De Belgische Standaard Voor Taal en Volk EENDRACHT^BAABT MACHT Voor God en Maard en Land VASTE MEDEWERKERS : M. E. Belpaire, L. Duykers, P. Bertrand Van der Schelden, Dr. Van oe Perre, Dr. J. Van de Woestyne, Juul Filiaeft, Dr. L. De Wolf, O. Wattez, Adv. H. Baels, Hilario,; Thans. . Stiehter-Bestuurder ILDEFONS PEETERS ABONNNEMENTEN : Voor Soldaten: 1 maand fr. 2.50 — 2 maanden fr. 5.00 — 3 maanden fr. 7.50 Voor Burgers : 1 maand fr. 3.00 — 2 maanden ir. 6.00 — 3 maanden fr. 9.00 OPSTEL EN BBHEER : WULFH AGESTR A A?, 13, BRUGGE KLEINE AANKONDIQ1NGEN : fr. 0.50 de regel. REKLAMEN volgens overeenkomst. De Koning te Parijs Van onzen parijzer-briejwisselaar 5 December 1918. Er zijn dagen in 't leven die een mensch werkelijk fier maken Belg te zijn. Wat we, in 1914, gedaan hebben uit plichtsgevoel zal de eeuwen dôor medegaan,ennergens beter dan in den vreemde beseft raen het grootsche van onze taak in dezen oorlog. Betoogingen als deze die ik vandaag raocht boeken z^jn het meest sprekend bewijs dat wij toen niet alleen gedaan hebben wat de plicht ons gebood, maar dat we door die daad de wereld hebben gered. En waarlijk, ik ween nog van vreugde, als ik de onver-getelijke stonden weer ga over-peizen die dezen dag vervulden. 'k Stond midden den toejuichenden stroom van volk, een stipje in een menschenzee, maar 'k voelde dat de hulde gebracht aan onzen Koning ook door mij tôt het heele land ging, dat even als de Koning lich trouw en waardig heeft ge-toond.Voor de aankomst Anders,. een slechte dag voor een blijde intrede. Van 's morgens al vulde een dikke mist de straten om rond den noen te veranderen in een kil weder, een druppend weder met nu en dan -een stonde doordringende motregen. Men moesf op geen zonne hopen et 'k dacht dat het weder in zekeren zin wel een nadeelig uitwérksel zou gehad hebben op de vreugdestera-ming van 't volk. Maar pas in den omtrek van het Bois - de Boulogne - station geko-men bemerkte ik al dadelijk dat België heden een heerlijken dag zoubeleven. De menschen stroom-den naar de statie, waar de Koning met zijn gevolg om 2 uur in den namiddag verwacht werd. Rond die statie was heel Parijs op.de been en aile standen waren er. vertegenwoordigd. De regeering had immers be-sloten dat deze dag een Hoogdag zou wezen. Schoolbestuurders, bankiers, groothandelaars en nijveraars had-den insgelijks vrijaf gegeven aan hun leerlingen en personeel. Met groote moeite kon ik me tôt in de statie wringen. 'k Hoor uit de verte het geraas opstijgen van de ontzaglijke menigte die naar de Quai d'Orsay stroomt langs honderd verschillende straten.Voor mij wetnelt het van volk, waaruit nu reeds luidruchtige toejuichin-gen opstijgen en het refrein van de Brabançonne «gefredon-neerd » wordt. De huizen zijn be-vlagd van 't dak tôt het voetpad. Overal belgische en fransche vlag-gen, kronen en driekleurige lampions. In de vensters zelf hangen trossen menschen en tôt op de daken toe zitten er, stoïsch wach-tend onder den motregen. M. Guichard, overste van de stadspolitie, komt wat orde in dien volksboel brengen. Om 1 uurrijden geen trams ; alleen van uit de hol-ten van den Métropolitain stui-ven onophoudelijk heele volks-drommen langs de lanen waar de koninklijke stoet zal doortrekken. De aankomst Om 1.20 uur komt de eerelijf-wacht, muziek aan 't hoofd, post vatten op de kaai van de statie. Hun kleedij geeft een warmentoon in de prachtige binnenversiering der statie : weelderige planten uit de tropenlanden zweven overal. Langs de Dauphinepoort, waar een bijzondere plaats is gegeven aan de Belgische officiers, die tal-rijkopgekomenzijn omhunkoning te groeten, komen de overheden de statie binnen, links aan den uitgang stellen de troepen zich in rang, bayonnet op 't geweer, langsheen de menschenvloed weerskanten de straten tôt aan de Elyseumlaan die ginder in de verte in de vlaggentooi haar lijn verliest. Het volk juicht al de overheden toe die voorbijtrekken. De Belgische afgevaardigden bijzonderlyk krijgen hun deel. Om2uurjuist stoomt de koninklijke trein de statie binnen. De klaroenen kletteren en de Brabançonne wordt door een Fransch muziek gespeeld. De troepen bie-den de wapens, de koning Albert stapt uit de koninklijke wagen. Na hem stapt de koningin uit in een grijs kleed gehuld en met een grijs astrakan mutske op het hoofd. Ook de Hertog van Brabant stijgt uit met Minister Hymans. Zij worden verwelkomd door Président en Mevrouw Poincaré. Président Poincaré biedt de Koningin den arin aan en de Koning geeft den arm aan Mevrouw Poin-caré." De Koningin ontvangt uit de hânden van den voorzitter van 't senaat een prachtigen bloemtuil. Pas is de hooge gestalte van den Koning buiten zichtbaar of een ontzaglijke kreet stijgt op van aan de statie tôt in 't verste hoekje van de wereldstad : «Leve Albert lr ! Leve de Koningin ! Leve België ! » Dicht bij dondert het kanon en de troepen bieden de - wapens wiji langs aile kanten de klaroenen schetteren. De Koninklijke familie stapt in prachtige koetsen om naar 't Ely-seum te rijden. De Optocht In de eerste koets. nemen de Koning en Poincaré plaats ; in de tweede de Koningin, Mevrouw Poincaré en Admiraal Ronarch ; in de dexde, de Hertog van Brabant, Clemenceau, Dulail en Mor-dacq ; in de vierde, Gravin d'Oul-tremont, Baron Gaiffier d'Hestroy, gezant te Parijs, M. Defrance, M. Saincère ; in de vijfde : M. Hymans, Stephen Pichon, kolonel Joannard en Baron de Ravignan. Traag trekt de stoet naar den Quai d'Orsay. Aan de jubeling, hethoeden- en zakdoekengezwaai, het gejuich, en de kreten van Leve de Koning, Leve de Koningin, Leve België komt geen einde. De stad dreunt onder 't gejubel. Van uit de vensters worden kunstmatige bloemen en vlaggetjes geworpen. Langs de huizen is 't éen witheid van zakdoekengezwaai. Men ver-geet het weder, de koude om toe te juichen, zondër ophouden, den Held van dezen Oorlog, de man zonder blaam of vlek en België het smetlooze België meteen. In 't Ministerie van Buitenlandsche zaken De wapens worden bij 't uit-stappen aan '.t ministerie van Buitenlandsche zaken, door hei 96e voetvolk regiment geboden Juist voor den ingang juichen een groep Belgische gekwetsten ds Koninklijke familie toe en dezf hulde treft den Koning, blijkba^ ; diep. Na eenige minuten in 't mini sterie vertoefd te hebben waar de gebruikelijke voorstellingen gedaan werden, en waar de Koning zijn kamer heeft,. stjjgden allen weer in en naar 'tElyseum rijdt de stoet nogmaals begroet door den donder van toejuichingen. Onze vorsten groeten minzaam en vooi 't Elyseum waar ik staande ben hoor ik wel duizend maal : — Oh! qu'elle est gentille! mais voyez la petite reine, si gentille ! Door de groote poort ryden de koetsen het Elyseum binnen. De Koning vertoeft er niet lang en gaat met de Koningin zijn kamer betrekken in 't Ministerie van Buitenlandsche zaken, waar met 't vallen van den avond de ont-vangst plaats grijpt van al de notabilité]' teji en al de afgevaardigden van de Belgische vereenigingen. Buiten woelt en joelt Parijs, stoeten trekken voor het ministerie voorbij. De Marseillaise en de Brabançonne dreunen : « Le roi, La Loi, la liberté » klinkt het langs aile kanten ! Nu voelt men z\jn fierheid : Belg te zijn, het best. Morgen heeft de ontvangst op het stadhuis plaats. 't Zal weer een dag van vreugde en uitbundige volksjubeling zijn. X. Baitenlandsch Overzicht Het bezoek van den Koning te Parijs. Ter gelegenheid van het bezoek van den Koning aan Parijs wijden de Fransche bladen geestdriftige artikelen eerstens aan den Koning, de verpersoonlijking van 't recht en de eer, en dan den Koning aan België. 't Is het feest van de erken-telijkheid geweest. En aile bladen leggen er nadruk op dat de beide landen meer gemeenschappelijker moeten gaan voelen en meer sa-menwerken om op nijverheidsge-bied de door den oorlog geslagen wonden te heelen. Men heeft de drukke conferen-ties van onzen minister van 't buitenland, M. Hymans, met Stephen Pichon, minister voor 't buitenland van Frankrijk opge-merkt.Tegenrevolutie in Duitschland Uit Berne wordt geseind dat het Poolsche blad Krakovski meldt dat talrijke Duitsche regimenten naarBerlijn oprukken om het voor-loopig bewind omver te rukken. Ze blijven den Keizer trouw zeggen ze. Deze troepen komen uit Polen waar ze heen gezonden waren om de Poolsche onlusten te onder-drukken.Op hun terugweg hebben ze verscheidene Poolsche steden plat-gebrand.Het Poolsche gouvernement heeft krachtdadig protest aange-teekend.De tegenwerking tegen Kurt Eisner Kurt Eisner heeft van de tegenwerking van aile politieke partijen, —' \ he onderspit moeten delven. Men I wqet dat hij de afscheuring van .Be :ren met Pruisen voorstond om ee s afzonderlijke vrede te be-ko%e«.-4-c'ijk wij het reeds deden cp-merken kwamen aile andere deelen van het Duitsche ryk hiertegen op en zelf in Beieren ondervond Kurt Eisner een tegenstand voor den-welken hij kop heeft moeten leggen. Op 7 December heeft hij openbaarlijk verklaard dat hij aan de voortzetting van de afscheu-ringspolitiek verzaakt en dat hij met Ebert, saamwerken zal om de Duitsche eenheid te behouden. Altijd 't zelfde kluchtspel. Te Baie in Zwitserland houden talrijke Duitsche uitgeweken officiers zich met tegenrevolutie on-ledig.Te Essen heeft, het volk de roode vlag van de openbare ge-bouwen gerukt. Lemberg bij Ukranie De groote Oostenrijksche stad Lemberg had zich voor een aan-sluiting bij Polen verklaard. Zulks is tegen de goesting van Ukranie uitgevallen en de Ukranische troepen hebben de stad terug bezet. Aldus wordt uit Zurich geseind. _^De spaansche krisis opgelost » Uit Madrid wordt geseind dat de graaf Romanones er in gelukt is het nieuw Ministerie te vormen. De eerste uitslagen der Engelsche verkiezingen Uit Londen wordt geseind dat 84 kandidaten zonder strijd ge-kozen werden, nameljjk 41 unio-nisten ; 28 liberalen van de oppo-sitie; 11 werklieden; 1 Iersche nationalist; 23 Seinfeiners. Tus-schen deze laatsten zijn de twee leiders Plunkett en de Valera. Lloyd George zal kiesstrijd moeten voeren, want zijn zetel wordt door een ander unionist betwist. Roemania krijgt nieuw grondgebied Uit Weenen wordt geseind dat het nationaal Roemeensch komi-teit van Transylvanie, van Kristiana en Maranuresch, de inlijving van deze grondgebieden bij Roemenie vraagt. De roemeensche vlag wappert op al de openbare ge-bouwen. De Hongaarsche regeering laat gedoen. Duitschland zal tôt de laatste centiem betalen Dit verklaarde M. Churchill in-een rede te Londen. Hij voegde er aan toe : « Het kan betalen. W-ij zulien van Duitschland zijn schepen, zijn goud, zijn waarden, en aile andere goed eischen, tôt de laatste centiem zal betaald zijn. De uitlevering van den Keizer Het uitvoerend komiteit van den Bond der neutrale staten heeft in een vertoog de Nederlandsche regeering aanzocht zich desge-vallend tegen de uitlevering van den Keizer niet te verzetten. A KRONIJK IN DE PARIJZER STADSRAAD. — heeft het lid M. Quentin een vooï-stel neergelegd waarbij gevraagd wordt dat de stad.sraad, in volledig getal, zich naar Luik zou begeven om aan de stad het eereteeken van het eereligioen te overhandigen in 1914 aan de heldhaftige stad door de Fransche regeerfng toegekend. DE DUITSCHE ARCHIEVEN VAN BRUSSEL VERBRAND. - Ze zitten deerlijk met een ei de mannen die ruitn vier jaar lang België hebben gemarteld om daden te plegen als deze welke het Duitsche lid Moluenbuh in de Duitsche commissie voor buitenlandsche aangelegenheden gisteren aanklaagde. Hij betoonde ni. dat al de Duitsche archieven van Brussel ver-brand zijn geweest ten einde aile spoor van de Duitsche schuld van de gruwelen in België gepleegd te doen verdwijnen. En dan durft de Duitsche regeering het Instellen van een berek vragen dat de gruwelen in België gepleegd zou moeten onderzoeken ! Onderzoekt maar, als de bezwarende documenten verbrand zijn. Die aarts-bandieten zijn in niets te betrouwen ! Hetzelfde lid deed daarbij de be-kentenis dat ook al de voor Duitschland bezwarende stukken van het archlef van Berlijn vernietigd zijn geweest.DE KUNSTSCHATTEN VAN NOORD-FRANKRIJK. — Uit Brussel vernemen we dat bijna al de kunst-schattén van Noord- Frankrijk in vei-ligheid zijn te Brussel. M. Fierens-Gevaert, algemeen opziener van SchooneKunsten heeft voor die kunst-schattenzorg gedragen. Hij verklaarde o. m. dat rond den 20 October hij kennis kreeg van de overbrenging dezer kunstschatten naar Brussel. De kunstschatten van Dowai, Valen-ciennes en Kamerijk werden perschip naar Brussel overgebracht. Deze kunstschatten bleven tôt 10 November in 't schip liggen. Toen brak de Duitsche revolutie uit en Fierens-Gevaert kreeg opdracht voor die kunstschatten te zorgen. Hij kweet zich op allerbeste wijzevan dien plicht, nadenDuitschen commandant 50.000 mark uitbetaald te hebben voor inpakkingskosten, wat later een schandalige diefte van dien commandant bleek te wezen. Dankde zorgen van Fierens-Gevaert zijn aldus een hondertal schilderijen van Rubens, Jordaens, Vandyck e. a. gered geworden. DE KONING TE NAMEN. — Nog enkele bijzonderheden worden mede-gedeeld. De Koning was op 't onver-wachts gekomen, maar dit belette niet dat de bevlagging algemeen was en het volk opeengepakt stond in de straten waar de stoet voorbijtrok. De Koning werd onthaald door den gouw-heer derprovincie en doorburgëmees-ter Praes die beiden den koning ver-welkomden. De officieele ontvangst had in de stadsschouwburg plaats. (Het Stadhuis is opgebrand.) De koning sprak er eene rede uit die luid-ruchtig toegejuicht werd, en had een bijzonder woordje voor de schepenen Colemaux en M. Max Wasseige beiden door de Duitschers ter dood veroor-deeld.Na de stad doorloopen te hebben, want de Koning had de begeerte uit-gedrukt de verwoestingen te zien, toog de vorst naar de hoofdkerk waar hij door Mgr Heylen ontvangen werd. ONS LEGER IN DUITSCHLAND. — Luitenant - generaal Melis, alge-meene opzichter van dengezondheids-dienst van 't leger is naar 't Rijnland vertrokken om er den gezondheids-dienst in te richten. Majoor Nuyten en luitnant Lepreux van den staf der 6e legerafdeeling zijn aangeduld om over den Rhijn het « niemands land » of onzijdige streek te gaan inrichten. Die twee officieren . zulien de kwestie der bezetting van - grondgebied regelen tôt in de minste i bijzonderheden. Als ze willen uitgaan r van de talrijke besluiten, door de i duitsche gouverneurs in België geno-t raen, zulien ze hunne moeilijke taak t heel wat kunnen vergemakkelijken. DE WISSELHANDELAARS, BANKIERS en geldhandelaars moeten aan l het ministerie van geldwezen onder aangeteekenden brief, opgifte doen van de marken die zij in bezit hebben. EEN OORDEEL VAN PATER RUTTEN. — Te Brussel hield E. P. Rutten, bestuurder der sociale werken van het aartsbisdom een rede over » De sociale taak van morgen ». Hij hield staan dat de demokratische stroom thans zoo groot is dat aile tegenwerking onmogelijk en omge-werkt wordt. Van nu af moet, volgens i spreker, krachtdadig gewerkt worden om de studiekringen te Vermeerderen r, -en de werklieden in de gelegenheid te i stellen hun taak te verstaan en degelljk 1 op te vatten. Hij werd geestdriftig ' toegejuicht. 1 VOOR HET RECHT. — Een berek saamgesteld uit personen van aile ' nationaliteiten is te Parijs onder voor-zitterschap van M. Léon Bourgeois tôt stand gekomen, om door oprichting van een standbeeld het recht te hul-' digen. Al goed en wel, 't is een standbeeld bij de reeks tallooze standbeelden, maar praktisch gesproken zou het voor velen meer hartversterkend wezen, het princiep van het recht bij de vol-keren zelf te zien zegepralen. Kijkt maar naar België.... BIJ DE ADVOKATEN.— De advo-katenorde van Namen heeft meester Max Wasseige tôt stokhouder geko-zen. De keus viel op M. Wasseige,. omdat deze voor spionneering door de Duitschers ter dood werd veroordeeld Debajonnetten onzer soldaten hebben hen echter belet tôt de uitvoering over te gaan. DE ACADEMISCHE RAAD VAN DE HOOGESCHOOL VAN GENT, heeft den titel van Docter Honoris Causa toegekend aan Président Wil-son, M.M. Clemenceau, Lloyd George, veldmaarschalken Foch en Joffre, Admiraal Keatty, generaal Léman en Kardinaal Mercier. GENERAAL DE CEUNINCK, gewezen minister van oorlog, zal luitenant-generaal Michel te Brussel vervangen aan 't hoofd der 4e legerafdeeling. Men weet dat Luitenant-generaal Michel opperbevelhebber is van het bezettingsleger in Duitschland. DE SOLDIJ ONZER SOLDATEN. — Bij ministerieel besluit van 19 November laatst, is de oorlogssoldij onzer soldaten in het voordeel derer laatsten gewijzigd.Deze oorlogssoldij, ingesteld den 28 Juni 1917, heeft voor doel de gemobiliseerde soldaten eene spaarsom te bezorgen, welke hun best zal te pas komen, wanneer zij het leger verlaten. Te beginnen van den l^October 1918 is de soldij als volgt vastgesteld : onder-officiers, 1 fr. per dag ; korporaals en brigadiers, 60 cen-tiemen, en soldaten 50 centiemen. •Bovendien bekomen de onderofficiers, korporaals en soldaten, die meer dan zes maanden dienst hebben, erin be-grepen den tijd van gevangenschap, eene bijgevoegde vergoeding van : onderofficiers, 1 fr.40 per dag ; korporaals en brigadiers, 80 centiemen en soldaten 60 centiemen. UITWIJKELINGEN. — M. baron de Brocqueville, minister van binnen-landsche Zaken, is Dinsdag naar Ant-werpen vertrokken. Hij gaat er met de burgerlijke en militaire overheden der provincie ailes regelen om onze uit-wijkelingen, verblijvende in Engeland en in Nederland, terug naar huis te kunnen zenden. ■* 4le Jaar — Nr 266 (1137) Dinsdag 10 December 1918

Er is geen OCR tekst voor deze krant.