Vooruit: socialistisch dagblad

787 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 15 June. Vooruit: socialistisch dagblad. Seen on 05 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/d21rf5mj11/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

f,YÇ[ Dnikster-lfltgeefster Sam: Maatschappij H ET LICHT bestunrder : P. DE VISCH. Ledcberg-Oent . . REDACTtE . . \DMINISTRAT1E HOOGPOORT. 29. GENT VOORUIT Orgaan der Befyîsche Werkh'edenpar4àj\ — Verschjjimnd® aile dagen. ABONNEMENTSPBUS BELGIEv Orle maanden. . . i T fr. 3.25 Zei maanden ■ , , , , Ir. 6.50 Een jaar. .«•«.. fr. 12.50 Mes abonneert tich op allé postburceiea DEN VREEMDE Drie maanden (dageiijk» verzonden). ..... Ir. fi NOG OVER DE INTERNATIONALE Wij ontvingen het volgende schrijven: Waarde vriend Hardyns, Ik behoor niet tôt diegenen die meen-den dat uw artikel: Het Nationaal ge-dacht ! eene verlooehening was van de Internationale.Wij doen dat niet, wij mogen het niet doen, want ons programma zegt in zijne yerklaring van beginselen het volgende: i° Dat de Werkliedenpartij zich be-schouwt als de vertegenwoordigster niet alleen van den arbeidenden stand, maar van aile verdrukten, zonder on-derscheid van nationaliteit, eeredienst, ras of geslacht ; 2° Dat de socialisten aller landen so-lidair moeten zijn, want de ontvoog-ding der arbeiders is geen nationaal, maar een internationaal werk. Er kan dus geen spraak zijn van de Internationale te verloochenen of te mis-kennen.Steeds moeten wij dé werkers in dien geest opvoeden en ontwikkelen. Dat belet niet, gezel, dat gij wel ge-daan hebt aan al de partijgenooten te la-ten zien voor welk uitgebreid en moeilijk probleem wij geplaatst zijn, waardoor zijne oplossing natuurlijk van langen duur zal zijn. Ik maak van de gelegenheid gebruik zelfs om wat dieper in dat vrâagstuk door te dringen. Moeten wij de Internationale aanzien als de opschorsing, de versmelting van al de natiën tôt eene en-kele ? Zooiets kan ik mij niet voorstellen en ailes zegt mij veeleer dat zoo iets onmo-gelijk is. Ik beschouw de Internationale als eene ■ Federatie, waar men vrij intreedt mits de verplichtingen aan te nemen om de voor-deelen te genieten. Maar ik meen dat elke bijtredende na-tie niets moet afstaan van hare bijzonde-re zeden en gewoonten, taal of gods-dienstMoest dat niet het geval zijn, dan komt er nooit eene Internationale tôt stand. Zij moet geen eenzijdig, kleurloos stuk zijn.Ik beschouw de toenadering der volkeren als eene mozaiek van verschillende kleu-ren en vormen, zij zal er des te levendiger en te schooner om zijn. Toch zal die toenadering langzaam maar zeker meer eenheid brengen in zeden, in taal en gedachten. Wij zien toch dat, waar er veel handels-verkeer is met den vreemde, — zooals bij voorbeeld aan de dokken, de drank- en spijshuizen —, ook de werklieden emdi-gen met genoeg van de talen te kennen, om met de vreemde werkbrengers t' ak-koord te geraken. Hetzelfde gebeurt met de meesten on-zer werklieden die voor een onbepaalden tijd gaan werken in het Noorden van Frankrijk. Ze spreken wel geen acade-misch fransch, maar ze doen zich ver-staan en zij voelen zich meer te huis in dat land. Zoo zal het ook gaan met de Internationale Federatie der naties en zelfs nog sneller omdat de vriendschaps-banden echter steviger en rechtzinniger zullen zijn. Daaruit zal in latere tijden al de ver-scheidenheid die het klimaat en den aard van de nijverheid en den landbouw altijd zullen geven. Ziedaar, mijn beste vriend, wat mijne meening is, over de Internationale ver-binding aller volkeren. Hartelijken handdruk. L. V. De Halp- en Yoedings-Comiteiten van Belgii Eioe men ze op den Bnifett versia&t Met het règlement en met waarschuwen-de omzendbrieven in de hand, zijn de lokale, regionale en provintiale comiteiten verplicht de verschillende politieke partijen vertegewoordiging te geven. Ehwel, in de overgroote meerderheid der lokale comiteiten op den buiten heeft men daar geene rekening van gehouden. Wij nemen het comiteit van WAARSCHOOT Het bestaat — zoo werd het ons opge-geven door een comiteitslid — uit de hieeren : Van Aekere Fernand, politiek bestuurder en voorzitter; Bernard P., schoolopziener ; De hecr pastoor en twee onderpastoors ; 'De postmeester ; De Tliegher, vrederechter ; Van de Woestyne F-, aannemerj Van Pcteghem, contrôleur; Van Petegheni Léon, handelaar; Staudaert Gustaaf, beambte. Mathys, armmeester ; Van Heoke, geneesheer; Welvacrt Charles, landbouwer; Vcrstraeten Camicl, landbouwer. Dus 15 comiteitsleden waaronder geeo enkele werkman, zelfs nog geen katholieke werkman ! ! Allen zijn katholieken. Geen enkele libe-raal is er en nog veel min een socialist ! Ziedaar hoe de reglementen en bevelen van het Nationaal Comiteit uitgevoerd worden en hoe de partijen er in vertegen-woordigd zijn. Dat de heeren van Waarschoot niet ge-baren onwetend te zijn, dat er nog partijen te Waarschoot zijn : er bestaat eene afdee-ling der libérale en der socialistische partijen.Er is hier dus waarlijk misbruik gemaakt door de klerikalen. Het is toch zonderling : om in zulk comiteit te zetelen, vindt men geen enkele socialist, maar om ae onrecht aan te doen, te Vervolgen, te broodrooven, vindt men ze ttiaar al te goed ! Dat men eens deze partijdige daad klaar-•pinne en verdedige. Allo ! Het woord is aan de samenstellers van het comiteit. * * * Wat nu betreft de manier van werken in ïake het organiseeren en uitkeeren van den onderstand aan de onvrijwillige werk-loozen, het Nationaal Comiteit heeft bevo-len, — en het Provintiaal Comiteit heeft het in zijn règlement bevestigd, — dat: <1) de leden yan vakvereenigingen, van. werkbeurzen en werkloozenfondsen, mu- tualiteiten, enz. zouden ingeschreven worden door deze inrichtingen j 2) De werkloozen-leden van : | a) gemeentelijke werkloozenfondsen b) beroepsvereenigingen c) mutualitiaiten d) maatschappijen van werkmanswonin-genzullen door deze organisatie's hunnen onderstand ontvangen. i. Welnu, te Waarschoot bestaat sedert i vele jaren eene vakvereeniging van om-i trent 400 textielbe werkers, aangesloten bij de Socialistische Nationale en Internationale Textielfederatie's, alsook bij de Bel-gische Syndikale Commissie. Dsze vereeniging is eene der best be-stuurde onzer provintie. Zij bezit dus aile hoedanigh&den om zichzelf en hare leden te doen erkennen. Ondanks dit heeft het lokaal comiteit het règlement over het hoofd gezien en de vereeniging « De Eendracht » naar den weer-licht laten loopen. Deze vereeniging heeft, gevoelende waar het naartoe ging, weest aandringen. Middelerwijl verwittigde zij ons ook, en gingen de gezellen Verschraegen en Cnud-de naar Waarschoot, en spraken er met leden van 't Comiteit. Verschraegen, lid zijnde van het lokaal comiteit van Gent,verstrekte de noodlge in-lichtingen hoe te Gent gewerkt werd en drong aan om het règlement na te leven, werklieden in 't comiteit op te nemen en de vereeniging te erkennen. Het had den schijn, aldus meenden nu de bestuurders van « De Eendracht », dat dit onderhoud een goed gevolg zou gehad Leb-ben en dat, alhoewel de vakvereeniging hare leden niet had mogen insclirijveu, zij ze zou hebben mogen uitbetalen. De eerste uitbetaling heeft reeds plaats gehad, en de vakvereeniging heeft de uitbetaling niet mogen doen. Dus werd hier weerom het règlement met de voeten getrapt en donderdag gingen wij er terug op los ! Ons doel was te spreken èn met Je vrien-den, èn ook met leden van 't Comiteit. M. de Voorzitter was... juist naar Gent. M'. Bernard '.vas niet thuis; een andere heer die gelooven wij aan de betalingen medehielp, zegde dat deze er niet veel iou kunnen over zeggen hebben. Terug keerende ontmoetten wij M. Van Petegem, lid van 't Comiteit. Aan dezen maakten wij de reden van onze komst bekend en vroegen de noodige in-lichtingen.Hij kon ze ons niet geven, zegde er niet veel van te kennen, dat het M. Van Aekere was die dit deed, dat hij in het Comiteit niet moest zetelen zoo hij niet wilde, dat hij daar niet aan verplicht was, enz., enz. Wanneer wij M. Van Petegem lieten hoo-ren, dat een lid van 't Comiteit toch trel het règlement mocht kennen zooals de voorzitter, was het blijkbaar dat hij liefst van : ons verlost wilde zijn. „ Wanneer dan door onzp vrienden .van Waarschoot op de onrechtvaardige uitkee-ring gewezen werd, was het antwoord : «De fichen zijn naar Eekloo gegaan en daar is de onderstand vastgesteld. Over het ter zijde stellen der «Eendracht» kon hij ook niets zeggen. Enfin... wij waren daar goed gelogeerd en hadden met onze reis zooveel appels a.s peren. Wij vragen wat de Provintiale en Nationale Comiteiten in dit geval gaan doen. Zal de partijdigheid blijven voortduren ? 1 Zal het règlement toegepast worden : ja dan neen 1 ! Het woord is aan deze lichamen ! # * * Van uit Zele ontvangen wij nu ook een schrijven aandringende op vertegenwoordi-ging der werklieden. Ook daar zijn vakvereenigingen : (De W e-versbond, de Vellenbewerkers en eene Onderlinge bijstandskas), die NIET erkend worden, noch in 't Comiteit, noch voor het inschrijven hunner werklooze leden, noch voor de uitbetaling. Herinneren wij ook dat alléén te Gent een afzonderlijk Comiteit gesticht werd voor den Werkloozensteun en het overal elders de reeds bsstaande lokale Comiteiten zijn der Voeding die het werk van clon Werkloozensteun bijgenomen hebben. Voor ons is dat een argument te meer, dat die Comiteiten,daar waar de werklieden NIET GEKEND zijn géweest, van die gelegenheid moesten gebruik maken om hunne Comiteiten met socialisten, en werklieden aan te vullen. Doch dat is niet gedaan door de heeren samenstellers der Comiteiten. Ziedaar dus twee feiten uit den hoop ge-nomen en waarop diegenen die het aangaat kunnen steunen. Voor ons moet een algemeen protest op-gaan, opdat het gepleegde onrecht eindige. A. V. , Plantsn en Dira oit den Voortijd Yoordrackt gegeven in het Fecstlokaal ' « Vooruit » op Donderda<r 10 Juni door den Hecr Boktcr C. De Bi'uycker Waarde aanhoordsters en aanhoorders, Door hier in uw midden te willen optre-den, heb ik gemeend dat het onderwerp de «planten en dieren uit den voortijd» van aard is om uwe belangstelling op te wek-ken. Om dit onderwerp te kunnen volgen moeten wij zeer ver opklimmen in het ver-leden zeer ver, verder nog dan de voorge-' schiedenis welke begint met het verschsjnen : van den mensch op de aarde. In vergelij-king met de voorhistorische periode, gedu-rende dewelke menschenrassen, met een veel lageren graad van beschaving, over het vasteland ronddoolden, is die geschied-kundige periode zonder twijfel van slechts korten duur. Van de millioenen jaren die het verschij-nen van den heerscher der schepping voor-afgingen, kunnen wij ons evenwel eene be-trekkelijke duidclijke voorstelling maken. Men heeft de geschiedenis van het leven op de aarde althans in groote trekken kunnen opbouwen, omdat daar, waar de mensch en zijne kunst zwijgen, de steenen en de rotsen nog spreken. In den vorm van overblijfsels van uitge-storven planten en dieren (fossielen) brengen ziij ons het bewijs dat reeds lang voor den mensch de aarde bewoond was, en dat de flora in den loop er onafzienbare tijden diepe veranderingen hebben ond?rgaan. Terecht heeft men de fossielen die van voor die vervlogen tijdvakken zijn, wat de mun-ten en penningen voor de zoo korte ge-schiedkundige periode zijn, genoemd de gedenkpenningen der natuur. Het is naar die stem der steenen dat ik u uitnoodig heden te willen luisteren cm met mij op te klimmen tôt de niet te bepa-len tijd waarop de aarde pas was ontstaan, als een gloeiende massa losgescheurd van de zon en tijdens zijne eeuwenlango wente-ling door de wereldruimte, langzaam af-koelend.Er kwam een tijd waarop de buitenste aardoppervlakte tôt een steeds dikker wor-dende vaste korst zich had verdicht en dat de overhitte waterdamp tôt kokendheete zeeën was neergestort. Wanneer naderhand de uit die watermas-sa's opstdjgende nevels door de zonnestra-len werde-n doorboord en het water van den Oceaan zelf stilaan door uitstraling langza-merhand aan warmte verloor, dan zal het daarin van kleine wezens beginnen weme-len zijn. Het leven was op onze planeet ge-boren ! * De ettelijke sindsdien verlooper. millioe-nen jaren verdeeld men in vier groote tijdvakken, die men in vergelijking met Je groote periode der geschiedkundige tijden kan noemen : 1) De aardkundige oudheid, 2) De aardkundige middeleeuwen, 3) De aardkundige nieuwe tijden, 4) De aardkundige hedendaagsche tijden 't.t.z. waarin wij thans leven. Ondçr welken vç>rm vinden wij jbu, in dej verschillende grondlagen, de overbljjfselen der oeroude aardebewoners terug 1 Zoo hebben wij de Mammoet der Beresowka die on-der het ijs in 1901 gevonden is en waar-schijnlijk den dood had gevonden in de spleet van een gletscher. Men kan hem ver-gelijken met de menschen en dieren die te Pompeï onder asch en lava zijn begraven geweest. Van andere dieren heeft men en-kel het geraamte teruggevonden, dikwijls geheele, anderen onvolledig. Zoo vinden wij nog heden kleinere wezens zooals de ko-rallen wier opeenstappeling koraalriffen en koraaleilanden heeft gevormd ; verder krijt-diertjes welke de latere kpijtrotsen vorm-den, de kiezelwieren of diatomeeën plantjes met een uiterst fijnen en rerelmatigen bouw en door ons aile gekend als polijst-middel onder den naam van tripoli of kie-zelgoer.Het geraamte van grootere dieren heeft men teruggevonden met de beenderen in natuurjijke houding. Zoo hebben wij de Acerotherium in eene steengroef in Frankrijk gevonden. Andere vondsten waren min-der gelukkig, zij waren een ordelooze, door elkaar liggende massa beenderen. Indrukken waren ook niet zonder belang, b.v. de gevonden indrukken in d3 rots van den Iguanodon. Hier doet de fossielen-on-derzoeker wat de jager doet, die de sporen van wildsoorten aan de indrukken der poo-ten in den grond naspeurt en achtervolgt. Verder hebben wij de versteening b. v. een verldezelde stam van een boom waar-van laagjes van een tiende van een milli-meter dikte ervan werden geslepen. Bij mi-croscopisch onderzoek zien wij den inwen-digen bouw zoo duidei:jk als men van eene doorsnede eener levende stengel zou ver-langen.Bespreken we nu verder de aardkundige tijdperken. Van de eerste, de aardkundige oudheid kan men zich eene ideale voorstelling geven : naakte rotsen, weelderige plan-tengroei in de zee, integendeel zeer weinig op het vasteland ; op het strand geraamten van weekdieten en vooral van trilobieten, een uitgestorven groep van schaaldieren, zijn de bijzonderste kenmerken van dat tijdvak. Deze trilobieten vertegenwoordigen den overgang tusschen de schaaldieren en de spinachtigen, en men kan zich nog een onvolledig denkbeeld geven hunner bouw bij de aanschouwing der llagkre-eft van de Oostkust van Noord-Amerika en de Groote Oceaan In dit tijdvak vinden wij ook vissehen voorzien van zeer sterke platen, vooral op ii» i wrrm 1 den kop, die sterk bepanserd zijn bij middel van dikke beenschubben. Zoo komen wij aan het kooltijdvak welke door een geweldige ontwikkeling yan den plantengroei zich afteekent in de lage, moerassige streken, die zich als een gordel over het noordelijk halfrond uitstrekte. De met koolzuur bezwangerde atmosfeer die op de ontwikkeling der planten gunstig in-werkte, wordt door deze vaetgelegd. De atmosfeer wordt gezuiverd en weldra is het vasteland voor dieren bewoonbaar gemaakt.De snel groeiende massieven stammen ploffen weldra in de waterkommen neêr, waar zij afgesloten van de lucht en aldus voor verweering behoed, langzamerhand ia steenkolen werden omgezet, terwiji intus-schen steeds nieuwe individuen de plaats der neergestorte reuzen innamen. In dit tijdvak zien wij de uitgestrekte ko-lenwouden samengesteld uit Calamieten of reusachtige paardenstaarten, die hun hollen stam tôt op 30 m. hoogte verheffen, uit va-rens die met hoogen stam zich om dien van andere woudreuzen sHngieren. Als fossielen van het steenkolentijdvak vermelden wsj : de Zegelboom, zoogenaamd naar de regelmatige soms zee>r fijn getee-kende lidteekens van de afgevallen blade-ren op een reusachtigen boomsoam en de Schubboom waarvan de ruitvormige blad-teekens in spiralen den stengel omtrekken. Een ideale voorstelling van het kolen-woud, waaraan natuurlijk de fantazij nie! geheel vreemd kan zijn, geeft ons een denkbeeld van den plantengroei die? onmete-lijke moerasaen, waarin de reusachtige Paardestaarten met den voet in 't water stonden, indrukwekkende Schubboomen, hunne breede schermen hoog in den hemel verhieven, stijve Zegelboomen, da-artus-schen neergevallen of overhellende stammen der doode reuzen, prachtige boomva-rens en ten slotte de slingervarens die den doortocht bijna volkomen onmogelijk maakten. De aardbewonende dieren ontbraken, in de moerassen leefden enkele reusachtige Salamanders, als de Branchiosaurus, waarvan sommige 15 m. lengte bereikfcen ; en weldra ook Kikvorschen zooals de weinig aantrekkelijke Labyrinthodontes. Op het einde van het kooltijdvak: onder-gaat de fauna en de flora langzamerhand wijzigingen. Enkele voorloopers van land-dieren, namelijk kruipdieren en enkele hoo-ger ontwikkelde planten, kenmerken het overgangstijdperk dat de aardkundige oudheid afsluit. (Slot volgt.) Êuropeesche Oorlog !o Wasî-ïîaenderen ©ES 1 Noorden m Frankijk Olficlsele telspnen : Uàl âlasiissdae Ssron Gi'oot HooMkwartier, 13 Juni 1915. Westclijk oorlogsterrcin. Bij Nieuwpoort, Diksmuiden, noordelijk van Arras en bij Hebuterne hadden artille-riegevechten plaats. Zwa.kke aanvalspogin-gen van den vijand in de duinen werden afgewezen. Zuidoostel'ijk van Hebuterne zijn infant eriegevechten aan gang. De militaire stellingen van Lunéville werden met bommen gebombardeerd. Oostelijk oorlogstcrrein. Noordoostelijk van Schawle deden onze aanvallen goeden vooruitgang. Kurz werd stormenderhand genomen. Vijandelijke te-genaa.nva.llen mislukten. 8 officieren, 3350 man en 8 machiengeweren waren onzen buit. Zuidoostelijk van den steenweg Mariam-pol-Kowno zijn de gevechton tegen van het zuiden aanrukkende Russische versterkin-gen opnieuw begonnen. Noordelijk van Praschmisch werden verder 150 man gevan-gen genomen. Op onze inbraak in de vijandelijke linies zuidelijk van Bolimow volgden in den nacht Russische tegenaanvallen, die aile zonder gevolg bleven. De gewonnen stellingen zijn vast in onze handen. Onze buit §teeg op dit punt tôt 1660 ge-vangenen, acht kanonnen, daaronder twee zware en 9 machiengeweren. Zuid-oostelijk oorlogstcrrein. Het bruggenhoofd van Sieniawa werd gisteren weer genomen. De vijand liet meer dan 5000 gevangenen in onze handen. Na*:h-telijke tegenaanvallen van den vijand mislukten. Ook oostelijk van Jaroslau en oostelijk van Przemysl leeft de strijd meer op. De troepen van generaal van Liosingen hebben Mlymiska genomen. De aanval op Zvdaczkow gaat vooruit. Opperste Degcrbcstuur. ^ ■ ■ I ■ I I m m Uit Fransche bron W. T. B. PARUS, 12-6-15. Eerste be-richt : In Labyrinïh drongen wij den vijand terug. Ten oosten van Labyrinth kwamen wij vooruit. Wij namen in de nabijheid vaa den steenweg Arras-Rijsel ^ erbindingsloop-graven.In het gebied van Hebuterne veroverden wij versehillige loopgraven. Tweede bericht : Wij handhaafden onze stellingen voor Neuville St-Vaast. In het gebied van Touvent, hoeve tea zuiden van Hebuterne, richtten wij stellingen in op plaatsen door ons veroverd. In Champagne, bij Beau-Séjour, dedén de Duitschers geene poging tôt aanval. W. T. B. PARUS, 14-6-1915. Dcrde bc-richt : Vooruitgang onzer troepen in het gebied van Buval. ten noorden van Loretto en in 't gebied van Labyrinth ; ten noorden van Arras hing een dikke nevel over het slagveld. Vicrdc bericht : In het gebied van Arras artilleriestrijd, die in Loretto zeer hevig is. De vijand poogde in Aix-Noulette-Ecurie door ononderbroken beschieting de inrich-ting der stellingen, welke wij veroverden, te verhinderen. Onze artillerie vernielde de pogingen. Vaa elders niets te melden. cÀt *L. -J» Aéo à Russiscti-Putilsotie-Gaticische ironi Uit Oostenrijksche bron W. T. B WEENEN, 12-6-15 : Tusschen Dniester en Proeth werden Jezierzany e« Niezwiska bestormd. Onze troepen hebben te Var Horondenka den Dniester over schreden, Zaleszcyki werd genomen. Een kosakkenaanval werd door ons vuur ver-ijdeld.In Bukowina moesten de Russen de laat-ste stellingen aan den Proeth opgeven. Wij namen 5000 gevangenen. Ten zuiden van den boven Dniester dunrfe de strijd voori. Een Russische tegenaanvaJ op Stanislau werd afgeslagen, Zurawno werd weder do jr ons hernomeni J1- ;aar — W. 185 Prijs pei t.^nmer : voor Belgie 3 cantieman, voor den roemde5 centieman Tolsfoon : Rodacïîs 247 - AdsninSstratse 2845

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Periods