3*e Jaar N* tStr ;/>2 l Zontfag !4 en Maandag 15 Janimri 19l7 Umimnini j fur tiidfit** i •jg^jLlté f. 1-35 8"50 | BM^drt 9-7S WM p 4* t feiv.a | nt«d f* *"75 3"S° joiagad®^ S'8! I awaci f. si-go ■ Én&^â9Ë i'6S âat^ése Ma DE BELGISCHE STAnDAARD ~yr~ï~~~ï<i PKACHT MAC M^r=— Stichtçp-fôest^Ju7d€Tt^"~ Xldefons Peeters, OPSTBL M BEHEEK: rm« *M* S»§xiite» Z«« dijfc mPAmmB e» Klaiaa a#.ak®adi. giagea p,3S f. «te «gai. Raclamce i roi-tsas e^srsea* feemat, a.» :¥asl!c Medewerkers 2 M.'I. iêtmUr*, X. Dmykerg, F* Bertrand Van dtr Schêidm, D* Van de Perr», D' J. Van dt Wmstyne, Jnml FiUiaeri, D1 L. Dt Wôlf, J. Simom, 0. Wattex. Yzerzangeu L In het derde jaar. Zc zijn het derde oorlogajaar inge treden gelijfc zij het tweede zijn uil : gestapt : met slijk 0111 de beener ? vuur boren het hoofd, hard broo en koud drinwen in de maag, maa desuiettemin fleurig in het wezee ; vleesch om de fcnoken,gebIokt en gc stuikt, rilde en rans, * loek als boc men : eiken die jongf staan;en atevig of kopwilgen, onplooibaar en on tembaar. 't Derde oorlogsjaar wentelt ove hen en sluit in zijn dagen, steed grootscher, steeds dringender, steed woester deontzaglij e begeerte ge dolven in hun grondelooze hart : he , iiuis. Dit gedacht het is niet hun wan hoop, het is niet hun twijfelzucht, hc is niet hun moedtluosheid gewordei maar wel uun versterking, hua ver ivroomen, hua eeuwige hoop. Ze ho l pen wild en woest, spijts ailes, tege» 'ailes en allen in. De hoop, ze vornel in hun 00g, ze zwaait in hun stap, z< zwelt in hun borst als ze ten schouw< gaan, zc dreunt in hun lied, ze straal in hun doen en hun laten. Hun hooj is hun leven. Deiwegens zijn ze gebleven d< mannen van Oo^st 1914, van Ant werpen en van den Yzer van Octobej tôt October en nog tôt Octobcr, da-gen en dagen aaueen, mannensenaf van 't lana door wind en door regen, door hagel en sneeuw, door beproe-vingen, ellenden.oniberingen, lijden door de gruvrelijkheid van den oor-log heen ! Nog staan ze hun steke onvermin-derd-onvermoeid, gelijs den eer sten dag ; meer standvasrig, schoo-ner, heldhaftigcr dan op dien dag. Ze spotten met den Duitscher, zc lachen met het leven en ze spelen met den dood. 't Mag stormen, 't mag regenen, 't mag bitter *oud zijn om hua verkieunûe nanden, versteven voeten en bitter Koud in hun leege maag, soms, dat de pezen van hun wezen ervan spannen en hun mond-hoe en opengeeuwen van honger, ze staan in en gaan door de dagen, in hua trouw, in hun offer,in hun daad: onvergan elijk. ' 't Zijn mannen als mannen ! | 't Zijn mannen als kinders I Als mannen. : Vlak vôor den Yzer, die «ijnen bochtigen wentel slingert door dras-sige met bloèd doordrenkte meer-schenen weiden,door slijîige polder-gronden, waar duizenden îggen be graven; die langs doode steden ver-hakkeld staande als gekanteeide schimmen in den fusée-rucht, zij ne zware dik e, papachtige waters heen-sliert naar de zec. Als mannen dàar, wachtei s en beschermers van 'tdoode landschap, waar de verrij^enisse aan 't kir.men is onder den grond, in het weddig sap van hun edel bloed, Als mannen uàar die ùalthebben geroe ■en in 't aanschijn vaa den dood; her begiii van het leven, Zc zijn daarvan de getuigenisse en het leven d bevvi s Ze vielen met den kogel vlak m het hart, vlak in het hoofd, waar moeder hen ompracgde en moeder hen zoen-de, waar vader t leven inprcntte en 1 fteesenena auwae 't scruise van aî-scheid ; ze vielen maar leven voort " j honderdvoudig in dezen die kwamen | na hen en locrende staan waar zij - atonden, maar met sterkeren haal ~ omdat ze meevoerden naar 't front ; |~.dc wraak. Laat gieren de vcrnieling waai r destijds, het leven tierde in machtigc t vrucht, laat vlammend de rij»dora ' van land en van steden verglocien, liefde, de hoogste, regeert ons dooi . . hen- 't Zijn mannen I -j 'tZijn mannen als kinder». s 'k Versta : in schoonheid. r 5 Ze verliczen den ernst en de streng-s, heid in de rust achter het front. 5 j Zc fokken zich ncer in hoek en in -1 kant, ten uitkante, in de eenzaamheid t en droomen bij 't lezen van brieven | van huis en weenen van zwoegendc - ontlasting op blaadjes die gcel zijn t en van tranen doorweestt, 1 Gij die in uren van lichtenden " deemster de ker*e instapt, ontbloot ' dan uw hoofd voor God en voor hen 1 die, als zwarte gedaanten, op = raken-^ de stoelende sracht van hun lichaam, : naar de pracht van hun ziele voor ' den Heere daar plooien. Want jon-i gens van Vlaandcren dàt zijn zij ge-' bleven. . Z60 zien wij de schoonheid, eendere [ dagen, om ons van ons ras, Ze dra> - Sca geen schuld, om wat anderen doen. Z verdienen geen verwijten, ( want schuld Komt van hooger, van anderen en valîea ze in de scherreling | van 't grijpende levensgenot : ecn vonk van hun ziele, gefcetst door den ^ vuursteen van 't invlaamsche woord en zc herrijzen in ecrc. 'k Versta : in onschuld. Ze zingen en feesten waar leute ia . • en deftig vermaas. Ze scheppen 't ge-?'not uit hun eigen, door hun aard, , uit hun ras.'t Gaat ruw soms en soms ooi op 't standje af. Maar ze houden hen zelf in, waar 't moet en waar 't past.Oen avond van soldij, drinken ze een pintiedat loopt tôt hun teenen. 't Is zoere. Wie begriipt niet die zoe-tigheid ! Dan kunnen ze lollen met de me sjcs die achter de toogbanken pron en en ze stelen ten dievelinge, uit leute, een zoen van hun wang. Maar erg zit er niet in, in die door-Vlaamsche guiten, \ De kracht van hun leven, vol bloed | en vol sap, slaat uit dan in brullende iliedjes. gevooisd op het huilerig 'gejank van een lamgeduwd speel-; bock, 't Is getier dan in 't dorp, door ] ( de eenzame straten waar donkertc hcerscht en trompend getoeter van . rammelendc autos, brait midden l't gewapper van verre kanonnen, die roffelvuur geven in 't Zuiden. Ze preutelen eéndag lang: de soldij is op en het hoofd weegt zwaar, doch 't duurt maar éen dag en : ^ hun leven vervloeit, als 't vloeien van 't water in de' Yzer, traag en troebel, maar klaarder naarmate het de zee nadert. En zij weren en voe-!en da ze naderen, al blijven ze liggen ser plaatse,hun huis : hun zee van geluK. ^ J FiUiaeri. î I SOLSATEri, eSsobt te da faepgraobtes | • DE S£âJ£!S&»ig j T P aan aile Militair* Verkoopert, (• VAN EN VOOR ONZE SOLDATEN | Wat de Soldaat noodig heeft Een Fraaach-Belgi'cb bl&d geeft de TOl-l gen de iij«t benoodighecfcn onootbeerlijk voor . I al wifl D««r 't front vertrekt : J Wollen bui, wollea onderbroekea, laaiet-' ten lokken, wollen homdes, wolien of lede-r«n handicheeoeo, booidkap, dikke sjerp, handdoeken, xeap, «pont, «an liereaaar, ean knlpacbaar, eea electriache larap, een tand-boratal, tandsalf, een haarboratel, een kam, een scheermei en waachferiaf, een flinke hoeveelheid tabak. Oûse jongeas knnaeo daamlt opmaken dat h*t blad... te Londbn verBckijat waar het geld te rapen maet liggen om zoo maar e;n lij*t (e geren die alleen door cfficiaren . kan bekostlgd wordes. Voor de Verlofgangers te Londen | —Ssdart een maaad is te Loudan 14 Gros- | veacr Place (op visr miautau v&n de Victo- ï riastatiis) lokaal geopasd waar d* Bclgi- * seau koataioo» koai e« inweefl kunaea bekom«in voor da da»«jn la Londen doorgsbrxcht. Al de ockoatan woriîen door iiefdaiige Eagclsohn «lames afgedragen. î : Solo-SIim l S^lo-Slim op Nieewjaara^oad, va* 'i jaar la 'i asders, op iaet Picket, dmt GaiUaums Vaa œi? ss-fs» Fijkeaa, @sn darda vas dan Aaa, mat visr kieisties, ses ècsàs vaa en de tien, «a KUiveres-Ams au Hsaf. Msdespeisra: Bsaoit Acs'lle, kdaaricv Dskroi^a. emparai, mm Joaaph R£9Kch£erî, vaa C 43. S* Cosapagaie. Geuzevesper (Op de deperUtis d«r Belges, ia strijd Met de aaa Hollaad t«teven belofteo.) Kan dan HoHaod dit v^rdragen Zonder amart ? Moest hen aachte draag ysrjagen? Bang vaa h&rt, Om ia 's vijaads land, ala alaven 't Ooflogsgoad Aan te naakan, dat bau bravea Meorden mosi ? Beter kadden zij gedorvea Have ea gesd, Beter ver van bais geiworvan, - Drotl te moed, Dan op 't lokksad woord te lettan Vas een Staaf, Die op geea verdrag noch wettan Acht en slaat. j ( Deercis an gastvrijheid beiden, Die bazwaard d'Arms swervers cagea «cheidsn Van heur haard, !, Zuc'atse : « Hoe kon ou» varnoegen d'Afacheidsfrcet ? Ach, hoe kcaagt ean eeawig wroegea | O&s gemo^d I » Doet uw wet'k, hsalt arrestanten f j Weaî ea Oost,' Schsurt hun Moed?@rwaaten, Vrou«? as kfooat,— I' Eenmsal komt ds ïsccscfehsid kloppen \ Met haar woord ! 11 N emasd die haar atem ka& atoppen Of veramoort. BESLUIT !« HaUaod, tpiegël u dm schter i is 't tîjd. Vress de maent die toiles weg (er Knecbtschap l®jdt, Die haar dianaars maskt toi dadara I Van dit kwaad. Blind verîrouwes kwsskt verraderi ?£ Vaa dss Staat. Thomas d• Rijmor £ D« Amtterdararaor if Dec. • 16. 11 verteuingen van <ue uev, atanaaara» 1 Liedjeszangers -»(o«§»o)— | 't Was ©udj&arsavocd. Zwart-vaa Hoc-; geren 't Piaaije sleatarden iangs den zee-dijk es de tsrse esaiga gektsseide stratea ■ vaa 'i: atadje, waar ate voor drie wekm ia î groote rest lagsn. Ze liepeu daar in 't dui«- s ter, vsrvrosen van den kou, den wollenl sjsrp em den hala gsmoflelef en eea wattrJ [ dropke aan 't puntja van hun roodsn neas. f ■ Hua vuisten wosSden mistroostig in de| i leege broeksakken. — Van vie* unr reîds, | satende *p^s« an draakiokaiea, herksrgsal en kr#«sgj<ss, volgepropt met lustige verbrui-f êters. 't Licht via! door de reteg der veaster-blinâekens en ds muziek der bierhalor&est-jsa gosisda gadeœpt, overscbald door 't gejoei der leessviereade meniçte. Z^art*vaa>Hon« ger en 't Pâsstjy hoordsa 't douwdeinen «issr violets en 't ^ep^rsi ?ao fiait es kiavier ; se bsûij^den de jorigsse die de pencingen cp 't mariner dej têiïçls listes riMkeien es da gevuide giazen msi gittUgs heiidroskea ledigd?Q. Ze begiaa-derebe mai^^&r msî wauhopige oogen. — Wniea we ta gaar lachte hst Pisatj®. — 'k Heb aog 'aga k®op van een ouw veet, jokte Zwart vaa Hoage-, Hoe ze ook ia bus zakken scharreldes, ze vsadea gssn kopsrgroeae 5duit I Ze w&adel» den cp en ssssr, doellâce en z* porden met de sporss van haa elle^ogen da vojibijgan-gers m ienden, geiuiiiad, omdat ge daar -soo mo«dgr*ielig vsreessaaaad, zoaisr hoop op traktati# oï sao-perij, mosstea rossd Irisaœea. hlav«n se «vea poozea | voor de «îtstaiilag van een «IgRroawiakel of , een deur, aie ûpsii geânwd werd, en eea j bm&eâeicht ont&uide &U eea bmxtig door ] Jordaans gcboisteide br«spaïî<j, M&ar de deure» sloegen dicht es, de t«?@e vagebendea 1 stondsn wser alleea in 't daiaîer, v«irlekkerd \ cp een siokakeû hier, tarwijl ras liaverlede. nua Isatste hsop op zegan versraoit.... j — Ba seggen, dat 'k over îwst jaar.,. her- g vatie 'i Piaatje. — Ea zegges, dût ik ©ok over twee jaar..- j herïi&aM* Z*art-vaa»Hâa^er... % — Ccrsteb, zoovâèl ik leatte ! s — Wij thuis, met 'mn ssel die geld... I — Es op da l&ppcs g&aa, met.., g — Eu aeei den naobt waîicb^feksn.,, r — Drls dagen aau eea r;tuk ! j — Eu vsarde nif^kpeD... — Ea aa ? sachtSe Plastij?.,. n — Bil au, bgaamde zîja maat siof... I Wrckkig om soovsal tuge&spoed laveerdea ] h se verder. Sjms eaorde sea auto han voorby 1 ia dan staptea se een wijle, overgotea door c Laatste Tijdingen BELQ1SCH FRONT 1 12 Jan. 20 uur.— Zwakke artilleria- îadrjjvigheid in de streek van Steen- v slraet« ea gïëiaadeg<svechten aa&r Het Sas. « s )ogewijiigde toesUnd op 't Fransch M I ParÇs i2 Jan. 15 uur. — Kalme | •acht op 't fsorst, De tsestaad op 't Rsemeenscti M u g L^atate berichUm duîden er op dat de tusses en Roemanaa de Putcadija zoudec ^ «rlater, hsbbcn ec eu T^eerstond ibisdea op tl iereth. Isem^rs gistar oversebr ?ed von Mac- g1 eaasa, de misr Posaaa, 10 kilomstere N. vi 'ocsaci. Alhoewel hij teruggeworpen werd, tat dit een groot«n vooruitgang vsrmoedea. oei ncni sar gcymieeniampec, in eea go:i vaa sebitteread gouil, dis hea verblis erd« m kRt'paogaa deai. Da straat eok werd drakkar. Qroepjea soldaten, zwijcaeldea arm aan arts, ea lalAea sebuaaige liedjea. Hier ea daar zwijmelde er *1 eea driaktbroer of tuimslde er eea in de goot, waar hij liggen ble&f, ea den ijzerea rosster van ees riool, voor s$uwbakje nam. Piota kraaide 't Plsatfe : — E«n gedacht ! We kusaen geld verdie- aea, vet! geid, ea op dea boemel gar-r=... — ? — Qij habt goei atgm. En ik kan har-moaika spebn. — Ba das, vroeg Xwart van-Hocger, die nog niet vatie waas zijn makker heetwilde — Versta de *je eiet. We gaae da staml-F.eske?.» af. Gij zingt de liekeas. 1k speel op Sooiksca tïekorgâi om u te begeleieo. Ba... — Wie feaalt de ceaten rond f — Gij natuurlijk I Zwart-van-Hssgs? aarzelds «en ecge»blik. Was het sieî «iaipsl-wsg achooiea hetgeea Pïaatjs voerislal^e ? 't Revolteerde hem. — We zolisa daaf staan lijfc 'a keppel ba-delaara ! Plaatje overwon ecHtar algauw dieu me-rsslsn ops'aad. Opgekwc«kt met éâ maa. BChsa, vrijpostig vaa aafd.gewend uit veatea te gaaa met garnaals «a ia zija hmrdera-ttialtje zoo doortrapt ea welaprekead a's een vergrijad viachwijf gewordso, waar het aan-biedea of — prijsea van bsdorvea keopwaar gold, vond kij algauw het aoodige argument !>m over des twsjf*l en de verentwaa» aiging vus* zija gaisl te zegepraiea en maakte vaa d?s gew$t*n>zaskje een oekedeidsad pral- — Wi«. bedelaars I Wsj ? Worde ^.tj zfet, ïest ? Wij wtrken tocii voor de eeatc», pleitte hij I Ea oUarbij, 't is oerlog. We vegen sas "oroek sas d® mssscfesa. A)s se maar ;etsl^s... Ws iaeg«n toeh ssker ook etaa ^ieawjaaî1 visre^ ?! Ds htaîsta woorden sehoten ala p'.jiketa r&r, aija epecgespalkie lippen.Ea ia eea met asdea gewspendea lach, basloot hij : — We zulias er 'c goei glazeken opsettes. 3,%a zal de ge^de wel van oezeo lever poelen ! Ds woordea hageldea ia den eerlijken oagenskop vas zija atsai. De laatste gewe-eaewroegiag weri doodgehamerd. Z- keer-Isa terstond naar het kaatonaeme&î waer. >iaatje vïoeg Sosikene harmoalâa. E* amea daa, met popeleada aaers, <rok«sa ze naar 't PopulierEe, dat vol tierclaatij^ende liottea mL Al dadsiijS h&é Pl«atje een talel vurov&rd, yaarop hij eea sfo«l hessch, ea pl&ats r„g»... )a joagens bekekes de twee straatmozi-;a?itea met waterige 00g je s, aieawsgierig. 'laatje pî œludeeïde met eeaige akkoofdea p zija schapig.blatsnd instrument. Daa met over den Oorlog is ûuitsche f reaosvoorwaarden Ds « Deutsche Tagesfeeitaog » drukt de olgends auifschs vrcdesyoor waar den ; Aanhechtiag van BslgiS ea de FraiiSche usé, wedergave der auitsche koloi-ies, tsefeten van ssn Duitach grooî koïoaiasl ijk ia Afrika, aashechtisg vae Uihau;ja a Kosrlaad, sebadevergoediag. ^ îoestand op 13 ian. 7 uur Paryg meldt alscht» egn scherœuîsa-eg ia de Vogazea ea Londen asiiilem-evechî op den Ancre. D@ Nota van da &stente aan Wilson orât daoï ëe Fransche pers heel g beoord«eld. « Les Débats » «„î. seg-sh dat ons antwoord gsea sfschcpsn in Wiiaoû'a voorsiel baduidt.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.