Vooruit: socialistisch dagblad

1347 0
23 December 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 23 December. Vooruit: socialistisch dagblad. Seen on 07 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/xk84j0cb84/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Dnikster-Uitgeefster Sam: Maatschappij H ET LICHT bestunrder ^ P. DE VISCH. Lcdcberg-Qent . . REDACTIE . . ADMINISTRATIF. ISQQGPGORT, 29, CENT VOORUIT Orgctan der9 Belffisûhe Werkliedenpapiij* Verschjjnende alk dagen. ABONNEMENTSPRIJS BELCIE Orie maanden. . . , , fr. 3.2* Zes maanden • . . . . fr. 6.50 < Een jaar. , . » { . . fr. 1150 Moi abonneert rich oj» aile postbureele» DEN VREEMDE Drie maanden (dagelijks versonden), fr. Ô.W LEELIJKE BOEREN Sint-Truiden, 15 December. Stede-Kiigen en boeren hebben elkander im-mer l&stig kunnen verdragen. De boer zegt van den stedeling, die met hem moet hande-len, dat hij een windzak en een aftruggelaar is, iemand, dio zijn waar, steeds van ver-dachte hoedanigheid, altijd te duur ver-koopt. De stedeling is niet minder geharnast tegen den boer. Hij noemt hem plomp, lomp, onbeschaafd en onbeschoft, geslepen, gevaar-lijk ( à handvs.itig,iemand, die zonder dwang nooit geld loslaat. Waar de boer een han-delshuis binnenkomt, wordt hij ongehoord overvraagd, dit weet hij. Daarom ook biedt hij steeds op net eenvoudigste gerief ongehoord af. Hij ook weet dat dit noodig is en koopt niet, zoo men den gevraagden prijs niet aanzienlijk vermindert. Dan alleen is hij maar half gerust en gaat nog uit met de overtuiging: Thans ben ik nog genoeg be-drogen. ïevreden nochtans is hij, omdat hij ze zoo erg « gehad » heeft. Is nu de stedeling, die hem nadert, een socialist, dan stijgt bij hem argwaan en aehterdocht tôt faet toppunt. Men heeft hem immer over eocialistische leer en haar verkondigers zoo-veel ongehoords wijs gemaakt, dat er, tôt v66r enkele jaren, niet veel hitsing noodig was oin de dorpsplaveien uit eigen beweging «,e doen uit den grond springen om neder te Vallen op het hoofd van onza apostolische artijgenoofcon. De moedige arbeiders. die aun dorp verlaten in den nacht en er terug-keeren in den nacht, om in de nijverheids-fctreken der buurc hooger loon te gaan halen, waar a an toch het dorp mild voordeel heeft, worden door den boer vurig gehaat, en ook met hen de nijverheidsarbeiders uit de stad, ' die « in overvloed leven en toch nooit ge-noeg hebben. » Kan het anders of ook deze ontvoogde voortbrengers van het rijkste dat is, moeten den boer van 't zelfde laken een hroek passen î Met dit ailes is echter onze leer weinig gebaat. Wij zien enkel deze menschen, de arbeiders en de boeron, de stedelingen en de dorpers, als onder jukte slaven, boven wio bat rijk van het kapitalisrne in glorie en buitsnspïffigheid haar heerschappij bot viert. Waar plichtigen zijn, moeten wij ze aanklagen, ze straffen of doen straffen,doch de groote mas3a onschuldigen en de geringe hoeveelheid schuldigen moeten we toeroepen, 'met het woord van liefde: Komt allen tôt mij, die belast en beladen zijt, ! Zooals er menschen zijn, kleinsteedsehe, dorpelingen, allen met vooringenomenheid tegen ons, en die het socialisme blind en ' stelselmatig afbreken, zelfs zonder het te kennen, zoo ook zijn er, die den veldprole-taar verguiaen volgens dezelfde drogwetten. Thans moet men vooral sommige burgers-bladen lezen, om het ongehoorde, tegen de boeren over 't àlgemeen, te hooren. Zeer onlangs las ik, in dergelijk blad, van iemand, die in mooien vorm zijn kinds-herinneringen neerschreef over den Fransch-Duitsch.cn oorlog van 1370, en ook wat hij in de eerste jaren na dien oorlog ,al had gezien en hooren vertellen onder de boeren. Ze hadden, zoo ginsj het va® ^em uit, toen wel niet een zoo schifcterenden toestand als thans en wonnen het geld niet met voile zakken. Niettemin zwom-men ze in overvloed en lieten het wel spoe-dig blijken. 't Werd bij de boerenzoons een echte en weelderige liefhebberij, door vader een bidet te laten aankoopen, dien ze dan, prachtig opgetuigd met geellederen krakend zadel en toom, zij zelf in koste-lijken dos, mat verzilverde sporen aan de voeten en de rijzweep zwierig behande-lend, gebruikten om naar de juf^e3 der buurtstad te rijden of lekkere lustritjes te doen. Zoo 'n schetsje in een burgersblad verwekt natuurlijk en prikkelt ook de be-langstelling.Een bidet toch is een heel mooi dicht in-eengedrongen wonderwel gebonwd paardje, dat wel niet hard loopt, doch een uren-lange trippelgang gaat en buitengewoon vermakelijk kan draven. Het beest is mak, zacht als een lam. Spoor noch zweep heeft het noodig. Die blijven, wanneer men het tusschen de beenen heeft, maar sieraad voor den ruiter. Dit paard kost weinig als koopprijs, ook aan onderhoud. Het is taai. Thans ziet men het zeldzaam. Veel boeren, die het toen hadden lieten het mild zijn kost verdienen, door net, wanneer het niet onder den man ging, licht werk te laten doen, waarvoor het oneindig beter was ge-schikt dan het zwaaf Vlaamsch paard. Een bidet te berijden, we hebben zelf in onze jongelingsjaren die weelde genoten, was een ware uitspanning. Mijn liefhebberij voor 't zadelpaard heb ik voor 't ruimste deel van hem te danken. Wat thans de fiets is en het buurtspoor, dit was voor een halve eeuw, tôt voor zoowat twintig jaar, de bidet. De boeren dreven meer handel, moesten sneller en verdier reizen. Dit wakker beestje bracht hen door nat en droog en diende soms, wanneer zijn eigenaar menschlievend was, tôt rijbaard van een half dorp. Het at zijn haver niet in ledigheid. Dit is nu de werkelijkheid naast de legende van den toevalligen dag-bladschrijver. Doch duizenden zullen het wel bij de legende houden. Om deze mooi te eindigen, zegt bedoeld schrijver met een trommeîend slot : Na dezen oorlog zullen de boertjes wel een dertigpaardenkracht auto koopen. In «Vooruit» hebben we vroeger me&r-maals bewezen drvt de jaren van overvloed van 1871 tôt 1884, juist gediend liebben om den boer ten onder te brengen en deze, die vroeger van hem leefden : de notaris, de groote grondeigenaar, de geldschieter, de rentmeesters, de artsen, de apothekers rijk te maken en den boer te onteigenen. Men zal het ons niet kwalijk nemon, zoo we daarop thans niet breedvoerig terug-kwamen.We hebben wat mooier ! Alweer een burgersblad schrijft een lang, best gesteld artikel, waardoor het een werk van aller-hoogste toewijding, van volkomen barm-hartigheid verheerlijkt : de ontgravi'ng, in de noorderlijke streek van Briissel gedaan van daar gesneuvelde belgische soldaten, door enkele nooit genoeg te prijzen adel-lijke zielen. Zonder te wijzen op het feit dat niet elk?en deze daad met hetzelfde oog van bewondering aanziet en men tôt lang niet eens is over de gepastheid daar-van, zullen we maar spoedig zeggen dat de opskeller in dit burgersblad opzetlijk geloond, zou men zeggen, om de boeren zonder genade te prugelen, ook hier daar-voor mooi gelegenheid vindt. Hij zegt ons dat dit werk veel geld kost. De doodkisten, de arbeid, het vervoer, de helpers moeten betaald worden. Als echter enkele kleine boeren, besloten, in-getogen, verstomd en zwijgend bij het treut rig tooneel van een on^graving staan, zooals dit bij eenvoudige menschen gewoonte i- springt hij ze naar de kecl, alsof ze echte bandieten waren. Als die arme wer-kers, wanneer men hen vraagt te helpen, dus hun werk op te geven, ook vragen, wie hen betaalt, schiet onze dagbl ad schrijver tôt vallons toe uit zijn lood en begiftigd ze met al de namen der rooverstaal. Lijken worden op alla slagvelden beroofd. Te Luik gobeurde dit wei door ajidere menschen dan boeren. Elders ook nog. Onze burgerspers moet dit weton.Niettemin zegt hii schetterend : «De boei çtraffelijke recht-bank van Mechelen veroordeelde negen boeren, die schaamteloos — 't woord staat er, — bekenden soldâtes beroofd te hebben. » Ze hadden het zeker moeten looche-nen ! Wanneer een audÇr eenvoudig boe-renwezen, in wiens bezit cen gouden chro-nometer met kétting werd gevonden, open-hartig bekend : «t' Is beter dit te nemen van de dooden, dan het te laten rotten in den grond », sfpreekt onze schrijver zijn grootste verotitwaardiging uit. De vraag van den wijzen zielkundige rijst: «Wisten die menschen, de boeren en de stedelingen, die beroofden, wisten ze allen wel duidelijk wat ze deden ? » Men ziet hoe een vaardige pen, tegen-over een reeds tegen de boeren gekante stadsbevolking behendig voordeel kan halen met — grootspraak. Dit neemt niet weg, dat diezelfdo Vla-amsche boeren, honderdduizenden hunner zonen — er zijn 70 t. h. Vlamingen aan d-;*i IJzer — sedert zestien maanden in de vechtlijn hebben en reeds tienduizenden in 't graf of gevangen of geinterneerd. Mijn nietig boerendorpje, ik moet het nu wel zeggen, leverde zestien eeuvoudige soldaten, onder wie mijn eenige zoon reeds zestien maanden op 't slagveld is on reeds een jaar aan den IJzer. Eén van de zestien, de braafste, de ioetste, de oudstë van de kudda kleine sukkeJende boerenmensch-jes, in een klein hr.isjs, die uit de om-streken van Luik uit» zijn knechtdienst werd gehaald en nog aeri tijd niet meel-had om zijn ouders te omhelzen, zijn zieke moeder, zijn slaviïiïden vader, sneu-velde rôôï Antwerpen. Door heel onze streek is het zoo toegegaan. De boeren-zonen liggen bij honderden op de kerkho-ven van Luik of verloren in de velden, overal waar ons léger zijn terugtochtweg baande. 't Zijn meestal van die eenvou-digen, die men zoo gra^g uitscheldt wanneer men stadsburger is. voor beesten en dio zoo flink den beestelijkea oorlog vol-houden voor 't vaderland der burgers. Bteven Boersen. Het Amerikaansch Pâardenvleesch Wij hebben onlangs verteld hoe men er in Frankrijk de hand aan gestoken heeft om het paardenvleesch niet langer te «delven» en nu vinden wij in een armerikaansch blad cen en ander dat hier volgt omtrent deze be-langrijke kwestie: Zoowat een jaar geleden zijn er langs den oever der Parana, in La Plata, niet minder dan drie reusachtige fabrieken tôt stand gekomen die al het beschikbaar paardenvleesch opkoopen, waarvan zij niets, hoege-naamd niets laten verloren gaan. In dien korten tijd hebben deze drie fabrieken het z6over gebracht,dat zij 120 paar-den per dag slachten, wat voor het laatste jaar op 44,000 stuks komt. Dit betrekkelijk hoog cijfer zal den lezer zoo niet meer verwonderen als hij daarbij nog verneemt dat de laatste optelling alleen voor Argentina verleden jaar 2,200,000 paarden opgaî, waar'oij de opmerking gemaakt werd dat de paardenfokkerij Ame-rika door van jaar tôt jaar toeneemt en dat het vooroordeel tegen het paardenvleesch als menschenvoedsel er sterk aan het afnemen is. Dat de « paarden-vleeschfabrieken » zich daar aan de monding van de Parana zijn komen vestigen, dat legt zich uit door het volgende eigenaardig feit: Als men daar van op zee de Amerikaan-sche kust nadert ziet men honderden en nog honderden masten uit het water op-steken, masten van allerhande schepen die op deze gevaarlijke plaats « omhoog » ge-loopen zijn — en waarvan de uitgeslapen kapitalisten bij lage tij de stoomketels uit-gebroken hebben. Het is in deze groote ketels dat het in stukken gesneden paard?nvleesch over «stil» vuur «gestooM» wordt tôt dat al het er in eanwezig zijn de water verdampt' is. Voor wat de voedende waarde en den smaak van deze «stoverij» betreft, weet het blad te verzekeren dat zij boven aile andere vleeschuittreksela staat, aangezien de fabriekanten ze volgens de voorschriften Tan welenachappelijke specialisten bereiden met welriekende en bederfwerende planten en ook meslsoorten van boonen en maïs. Het met«zapollos- of choclosbladen bs-reid paardenvleeschextraet- is zeer smakelijk en zorgvuldig ingernaakt in de lachtdichte blikken doozen kan het een paar jaren lang bewaard worden zonder te bederven. Om de beetaande vooroordcelen tegen het paardenvleesch te bekampeu hebben de on-dernemers bij middel van de pers, bij mid-del van brochuren, op amerikaansche schaal versprsid, bekend gemaakt dat zij alleen gazon de paarden slachten, dat zij aile pàarden opkoopen die minder dan 1,45 meten, alsook al deze die een leelijk voorkomsn hebben, hoe gezond, sterk en zwaar zij ook zijn. Daar men zich in deze amerikaansche stre-ken groote opofferingen getroost. om het paardenras te verbeteren, sluit het blad, gaan de kleine, mismaakte, leeliiko paarden voor spotprijzen van de hand, voor 40 tôt 50 franken het stuk, oncle zoo komt het dat een liter paardenvleeschextrat den fabriekanten niet meer kost dan... 4 tôt 5 centie-mea 1 Dit «plata» wordt in sierlijke doosjes ge-rioldeerd, die beplakt zijn met sierlijke eti-ketten,( die de heele wereld rond gezonden en verkocht worden aan 2, 3, 4 franken den kilo of nog meer volgens de toestanden en de omstandigheden — volgens den specula-tiegeest der handelschacheraars. Mogen wij de vrienden onzo lezers verzoe-ken om met ons den hood af te nemen voor de heeren kapitalistische schacheraars dio aldus weten te zwendelen met de laver.smid-dels — vooral in den schrikkelijken oorlogs-tijd ? PRIJSKAMP voor de versierlng van een Boek bevattciide de Gesehiedenis, de Werken,' de Voordcclen eu het Ideaal der Maatschappij VOOR UIT Ten einde aan onze kunstenaars, in deze droevige omstandigheden,gelegenheid te ver-schaffen hunne kunst en hunne sympathie jegens het Gentsche arbeidende volk te laten kennen, richt de Samen werken de Maatschappij VOORUIT N° 1 een wedstrijd in, voor de gete'.k&r.iiie versiering; van een boek, waarin hare verschillende instellin-i gpn worden verheerlijkt. De wedstrijd bevat de volgende onder-1 w-rpen : 1. — Teekcning voor een omslag (Voor- en Achterblad) : flet Voorblad moet c]en volgenden tekst bevatten: Samenwerkende Maatschappij 1 Vooruit N° 1, Cent. — Wat zij is ! Wat zij/ doet ! Wat zij wil ! — 1910 — Volksdrukkerij, Hoogpoort, 29, Gent. Het achterblad moet verbeelden de allego-rische uitbeelding der spreuk: «Een voor allen, Allen voor Een ». 2. — Teekening verbeeldende: « Wat Vooruit is ». 3. — Id. id.: Vooruit's instelling: Deel in do Winsten. 4. Id. id. : id. Invaliedenfonds. 5. Id. id. : id. Pensioenfonds. 6. Id. id. : id. Levensverzekeringsfonds. 7. Id. id.: id. Zicktefonds. 8. Id. id. : id. Kraambedfonds. 9. Id. id. : id. Overlijdensfonds. , 10. Id. id. : id. Intellectueel streven: Voor-; uit's strijd voor de politieke en ekonomische verheffing des volks, zijn prachtig© Meistoe-ten, samen met de.Partij, zijn subsidiën aan de Vrijzinnige Werkmansbibliotheek, aan d« Harmonie Vooruit, Koorsectiën van man-nen en vrouwen, Multatuiikriwg, Turn-kring, Volkskinderen, het verschaffen van1 de boeken aan de kinderen der leden dia middelbare en hoogere studien volgen ; zijna groote schoone lokaien: «Ons Huis», Feest-lokaal. zijn wijklokalen, enz. enz. 11. — Teclcening verbeeldende Vooruit's werken op gebied van Groot-ï\ ijverheid : Vopruit hielp do oprirhting der CooperaÙBjj^j ve Weverij, der Naamlooze Maatschappiien:1 Vereenigde Spinnerijen en Weverijen, der Nouvelle I.iiiière du Canal, der Suikerijfa-briek.12. — Teekening verbeeldende «Wat Vooruit wil.» De kiuistenaar is vrij de teekening uit t« voeren op de schaal die hij verkiest. Het for-maat van het boek is 17 cm. x 9.5 cm. en de teekeningen moeten in zmco-grâvure uit-voerbaar zijn. Voor iedere teekening val een eerste prijs van 25 fr., een tweede van 10 fr. toegelcend worden. Al de bokroonde werken blijven den eigen-dom der Maatschappij VOORUIT. Zij moe»1 teû ingebracht worden, onder motto, tegen ten laateto 1° Maart 1916, in het Secreta-riaat der Maatschappij VOORUIT, «Ons Huis», Vrijdagmarkt, Gent, met naam en' adres van den mededinger in gesloten omslag.De Jury zal samengesteld zijn uit: E. An-; seele, Voorzitter; E. Van Sweden, O. Roe*; landts, J. Cantré, R. De Gos, J. De Graeve^ een lid van het «Algemeen Kunstverbond1 voor Beide Vlaanderen» Leden; A. Van Meer.en, Secretaris. , Hij zal zich het recht voorbehouden noch serste, noch tweede, of zelfs geen prijs tofl; te. kennen, als de ingezonden werken als* teekening niet voldoen of de opgegewn1 onderwerpen niet goed wedergeven. IBSEN, als ^6GKcr en sîiijdir VOOPtDRACHT gehouden in s Ons Huis », op Dinsdag 7 Decembcr, door Gezel P.-J. D'HOEDT. (Vcrrolg en slot) In 1853 huwde Ibsen Suzanna Thoresen, dochtex van een predikant te îergen. Deze vrouw heeft veel invloed op den dichter ge-had. Zij was de eenige vrouw, naar <- :en's eigen verklaring, die zijne werken door en door begreep en hem verstond. Toen de schouwburg te Christiania gesloten werd, verloor Ibsen zijne betrekking van tooneelbestuurder. Wecr stond den dichter de armoede te wachtcn. Ibsen's vrienden wilden hem eeno betrekking van tolbeambte doen aannemsn, doch deze weigerde hoogmoedig die te aanvaar-den.Door het gedurig werken van Bjôrnson, schonk de staat in 1363, aan Ibsen eindelijk een reisgeld toe van 3375 mark. Ibsen zou dus op reis gaan. Dit was echter niet de eenige reden waarom Ibsen Noorwegen ver-liet. Toen in 1864, Pruisen oorlog voerde tegen Deriemarken, ï"hreef Ibsen een gedicht met titel: «Een broeder in nood», waarin hij Zweden en Noorwegen opriep om Denemar-keu ter hulp te komen. Toen zijn stem klonk als die van een roepende in de woestijn, en beide landen nie» roerden, keerde Ibssn zijn vaderland den rng toe. Men had in Noorwegen uiet opgehouden Ibsen op de gemeerr ;e wijze te bskampen en tegen te werken Dp dichter, dit geknoei moede, schudde het stof van zijne schoenen en ging vrijwillig hi ballingschap, dia 27 jaar heeft geduurd. ■(^urtelings verbleef nu Ibsen te Rome, «linchen, Zwitserland enz. Te Ronje schrcef hij zijn twee groote werken: Peer Gynt en Brand, die de naam van den dichter wereld-beroemd zouden maken. Maar ondanks de miskenning waarvan Ibsen het slachtoffer was, toch heeft hij zijn vaderland lief gehad, en het nooit vergeten. Zekere zijner gedichten getuigen daarvan. Het verschijnen van Brand en Peer Gynt baarde in Noorwegen groot opzien. Wecr was het Bjôrnson die bij de regeering aan-drong op de ondersteuning van den dichter, en nu ontving Ibsen eene vaste «dichters-toelage», ofschoon de minister van finantiën zieh daartegen verzette, uit reden van Komedie der liefde, door Ibsen vroeger ™e-schreven. Nu men Ibsen zijn werken beter leerde kennen, noemden zijne landgenoo-ten hem : « De man met den ijzeren wil ». IBSEN, EEN ZEDELOOS MENSCH Ibsen wordt een zedeloos mensch genoemd omdat hij het huidige huwelijk veroordeelt, dat gebaseerd is op stoffeliike belangen en zinnelijk genot, waardoor in werkelijkheid de liefde bij de man en vrouw wordt gedood Maar het is zeer zonderling dat men er nooit aan denkt Sofoclès een onzedelijk mensch te noemen, die zijn Œdi-pus lion in g schreef, waarin een zoon zijn vader d mdt, zijn moeder huwt en vier kinderen bij haar verwekt. Ibsen was niet de man die zoo maar ailes aannam als "wààr en op gezag, wat hem onder de oogen kwam. Hij wisfe dat er veel schyn bestond, die roor wààr door d» nieesten werd aang#no-nien. Maar zonder onderzoek nam hij niets aan. Daarvoor was zijn gecst te kritiek aan-gclegd.Ibsen kent heel goed de kapitalisten en hunne verderfelijke werkingen. Hij toont ze ons, tôt op het lijf ontbloot, in De steiin-pilaren van de Maatschav.vii, in De wilde eend; in de Bond der jeugd en ook in Ecn volksvijand, Ibsen was een man van de daad, een man van karakter. Zo^ had Ibsen aan den Stor-thing (het parlement in Noorwegen) eene toelage gevraagd, om zijne studie te kunnen voortzetten. Bjôrnson had daarover aan Ibsen geschreven en hem gezegd zijne vraag te herhalen, dat het parlement ze zeker zou toe-staan. Ibsen zond aan Bjôrnson het volgende antwoord, dat- bewijst hoe sterk Ibsen op zijn standpunt stond en niets, zelfs niot de nood waarin hij verkeerde, hem kon be-wegen dit standpunt te verlaten: « Gij zegt dat het paiement mijne vraag zal inwilligen. Gelooft gij daar werkelijk aan? Ik meen dat mijn nieuw werk de parle-mentsleden niet milder voor mij zal stem-men. Maar God moge mij straffen als ik om die reden maar één woord uit mijn stuk weglaat ! Iloe bitter het die geldzielen ook moge stemmen 1 Liever wil ik mijn leven lang een bedelaarsleven leiden ! Een ik niet mij-zelf in wat ik schrijf, dan is ailes bluf en leuyen, en daaraan'heeft ons volk reeds genoeg, zonder dat het nog extra betaalt, om er nog meer van te krijgen !» IBSEN EN ZIJN WERKEN Ibsen's werken kan men als zijne volle-dige biecht beschouwen. Wanneer hij ge-beurtonissen of personen uit verleden tij-den in zijn werken behandelt en laat optre-den, dan geschiedt dit enkel wanneer ailes overeenkomt met wat hij voelt en doorleeft. Wel heeft Ibsen voor velen zijner figuren m&Jallen uit zijn» omgsring ^ebruiti; nia-aï het baste modsl naa roor hem ueg altèd hem-zelf. Ibsen is op vele plaatsen in zijn werken duister en raadselachtig, zoodat men soms bij 't lezen er van, blijft stilstaan met de vraag : wat bedoelt de dichter daarme.de 1 V an daar ook dat ïobvele « uitleggers » -xan Ibsen's werken, achter de woorden heel wat anders meenen te ontdekken dan wat zij eigenlijk verbergen. Men kan aannemen dat de dichter daarvan zelf de sehuid draagfc, daar hij steeds zoo gesloten bleef over wat hij bedoelde. < Leven is strijd voeren met de geesten in hoofd en hart ; dichten is oordeelsdag houden over zich-zelf ». Dat is steeds Ibsen's levensregel geweest. En elk werk dat vau hem verscheen, is eene daad van bcvrijding geweest. Want Ibsen streed niet alleen tegen de leugen in Staat, kerk,maatschappij, huisgezin en huwelijk, maar ook tecten zich z-elf. Al noem tnu ook Maurits Maeterlinck — in navolging van Duitsche en Engielsche critici van vroeger — want nu oorieelt men anders over den Noorschen dichter — Ib-sei's kunst « hospitaalkunst » ; al zegt de Noord-Nederlandsche schrijfster. Henriette Roland-Holst, van Ibsen dat hij geen kun-stenaar is ; al schrijft F. van Eeden met minachting over den dichter van Nora, ik schaar mij aan hun zijde (*). die iDsen een groot kunstenaar noemen, omdat hij het is! Sinds Shakespeare is wellicht ^een too-ru "dichter meer opgestaan zô6 schitterend begaafd ala Ibsen. Als wij goed rondzien, bemerken wij onder de modernen één man, die, naar onze meening, naast Ibsen kan staan, 't is Bernard Shaw. Ibsen heeft nog 't genoegen gehad van gedurenda zijn leven geëerd te zijn gewor-den. Maar nu eerst begint men tôt de voile «rkenning van zijn croot, overweldigend talent te komen. Wat ik hier roordroe», geachte toehoor-ders is slechts als inleiding bedoeld voor wat wij nog over Ibsen zuUen zeggen. (*) Onder wie sieh de Ovaeel-cri^ftpug Fraas Cocneu bavindt,. Bekendmaking ran het vertegenwoordigend siinisterie vail1 ou der wijs De Nederlandsclie taal op de scholen II Volgens art. 20 der niouwe wet op het1' lagor onderwijs moet op de lagere scholen. de moedertaal der kinderen de voertaal zijn.: i Over de eerste maatregelen tôt het uit- j voeren van de wet werden reeds eenige me» dedeelingen gedaan. Het in Groot-Brussel ingesteld onderzoek omtrent dà moedertaal der sehoolkinderen, bewees, dat voor de Vlaamsche kinderen i meestendeels enkel scholen met Franscho of gemengde voertaal voorhanden zijn, dat due»' om de web uit te voeren, talrijke Vlaamsché' schoolklassen moeten ingericht worden. Om te beginnen moet — in strijd met dfl aangiften der ouders, veelal onjuist of on4 volldeig — voor elke school het werkelijfe aantal kinderen, met Vlaamsche moeder* taal vastgesteld worden. Het zal ontwijfelbaar blijken, dat er een groot aantal Vlaamsche klassen moeten ingericht worden. Hiertoe moet door de g» meenteoverheden en de besturen der aan-neembare scholen voor de benoodigde zalen j en leerkrachten gezorgd worden. Buitendien moet nog nader bepaald worden, in hoever-re naast do aangenomen voertaal, nog on- ' derwijs in do tweede taal, hetzij al3 eigen-lijk taalonderwiis, hetzij als voertaal in be= paalde vakken zal verstrekt worden. Tôt nu toe was in aile voorhanden nor-maalscholea — zoo v<$<5r den Staat als voor 31" *aar ■■ N» 3S6 Prijs per nommer : tooi Belgie 3 oeirtiemen, vooi d#n Vreemdeô eontiemen T@!etoon i RefSsctte 247 •» Administrât!» 2846 Ûonderriao 23 BEOEBSBEK ISIS

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Vooruit: socialistisch dagblad belonging to the category Socialistische pers, published in Gent from 1884 to 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods