De Vlaamsche strijd: maandschrift van het Algemeen Nederlandsch Verbond, vereeniging tot handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal

490 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 01 Maart. De Vlaamsche strijd: maandschrift van het Algemeen Nederlandsch Verbond, vereeniging tot handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/862b854m6g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE VLAAMSCHE STRIJD A T5rMVTVT3,\/fTr>"Xrnr«T3-R TT« T3TPT3 T A A O . rz. /-"TPTVrTTtriA* TT<TVT IVummers tegen S centiemen ter drukkerij, E*ollepelstr-aat, 18, Gent. AANKONDIGINGEN : 20 CENTIEMEN PER REGEL BRIEVEN VOOR ADMINISTRAT^ EN REDACTIE : POLLEPELSTRAAT, 18, GENT. Gelijkheid ! Gelijkheid! àchttiende jaargang.— Maart 1914. Nr 3. De Gentsche Hoogeschool moet vervlaamscht w:rden ! De Terrlaaaxcbiit der Gentscbe Honesclool. Op G Maart kwam het wetsvoorstel tôt vervlaam-sching der Gentsche Hoogeschool eindelijk in behan-deling in de afdeelingen der Kamer van Volksvertegen-woordigersUit den nitslag der stemmingen kan natuurlijk niet met zekerheid voorspeld wonîen welk lot aan het voor-stel beschoren zal zijn, wanneer het eenmaal in de Kamer zal behandeld worden. Een zeker aantal Kamerleden waren afwezig en anderen, die nu gunstig waren mot het oog op de aanstaande Mei-verkiezingen, zullen misschien wel anders stemmen, wanneer het tôt een besluit moet komen. Daarentegeii zullen misschien enkele anderen, die thans tegenstemden als hunne kiezers krachtig weten op te treden, eenegunstige stemming uitbrengen. In het geheel werden 61 stemmen v^ôr het voorstel en 43 tegen uitgebracht. Veertien leden bleven buiten stemming. Zonderling mag het zeker heeten dat ofschoon het voorstel feitelijk de meerderheid der stemmen verkreeg in de verschillende samengestelde afdeelingen, de centrale afdeeling — of commisssie van verslaggevers — in meerderheid uit tegenstemmers is samengesteld. Nu, dit is ook niet te verwonderen wanneer men ziet hoe het toeging in de vijfde en zesde afdeelingen, waar de meerderheid vôôr het voorstel was en nochtans de verslaggevers onder de tegenstemmers werden benoemd. In de vijfde afdeeling werd het voorstel aangenomen met 11 tegen 8 stemmen en 2 onthoudingen. Nu zou men natuurlijk denken dat de verslaggever onder de meerderheid zou worden verkozen. Daartoe was dan ook Dr. Van de Perre voorgedragen. Maar nu werd door een lid een slimme streek gespeeld : hij vroeg geheime stemming en het gevolg was dat niet Dr. Van de Perre, maar de heer Versteylen, die zich van stemming had onthouden, tôt verslaggever werd aangewezen. Blijk-baar hadden sommige leden, die vôôr het ontwerp stemden omdat zij niet anders dutfden, thans huune stemming verloochend. In de zesde afdeeling, waar de aartsvijand der Vlamingen, de heer Woeste voorzat, werd natuurlijk bij het aanduiden van den verslaggever erg geknoeid. De meerderheid had zich voor het ontwerp verklaard met 11 tegen G stemmen en 2 onthoudingen. Hier werd ook het middeltje der geheime stemming met goed gevolg tegen de Vlamingen aangewend. Bij de eerste stemming bekwam de heer Moeyersoen, die vôôrstemde, 7 en de Waal Poncelet, die tegenstemde 5 stemmen. Verder werden uitgebracht 2 stemmen op den heer Féron, 1 op den heer Duysters en 1 op den heer De Meester. Een lid stemde blanco. Bij de herstemming tusschen de heeren Moeyersoen en Poncelet, bekwam de heer Moeyersoen 8 en Poncelet 9 stemmen en zoo komt het dat in de centrale afdeeling de meerderheid, die zich vôor het ontwerp verklaarde, door een tegenstander vertegenwoordigd wordt. Wat eena ellendige comedie van wege zoogenaamde vertegen-woordigers van het Vlaamsche volk ! Die mannen zouden verdienen uitgefloten te worden. In de tweede afdeeling verklaarde minister Poullet zich tegen de afschaffing der Fransche hoogeschool te Gent : bij zou in de Kamer wijzigingen voorstellen om naast de bestaande Fransche ook Nederlandsche leer-gangen in te voeren. Dus zullen de Vlamingen evenals bij de onlangs behandelde Schoolwet door de regeering alweergefopt worden, indien ;ij daar niet tijdig een stokje weten voor te steken. Het wetsvoorstel werd in die afdeeling ook bestreden door de heeren Verhaegen en Braun. Laastgenoemde hield vol, onda- ks de tegenspraak van verscheidene leden, dat de Gentsche burgerij tegen de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschuol is. In de derde afdeeling veiklaarde minister Helleputte zich voor het voorstel dat met 12 tegen 5 stemmen en twee onthoudingen werd aangenomen. T gen stemde de voorzitter der Kamer, de heer Schollaert, de gewezen algemeene voorzitter van het Davidsfonds, die nu ook blijkens zijne houding bij de stemmingen over de Schoolwet een verwoede Franskiljon is geworden. Tweetaligheid in de Gentsche Hoogeschool. Minister Poullet heeft dus in een der Kamer-afdeplingen gezegd dat hij van de afschaffing der Fransche hoogeschool niet wil hooren, maar dat de regeering wel wil Nederlandsche cursassen naast de Fransche inrichten. Ronduit gezegd, die houding van den minister verwondert me hoegenaamd niet. Toen hij verledtn jaar de Hoogeschool-cominissie in gehoor ontving, beloofde hij haar plechtig — vee] beloven en weinig geven laat de gekken in vreugde leven, zegt een Vlaamsch spreekwoord — dat hij bij mogelijke benoemingen aan de Gentsche HoogeschooJ wel zou zorg dragen geen benoemingen te doen, die deze of gene oplossing van het hoogeschoolvraagstuls zou kunnen bsmoeilijken. Nu moest hij juist eenige maanden later voorzien in de vervanging der heeren De Ridder en Rolin, hoog-leeraren in de faculteit der rechten. Onder de talrijke candidat n, die naar die betrek-king dongen, was er inzonderheid een, die om zijnt rechtskennis z* ker in de allereerste plaats verdiende iï aanmerking te komen. Verscheidene zeer verdienste-lijke werken over rechtsgeleerdheid waren van zijm hand verschenen en daarenboven had hij het bewijs geleverd dat hij ook op letterkundig gebied een zeer beslagen man is. Maar...alzgn werken schreef hij in onze taal en daarenboven staat hij als een overtuigd Vlaamsch-gezinde bekend. Redenen te over, schijnt het, om hem niet te benoemen : althans hij werd ter zijde gesteld. Misschien heeft men wel bij den minister weten te doen gelden dat de benoeming van een man, die niet van meening is dat op het gebied der rechtswetenschap aile licht uit Frankrijk moet komen in den Fransch-gezinden poel der Gentsche rechtsficulteit te veel beroering zou brengen. Dat nu de verklaring van den minister betreffende de vervlaamsching der Gentsche hoogeschool bij die Franschgeziildc heeren veel vreugde heeft verwekt, behoeft wel niet gezegd te worden. Het schijnt zelfs dat de meesten hunner gaarne zich zullen opofferen, wanneer de hoogeschool tweetalig wordt, om naast hun Franschen cursus er nog een anderen te geven, al moesten zij dit ook doen in een taaltje dat zooveel op het Nederlandsch zou gelijken als het Beulemansch op het echte Fransch. Op die wijze kon men twee vliegen met één klap slaan : de profijtjes zou men zelf kunnen binnenhalen en door het verknoeièn van die zoogenaamde Nederlandsche cursussen zou men er de Vlaamsche studenten na eenigen tiji toe brengen naar de Fransche over te gaan, die natuurljjk evenals thans met den cursus van strafrecht geschiedt, eerste-rangscursussen zouden blijven. Want in welken geest die tweetaligheid door die heeren opgevat zou worden kan men thans zien in het Programme des Cours. De Nederlandsche cursus van Strafrecht, die thans op denzelfden voet staat als de Fransche cursus, wordt daar tegelijkertijd als cours obligatoire en als cours facultatif aangeduid. Blijkbaar heeft men den studenten alzoo willen doen inzien dat hij toch maar een cursus van den tweeden rang is en aan den voet van dat programma staat natuuriijk de goedkeuring van den minister ! Studiosus. Vlaamsche Voiksraact. In gansch het Vlaamsche land werd eene diepe opschudding verwekt door het verwerpen door de Kamer der Volksvertegenwoordigers van het amendement der Heeren Franck-Huysmans-Van Cauwelaert, de moedertaal der leerlingen voorschrijvende als voertaal van het lager onderwijs. De teweeggebrachte ontroering werd niet gestild door de in plaats van dat amendement gestemde bepaling : door deze wordt het wapen gesmeed Avaarmede het i noodlottig werk der uitroeiers onzer taal zal beschermd ! en kunnen uitgebreid worden, ja waarmede men hoopt

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes