Ons land

987 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 13 July. Ons land. Seen on 28 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/j09w08xg8k/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

*ri*rdt JjULrgaag, PRIJSi 5 CBJSTIEMÈ» 1S JaJS l*r ABONNEMEN-rSPItlJS • Per jaar . . . £ Voor 6 maatulen . .. 1.75 Voor 3 maaudejj ONS LAND " WJËËKBLAD Vot?;< il y r V LA A M S C li ti VOLK Ha--jBWgBi l i' 1.1 _ ? - «s* sfliri]»v lu tt» bti/«ïl« vso à.r .- Op«r«lt»ad ta SeUcet : U'j«UESTR*AT, n, \.yr\YMO\- ..swss-.w — |T,~i - — --- - ' '• WfcfcKISLAD VQQ;< « i , , JLAAMSCflii VOLK - . STAATKUNDE - WETENSCHAP - KUNST - T Ô Ô NEEL - ipfr c r *r r t n n c ~ ■STOHî.vœ=!S». & ^ i ' *-* jL I | JH jhf «V | J I \ ! il" "" ""' ' '" 1302 - 1918 rrHX^rr-zjtxr-i m. iiun—;■ ■ ■ »r, Vlamingen aller gezindheid, in 't oorlogsjaar 1918 hebt gij den roem-l lu SP°rensl1a8 herdacht. Uw gezindheid was daartoe geen beletsel. Gij h-cbt begrepen hoe, in aezen tijd, die nieuwe tijden inluidt, het er voor ailes op aankomt DE VLAAMSCHE ZELFSTAN D1C.HEID TE VERZEKEREN. Daarom zijt ge voor ailes Vlamingen geweest. Dat is zeer goed en dat is passend. Niets zelf s is zoo passend als dat. Meér nog, àl het andere is uit den booze. We zijn tnans een volk dat de banden van verlcnecbting brekend, gaat langs nieuwe banen een nieuwe toekomst te gemoet. We weten niet wat we op die wegen ontmoeten zullen. Maar we gelooven in onze roeping, in onze zending. Dat geloof is onze kracht. Wij gaan ! En we gaan dicht aanengesloten, niet uit angst of schrik, maar omdat wij in ons midden zelf de ziel van het volk voelen willen, omdat we weten dat wij als volk gaan moeten. Langs andere paden loopen, — niet voor ailes Vïaming zijn ! — is de strijd ontioopen, is moeilijkheden zoeken waar er geen zijn ; is de opmarsch vertragen, is de eind-zegepraal wellicht in gevaar brengen. Dat is misdadig ! Geen Vlaming heeft eenig recht daartoe ! Ueen menscli... of hij is de vijand van ons volk en van ons land. Toen in 1302 de roode Brugsche Metten werd ingeluid door wraak-geroep en doodsgereutel ; toen de gouden dag van den Groeningerslag openvouwde onder het gezoen van Vlaanderen <s zon, twistte men niet om het gezag van volksheld of ridderman, liep men niet te smalen over den prijs waarvoor Breydel^ vleesch verkocht, noch over de kwaliteit van de Coninck's geweef... 't Land was in gevaar; 't volk was diep gekrenkt geworden... Die daar zouden beiden en 't gevaar deelen en mede den dood trotsen. Tucht werd de hoogste wet. En Vlaamsche tucht kwetste diep als nooit een koning der Kristenheid gekwetst werd, den trouweloozen Filips, gezegd den Muntenschrooider; en vernielde de bloem der Fransche ridderschap. Door tucht alleen kunnen volkeren overwinnen ! Onthoud de lessen der geschiedenis I In 1918 hebben den Raad van Vlaanderen en de Kommissie van Gevolmachtigden den nocd van het Vlaamsche volk voor de wereld luide verkondigd. En zij hebben uiti.ng gegeven van den ailes beheerschenden wil van ons volk om te leven een eigen Vlaamsch leven, zonder eenige vervreem-ding.« Vlaanderen, hebben ze verkondigd, moet eigen wetgeving, eigen bestuur, eigen rechterlijke macht hebben. » De Germaansche wereld heeft bevonden dat die volksrechten inder-daad den waarborg vormen eener politieke zelfstandigheid. Het doel is den Vlamingen voor oogen gesteld ! Onze roeping wenkt ! We gaan nieuwe wegen op ! Misdaad is het zijpaden te bewandelen! Tucht geeft sterkte; sterkte maakt de zegepraal zeker en groot ! Vlamingen, om den Raad moet gij staan, om de Kommissie van Gevolmachtigden... Dat moet de belofte zijn, die gij bij u-zeîf aflegt, bij de vrome her-denking van den heuglijken Sporenslag in het oorlogsjaar 1918. En dan alleen zult gij tegenover Uw roemrijke voorouders, tegenover uw volk, uw land en het nageslacht uw plicht gedaan hebben. George P. M. ROOSE. De proklamatie en de Duitsche Pers De doortastende politiek van den Raad van Vlaanderen maakt de franskiljons woedend en brengt de passieve Vlaamschgezinden in erge verlegenheid. Beide partijen laten dan 00k mets, onbeproefd oui de aktivistische po litiek bij de openbare meening in diskrediet te brengen. Het is opmerkelijk dat franskiljons en passieven daarbij hetzelfde argument gebruiken, namelijk als zouden de Vlaamsche aktivisten onder leiding staan van en samenwerken met de annexionisten in Duitschland. Al hunne kranten hebben zoo eenstemmig als loszinnig bewe-erd — en dit wel zonder eenig bewijs daarvan te leveren — dat de proklamatie van den Raad van Vlaanderen de aunexati-e bij Duitschland vraagt. Het kan volstaan tegenover deze hatelijke aantijgingen, hier een artikel weer te geven over de Vlaamsche Zelfstandigheid, versche-nen in het anti-annexionistische liberale «Leipziger Tageblatt» (26-6-'18) : «De Raad van Vlaanderen heeft dea Duit-schen Gouverneur-Generaal eene proklamatie overhandigd waarin de stellige wensch uitge-syroken wordt dat Vlaanderea zelfstandig worde, en de bede tôt Duitschland wordt ge-richt hiertoe te helpen. Het is aan te bevelen dit stnk opmerkzaam te lezen. Op 't eerste zicht zon men kunnen meenen dat het van denzelfden aard is als de verzoekschriften om aansluiting bij Duitschland of personeele Uni# met het Rijk of eene* Bondstaat, die Meermaali uit het Oostett t« Berlijn belaad zij a ; onder dien indruk zou men kunnen gaan denken dat het dokument op bestelling werd klaar gemaakt of althans met beslissen-de raedewerking van Duitsche middens tôt stand kwam. Zulks schijnt echter slechts in begrensde mate het geval te zijn, en alva<?t mag deze verklaring niet met gene Ooste-lijke «anbiedingen worden verwisseld. In de Vlaamsche verklarinz staat vooreerst geen tueord over eene engere verbinding van het vrije Vlaanderen met het Duitsche Rijk. Er wordt slechts gezegd dat men op Duitsch-land's bijstand en op den sterken wil en den klaren toekomstzin van het Rijk hoopt. Deze *1 isich «chter, 200 meenen de Vlamingen, alleea daardoor laten blijken, doordi Duitschland inziet, in hoever de zelfstandi heid van Vlaanderen, als dusdanig reeds ee echte waarborg voor het Rijk beteekent. 1 wordt betoogd, dat wij, iu oas eigenbelai zouden handelen, met deze bevrijding te ste Een. Met h are voleinding zou, naar wij verder uit opmaken, de wederzijdsche rek ning vereffend zijn en zouden wij dus geei verdere vorderingen voor ons hulpbetoon te brengen hebben. Daarom moet men er U stelligste voor waarschuwen dat in dien 0 roep lets meer zou gelezen worden. Weliswaar wordt door de Vlamingen htmi stamverwantschap met oas onderlijnd, do< in samenhang met hua verlangea om hul Zij herinneren er aaa dat 00k de kaaseli van het Duitsche Rijk ia eene plechtige ve klaring één jaar geleden <c aan het Visas: sche broedervolk Duitschland's sterke en bli vende bescherming 00k na het sluiten ri den vrede » beloofd heeft ; doch dit is eei aanmaning. Vo»r het overige wordt er doi hen de verzekering gegeven dat zij van h begin, af aan vertrouwen in ons hebben g steld, dat het hun duidelijk is geworden d het Duitsche leger slechts in noodweer hu: aea bodem als vijand heeft betreden en d; aiet het Duitsche Rijk, doch wel de Belgiscl regeering hun a werkelijke vijand » is ; dex hen wordt 00k erkend dat het Duitsche fe< heer, in weerwil der moeilijke verhoudingei i eeds een aantal Vlaamsche verlacgeî ten uitvoer bracht. In dit ailes kan me* il tusschen geene bovenmatige hartelijkhei vinden. Dat het Vlaamsche volk zich onweet staanbaar tôt ons zou aangetrokken voeler daarvan staat in de proklamatie geen wotre Het ligt immers voor de hand dat men bi de Vlamingen eene plots ontwaakte en te; laatste weinig waarschijnlijke sympathie voo on s zou willen zoeken, waarvan voorheen nie veel te merken is geweest. Nu wij echter u ons eigen belang welwillend staan tegenove hun streven naar zelfstandigheid lijdt het aie veel last zich het bestaande stamverwant schap te herinneren en er zich op te beroe pen. Het manifest bevat geene mooie phrase/ die men zou dienen te mistrouwen. Aan he stuk wordt dan 00k geen onrecht gedaan in dien men Duitsche lezers tegen misverstant wil behoeden. Door de Vlamingen word openlijk gezegd dat hun voordeel er hun to< aanzet bij Duitschland om ste un aan t© roe pen tegen het hun bedreigende België, Eng< land, Frankrijk en Amenka, en dat ons we begrepen voordeel «as er tœ moet doea b< »liiiten aan dezen oproep gevolg te gevea. Ui het bsweeglijke ea zeker uit eea bewoge: stemming ontstaae schriftstak ademt terzel, dertijd koel ver stand en politische rekenaan geest. la zooverre ons rolk icderdaad a de gevos lerigheid (sentimentalitât) verleerd heeft raag het zich slechts met vooruitzicht aan d gevoelerigheid eener broederschap des bloed overlaten. Hadde het zuik& vroeger gedaan dan zouden hem menige ontgooehelingen be spaard zijn gebleven, b.v. met de Boeren, dit zich nu met de Engels-hen zoo opperbes kunnen vinden en verstaan, trots ailes wat e nog v66r betrekkelijk koiten tijd is gebeurd « Indien wij echter de Vlamingen helpen — znJleo er onverbeterlijkea xggem — mortel zij ons toch dankbaar zijn ». Dit zou de eer ste dankbaarheidsrekening der geschiedeni zijn, di ejuist zou uitkomen. Moet men e dan nog st-eeds voor waarschuwen, de erken telijkheid niet aïs faktor bij politieke zakei te gebruiken ? In de proklamatie der Via m'ngen staat er tusschen de regels, maar dai ta h met de handen voor 't grijpen, dat zi geene bijzondere reden tôt dankbaarhei< rneenen te hebben indien zij met onze hul] hun doel zouden bereiken ; zij verwijzen on: zelf naar ons egoïsmus, zij wenden zich uit drukkelijk tôt ons verstand. In een woord zij zijn politiekers ! 't Is fe hopen dat wij he 00k zijn ! Een prachtstuk van VlaamssIigezMe blfbtid Dit is de juiste benaming van het voorloo-pig verslag, dat, over de bestuurlijke taal-regeling in België, door eene kommissie van het Vlaamsch Belgisch Verbond werd uit-gebracht. De helft van het verslag, namelijk het eerste gedeelte, waarin de taaltoestanden klaar .worden uiteengezet, is z66 goed dat het een prachtige inleiding kan vormen om het aktivistisch programma in aile bijzonderhe-den te verrechtvaardigen Na de lezing van het eerste gedeelte van dit verslag, waarvan de ruime verspreiding in Vlaanderen velen tôt het aktivisme zal bekeeren, wekt het wer-kclijk verbazmg dot d-j leiders van het Vlaamsch Belgisch Verbond, die zoo'n hel-deren kijk hebben in de kwaal waaraan ons Vlaanderen dood moest gaan, niet durven d66rredeneeren om de voor de hand liggende geneesmiddelen aan te prijzen, en, daarente-gen, slechts weinig doortastende maatregelen aanduiden die minder dan een halve oplos-sing waard zijn. Op het weinig goede dat er in het plan der <t eigenlijke oplossing » van het VI. B. V. ligt, zal genoemde vereeniging wel geen patent van uitvinding meer bekomen, om de goede reden dat dit ailes reeds lang door de aktivis-ten werd verwezenlijkt. Wij bewijzen : o De eigenlijke oplossing, zegt het verslag, moeten wij bouwen op den eenigen natuurlijken grondslag die voorhan-den is, namelijk dat Vlaanderen en tVallonië elk een eigen beschaving hebben en beide ééntalige gebieden zijn. Het landsbestuur moet zich aan deze vier-helijkheid aanpassen : bijgevolg moeten aile besturen en openbare diensten, welke in het Vlaamsche land werkzaam zijn, in- en uitwen-dig een Vlaamsch karaktcr dragen en zich van de Nederlandsche taal bedienen, zocrwel in hun betrekkingen onderling als met het pubVek. In het Walenland gebruiken aile openbare besturen het Fransch. In de betrekkingen met het pub'iek, kan met het individueele taalgebruik evenwel re-kening gehouden worden, in afwijking van den bovenbepaalden algemeenen regel: 1) te Brussel en voorsteden, door nnnwending van het Fransch, als de belanghébbende aan de?e taal de voorkeur geeft; 2) in andere plaatsen des lands, waar de omstandigheden het wet-tigen en toelnten (b.v. in groote centra) door bij uifzondering gebruik te maken van Fransch in de Vlaamsche en Neder'andsch in de Waâlsche landstreek, op ntdrukkelijk ver-langen van den belanghebbende. Wat de betrekkingen tusschen Vlaamsche en Waalsçlie diensten betreft, gebruiken de Vlaamsche bureelen Nederlandsch en de Waalsche bureelen Fransch. Om dit mogelijk te maken, is het voldoende dat hoofdbureelen aan de taalgrens derwijze sameng^teld zijn, dat er onder het dienstpersoneel altijd iemand aanwezig is, die de twee talen kent en des-noods voor vertaling en verdere doorzending kan zorgên. In het hoofdbestuur zouden aile dienstza-ken betrekking hebbende op het Vlaamsche land, in het Nederlandsch moeten geschie-den, terwijl ailes wat Wallonië betreft in het Fransch zou afgehande'd worden. Dit stelsel schakelt natuurlijk de vertaa!-diensten uit en zou best verwezenlijkt kunnen worden door een omschepping op gewes-telijken grondslag der administratieve en technische diensten, waaruit elk ministerieel département bestaat ; bijgevolg zou elk département Vlaamsche en Waalsche afdeelingen bevatten. De grondige kennis der beide talen zou echter geëischt worden van die ambtenaren die verbonden zijn aan diensten, wier werk-zaamheden zich noodznkelijk over Vlaamsch en Waalsch gebied uitstrekken of die de even-wijdige werking der Vlaamsche en Waalsche afdeelingen moeten verzekeren ». Tegenover deze halfslachtige voorstellen, van « het v6ôr-den-oorlog-flamingantisme », stellen wij vast, dat, sedert de bestuurlijke scheiding en vooral sedert de taalverordening van 9 Augustus 1917, aile briefwisselinp van de ministeries te Brussel met de bevolkin.g van het Vlaamsch bestuursgebied, Brussel inbegrepen, en de openbare diensten van Wallonie, uitsluitcnd in het Vlaamsch geschiedt. Van de ambtenaars in Wallonië kriigen de ministeries te Brussel op hun Fransche brie-ven zonder merkelijke vertraging, Fransche antwoorden. De praktijk is dus veel eenvou-diger dan de ingewikkelde theorie der leiders van het Vlaamsch Belgisch Verbond. In de niet-gesplitste diensten, die aîlen te Brussel gebleven zijn, worden de brieven aan Waal- s- sche partikulieren in het Fransch opgeatel* Vertaaldieijsten beàtaan nog enkel \-qpr 1t ^ ver talen der verordeningen. Doch niet'allet de stukken die van het V luamsch bestuur ui t gaan zijn in 't Vlaamsch; er wordt 00k g. 1 zorgd dat het pubhea zicli van de iandsta; bediene in zij ne betrekkingen met het b-stuur. De meerderheid doet dit uit eigen b< vveging reeds ; de onvviiiigen worden, voc zoover het algemeen belang dit vergt, daartc gedwtongen. Zoo werd door eene bijzundet , verordening van 29 Kovember 191 (, de w< en het Koninklijk besluit van 24 Mei 185' betretiende de uitvindingsbrevetten gewi 1 zigd, in dier voege dat de aanvragers van ee brevet die hunne wettelijlce woonplaats in h< Y laamsch bestuursgebied hebben, de teschri ving hunner uitvinding in het Vlaamsch moi ten opsteilen. Het gaat toch niet aan, de ' \/tllancî van 'let °Penbaar bestuur i r Vlaanderen de waarborging en beschermin van' zij ne uitvinding vraagt, dit zou doen i een andere taal dan die van het volk waarva dit openbaar bestuur de dienaar is. In dit g< 1 val is het des te noodzakelijker daar de wt aan het Vlaamsch publiek toelating verleer , kennis te nemen van de beschrijvingen de gebrevetteerde uitvindingen, en onze Vlaan-sche techniekers dus wel het recht hebbe deze stukken die zij moeten raadplegen i 1 hun eigen taal te lezen. De « omschepping, op gewestelijken gronc slag der administratieve en technische dier sten », waarvan het verslag spreekt, en he! I geen wij met onze Vlaamsche openhartighei 1 en met onzen hekel aan vage uitdrukkingeri , bij zijn waren naam bestuurlijke scheidin, hebben genoemd, werd reeds één jaar gek ' den doorgevoerd en daardoor hebben wij ve< meer verwezenlijkt, dan de schuchter : « eischers » van het Vlaamsch Belgisch Vei - bond voor de toekomst durven wenschen. En dit niet alleen voor wat de bestuurstaa betreft ; een bijzondere verordening bepaal dat openbare besturen slechts toelagen' mo gen verleenen aan die nijverheids-, beroeps en handelsscholen waar het onderricht uit sluitend bij middel van de Vlaamsche taa wordt verstrekt. Binnen kort verschijnei non enke!e_ nieuwe verordeningen betreffen de de taal in het lager en middelbaar onder wijs, en betrefferide het bekomen van open bare ambten en bedieningen in Vlaanderen Al beantwoorden deze verordeningen nog nie volkomen aan hetgeen door de Vlaamschi aktivisten aïs ideaal wordt gewenscht, toc! gaan deze nieuwe maatregelen heel wat ver der dan de oorsnronkelijke voorstellen, die v66r de behandeling der schoolwet, als ver-trouwelijke mededeeling, door de Katholieki Vlaamsche Kamergroep aan de Broquevilk werden overgemaakt, en waarvan ten slott< niets in huis kwam. Zoolang de passieven in Vlaamsch opzicht nog niet eens z66 radikaal durven denken, al; wij handelen, zullen zij zich wel niet hoever te verbazen dat onze Vlaamschvoelende bevol-king met weinig eerbied opziet naar den graac der Vlaamschgezindheid die de mannen var het VI. B. V. hebben bereikt. Doch het zwakste van dit mooi versîaf komt nog : « Wil men niet van den minister zelf, het verantwoordelijk hoofd van het département, de kennis der beide talen eischen, zoo verdient het aanbeveling in ons staats-recht het instituut van onderstaatssekreta-riaten in te voeren. Deze zouden in de wet-gevende kamers, namens hun onderscheiden chefs optreden. Bij de behandeling der be-grootingen, interpeilaties, enz., zou de minis-tei| of de onderstaatssekretaris het woord voeren, volgens de behoeften van het oogen-blik, en er zou daarbij steeds dienen gezorgd te worden, dat Nederlandschsprekende Ka-mededen door den vertegenvvoordiger der re-geering in het Nederlan'dsch, Franschspre-kende Kamerleden in het Fransch worden te woord gestaan. » De « kranige » mannen van het VI. B. V. zouden er zich dus nogeens bij neerleggen, als het Vlaamsche volk opnieuw werd gere-geerd door ministers die de taal van 41/2 millioen Vlamingen niet verstaan ! Eenieder die onlangs in « Vrij België » het artikel van Fr. Van Cauwelaert over « Vlaamschonkun-dige ministers » heeft gelezen, zal beamen dat de toeleg van het VI. B. V., om den door het Kamerlid voor Antwerpen zoo akelig-juist geschilderden toestand te bestendigen, meer dan zwakheid is en misdadig moet worden genoemd. Het paleis der Natie te Brussel, waar het parlement zetelt, en waar v66r den oorlog bijna uitsluitend de taal onzer Waalsche land-genooten klonk, zou door het VI. B. V. worden omgeschapen in een toren van Babel, waar allen-door-mekaar verschillende talen zouden spreken. Het VI. B. V., dat nog niet eens van een minister de kennis van twee landstalen durft eischen, zou natuurlijk nog veel minder kunnen vergen dat de Kamerleden beide talen verstaan. En wanneer de prachtige « Vlaamsche » droom der leiders van het VI. B. V. werkelijkheid werd, dan zouden we dit merkwaardig verschijnsel kunnen beleven, dat voorstellen betreffende Vlaanderen's belangen,__de uitbreiding der haven van Antwerpen bijvoorbeeld, waarvan de bespreking hoofdzakelijk door de afgevaar-digden dier stad in het Vlaamsch zou worden gevoerd. door Waalsche Kamerleden zouden kunnen verworpen worden, omdat zij de ver-dediging hunner Vlaamsche kollegas niet zouden verstaan ! Uit dit dwaze programma kunnen aile Vlaamschvoelende menschen nog eens lee-ren tôt welke uitslagen men onvermijdelijk komen moet, wanneer men de levensbelan-gen van zijn volk ondergeschikt maakt aan een « staatkundige eenheid'». Want dit ie ! toch de grondoorzaak van de passieve zwakheid : zij stellen de staatkundige eenheid van België voorot1 en beschouwen Vlaanderen's grootheid als een secundair belang! De aktivisten daarentegen denken eerst aan « het vaderland hunner ziel » : Vlaanderen ! De Vlamingen kunnen slechts gehecht zijn aan een staatsverband, waarin de levensbe-langen van hun volk niet worden bedreï<rd. en waarvan zij de zekerheid hebben dat juist dit staatsverband voor de zelfstandigheid van Vlaanderen een duurzame waarborg biedt. Tegenover de ingewikkelde, halfslachtige voorstellen van het VI. B. V. stellen wij ons kort. eenvoudig. vastomlijnd programma . een zelfstandig Vlaanderen met eigen parlement. bestuurlijke- en rechterlijke macht. De Vlaamschvoelende menschen die tôt hiertoe nog twijfelen, staan waarlijk voor geen moeilijke keuze. (C. V. P.) WIJ WILLEN VERAETWEN NOCH VERBASTEREW JOOST VAN DEN VONDEL « SAMSON» li Eea smakelijke auekdo publiccercien vôôr lang een il hkel over het « Merkblatt » dat d ~~ i-Juitschen soldaten, die in Vlaander '■ verblijven, gegeven wordt. We m< e j"'1 gelooven dat het goede gevol e heejt, j' Een gekend aktivist, — ja, men j! gerust denken dat hij nauw met' n redakiie van « Ons Land » verbon' *t — re.if.de Voor eenige. dagen l- 'Jrugge. Daar nam hij de trem va ;t Burgplaats naar het station. Hij vr.j:. n een haartje1 cls het past, zeggend g — Een \aarije tôt aan het ste 11 a. u. b.? ' De ontvanger begrijpt niet wel; ;t man spra)? allerliejst zijn Brugst : Viacirnsch. De vraag wordt even he haald. Een jlink Duitsch marine-sc n daat, gezeten nevens den aktivist, h n Woord station hoorend, zegt, op di I 10cm van iemand die met jranskiljo sche homplimenten niet gediend i Wir sfrrachen Deutsch oder Fl d misch in Flandren, £ern Franzosiscl ' • • • • î De opmerking verraste nrij... t 1 deed me veel genoegenl l R. Vlaamsche Stemmen uit Duitschland DIEFSTAL Een enkel oog-slag- op een van or hcdendaagsche kratiten is voldoende ons te overtuigen dat dieven en woe , raars nog" met den dag" tœnemen. Iec eerlijk mensch is verplicht en za! de ha,! delwijzen van zulke personen afkeure en lakein. En wij, Vlamin.gen, dulden si dert 88 jaren van onze Belg-ische Reg* ring- dat zij ons besteelt, met ons woi kert, op en met aile mog'eljke middel e-, Wij kennen de sehuldigen. Wat zullei v/at moeten wij doen a Onze plicht. » D schuldigen zijn ontmaskerd, hun oordei is uitgesproken, laat ons de straf yo trekken. En g-'Ij, passieven, blijft niet lat g-er lijd 'aam toezien ; steunt ons, steur het Recht. En gij, eerlijke mannen e vrouwen van Vlaanderen, w.acht u van aan te sluiten bij de dievenbenden, iedei een zal rekenschap geven, naarmate h schuldig is. Aimé Hendrickx. GEDACHTE 'n Moeder, die twee kinderen heeft, €; één van haar kinderen verdrukt en ver acht om 't andere ailes te schenken, i 'n oota.arde moeder. Die rs niiet waari moeder te zijn; want zij heeft haar groot ste plicht niet gek weten. 'n Kind, dat door z'n moeder ver, schopt wordt, kan geen eerbied of geer liefde voor z'n moeder hebben. Zoo stond het met Vlaanderen. Moeder België heeft haar kind, Vlaan-deren, verstooten, veracht, verdrukt ter bate van haar ander kind, Wallonië. Voor zoo 'n moeder kan Vlaanderer geen eerbied, geen liefde hebben. Nu i dit kind groot genoeg om alleen door < wereld te trekken; maar Vlaanderer moet er thans voor zorgen dat zij, nu z ons eigene moeder geworden is, h; kinderen, zoo opleidt dat ze haar kunx> liefhebben en eerbiedigen. Kmidd. E m godsdiensfige Sporeuvierinp: Door de zorgsn d&r K. V. Vereeniging « Per Crwe-m ad Lurrrrri » werd op 11 Juli om 8 u'.î eene plechtige H. Mis oogedra.geu in de prat tige parochiekerk va*1 den H. El'gins, en oi schoon ciie aan het -aiteinde drr stad gelegen i» waren er ve'e led»n, waartnsschen leden van den Raad van Vlaanderen, volksvertegemwoordigcr, bestuurders, professora, dokters, enz. aanwezig. Bijzonder trsffend was het oogenblik waarop tientallen kden tr H. Tafel naderden en zich vereenigden met den God van liefde om Heir des te beter h ?t he,il van hun diiurhaar Viaajide ren af te smeeken. De pfechtige in strerge lithurgie geceilebr^ero'» Mis wercl g?zonsen door een volledig koor ond' ; de kundige hiding van M. Corn. Meeuwsen., di-tôt slot het schoone lied « 0. L. V. van Vlaand ren», onder de hooge beuken deed weergalmfT^. De talrik^ over gansch het lard verspreide leden dier vereeniging hebben, voJ'gens de atandre-gels het opleggen, dien dag de H. Mi» bijge-woond.Een Dagorde 't Gentsch Studentencorps «Houende Trou », bij het einde van het tweede akadeimisch jaar, in ■algemeene vergade-ring van 12 Juni 1918; zich steunende op het zelfbestemmings-recht der volkeren, waardoor Vlaanderen het onvervreemdbaar recht bezit op een eigen souverein staatswezen; overtuigd dat alleen door eue eigen souverein staitaswezen, de volledige ont-plooiing van Vlanaderen's geestelijke en materieele waarden mogelijk is ; gezien de verklaring van 22 December 1917, waarbij het Vlaamsche volk, b:'

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Ons land belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods