De stem uit België

2722 0
17 augustus 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 17 Augustus. De stem uit België. Geraadpleegd op 05 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/kh0dv1dw6q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

■ami: 21, RUS9ELL SQtU LONDON, W.C Telephonoi Muséum 267. De Stem uit Belgie. Abonnement : 2sh. vmi 3 maanden. Subscriptieo ! 2sh. for 3 months. Voar de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.50 fr. Voor de soldaten : lsh. p of 1.50 fr 3de Jaargang, Nr. 48. (Blz. 1583-1590.) Oplage : 11,100. VRIJDAG, AUGUSTUS 17, 1QI7- Registered at G.P.O. as a Newspaper. 8 blz. iWd GOED NIEUWS.— Volgende week verschijnen w< weder op 12 blz. Het ele refugees-nieuws dat heder gëen plaats vindt zullen we dan kunnen opnemen Andere belangrijke artikelen moesten ook verschovei weder op 12 blz. Het vele refugees-nieuws dat heder en meer opdat we geregelder op 12 blz. zouden kun nen verschijnen. De Paus stelt vrede voor aan beide partijen. Z. Heiligheid heeft Zaterdag aan de'strij-dende partijen een voorstel van overleg doen toekomen. Nog hebben we den volledigen tekst niet, maar ziehier Reuter's samenvat-timg : —Noch annexaties, noch schaêvergoeding, uitgenomen voor Belgié en sommige Fransche en Servische landstreken. —De vraagstukken van Elzas-Lotharingen, Trentino en Trieste op te lossen naar de ver-langens der bevolking zooverre als mogelijk overeen te brengen met den algemeenen toe-stand.—Herstelling van het koninkrijk Polen, en vrijstelling van België en Noord-Frankrijk tegen weergave der Duitsche koloniën. —Algemeene ontwapening. —Scheidsgerecht voor aile twisten tusschen Staten. —Vrijdom der zeeën. Laat ons hopen dat de staatslieden op wie thans de verschrikkelij'ke verantwoordelijk-heid druk.t voor al het bloed dat nog zal worden vergoten en aile wee dat nog geleden wordt, des Pausen roepstem zullen in aan-merking nemen. Wij, kath&lieke Vlamingea, zijn allen één van harte, Zijne' Heiligheid darjkbaar om dit optreden en den H. Stoel meer dan ooit ver-kieefd. Zeker kunnen sommige der voorge-stelde punten besproken worden. Maar dat | is het juist wat wij vragen : Dat de oorlogs-lustige landgenooten nu eens zouden willen redeneeren en zeggen welk specifiek punt zij verwerpen. * * * De katholieke bisschop van Middlesborough heeft aan de Engelsche "Vereeniging tôt ver-krijging van den vrede door onderhandelm-gen " een schrijven gericht, waarin hij zegt : ilijns inziens heeft de oorlog een stadium bereikt, waarin het belang der menschheid vordert, dat de oorlogvoerenden ernstige po-gingen aanwenden om tôt vredesonderhande-ling.-1 te geraken O Hebt uw Jongens lier. Weest gerust, gij allen die in onzen tijd van kunstmatigheid en beginselloosheid het vlakaf uitspreken van een harde waarheid, als overdrijving dood wilt doemen, uit ver-waanden eerbied voor de mediocriteit, weest gerust, ik predik geen revolutie. Revolutie is het wapen van wie enbel vernielen kan, en niet kan heropbouwen. Revolutie is het wapen van den haat, die kookt in hartholheid. Ik predik de liefde, de groote metser van de zielen, van de inrichtingen, van de gemeen-schappen, van de samenleving naar binnen, die metst met mortel, sterk lijk graniet. Ik predik de liefde die lijk 't gezonde graan op den akker, door den drang van zijn duurzame groeikracht, opschiet in weelde, en 't onkruid doodduwt, doodbrandt, dooddroogt. Weast gerust, ik doe niet aan zotte volks-opzweeping boven de hoofden met theater-gebaar, want ik haat wie de koppen van 't volk op (hol drijft, maar i'k heb lief wie in die koppen gedachten strooit, en in die willen durf en karakter, en in die harten beginselen en zelfstandigheid, zoodat dit volk 2ijne -eigene evolutie ontwikkelt, zonder ge-weld van haat, zonder stroom van bloed, en v ".en ontwikkelingsstroom vloeien doet van . :elf, in herhaaldelijke zelfvernieuwing, on-"] weerstaanbaar. Weest gerust, het is mij niet te doen om foandeloosheid en tuchteloosheid, en ik ben bang van een démocratie, die niet : opwelt uit de aristocratie der ziel, en niet van hooger hand wordt verlicht en geleid, door mannen wier liefde belangloos is en apos-tolisch, uit idealisme voor de schoonheid der onbestorven volksziel. Ik weet dat het groote vraagstuk der volksopleiding ligt in de ver-zoening, in de harmonische aanpassing van gehoorzaamheid en gezag;. Bij gémis aan het ïene, bij gémis aan het andere, bij overdrij-fing van het eene, bij overdrijving van het , indere, dr.aait de maatschappij in een war-iolk. Maar ik breek graag een lans voor bezielde gehoorzaamheid, tegenover kudde-ïehoorzaamheid, voor verlicht en verlichtend :ezag tegenover zelfzuchtige en waanwijze lutocratie. En ook hier is de liefde de band 1er vplmaaJktheid, maar onze wereld heeft de j iefde verbannen, en ze staat verwonderd te ;apen naar dien brand van haat. Ze spreekt I a taalt wel veel van recht, maar ik ontwaar ■oo luttel lechte liefde voor 't recht ! Weest gerust, het gaat niet om een uit-ipraak over krijgskunde of krijgskundige : Jekwaamheid. Daar weet ik niets van, en j »er wat ik niet weet, zwijg ik, al verkneu-:el ik mij boosaardig in de prêt wanneer ik le gazettenpennelekkers hun krijgsîkundige ïitiek zie rondventen, speculeerend op 't 'olksgemoed, en zonder de minste schaamte ' zij morgen moeten loochenen of verbrij-ïlen wat zij gisteren zegden of aanbaden. '] Een officier moet krijgskundige bekwaamheid lebben, ofwel hij moet geen officier zijn.. Hij 'ordt ér voor betaald. 't Is zijn bediening n wil de démocratie werkelijk degelijken | ttbeid verrichten, dat zij eische dat elk wie een bediening uitoefene, zijne taak volkomen machtig zij, dat de sterkste geesten ein de schoonste karakters, de hoogste bedieninigen bekleeden, maar de démocratie tare toch het miskraam niet der bureaucratie. Het gezag moet kop hebben en hart. Of de officieren nu de legermassa moeten voorafgaan lijk de Engelschen, of ze opvolgen lijk de Duitschers, kan ik niet zeggen. De officier moet op zijn plaats zijn. En zijn plaats is de plaats van het voorbeeld, van de leiding, en de voor-zichtigheid.Militaristisch ben ik niet gezind. Wie is er nu nog rwel militaristisch gezind? En zeggen al de staatshoofden niet eenparig dat daze oorlog moet voort en uitgevochten worden tôt de militaristische klauw die Europa dreigt wordt afgehouwen. Voor altijd, zeggen zij die geen menschen en staten kennen, voor een langen tijd, zeggen 2ij die weten dat de smet der erfzonde, onder menschen en volkeren niet in dat het bekampen van de mode iets goeds uithaalt. Mode vraagt geldverteer en anderen leven erv.an, en aan modelichtzinni-gen valt weinig te praten. Maar, maakt het schoone kleed den man niet, het kleedt toch schoon een edele ziel, en het geeft toch een vertoon van uitwendige beleefdheid en zelf-fierheid. Dat is veel bij een volk. De khaki is voor ons leger zeker en vast een beschaving geweest. En ik voor mijj vergeef graag wat khakiijdelheid aan jongens die, als het er op aankomt toch hun leven veil hebben en heej wat comfortable hebben opgeofferd voor den soldatendienst. Men wete echter wel, dat 't schoone kleed, door een ondier gedragen, een masker is. Menzegt dat het officierenkorps een afgeslo-ten, ontoegangbaar korps uitmaakt. Goed en wel, maar een onderscheid van klas en stand zal en moet altijd bestaan. Dat te willen omverwerpen is uitzinnigheid en leidt tôt Beckenham (Kent). Belgische School. Hoogste Klas. (Zie De Stem, blz. 7.) onrechtvaardiglheid, misverstand en kw.aad-willigiheid uitbroedt in aile eeuwen der historié. Het militarisme is nu een noodzakelijk-heid der zelfverdediging. Hoe lang nog? Tôt de menschen en volkeren, ijzend voor hun schoonste bloed, hun eigen driften be-• vecliten, en zonder sçhroom, en ontblind, durven kijken pijlreaht op de anvergankelijke beginselen, die natuurrechtelijk en godwette-lijk, menschen en maatschappi j en en staten en volkeren moeten beheersch'en en almaar-door dringen en dwingen naar alleenheer-schappij. Maar dit noodzakelijk militarisme van onzen tijd, weze bezield met echte vredes-en rechtsdoeleinden, en niet met haat, niet met utilitarisme, niet met businessgeest ; zoo weze het, hoe ijzerzwaar ook, sacrificie, en heldenmoed. Weest gerust, het gaat niet om kritiek over officieren, maar om de uiteenzetting van die beginselen der elementaire menschlievend-heid, vriendschap, vrijheid en liefde, waaraan .niemand zich straffeloos mag onttrekken, voor dewelke gezaghebber en onderdaan op een-zelfden voet staan, want er bestaat geen twee-slachtige moraal. Natuurwet en Gods wet zijn dezelfde voor elken mensch. Ik heb jongens gehoord die officieren kriti-keerden omdat zij veel geld wonnen. Het is maar recht dat in een stoffelijke maatschappij de verantwoordelifkheid der bediening wier voorbereiding ook geld en arbeid kostte, be-zoldigd worde. De grondreden van de meeste kritiek is afgunst en afgunst voor geld. Zoo is de menschelijke natuur en de oorlog heeft ze in dat opzicht nog heel wat verslecht. De oorlog is een geldkwestie, zegt men soms. Dat is een eenzijdig oordeel, maar dat er velen een geldkwestie van maken, dat is maar al te waar. Maar hier stoot ik tegenover een ander misvterstand, dat in den kop van het gewone volk ligt vastgemetseld. Werk en arbeid bij 't gewone volk, dat is hand- en lijfarbeid, maar verstandelijk werk dat heeft voor hem geen waarde. En nochtans 't is de bron van den handarbeid en 't zou er het doeleinde moeten van zijn. Veel misverstand werd door gewetenlooze praters in den kop van het volk geprent doordat men niet sterk-duidelijk het verband tusschen geestelijk kapi-taal en handaTbeid heeft afgelijnd. Uit deze beschouwingen volgt dat de kritiek over de jaarwedde der officieren ongewettigd is. Dit wil echter niet zeggen dat de krijgsvergoeding van den gewonen soldaat voldoende is. Hij ook heeft het recht son zooveel mogelijk menschelijk bestaan te hebben in dezen on-menschelijken oorlog, dit is een vereischte ten andere voor 't behouden der moreele kracht, en het vaderland moet hen, die het dag op dag in levensgevaar verdedigen, een recht-vaardige krijgsvergoeding toestaan. Zoo be-gint men het te doien in de verschillende oor-logvoerende legers. Maar ook dit vergete men niet, dat ik menigen officier ken die met zijn hoogere jaarwedde, zijn sohamele onder-danen lichamelijk en zedelijk helpt. En dat is plicht van naastenliefde. Men spot somwijlen omdat de officieren naar de laatste mode gekleed gaan. Ik zie wanordelijkheid. Maar de liefde is de band der standen en klassen en deze overbrugt aile afstanden. Liefde kan eenieder betoonen. Enkel hierin ligt 't gevaar dat de officieren-stand bezield gerake met een lcastegeest. Men weze op zijn ho'ede niet na te volgen wat men gispt in 't Duitsche leger. Er is ten andere een heel verschil tusschen gemeenzaamheid en gemeenheid. Een officier mag nooit ge-meen zijn, moet altijd gemeenzaam zijn, en zoo geneest hij best zijn onderdanen van gemeenheid, en leidt ze op tôt gemeenzaamheid. En hier rijst de vraag : is het geraadzaam dat onze Vlaamsche studenten officier worden? Ik spreek over verstandige, hartelijke, christelijke kerels, voor wie het in de eerste plaats te doen is om goed te doen aan hun volk. Het vraagstuk is veelzijdig. Maar mijn gedacht is dat men overal, en in aile toestanden, goed kan doen als men maar goed is, en dat men maar goed is als men ook goed doet, en dat men met goed te doen, zelf meest goed blijft en beter wordt. Sterkte is de groote vereischte, sterkte, omgloried met een blijden lach van goedheid. Hulde aan hen die 't piottenleven deelen, lijk St. Paulus netten breidde met de visschers, maar ook hulde aan hen die 't gezag opnamen, lijk St. Paulus de wijsgeeren op den Areopaag is gaan beprediken. Beiden hebben daar een kampveld voor hun sterkte. Wee aan hen die hun sterkte lieten wegscheren door 't nieuwe midden. Maar wee het meest, aan wie, zonder sterkte, naar 't gezag heeft gedongen, en de liefde voor zijn volk, heeft opgegeven, uit karakterloosheid, gemakzucht, en menschelijk opzicht. Hulde aan die officieren die midden de verbeesfting van 't oorlogsboeltje hunne intellectualiteit hebben bewaard, hunnen ge-dachtehkring hebben verbreed, natuurlijkheid en beleefdheid hebben aan den dag gelegd, liefde rondom zich hebben geplengd, en hunne woorden hebben gestaafd door daden. Voor de soldaten mogen zul'ke officieren er zijn, en wie er voor den soldaat mag zijn is een wonderbaar iets. Wij staan op een keer-punt der tijden: grootheidswaanzin, en par-venupauwstaarterij, barsch'heid en plagerij, gevoelloosheid en onkunde, zelfzucht en voor-spraak, dit ailes past niet meer bij gezagvoer-ders : en 't wordt alleenlij.k nog toegejuicht door de oxzalen der platbroekers, en vleiers en kuddemenschen die gnjpen naar den gou-den mantelzoom der grooten, omdat er goud van afsliert, goud van glorie, ên goud van hebzucht. Het volk is onafhankelijker en rechtzinniger geworden, het heeft een hooger gedacht gekregen van zijne zelfwaarde en het heeft te veel ongeschonden ziel om niet eerst en meest zijn lot te leggen in de handen van hen, in wier oogen, woorden en daden het leest de aristocratie der ziel. Jongens hebt uw officieren lief ! uit gehoor-zaamheidsplicht : christelijken plicht dus, uit vaderLandsliefde, uit gemeenschap van ideaal en actie, uit medelijden met hun last en verantwoordelijkheid, maar dan voeg ik er ook seffens bij : officieren, vergemakkelijkt voor uw jongens hun plicht van liefde, door uw liefde. Gij moet beginnen met uw liefde, zonder voorliefde echter, en dan. zijt gij ook zeker van wederliefde. Officieren, hebt uw jongens lief ! Waarom? Omdajt zij "uw" jongens zijn. Vader en moeder hebben ze u afgestaan, de vrucht van hun bloed, van hun opvoeding, van hun huis-' gezin. Gij zijt hun engelbewaarders. Lijk zij ze u gaven, zoo moet gij ze hun terug-geven, beter nog, want zij z;jn m hun groei-tijd. De meeste moeders zien ze liever tehuis gebracht in een kist als een relikwie, dan rot en bedorven van ziele. Voelt ge niet uw verantwoordelijkheid en beeft ge niet? Omdat zij in den oorlog zijn, dit wil zeggen met ©en woord : zonder genezende, verheu-gende, zielelavende liefde. Liefdeloosheid is voor een jongen kerel de hevigste pijn en ook het grootste gevaar der zedelooze liefde, die ze nog liefdeloozer maakt. Uw liefde ver-vange de zoo wreed ontlieerde liefde van hun huisgezin, van hun vader en moeder. Ik weet geen schooner hulde voor een officier, dan wanneer de jongens van hem zeggen : "Hij is een w.are vader voor de soldaten," omdat zij jongens zijn, laat het me zeggen, kinderen, kleine kinderen, zoo dikwijls heldenkinderen, met dezen oorlog. Zij hebben leiding nooditg, raad en levenswijsheid, want de nieuwe levensondervinding spoelt en schormt zoo driestig op hun ontvankelijk en onvoorbereid kindergemoed. Laat de kleinen tôt mij ko-men, al zijn zij ook groote jongens. 't Kin-derlijke is de schoonste eigenschap van een grooten kerel. Omdat zij uw volksbroeders zijn en de toekomst van uw volk. Gereed zijn zij sChoon te sterven zoo het moet. Maar leven willen zij, zoo 't kan, en meer en hooger en schooner. Uit hun bloed, ja, maar ook uit hun oorlogsopvoeding moet het vaderland herboren worden. Vredewerk stichtein in oorlogstijd, heropbouwing in den vernie-lingstijd, dat is de democratische en vader-landsche plicht van den officier en daarom groet ik de officieren die aan 't verstandelijk en zedelijke heropleiding hunner soldaten ijveren. Uw namen vergeet ons danklbaar votk niet. Om uw eigen leven te verjeugdigen, en te vervroolijken. Want de liefde vermindert den last en vergemakkelijkt uwe taak, en ge hebt d'en goeden wil der jongens zoo noodig als brood, altijd, maar het meest in de ge-vaarlijlke toestanden. Er ligt zoo 'n genot in te weten dat men al één is van wil en gedacht. Daar bloeit de heldenmoed der massa. Anders broedt het oproer der massa, 't Is als een hersmaken van het vaderschap. En is er wél een interessanter midden dan een solda-tenbataljon? Welk een mijn van zielschoon-beid, karaktereigenaardigheid, levensondervinding ! Hoe zoet is het tusschen broeders te wandelen, beminnen ze allen malkaar den eenen lijk den anderen. Omdat zij zoo dankbaar zijn, zoo eenvou-dig, en licht tevreden met een kleintje. Een groet, een lach, een woord, een raad, een ver gevoel van liefde, van harte, en ze springen in de lucht van vreugde. Zoo is onze volksziel. Maar zoo blijft zij niet, wordt ze teveel teleurgesteld. Er ligt in onze volksziel een onkrenkbare trouw voor goede en rechtvaar-dige oversten, een gedienstigheid en opoffe-ringsvaardigheid zonder weêrga. Een overste mag streng zijn, zoo zijn goed hart en recht-vaardigheid blijken. En voor zulk een overste hebben zij maar een woord, raak en ge-heel : Wij zouden voor dien man door het vuur springan. En ik zeg meer : voor een woordeke in de moedertaal wordt de Vlaamsche soldaat geest-driftig van dankbaarheid. Dat woordeke zou hij eischen, ware hij zelfbewust. Maar 't is Teeds een teeken van den nieuwen tijd, dat niet mag ontsnappen aan de staatsmannen van België's toekomst. Eindelijk omdat zij een ziel hebben, en dit zeg ik niet enkel voor katholieke officieren, maar ook voor andersdenkenden, w.ant voor vrijheid vechtein wij, en willen wij allen schooner eendracht door eerbied voor elks persoon en persoonlijWheid, wij willen eerst en meest vrijheid voor elks ziel. Zij zullen haar niet hebben de schoone ziel van onze jongens, is onze onverbiddelijke leus. Wij vergen slechts eerbied en vrijheid voor een elementair menschelijk recht : den godsdienst. Waar vrijheid heerscht naar buiten, daar moeten de katholieke jongens dan maar zelf bewijzen hoeveel innerlijke vrijheid, en durf voor htm vrijheid en overti^iging er in hen steekt. Katlholieken zijn geen kuddemenschen, of zoo zij 't zijn, dan zijn zij geen katholieken van de da>ad. En een geloof zonder daden is een. dood geloof. Officieren hebt uw jongens lief ! Hoe d-urfde ik dat schrijven? Ik heb dat durven zeggen en prediken aan Engelsche officieren, en zij hebben mijn handen gegrepen, in toejuiching en voldaain-heid. 'k Heb 't Engelsche leger van na.bij gezien, en gehoord hoe de Engelsche officier Tommy liefhad, en 'k draag dat als een dank-bare herinnering mede door het leven. Ten andere, het is niets gebaat het vraagstuk van den toestand onzer jongens in het leger te behandelen, zoo men het niet langs aile kante,n gaat beschouwen, zoo men het niet tôt den grondwortel delven durft en de beginselen van 't gezag vooropzetten. En wij moeten durven rechtzinmg zijn. In onze wereld, komt men daarmeê niet hoogst, maar men gaat verst. Pater L. J. Callewaert, O.P.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De stem uit België behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Londen van 1914 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes