Zondag, 10 Mei 1914. Nr 19 Yijf-en-Zestigste Jaar. TELEFOON HS. 80 DE ONAFHANKELIJKE TELEFOON HS. 80 DER PROVINCIE LIMBURG INSCHRIJVINGSPRIJS : VOORAF TE BETALEN Voor Hasselt . 2 fr. 00 's jaars. Per post . 2 fr. 50 s jaars. Voor het buitenland de verzendingskostenerboven. Men schrijft in op aile postbureelen en bij den Uitgever J. CEYSENS, Demerstraat, Hasselt. Verschijnende 's Zondags. JSTieuws- en A.ankondiginffshlad Orgaân der katholieke Partij van Hasselt en omstreken GODSDIENST MOEDERTAAL VADERLAND BEKENDMAKINGEN: 20 centiemen den drukregel; voor Limburg, 15 c.; v66r de aankondigingen, 50 centiemen. Verschillige tijdingen, rechterlijke veroordeelin-gen, vooraan of in het midden van het blad, 1 fr. den drukregel. Herhaalde aankondigingen, volgens overeenkomst. Boeken, waar men ons één afdruksel van zendt, worden vermeld ; die, waar men er ons twee vail stuurt, zullen besproken worden. Dit nummer bestaat uit 6 blad- Leest de A ankondigingcn van < De zijden en mag slechts aan 5 centiemen Onafhankelijke > op on^e 3e, 4e en 6e verkocht worden. bladzijde. YASTGESTELDE MEETINGEN voor de Weteevende Verkiezingen V ' w van 24 Mei aanstaande. Zondag 10 Mei, kanton St-Truiden. Zondag 17 Mei, te Zonhoven, Neerglabbeek en Opglabbeek. Donderdag 21 Mei, kanton St-Truiden, te Zepperen en 's avonds te Hasselt. Zondag 10 Mei, Meetingen te Hamont, St - Huibrechtslille, Caulille en Achel. Overal worden onze katholieke kandidaten geestdriftig ontvangen en toegejuicht. De kiezers die geen auto, cinéma of papie-rengelden, obligaties en aandeelen in vennoot-> schappen bezitten, betalen geen cent meer. I Een gedacht. Een, blad onzer stad drukte over veertien dagen eenartikel over Justitiepaleis,muséum, bibliotheek, enz. Het wees er op dat de pro-viucie absoîuut een nieuw Justitiepaleis zou moeten bouwen — iets waar zij moet voor zorgen —, en dat de stad het tegenwoordig Justitiepaleis dat baareig^ndoaris zou moeten trachten te benuttigen voor hare diensten : Cautonsgerecht, muséum, bibliotheek, ar-chief.Reeds meermalen is daarover kwestie geweest in de stad, en deze zou voorzeker een goed werk doen indien zij het Gerechts-hof aan de deur zette. Inderdaad, de stad moet nu : 1° 750 fr. huur geven voor het lokaal der archieven en muséum ; 2° zij is verplicht een gedeelte der bibliotheek in dit lokaal te plaatsen, hetgeen een last is voor de lieden die boeken komen vragen ; 3° het muséum dat nu zoo vernepen huist in het gehuurd huis, zou goed geinstalleerd kunnen worden en zich beter kunnen uitbreiden ; 4° het Vredegerecht zou te minste in een fatsoen-ljjk lokaal zijnen zetel hebben ; 5° de gansche bibliotheek zou daar overgebracht worden, en zoo ?ou de stad hare bureelen op het stadhuis wat beter kunnen inrichten. De stad trekt wel is waar een 1400 fr. van het Justitiepaleis, maar 1400 min 750 blijft 650 frank en dit versebil zal ruim-schoots verrechtveerdigd zijn door den dienst dien de stad zou hebben van haar lokaal, het tegenwoordig Justitiepalies. HOE HET met onze limburgsche koolmijnen staat. In het Maartnummer der « Annales des mines » verscheen een verslag over den toestand der werken in onze limburgsche koolmijnen. Het is gemaakt door den hoofd-ingenieur der mijnen den heer Firket en bijgevolg zoo juist mogelijk en uiterst be-langrijk. Wij knippen er de volgende inlich-tingen uit : « Alleen de koolmaatschappij Limbourg-Meuse schijnt tôt nu toe ontsnapt aan zware misslagen ; terwijl de meeste kempische ondernemingen voor dezen oogenblik eerder min aanmoedigend voorkomen. Zelfs zou het tijdvak der moeielijkheden maar beginnen. Den toestand van het graven der schach-ten of putten kunnen wij als volgt bpschrij-ven rond het begin van het loopende jaar. In de verschillende vergunningen moet het bevriezen dieper doorgedreven worden dan men het in 't eerst gemeend had ; te weten tôt over de 500 meter. Hieruit valt licht te begrijpen : 1° hoe moeilijk het is zoo diepe boringen te doen, zonder te groote afwijkingen of krommingen en 2° hoe duur die wijze van werken komt te staan en toch is zij de eenig mogelijke. Het is insgelijks bewezen dat de zand-laag (sables herviens) die de kolen overdekt waterachtig is ; de meeste boorders hadden het tegenovergestelde gehoopt. Daaruit volgt het gevaar van overstroo-mingen met eene drukking van 50 atmos-feren. Daarom zal er noodzakelijkerwijze in de bovenste koollaag een dikke laag onaan-geroerd moeten blijven om tôt. gewelf te dienen en zoo zal het uithalen van kolen eerst mogen beginnen op eene diepte van 600 of 700 meter. Hier nu een overzicht van eenige vergun-ningen : «Vergunning André Dumont » (kool op 505 m.) (Waterschei). /e Put : De schacht is gekuipt tôt 543 1/2 m., en gegraven tôt 464 m. Er blijven nog 14 m. zandgrond boven de kolen. Daar rekende men door te werken zonder bevriezen doch eene boring begonnen den 9 Januari is opgegeven op 500 m 40. Van af 493 m. bracht de boring zand op en de boorkroon is vast geraakt. Opeens is het water in groote hoeveelheid opgekomen. Thans staat het vast dat die zandlaag (sables herviens) zal moeten be-vrozen worden tôt op 550 m. diepte. Vandaar groote vertraring en zware onkosten. 2e Put : Op 31 December werd het plaatsen eener buitenkuip voorbereid op 147m90 diepte. # 9k * Vergunning nr 1 : (Limbourg-Meuse & Eys-den). Hier werd het bevriezen begonnen den 8 November. Het graven zal, volgens aile waarschijnlijkheid, aanvangen in Maart. Men zal bevriezen tôt op 660 m. 2" Put : De boringen om te bevriezen zijn bezig. * 9k * Vergunning van Belchteren, Voort onder Zolder, (kool 603 m.) Na verschillende proefnemingen is besloten te bevriezen tôt aan de kolen en voorop nog te cimenteeren in al de lagen onder de tuf-aarde.* * * Vergunning van Winterslag. (kool 486m80). Hier zijn eenige gegoten platen van de kuip gesprongen en met groote moeiten zijn zeven ringen moeten vervangen worden. Ie Put : Boringen onder den bevrozen grond hebben op 425 m. diepte water ge-vonden (3 m. per uur) op den bodem van dezen put werd een timentenstop gemaakt van 7 meter hoog, voorzien in 't midden van eene buis waarlangs' de boring zal voort-gezet worden en desnoods de onderste grond-lagen gecimenteerd. 2e Put : Tusschen 226 en 264 m. diepte werd hier eene voorloopige kuipaangebracht, doch daar zij kraakte is de put gevuld tôt. op 226 m. en vol water gedaan. Aldus is de berst toegegaan, de put is leeg gepompt en het boren herbegonnen. Op 31 December was de 240 m. bereikt. * * £ Vergunning van Beeringen. (kool 620 m.) Ie Put : Deze put staat onder water sedert Juni 1913. Eene reeks boringen zijn ondernomen om de bevriezing te versterken waar de warmte het hoogst stond vôôr den tegenslag van Juni. Ondertusschen behouden de vries-machienen de koude op 20°. 2° Put : In Augustus gebarsten werd deze put met zand opgevuld tôt 176 m. van de kuip en volgepompt tôt omtrent bovenaan. * * * Vergunning St-Barbara (kool 480 m.) (Z wartberg- Genck). Het bevriezen is gedaan. In Maart of April zal hoogst waarschijnlijk het graven beginnen van den ln put. Eenige maanden later hoopt men den 2n put beginnen te graven. De grond is reeds bevrozen tôt 503 m. * * * Op de algemeene vergadering van 12 Mei aanstaaï de der « Société de Recherches et d'Exploitation Eelen-Asch », zal het verslag over de verrichtingen van het jaar 1913 gelezen worden. Uit dit verslag vertalen wij het volgende : « De boorwerken der uithalingsputten in » het Kempisch bekken hebben een zeer » prachtig begin gehad. Ondanks de moeilijk-» heden van dusdanige werken, bijzonder in » een nieuw bekken, deed zich, tôt in 1913, » zelf geen scMjn op van beletsel. In den » loop van het laatste jaar wierd de open-» bare denkwijze sterk bewogen door feiten, » nogal talrijk in werken van dien aard. De » koolmijnen André Dumont-bij-Asch na den » put nr 1 op regelmatige wijze gebracht te » hebben tôt 463 meter, hebben geoordeeld » dat het oogenblik gekomen was de laag te » bestudeerea onmiddellijk boven de kolen » liggende. De min vaste aard van deze ».laag was bekend, enkel bleef er de » watergehalte van te bestatigen. In werke-» lijkheid heeft het werk geen ongeval ont-» moet ; er doet zich op eene te'overwinnen » moeilijkheid. De koolmijnen van Beeringen » hebben voorloopig de graving moeten stil » leggen wegens gebrekkelijkheid van den » ijsmuur (insuffisance du mur de glace). » Men is be?ig dezen muur te versterken, » werk dat langzaam vooruitgaat wegens de » daartoe vereischte boringen. Aan den put » nr 2 der koolmijnen van Winterslag hebben » zich drukkingen voorgedaan in de kleiach-» tige grond '.n, daardoor is eeno bevriespijp » gosproogen en eenen watervloed in den » put. Dit ongeval werd nogal spoedig her-» steld. Van dit ailes moet men slechts eene >• gevolgtrekking maken : dat sedert het be-» gin der boring te E'îlen, in 1898, de strijd » onafgebroken duurt om te komen tôt de uit-» bating van het kempisch kolenbekken. De » Maatschappij der koolmijnen van Helchte-» ren-Zolder verricht nu hare bevriesborin-» gen. De koolmijnen Limburg-Maas hebben » de bevriezing van hunnen eersten putgeëin-» digd en zijn gekomen aan het tijdstip der » eigenlijke graving van den put ». Zooals men bemerkt hebben zich moeilijk-heden,ongevallen opgedaan. Men bestudeert de beste middelen om ze te overwinnen. Doch zekerlijk rechtvaardigt deze toestand in het geheel niet de jobstijdingen door — men weet niet wie — in de wereld gozonden over « slechts nieuws uit het kolenbekken » en die door de gansche pers wordt over-genomen.Wij hopen dat onze Confraters, die het deden, huune lezers den waren toestand zullen onder oogen leggen en in 't vervolg niet meer — door uitgevonden nieuwsjes — de opkomende Limburgsche nijverheidtegen-werken. De Onafhankelijke. De Vergoeding aan de Soldaten wordt steeds betaald aan de militianen, wier ouders zonder fortuin zijn. Dus al de behoef-tigen trekken nog 1 frank vergoeding per dag. De vergoeding is enkel voor de zonen der rijken en welhebbende burgers afge-schaft. Vroeger verkreeg de zoon van een graaf zij ne vergoeding zoo wel als de arme soldaat. Die ODgehoorde onrechtvaardigheid is door de nieuwe wet enkel afgeschaft. Te Seraing. Schoenpoetser-Hymans. — 't Is weêral zôô geweest : de liberale leider, de grrrroote Mijnheer Hymans heeft heel properkens de schoenen der socialisten moeten poetsen. Zoo als wij 't verleden Zondag zegden mocht niemand die geen persoonlijke kaart had in de zaal komen waar de groote M. Hymans zou spreken. Wacht eens 1 riepen de socialisten. En zij werden niet alleen binnen gelaten zonder kaart, maar M. Hymans verklaarde heel ootmoedig dat een socialist hem zou mogen tegenspreken. Zoo ging de socialistische schepen DeVigne neven den grooten Hymans zitten aan 't bureel ; en hij waschte de liberale bollen dat zij rood en wit en blauw en groen zagen. * sk sk Een die schampavie speelt. — Die er het ergste van kreeg was de liberale kandidaat, M. van Hoegaerden van Luik. Devigne schold hem uit voor een uitzuiger van het volk, voor een verstokte geldduivel, en zoo voorts, en zoo voorts ; en toen de socialist gedaan had was... Mijnheer van Hoegaerden heel stillekens langs een achterpoortje wegge-âtst.* sk 9k En nu de liberale Roland van Hasselt. — Een derde grrroote liberaal, M. Roland de Mares van Hasselt, bespreekt in zijne liberale Indépendance de gebeurtenis van Seraing. Hij verklaart dat « de houding der socialisten bewijst dat die ongelukkigen (ces pauvres gens) volstrekt niet rijp zijn voor het politiek leven ». Hee, hee !?!? Als die ongelukkigen toch zoo weinig van het politiek leven ver staan, hoe komt het dan dat de lib ralen hun toch aile politieke rechten willen geven, zoo wel als aan de liberalen î Want het algemeen stemrecht dat de liberalen vragen en « eischen » voor die ongelukkigen geeft dezen zooveel te zeg-gen als den liberalen. Als die ongelukkigen toch nog zoo groen zijn in politiek, waarom maakten dan de liberalen Cartel met die lomperikken waar-van er zeker door het cartel gekozen werden om politieke wetgevers te worden ? Roland, mon ami, 't is wel wat bébête van uwen kant te schrijven zoo als gij 't nu doet over uwe bondgenooten-lomperikken van over twee jaar. Beter zwijgen. De liberalen schermen tegenwoordig tegen de katholieken met den soldatenplicht. Wie is het nochtans die van over jaren en jaren den persoonlijken dienst verdedigde ? Het liberalismus. Het geuzeublad van Hasselt sebreef nog over vier à vijf jaar--: « Zegepraal der liberalen : de persooDlijke dienstplicht is eindelijk gestemd, gansch de ilberale linkerzijde heeft als één man er voor gestemd ». Mij dunkt dat zij wel reden hebben om te zwijgen dus. Landbouwer en Werkman. Neemt uw contributiebrief van dit jaar, vergelijkt hem met uwen vorigen. Zoo het deel van den Staat verhoogd is, betalen wij u htt verschil. Katholieke en Liberale gemeentepolitiek. Wij schreven verlpden week, dat het liberaal credo deerlijk gehavend te voorscbijn treedt uit den strijd der laats:e twintig jaren. Het blufferig programma der oude Doctrinairen van vôôr een halve eeuw is geslonken tôt een groote nul. Positiefs bevat het hoegenaamd niets meer. Het begin sel der liberale vrijheid op economisch gebied, dat van den beginne op het vaandel van het Libéralisme stond, heeft zich zelf den nek omgedraaid. Het beginsel der onbeperkte vrijheid, in daden omgezet, is geworden vrije concurrentie, onbeperkt individualisme, een scheurende kracht, die tôt de grofste onrecht-vairdigheid, tôt de meest schreeuwende tegenstellingen in de maatschappij voert en deze ten slotte in vijandelijke klassen scheidt. De instorting van het trotsche gebouw van de liberale Volkshuishoudkunde doet ook waokelen de stelling van de liberale Staatkunde. De onmogelijkheid, waarin de liberale Staatspartij verkeert, om het maat-schappelijk vraagstuk nad< r bij zijn oplos-sing te brengen, ontneemt aan het Libéralisme zijn reden van bestaan, maakt het onvermogend tegen het overweldigend Socialisme, en heeft sedert j aren den ondergang der cens zoo machtige partij voorbereid. Positiefs weet het Libéralisme ons niets meer te vertellen. Men vraagt zich af, wat die ongelukkige candidaten aan hun volkje moeten verkondigen en beloven, om hun gratie en hun stem te winnen. Zij staan met den mond vol tanden, moest het publiek hun programma vragen. De jongste verkiezingen bijjonze geburen van het Zuiden bevestigen dit "eens te meer. De verslagene Radicalen (lees : Liberalen) verklaren zonder omwegen, dat de hoofd-oorzaak hunner talrijke nederlagen is, hunne beginselloosheid, het gémis aan program. In ons vaderland staat de zaak d^r Liberalen even wanhopig om dezelfde redenen. Hun blijft ten slotte niets anders over, dan eenige punten van de Socialisten over te nemen en om te ontsnappen aan de klauwen van het Cléricalisme, zich blindelings in de armen der roode Cartelbroeders te werpen. Het zou hun het leven kosten. Het zou de ondergang zijn der partij. Wat geeft dat! Beter is het te sterven in de omarmingen der socialistische water slang dan verbrijzeld te worden onder de tanden van het clericale monster. « Liever Turksch dan Paapsch » geldt ook nog voor de geestverwanten der anti-roomschgezinde Geuzen. Indien de Liberale staatspartij aan bijna aile positieve stellingen verzaakt heeft, het eene punt na het andere heeft laten vallen, omdat zij onboudbaar bleken, negatieve hoe-danigheden bezit zij in overvloed. Als oppo-sitiepartij, als partij, die afbreekt, obstruetie voert, stokken in het wi< 1 steekt, maakt zij nog ietwat flguur. Zij leeft van critiek en lawaai, van haat en verdachtmaking. Haar voornaamste strijdleus blijft altijd : « à bas la calotte « ; haar voornaamste propa-gandamiddel een pastoor op een spotprent ; haar boofdschotel bij den verbroederings-mâaltijd een dikke capucijner pater ; haar ideaal het Frankrijk van Combes, dat de religieuzen over de grenzen zet. Om dat doel te bereiken, heeft het twee jaar geleden den vrede gesloten met de Sociaal-democraten. Het doel van hun geza-menlijk streven was toen, de bestaande regeering omver te werpen. Dat is toen niet gelukt. In 1914 schijnt het Cartel een min-der gewenschte zaak ; omdat de ondervin-ding van 1912 geleerd heeft, dat aile blauwe broeders nog niet rijp waren voor een ver-bond met de rooden, vooral omdat velen nog te behoudsgezind zijn, om zich zoo maar uit pure liefde te laten inslikken Eq toch zullen de Liberalen gedwongen zijn, de brooder-lijke hulp in te roepen der socialisten. Want zonder deze zijn zij niets, kunnen zij niets. Het is voor hen een fewewskwestie, waarvan het laatste woord zal zijn, of wel meêgaan met de socialisten of wel onvermogend zijn. lu beide gevallen is het de doodsklok, die luidt over eene eenmaal machtige partij. M Op den ijzerenweg. IN DE STATIE VAN HASSELT. Noodige en onnoodige werken ; Dringende en., andere. De achtbare Heer Ooms, volksvertegen-woordiger die zich met zooveel iever met de intresten van ons arrondissement en bijzonder diegene der stad Hasselt bezig houdt, en waarvoor onze lezers en de kiezers hem zullen dankbaar zijn, heeft reeds verschei-dene keeren den Mimster ondervraagd aan-gaande onze statie. Deze week ondervroeg hij nogmaals de heer Minister van IJzerenwegen aangaande de doorgangen in onze statie, welke wij hier ook aanklaagden. De heer Minister antwoordde dat de noodige orders gegeven waren om die doorgangen te verbeteren. Tôt nu toe zijn die heeren nog altijd gekrenkt omdat een volksvertegen-woordiger en eenen gazettenschrijver de neus in hunne zaken komt steken ; maar wij kennen onzen plicht en ook zeer goed onze rechten en recht zal er komen, al was het met kwaden of goeden wil. Op zes boorden van stoepen heeft men, sedert acht dagen, al eenen voorloopig afge-kapt, om ze minder slibberachtig te maken ; dat werk zou kuDnen helpen, maar waarom gaat men niet voort? Moeten wij met die heeren doen gelijk met de meikevers U * * 9k Is het niet treurig (wij willen geen ander harder woord gebruiken) dat hier in Hasselt, hoofdstad eener provincie, zetel van een provii. ciaal bestuur en van tal van overheden, gedurig bezocht van talrijke overheden en personen van allen rang, een statiegebouw te bezitten waar aile Hasselaren over be-scbaamd zijn ! oud, smerig en versleten ! onvoldoende om den dienst behoorlijk uit te oefenen ! Als wij dien toestand bestempelen met het woord « schande », zijn wij toch niet over-dreven en wij zijn overtuigd dat eenieder van hetzelve gedacht is ! Hoe is het mogelijk dat men zoo hard-nekkig tegen de openbare meening en men-schen wil staan ! Zijn er nog geene « avant projets » in de kartonnen van de ingénieurs gestoken ! Wij denken te weten dat wij over 2 jaren den iOden avant-projet van die heeren in onze handen kregen ; maar dat was maar alle-maal om tijdelijk den Heer Minister en onze volksvertegenwoordigers te bedotten en voor den aap te houden. Tien avant-projets, trop de fleurs ! trop de fleurs ! zou Calebas zeggen. En wij hebben, sedert de overname van den Grand Central al een aantal ingénieurs en chefs, en directeurs en allerlei ingénieurs en archi-tecten en... en... en nog geene statie !! Wij vragen ootmoedig aan de bevoegden om de handen uit de mouwen te steken en gevolg te geven aan hetgene Hasselt niet afsmeekt maar, met reden, vergt. Wij vragen eerbiedig aan onze achtbare heeren volksvertegenwoordigers en senators om krachtdadig en krachtdadiger dan ooit op te komen om Hasselt recht doen te ver-gunnen.Wij vragen, eindelijk, aan den gemeente-raad en het gemeentebestuur, om de vurige wenschen van de bevolking te bekrachtigen. Stemt voor de volksvrienden. OOMS, RAMAEKERS en de MENTEN. St-Vincentius à Paulo. Verleden Dinsdag hielden in onze stad de Conferenties van Limburg hare jaarlijksche algemeeno vergadering. Dank zij den onver-moeibaren ijver van den sympathieken voor-zitter den hr J. Claes d'Erckenteel groeit het getal conferenties jaarlijks aan en beloopt haar ledental tôt ongeveer de 3000. Om 8 u. droeg zijne Hoogw. de Bisschop de H. Mis op in 0. L. Vrouwkerk en deelde er de H. Communie uit aan ruim 150 Damen van Barmhartigheid en leden van St-Vincentius. Wij hebben er gezien die van verre nuchter gekomen waren om te kunnen Com-municeeren.Om 10 u. vergadering in St-Jozefcollege : hier waren bijna 200 mannen van de gansche provincie bijeen. De zitting was uiterst be-langrijk en leerrijk. Als voorzitter der Conferentiën van Hasselt stuurde Dr Jadoul den welkomgroet tôt zijne Hoogw. den Bisschop en tôt al de aan-wezigen. Hij deed het in zoo gepaste woor-den en in zulk sierlijk vkamsch dat onze vlaamschminnende Bisschop hem hartelijk geluk wenschte. De welsprekende Pater Oswaldus gaf daarna eene schoone en diepdoordachte voor-dracht over het Genootschap van den H. Vincentius. In verhevenwoorden en beschou-•witjgen toonde hij hoe dit werk het geeste-lijk welzijn bevordert zijner leden — de stoflelijke en godsdienstige welyaart der armen behartigt — en tevens eene apologe-tische bewijskracht verschaft ten voordeele van ons geloof en onze kerk. Zulke woorden verdienden wel door aile Vincentia ien te worden gehoord en over-wogen, zij bevatten overvloedig stof tôt na-denken.Na ti et verslag over 1913 waaruit blijkt dat er in Limburg door de 700 werkende leden meer dan 50 duizend fr. werd uitge-deeld, verzoekt de heer J. Claes d'Erckenteel don voorzitter van den hoogeren raad te Brussel eenige woorden te zeggen. De heer Stinglhamber is gelukkig de provincie Limburg te bezoeken en vast te stellen dat zij niet achter blijft in het oprichten en in stand houden van Conferentiën. Hij ver-langt er echter nog meer en daarom geeft hij eenige practische werken. Onze geliefde kerkvoogd Mgr. Rutten neemt dan het woord om zijne tevredenheid uit te drukken over de bedrijvigheid der limburgsche Vincentianen — om den wensch te vormen vele nieuwe stichtingen te zien — om de verzekering te geven dat, zoolang zijne krachten het zullen toelaten, hij zal

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.