De klok: orgaan der christene beroepsvereenigingen en maatschappelijke werken van het Land van Waas

1351 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 30 April. De klok: orgaan der christene beroepsvereenigingen en maatschappelijke werken van het Land van Waas. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/jd4pk07x4v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE KLOK HMMIMII» Il M II » I II II III Door plicht en recht, Tôt liefde en rechtvaardigheid ! | Katholiek Yolksweekblad van het Land van I aa IDoor vereeniging I tôt macht ! I Door macht tôt vrede ! | ABONNEMENTSPRIJS : opstel en Beheer : « Algemeen Secretariaat », ÀANKONDIGINGEN : 15 centiemen per regel. 2,00 fr. voor St-Niklaas ; 2,50 fr. buiten St-Niklaas. Nieuwstraat, 20, St-Niklaas. Rechterlijke eerherstelling : 1,00 fr. pei regel. ' ' ' ' Stadsmeuws : 1,00 fr. per regel. Het numraer r 2 centiemeri. Ongeteekende brieven worden niet opgenomen. Dikwijls te herhalen annoncen volgens overeenkomst. 't Is allemaal voor het Werkvolk. Voor ons werkvolk wordt er veel te veel gedaan. Ziedaar nog eene van die ge-zegden3 die we dagelijks te hooren kriigen. Deze woorden liggen gedurig in den mond van hen die de werkmanskwestie op zijn chineesch verstaan. Verleden week nog was ik in de gelegenheid gesteld ze te hooren. Iemand zegde mij, onder andere, het volgende : « Het werkvolk is nooit te-vreden ; hoe meer ge er voor doet, des te slechter het wordt ». Dat een patroon. welke een zeker ^etal werklieden in diénst heeft er goede en slechte ontmoet, valt niet te betwisten ; dat hij misschien ruwe, wederspannige of onbeleefde tegenkomt, dat zullen wij ook niet ontkennen. Doch dat men daaruit besluit, dat « er te veel voor het werkvolk wordt gedaan, » zie, daar kunnen wij hoegenaamd geen gelijk op geven en zie-hier waarom : Wat verstaat men feitelijk door de woorden « er wordt te veel gedaan voor het werkvolk ? » Is het op het gebied van maatschappelijke weîgeving ? Of op welk ander gebied ? Op gebied van wetgeving, nieenen we, is er aeker niet te veel gedaan ? Of is het te veel dat aan den werkman eene vergoeding betaaid wordt bij werk-ongeval ? Is het te veel dat men den werkman de Zondagrust toekent ? Is het te veel dat men de vrouwen en kinderen beschermt op het werk ? Dat men hoeft te zorgen voor eene gezonde werkplaats ? Dat men den werkman in de gelegenheid stelt zich beter te huisvesten ? Zeg, is dat ailes te veel ? Is het misschien ook te veel wanneer onze vakvereenigingen strijden voor redelijk loon, om ons werkvolk een deftig bestaan met vrouw en kinderen te kunnen verschaffen ? Is het te veel, wanneer onze vereenigingen strijden om eene vermindering van arbeidsduur ? Wij oordeelen dat zulks op verre na niet te veel gevraagd is voor ons werkvolk. Zij hebben als eenig kapitaal, enkel den arbeid. Welnu, hebben zij het recht niet dit kapitaal aan een zoo grooten in-trest mogelijk te plaatsen, net als de fa-brikanten doen, altijd, natuurlijk binnen de païen der rechtvaardigheid ? Wij meenen niet te overdrijven, wanneer we beweren, dat zoolang men zich niet meer bezighoudt met de godsdiensti-ge, zedelijke, verstandelijke, maatschappelijke en politieke ontwikkeling van ons werkvolk, op verre na niet genoeg voor hen wordt gedaan. Welhoe, men vindt ons werkvolk ruw, onbeleefd, onbeschaafd ! Doch heeft men zich al eens afgevraagd- wat de opleiding was, welke het midden is geweest waar-in zij hebben verkeerd en nog zijn ? Wij vragen ons af, of de meer begun-stigden, zoo van fortuin, als van tijd en talent, wel op voldoende wijze het hunne hebben bijgedragen om de werklieden meer zelfbewustzijn te geven, en hun het verantwoordelijkheidsgevoelterug te schen-ken ? Enkel dan, wanneer men dit zal gedaan hebben, zal men gedaan hebben wat men als christen voor ons werkvolk heeft te doen. Want vergeten wij het niet, dat, indien ons volk tôt nu toe niet hooger komt, het grootendeels te wijten is aan het feit dat wij het niet hooger op-voeren ! En meen nu niet dat zij, die voor de de verheffing van den arbeidersstand op-treden,Ndaarom vergeten dat ook andere standen recht hebben op steun en verbe-tering, zoo van bijzonderen als van open-baren aard. Wij beweren integendeel dat die menschen, die de maatschappelijke nooden van den werkersstand voelen en er in trachten te voorzien, ook de eersten zijn om de maatschappelijke behoeften te erkennen van de andere standen. Dit geldt vooral waar men zich in de maatschappelijke kwestie stelt op kristelijk en godsdienstig ter rein. Neen, ook de middenstand — en vooral de kleine middenstand — heeft, bene-vens zijne nooden, ook maatschappelijke heropbeuring noodig. De middenstand heeft vele redenen tôt klagen. Maar ligt dààrin de reden om tegen de heropbeuring van den werkliedenstand te zijn ? Is het geen erge, verkeerde, ja, misdadige gedachte, te denken dat men TEGEN den werkliedenstand moet zijn, om te werken VOOR den middenstand ? Hangt de bloei van den middenstand niet grootendeels af van de welvaart van den werkman ? We komen er op terug : veel te weinig is er nog op aile gebied voor ons werkvolk gedaan, en zij die dus afkomen, 't is al voor het werkvolk-, zouden beter doen wat meer mede te werken aan zijne heropbeuring. Dan zouden ze als ware christenen handelen, zouden ze meer algemeen welzijn helpen verwezentlijken, en, zoo mede werkende aan het goed van anderen, zouden ze ook hun eigen welzijn bewerken. Wat anders. DE GEVOELERIGE STRUISVOGEL. Een struisvogeltemmer, die Europa doorreist met zijne geleerde langpooters, verscheen er dezer dagen mede ophettooneel van een italiaanschen schouw-burg.De toeschouwers lachten om de kunsttoeren der struisvogels, wanneer een dezer eensklaps naar het Drkest toeschoot. Men had de grootste moeite om ien vogel te weerhouden, dieoverheen deafsluiting wilde. De vertooning werd geschorst. Eenige oogen-Dlikken later kwam de bestuurder aankondigen : « Mevrouwen en Heeren, het bestuur verzoekt i den heer X (den vogeltemmer) te willen ver-nrtschuldigen ; zijn struisvogel, door de kaalhoof-iigheid van den orkestmeestor bedrogen, heeft dezes ichedel voor een ei aanzien... Met uw ooriof zal signor Z. (de orkestmeester) zijn hoed opzetten en de vertooning kan voort gaan. » Signor Z. zette zijn hoed op en de struisvogel was dadelijk gekalmeerd. —o— DE VOETEN. Jef Krotmans zag van verre zijn en huismeester afkomen en niet wel bij kas zijnde, schoof hij zoo rap als de wind, achter de gordijn die hem tôt kieerkas diende ; doch, ongelukkiglijk, men kon zijne groote voeten zien. — Dag manneken, sprak de huismeester tôt een der kinderen, is vader thuis ? — Neen, menheer, hij is daar even uitgegaan. — Zoo dan, sprak dehuisbaas, 'k zal eens weer -komen en doet hem mijn komplimenten dat, als hij nog uitgaat, hij niet mag vergeten zijn voeten mee te nemen. De katholieke werklieden gaan op ZONDAG 3 MEI aanstaande NAAR LOEEREN om een betoog van erkentelijke hulde te brengen aan onzen hooggeachten en verdi en stelijken volksvertegenwoordiger M' J. RAEMBONCK. |g§gpf&i» Voor meerdere inlichtingen betrekkelijk de reis en de feestelijkhe-den, leest verder «De Klok». De oplage van « DE KLOK» overtreft nu reeds 5000 nummers Aile katholieken, die de christene volks-beweging genegen zijn, zullen hunne bes-te krachten aanwenden om ons katholiek Volksblad « De Klok » te helpen ver-spreiden. Leest ons Mengelierk : GEHHWD LtEVEN. Het prachtig werk van LOUISA DUYCKERS, een onzer beste en gemoe-delijkste vlaamsche romanschrijfsters. De nieuwe abonnenten j van « De Klok » zullen de reeds versche-nen nummers van ons mengelwerk gratis thuis besteld krijgen. Het Middenstandsvraagstuk. De toestand van den handeidrijvenden en neringdoenden middenstand trekt van dag tôt dag meer de aandacht van allen, die zich met het maatschappelijk vraagstuk onledig houden. Reeds in 1896 riep de achtbare heer Coorernan, in het Senaat uit : « îeder is bezorgd voor het lot der werklieden. Maar het behoud en de voor-spoed der middenklas zijn even noodzakelijk, even rechtvaardig en het algemeen welzijn eischt dat hare belangen niet langer verwaarloosd worden. Inderdaad, 't springt onmiddeilijk in 't oog, dat de kleine burgerij een groote plaats in de samenleving bekleedt. Zij is, om zoo te zeggen, een omisbare schakel in de ketting der maat-schappij, die den mindere met den meedere ver-bindt. Zonder haar stonden kapitaal en proleta-riaat, stonden werkgever en werker, onmiddelijk tegenover elkander en waren voortdurend bot-singen onverm'idelijk. De middenstand is in ons maatschappelijk leveneen lidmaat van hoofd-zakelijk belang. En daar we niet houden van ijdele droome-rijen over « toekomst maatschappijen » en andere aardigheden meer ; — daar we geen revolutie mannen zijn, die het aanleggen op de omver-werping onzer bestaande maatschappelijke sfandsverhoudingen — zien we niet alleen in, de noodzakel;;kheid van het bestaan van onzen middenstand ; maar zijn wij er tevens diep van overtuigd dat, zonder bloeiende middenstand een bloeiend maatschappelijk geheel niet bestaan kan. En dat bijgevolg, aangezien de midddenstand op dit oogenblik een niet te miskennen crisis ondergaat, het dringend tijd wordt de oorzaken van die crisis op te sporen en de middelen tôt heropbeuring aan te wenden. Nu, dàt is een heel, een uitgebreid vraagstuk. Laat ons zeggen: dàt is 't middenstandsvraagstuk. In dien zin zullen wij, in eene reeks volgende artikelen van « De Klok » het middenstandsvraagstuk behandelen. En mochten wij nu eenen wensch uitspreken, zoo zouden we reeds zeggen : niet alleen aile middenstanders moeten,' tôt hun eigene, maatschappelijke ontwikkeling, dit vraagstuk kennen en begrijpen ; maar ook in groote mate moet het middenstandsvraagstuk de aandacht der werklieden gaande houden. Want zôô kunnen vele verkeerde begrippen en opvattingen worden geweerd. Uit het Roode Kamn. Oie weet er iets van ! Een der afgevaardigden bij het rood congres op 12 en 13 April te Brussel gehouden, kloeg er den Maandag (2e Paaschdag) over dat in de socialistische partij het werkvolk veel te hoog belast is. De man, die er iets van weet, deed uitschijnen dat de kleinen altijd maar moeten afdoppen, terwiji de grooten, die langs aile kan-ten de dikke brokken opstrijken, nooit de beurs moeten openén voor de partijaangelegenheden. Spreker stelde voor dat men de ambtenaars en de mandatarissen der partij zou belasten vol-genc hunne iukomsten. Zij die 3,000 frank win-nen, zouden van de belasting ontslagen zijn ; degenen, evenwel, die meer winnen, zouden 20 frank moeten afstaan van iedere 1,000 fr. boven gezegd cijfer. Terwiji de man zijn voorstel ontwikkelde, za-ten de heeren die vele goed betaalde posten be-kleeden, ongeduldig over en weer te schuiven op hunne stoelen. Hadde men den spreker met de oogen kunnen doodzien voorzeker zou hij geene twee seconden meer geleefd hebben. Toen hij gedaan had met zijne uiteenzetting, gebaarde men alsof men nietbegrepen had wat hij wilde, en men stapie heel eenvoudig over dè kwestie heen. De kopstukken zullen bijgevolg den wel-gevuidcn geldbeugel niet moeten uithalen, 't Zijn de gaaiei die als voorheen maar gedurig zullen mogen blijven afspetten... zonder ooit een rooden duit terug te zien. Arme dompelaars ! —O— Ook geeri uiîen ! Op de dagorde van het socialistisch congres stond ook de kwestie of het de roode mandatarissen en bezoldigde beambten der partij al of niet toegelaten is verscheidene betaalde posten te bekleeden. Men was verplicht geweest dat vraagstuk op de dagorde te zetten, aangezien de « kleine garnaal » er heftig tegen opkomt dat het altijd dezelfden zijn die met de brokken wegloopen. Maar de inrichters van het congres hebben het fijn afgehaald. In plaats van de kwestie in de zittingen van zondag of maandag te laten bespreken, werd ze vooibehouden voor de ver-gadering van dinsdag. De werkliedenafgeveer-digden bij het congres, die maandag verlof had-den, konden 's dindag geen deel nemen aan de beraadsbeslaging, aangezien zij terug aan den arbeid moesten. Er bleven dus op het congres nog juist diegenen over, die allen verscheidene vette arabtan bekleeden, en die zich wel zouden wachten er een enkel van af te staan. Ook geen uilen, pompier geweest ! 't Is dan ook niet te verwonderen dat er, met schier algemeene stemmen, besloten werd de « cutnulards » maar te laten voortdoen. Zoo werd het « proletariaat » weer eens te meer geklopt en gefopt in zijn eigen partij. —O— De Algemeene Werkstaking heeft een BONI opgeleverd voor de socialistische partij en ARMOEDE voor de werklieden. Volgens het verslag in « Le Peuple » van Maandag 13 April heeft een zeker Gezel op hetzelfde Brusselsche Congres verklaard, dat de commissie van de algemeene werkstaking een boni had van 44 655.55 fr. En de àrbeiders ? Daarvan hebben de mees-ten, tijdens en na de staking, honger geleden en schulden gemaakt. De vier en veertig duizend en zooveel fran-ken, werden gebruikt voor de propaganda ten behoeve van het zuiver algemeen stemrecht... waarmede zij de werkers bedriegeri. Donderdag 30en Âpril 1914. Zesde Jaargang.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes