôôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsook de aankondigingen. Afzonderlijke numrnsrs Tan dit blad zijn ta bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummjr. AANKONDIGINGœiV Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen by overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de A.geneie H4VAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele CftrnotplaatR (Laar) dor^erhout'Aiitwerpen Fortuin en Zelfbehoud Velen die vroeger niet wilden geloo-ven dat fortuin of rijkdom veel zorgen baart en niet zoo schoon is in werkelijk-heid als in schijn, hebben thans de ondervinding van die groote waarheid opgedaan. Het is immer de midden-stand geweest, tusschen rijkdom en armoede, die het meest op rust kon rekenen, omdat hij desnoods niet veel te verliezen had en dus minder vrees moest hebben voor de toekomst en minder moest denken op zelfbehoud. » * « Kleine en groote fortuinen hebben thans hunnen toi aan de nieuwe toe-standen moeten betalen. Buiten het feit dat die fortuinen fel verminderd zijn in waarde en kracht, is het behoudene of overgeblevene tegenover de buiten-gewone duurte van aile levensbehoef-ten, ook minder waard. Langs aile kanten worden rijkdom en fortuin ingebeukt, hetgeen de vergankelijkheid van hunne vastheid doet gevoelen en het bittere van het leven. * * * Velen zijn daarom minder gehecht geworden aan rijkdom en fortuin en zouden hun bezit of hun inkomen groo-tendeels willen ten dienste stellen van de algemeenheid, van de noodlijdenden, indien zij daarmede de algemeene ellende konden verhelpen. Maar hier komt de bemerking, dat velen dit vroeger hadden moeten doen, wanneer die opofïering meer waarde had en wanneer er met hetzelfde geld tienmaal meer kon verricht worden dan heden ten dage. * * # Die opwelling van weldadigheid en tegemoetkoming is een tegenhanger van de thans heerschende zucht naar geld, die den woeker aanwakkert en aller-hande levensmiddelen tôt ongehoorde prijzen doet stijgen. Dit is niet alleen eene benadeeliging en ondermijning voor lien die nog geld hebben en zich eenigszins uit den slag kunnen trekken, maar nog meer voor de noodlijdenden die daardoor minder liulp kunnen ontvangen of minder kunnen bekomen voor het weinige geld waarover zij beschikken. * * * De opdrijvers van prijzen, zoowel de woekeraars als degenen die voor hun eigen levensmiddelen trachten te bekomen door het aanbieden van zotte en overdreven sommen, zijn menschen vol ikzucht en onmenschlievendheid. Zij werken en handelen enkel voor zich zelven, zonder na te denken dat zij er bijzonder noodlijdende medemenschen door treffen, want deze zijn grootendeels de slachtoffers van die opdrijverij en die zucht naar zelfbehoud. #** Het nadeel dat deze lieden aan de algemeenheid toebrengen, zal niet van voorbijgaanden aard zijn. Vele jaren zullen er noodig wezen om dit kwaad te herstellen en indien die lieden nog eenig geweten hebben, zullen zij lange jaren onder de wroeging moeten buk-ken. Ten andere, de fortuinen op die wijze vergaard, zullen een brandmerk drukken op hunnen naam en zulke fortuinen zullen geene rust of tevreden-heid bezorgen aan hunne bezitters,-wanneer de tijd van vrij spreken zal terug gekomen zijn. * * * In de wereldgebeurtenissen dezer laatste jaren zijn menige fortuinen eensklaps verloren gegaan, en er wierd wel eens gevraagd : « hoe waren die fortuinen ontstaan of gewonnen ? « \ Aldus wilde men te verstaan geven, dat menige dier fortuinen niet op een eer-lijken grondslag gevestigd waren : dat hun oorsprong betwistbaar was en op hen toepasselijk kon gemaakt worden het gekende spreekwoord : « onrecht- vaardig goed gebenedijdt niet. « * * * Voor 't oogenblik blijven woekeraars en andere fortuinnajagers op al die opwekkingen tôt eerlijkheid en mensch-lievendheid, zoo hardhoorig als ver-steende booswichten; zij zijn als Judas tegenover Christus ; zij zijn Judas tegenover het volk. Niets schijnt hen te kunnen bewegen en zij gaan hunnen weg, misprijzende aile wettelijke en godsdienstige voorschriften. Wet, reclit en godsdienst heeft bij hen niets te beteekenen, van den oogenblik dat zij hunne geld- en ikzucht willen be-vredigen.♦ * + Hoe schooner is tegenover dit afkeu-renswaardig gedrag de gelatenheid van grooten en kleinen, die zich de handen niet willen bezoedelen door geldgewin, maar integendeel immer genegen zijn hunne lijdende medemenschen te helpen ten koste van hun eigen bestaan en van hunne fortuin ! Die goede burgers en medemenschen zullen met welgevallen op hunne goede daden kunnen neerzien en niet moeten betreuren dat hunne fortuin is verminderd. Tegenover dit stoffelijk verlies hebben zij eene zedelijke aanwinst gedaan, waarvan de waarde Dnschatbaar is en die hunnen naam zal doen zegenen door aile lieden van ^oeden wil. J. L. DE TOESTÀiiD HIEi £H ELPEUS NEDERLAND. — De besprekingen en jeknibbelingen betreffende de grondwetsherzie-ling ia Nederland, bijzonder nopens de even^ 'edige vertegenwoordiging, leeren ons, Belgen, îiets nieuws. Ailes wat tegen dit kiesstelsel jangevoerd wordt, is in België insgelijks in ienzelfden zin bepleit geweest. De oud-minister Van Houten vindt het namelyk slecht, dat de dezers belemmerd worden in hunne keus, door le macht aan kieskomiteiten toegekend. Deze nogen de kandidaten rangschikken naar hunne joesting en op voorhand beslissen wie er stellig :al gekozen worden. Dus juist gelijk dit in 3elgië het geval was. Kamerleden die tôt. I VJinister benoemd worden, zullen niet meer aan j lerkiezing onderworpen zijn. De verplichte jj itemming wordt insgelijks ingevoerd, zoodat de S dezers zullen gestraft worden wanneer zij aan \ ;ene kiezing geen deel nemen, terwijl de | îamerleden uit de Kamerzittingen mogen weg j îlijven, hunne plichten verzuimen en aan j inderen den wetgevenden arbeid beletten, j sonder eenige straf op te loopen. Of al deze \ >pwerpingen wel iets zullen gekort zijn, is \ sterk te betwijfelen. Daar zijn er te veel die j jersoonlijk belang hebben bij de nieuwe rege- ' ing, zoowel partijbelang als geldelijk belang, : îu bijzonder dat de Kamerleden een pensioen :ullen bekomen. Dit laatste bestond zelfs in j 3elgië niet. Alleen voor behoeftige weduwenvan îamerleden wierd nu en dan al eens een pensioen gestemd, dat geen recht was en immer i lerroepelijk kon zjjn. j RUSLAND. — De uitroeping der Republiek n Rusland, zal denkelijk aanleiding geven tôt let onafhankelijk bestaan van een aantal vol-seren, die tôt heden onder de alleenheersching /an den Czar stonden. Die volkeren met afzon-lerlijke Staatsbesturen, zouden met Rusland ;én Bondstaat vormen, gelijk zulks het geval ; s in Duitschland en Oosienrijk, alsmede in de ^ereenigde Staten van Amerika. Rusland is te ; ;root om door een enkel bestuur goed beheerd j ;e worden ; eene goede en redematige indeeling ?an verscheidene Staten zou tôt betere uitslagen eiden. —o— FRANKRIJK. — Het Ministerie-RiBOT, pas langesteld, heeft reeds met moeielijkheden te tampen. Een uitvoerverbod door dit Ministerie îitgevaardigd, verbod dat nadeelig was voor & den Pranschen handel en de Fransche nijver-heid, is door het Ministerie moeten ingetrokken worden. —o— SPANJE. — De moeielijke toestanden ver-wekt door den wereldoorlog, zijn in Spanje zeer gevoelig. Daarbij komt het ongeduld vau velen, die door werkstaking dreigen. De voorzitter van d#n Ministerraad is in onderhandeling getreden met de leiders, ten einde te bekomen dai zij van hun voornemen zouden afzien tôt na den oorlog, des te meer daar er aan de eischen der werklieden in dezen oogenblik feitelijk geen gevolg zou kunnen gegeven worden. Intusschen mag het opmerkelijk heeten, dat de binnen-landsche toestanden in aile landen in orde zijn gebleven, dank aan de kalmte en gelatenheid van 't volk. Van hunnen kant deden de over-heden al wat mogelijk was, om het volk te helpen en in goede wegen te houden. De Gousvrede wierd overal goed bewaard ; alleen hier en daar gaf hij aanleiding tôt willekeur en machtmisbruik, vooral in mindere besturen. Pàx UIT DE GAZETTENWERTTD Het is stellig dat na den oorlog de politiek en het Staatsbeheer in vele landen eene heel andere wending zullen moeten nemen. Dit is ook het geval met de drukpers. Vele bladen zullen eene andere richting aan hun optreden moeten geven. De groote en onveranderlijke grondbeginselen van vroeger zullen meestal gebandhaafd blijven ondanks die nieuwe richting, maar zij zullen niet meer het eigendom zijn van eene erikele partij. Om die reden zijn nu reeds eenige groote bladen van naam of titel veranderd, om die nieuwe richting aan te duiden. Het zal echter lang een tasten en zoeken zijn om den rechten weg te vinden. Voor hen echter die in ailes enkel de rechtvaardigheid beoogen en afstand doen van aile eigenbelang, zal dit zoeken niet zoo moeielijk zijn. De rechtvaardigheid blijft één en onverdeelbaar, 't is eender op welk gebied zij zich doet gelden : op politiek, op godsdienstig, op wetenschappelijk, op mensch-lievend of al ander gebied. In vele zaken zal de naam dus veranderen, maar het doel zal hetzelfde blijven. Hildebrand Yoor Denkende Menschen I. Enkele O verwegingen VII We zijn — scbijnbaar — zoo wat van ons streven om ons overbodig te maken afgeweken, hoewel we er steeds bijbleven, doch ons bij de eerste jeugd beperkten. Want de grondslag ligt hier in de zelfwerhzaamheid en den zelf-durf der kinderen, en die hoedanigheden moeten we vooral in hen ontwikkelen, zonder hen daarom tôt lialsbrekerijen aan te zetten. Het is een dwaze gewoonte, waaraan ook wel opvoedkundigen van naam en faam in meedoen, te meenen dat de volwassenen daar zijn om het pad der jeugd te vereffenen en met rozen te bestrooien. Zeker is het aangenaam de jonge jaren van onze, van aile kinderen zoo rijk en zoo genotvol mogelijk te maken ; doch dat wil niet zeggen dat de middelen, die men er toe aanwendt, de goedkeuring verdienen van den gezond-denkenden mensch, die in de zaken thuis is. Wie er aan houdt aile moeielijkheden uit den weg te ruimen, legt zijn kinderen den grootsten struikelblok, dien ze ooit kunnen ontmoeten, op de levensbaan. Want zulke kinderen zijn niet geoefend voor het leven ; zij weten niets van al wat za later zullen moeten overwinnen, willen ze hunne plaats onder de zon waard zijn ; zij worden niet opgeleid tôt den levensstrijd, maar tôt h8t verblijf in het legendarisch luilekkerland. Wil dat nu zeggen dat ik verlang het pad der jeugd met steenen bestrooid te zien ? Verre van daar : alleen maar dat men niet al te bezorgd zy om aile steentjes op te ruimen, om het kind over aile moeielijkheden heen te dragen op de koesterende ouderlijke armen. De natuur is een heel verstandige moeder, en de struikelsteenen difl zij op den weg der jeugd strooit, zijn op de jeugdige krachten berekend. En waar dit, in bijzondere omstandigheden, eens met het geval is, daar kan immer het ouderlijk toezicht een helpende hand bieden. Maar dit enhel wanneer het hoog noodig is. Ik denk hier, by voorbeeld, op de wrijvin-gen, die tusschen de kinderen ontstaan gedu-rende den scbooltijd, wrijvingen die een onschatbaar nut afwerpen, omdat de hoekige gemoederen er door afgesleten worden, en er aanvang genomen wordt met de practische beoefening van 't maatsohappelijk verkeer. Het is allicht mogelijk, dat uw jongen eens in een vechtpartij gewikkeld wordt, of dat hij een i kneuzing oploopt. Wacht u dan echter wel als S wraaknemende — en heel partijdige — rechter op te treden, maar onderzoek de toestanden, of, indien ge er u niet bekwaam toe acht, verzoek den onderwijzer dit in uw plaats te willen doen. Blijkt er dan uit dat uw jongen ongelijk had, pu, dan is hij er alreeds voor gestraft ; in het tegenovergesteld geval moet ge hem enkel aanraden zelf trachten te vinden hoe de herhaling van zulk gérai te vermijden, zonder meer. 't Is slechts in ernstige gevallen dat ge als zijn verdediger moogt optreden : wanneer ge bemerkt dat hij niet opgewassen is tegen de moeielijkheden die hij ontmoet. We moeten kranige jongens hebben. Dat wil echter niet zeggen : vechtersbazen, maar jongens die vast en kloek in hun schoenen staan, die van geen klein gerucht vervaard zijn, en die niet bij 't minste voorval aan vaders jas of aan moeders rok komen trekken. Jongens die zijn wat ze zijn moeten ; die — zich toonen zooals zij inderdaad zich gevoelen, en dié doorzetten wat ze eens ondernomen hebben, die uitkomen voor hetgeen ze goed en edel vinden, zonder zich te storen aan spot of kletspraatjes ; jongens die, op verstandelijk gebied, niet terugdeinzen voor de moeielijkheden van eene opgelegde taak, maar er zich flink doorheen trachten te slaan, alleen, zonder hulp van vader of moeder, van oudere broeders of zusters. Nu kan het heel wel gebeuren dat uw knaap inderdaad een heel goede meening heeft in het opzettelijk of onopzettelijk doordrijven van iets, wat u, volwassene, heel verkeerd voor-komt. Maar dan moet ge rekening houden met het inzicht, niet met het feit zelf, en u tevreden stellen met te doen inzien hoe weinig inzicht en feit overeenstemmen. Zulk een liefderijke behandeling zal de beste vruchten afwerpen, en beletten dat in 't vervolg zich nog herhale wat gij komt af te keuren. Wij mogen nooit vergeten, dat « men moet leeren met schade of met schande... » ; en dat wordt, in betrek tôt onze kinderen, wel eens uit het oog verloren. Yours Vervolgt HET ZEVEUTAL « Wij kunnen er geenszins aan twyfelen, zegt de heilige Augustinus, en onze overtuiging is op vasta gronden gevestigd : dat de Heilige Schriftuur heilige getallen bevat, die vol mysterïèn zijn ; en wij kunnen er ons van overtuigen door diegene welke wy reeds ontdekt hebben. » Maar boven aile andere spant het geheimvol zevental zeker de kroon. Geen een (getal) komt men zoo dikwijls tegen in het Heilig Schrift ; ook is geen een dat zoo vele schoone verbeeldingen en verschillige bediedenissen in zich besluit. In het Oud zoowel als in het Nieuw Testament geldt de 7 als een heilig getal. (Exod. XX. u). God zelf bestemde den 7n dag tôt heiligdag : « Op den 7n dag heeft God gerust, en daarom ook heeft Hij den 7n dag gezegend en geheiligd » en aan zijn volk Israël voorgeschreven den 7n dag den Sabbath te vieren. De eerste dag der 7* maand was een heiligdag (Num. 29). Het 7e jaar was 't heilig jaar, het Sabbath-jaar, het jaar van ontslaging en vrijdom (Deut. 15) ; en na 7 maal 7 jaren, volgde het heilig Jubeljaar, 't jaar van voile kwijtschelding en effening (Lev. 25. 8). De drie groote hoogdagen der Joden. Paschen, Sinxen en het Loofhutten/eest duurden elk 7 dagen. Op het plechtig Paaschfeest wierd het onge-deesemd brood 7 dagen genuttigd ; 7 weken na Paschen, op het Wekenfeest of den Hoogdag van Sinxen offerde men 7 vlekkelooze lamme-kens van één jaar oud. In de 7e maand vierde men het vreugderijke Loofhuttenfeest tôt gedachtenis dat de kinderen van Israël, ten tijde van hunne veertigjarige reis en doling in de woestijn, onder hutten, van boomtakken en loofwerk gevlochten, gewoond hadden (Lev. 23. 34.) Den 7n dag van dit feest, deed men 7 maal in buitengemeene vreugd en bhjdschap den omgang van het Brandofferaltaar. (Gen. VII). Noë moest 7 paar van al de reine dieren en 7 paar van al de vogels des hemels in de ark leiden. Met haast moest hij zijn werk voltrekken, want God ging maar 7 dagen meer wachten vôôr dat hy zijnen regen over het aardrijk zou nederstorten, en na de 7 dagen begon het overvloedig te regenen. De 7* maand den 27n dag rustte (Gen. VIII) de ark op de bergen van Armenië. Vôôr dat Noë uit de ark trok, liet hij eene duif uit, tôt driemaal toe, die elke 7 dagen ver-scheen ; en God, tôt teeken van het eeuwig verbond dat Hij met Noë en zijne kinderen aanging, stelde in de wolken zynen 7-kleurigen regenboog. ï

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad belonging to the category Katholieke pers, published in Borgerhout from 1878 to 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods