Gazette van Gent

2452 0
06 augustus 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 06 Augustus. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 04 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/tq5r78928w/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

247e JAAR. - N' 181. — B. 5 OENTIEMEN DONDERDAG. 6 AUGUSTI 1914 GAZETTE VAN GENT I3fSCHRIJVIBTGSPRIJTS • VOOR GENT : V00R GEHEEL BELGIE : _ . fr J2-00 Ben jaar fr. 15-00 Jen Jaaï S-50 6 maanden » 7-73 6 maanden 5JJ 3 maanden 3 maanden, • •••*„, _ , Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 IBEURZEN-COURANT). BgSTUUB ES BEDÂCT!! VELDSTRAAT, 60, GENT De lurîclcn zijn open van 7 ure 's morgends toi 5 we *8 avonds] TELEFOON nr 710 De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats» DE OORLOG PROCLAMATIE VEtii Koning ALSEH>T De Koning op het Oorlogsterrein Dô eerste devecliteii. ~ MELDENFEITEN Onze Soldaten houden kloek stand Eene PROCLAMATIE van den Duitschen Opperbevelhebber | Engeland en Frankrijk aan de Zijde van Belgie Oorloostijdingen uit het Buiteniand Proclamatie van Z. fô. den Koning AAN HET LEGER VAN DE NATI Soldaten, Zonder de minste uitdaging van oi zentwege, heelt een gebuur, hoogmoedi door zijne kracht, de verdragen ve scheurd, welke zijne handteekening dr; gen, en schendt hij het grondgebied oi zer Vaderen. Omdat wij eigenwaarde betracht hel ben, omdat wij geweigerd hebben ee breuk te plegen, valt hij ons aan. Doc gansch de wereld bewondert onze troi we houding ; dat de eerbied en de acl iing van aile volkeren U in deze piecl tige oogenblikken sterken! Wanneer Zij hare Onafhankelijkhei bedreigd zag, heeft de Natie getrild e hare kinderen zijn als een stormwir uaar de grenzen gerulit. Dappere sold; ten eener heilige zaak, in uw taaie heli haftigheid betrouw ik, en in naam va Bcîgie, groet ik U. Uwe medeburgers zijn îier op U. G zult zegepralen, want gij zijt de kracl ten dienste van het recht. César heeft van Uwe voorvaderen g zegd: "Onder aile volkeren van Galli zijn de Belgen de dapperste." Roem aan U, leger van het Belgisi Volk. Voor den vijand herinner U, d gij strijdt voor uwe bedreigde haardst den. Herinnert U, Vlamingen, den Sli der Gulden Sporen, en gij Luiker Wale dat op dit oogenblik de eer der 6 Franchimonteezen U te beurt valt. SOLDATEN! 1k vertrek uit Brussel, om mij aan u hooïd te stellen. Gedaan ten Paleize van Brussel, < heden, 5 Augusti 1914. ALBERT. Vertrek des konings. Woensdag morgend heeft koning A bert Bi-ussel verlaten om het hooger b ■vel over rie troepen te nemen. Koning Albert, opperbevelhebber Volgens eene overeenkomst met Frai rijk, is het Opperbevelhebberschap d Belgische en Fransche troepen, die samen tegen de Duitsche overweldigi zullen optreden, aan koning Albert v Belgie toevertrouwd. Frankrijk, Engeland en Belgie e vereenigd Van heden afl zijn ]F|rankrijk, Engels land en Belgie vereenigd om den Germa-g nischen vloed terug te drijven. r° Frankrijk en Engeland hdbben het i" zwaard getrokken om onze onzijdigheid i° te verdedigen. Thans wordt het woord, dat Engeland >= in 1870 uitsprak, en minister de Broque-r= ville nog onlangs herhaalde, waarheid : h "Zoo gij aan dit hoofd, dat ik bemin, i= raakt... dan zult gij met mij kennis ma-i' ken." Ja, thans zal de Duitscher weldra 1= weten, wie die "mij" is, thans zal hij kennis maken met de nog jnooit lover-d wonnen Engelsche legionnairs, die eene n eeuw geleden de ster van Napoléon I, te d Waterloo deden verbleeken. i- Frankrijk, dat ons in 1830 ter zijde 1= stond, om onze onafhankelijkheid te ver-n zekeren, heeft ook getoond dat Belgie's zaak, eene heilige zaak is eh den steun ij van aile rechtschapen lieden verdient. ît Frankrijk, Engeland en Belgie veree-nigen hunne pogingen. e= e' Op het Belgisch Oorlogsterrein :Ii De Duitsche troepen bezetten Verviers. at en het land van Herve. e" De Duitsche troepen, die dinsdag na-l" middag Dolhain hebben bezet, kwamen van Eupen en volgden den loop van de Vesder. Van Dolhain trok de Duitsche ruiterjj naar Verviers, dan begaven zij zich naar Ensival ean Pepinster. Daar w splitsen de troepen zich in twee en ter-wijl de eene den weg van Spa opging be-gaven zich de anderen langs Nessonvaux en Goffontaine naar het Vesderdal. EENE DUITSCHE PROCLAMATIE. Een Duitsche onderhandelaar is te Luik kornen vragcn dat de slad zich zou over-e~ geven. Hij gaf de volgende proclamatie af : Aan het Belgische volk ! Hel is tôt mijn grootste spijl dat de ik. Duitsche troepen zich verplicht zien het er Belgisch grondgebied te betreden. Zij te handelen onder den drang van eene on-irs vermijdelijke noodzakelijkheid, daar de an onzijdigheid van Belgie reeds geschon-dcn is geweest door Fransche officiers, die verkleed en per âutomobiel door Be gie gereden zijn om in Duitschland I dringen. Belgen ! Ilct is onze vurigste wcnsc nog den oorlog te vermijden tussche twee volkeren, die lot hiertoe als goed vrienden samen geleel'd hebben e vroeger zell's bondgenooten waren. Herinnert u den glorierijken da van Waterloo ! Daar hebben de Dui schers veel bijgedragen om de onafhai kelijkheid en den voorspoed van uw Vî derland te vestigcn. Maar, wij moeten vrijeri doorgang i uw land hebben ! De vernieling va bruggen, tunnels en spoorwegen zî aanzien worden als vijandelijko dade jegens ons. Belgen, gij hebt te kiezen. Ik hoop dus ons Maasleger niet z; verplicht zijn u te bevechten. Een vrij weg, om den vijand te gaan bevechtei die ons wilde aanvallen, ziedaar al w£ wij verlangen. Ik geef de stelligste verzekering e waarborgen aan de Belgische bevolkin dat zij niets le vreezen hebben van d oorlogswreedheden, en dat onze solde len in klinkende munt de levensmidde len zullen betalen, welke zij zullen moe ten nemen. Ook zullen onze soldate zich aanslellen als de beste vrienden va een volk, voor hetwelk wij de grootst achting en ook de grootste vriendschap koesteren. Het hangt dus van uwe wijsheid e van uwe wel begrepen vaderlandsliefd af, om aan uw land de gruwelen va den oorlog le sparen. De generaal-bevelhebber van h« Maasleger. VON EMMICH. Schaamleloozer kan het wel niet. De Duitschers te Vervïers. De aamvoerder der uhlanen begaf zic naar het stadhuis en legde er een al schrift neer van de nota, welke he Duitsch gouvernement aan Belgie haï gestuurd, het is te zeggen efat het vol strekt door Belgie moest en ailes zou b« talen, enz. De soldaten van het 20° voefcvolk, di van Berlijn fcwamen, waren iuitgeput Het 35e voefcvolk dat van Brandebur kwam, had wat beter uitzicht. Volgen eene samen spraak tusschen twee Duit sche officiers, zouden de troepen, di Luik ibedreigen, 80,000 man sterk zijn De Duitsche soldaten waren van aan d voeten tôt aan den kepi, het eenig on derscheidingsteeken der regimenten grijs van het stof. De verliezen. Het eerste gevecht is verwoed geweesl Het 12e linie heeft er zich op eene be w o n d c>, r en s w aa rdi g e wijze gedragen ei de Duitschers eens de waarde onzer man schappen leeren kennen. Ongelukkiglij! hebben onze soldaten twee dooden ei vijftien gekwetsten. LangvS den kant der Duitschers moete: de verliezen aanzienlijk geweest zijn Het geschut onzer manschappen, di goed gedekt waren, heeft belangrijk verwoestingen aangericht in de Duitsch rangen. Op eene draagbaar geschoten. Volgens geloofwaardige beriehten het h en de Duitschers in de streek van Lui op eene draagbaar met gekwetsten g« sohoten, niettegenstaande de reglemen taire seinen en de protestkreten. 1- Eeu eerste gevecht te Visé. c Een deel bereikte weldra Visé, waar een eerste gevecht plaats had. Het was Il ongeveer 11 ure 's morgends toen de n schildwachteni het isein gaven dat ds e vijand in aantocht was. Terzelfdertijd za-n gen cle soldaten van het 12° lhiie, die Visé verdedigden en onder de bevelen stonden van kapitein Clau.de, een groep p ' Duitsche ruiters uit de richting van Fouron-le-Comte naderen. Onze, soldaten l~ namen eene oorlogspositie aan en toen i- de ruiters zieh nog op een paar honderd meters van de brug over den Maas, die n mein 'g morgends had doen springen, be" n vonden, klonk het uit den mond van den bevelhebber "Vuur!" De wapens knet-^ terden en meer dan een ruiter tuimelde ten gronde. Op het zielfde oogenblik hoorde men kanongebulder. Het was het fort van '' Barchon dat het geschut onzer manschap e pen steunde. Een oogenblik bleven de i, ruiters aarzelend staan, doch dan trok-it k;en zij toch vooruit tôt aan de brug. Toen zij zagen dat zij gesprongen was en n zij bijgevolg onmogelijk verder konden, y keerden zij achteruit, onder het ge-^ schut van het 12°. Eene nieuwe poging. Een verwoed gevecht. Om 1 1/2 ure waagden de Duitschers n eene nieuwe poging. Dei Duitsche ruite-1 rij had zich op de hoogten van Fouron-e ie-Comte, tôt aan den steenweg van G'rhk onitplooid. Eenige manschappen x'ukten vooruit en zoo gelukten zij -) erin zich van eenige huizen op den rech-e teroever van den Maas meester te ma-1 ken. Het 12° linie was nogmaals op zijn , post en spaarde geen kogels. Geduren-de anderhalf uur werd een hevig geschut tegen de Duitsche soldaten volge-houden.Daar zij zich in de stoffelijke onmoge-lijkheid bevonden de brug over te ko-men, schoten de Duitschers op de huizen j tusschen Visé, Hallenbaye, Lixhe en Nivelle gelegen. t De schade door dit geschut berokkend, j m natuurlijk nogal groot. Kond 3 ufle Lrok net 12', nogmaals door het fort van Barohon ondersteund, lang-zaam achteruit. ® Te vuur en te zwaard ? Woensdag morgend meldde men dat 8 Visé en Argenteau in vuur en vlam staan. Bijzonderen zouden op de Duit= e schers geschoten hebben, waarop dezen, woedend hierover, de bevolking begon-B nen uit te moorden en de huizen in brand staken. Na een eersten oogen-bBik vertwijfeBing, zouden de inwoners de Ouït-; schers aarcgevalBen en i bijna alBen omgebracht hebben. ^ (Onder voorbehoud). ^ Een heldhaftige sergednt. Tijdens het gevecht te Visé heeft een e sergeanl, wiens naam wij ongelukkig-e lijk niet kennen, zich op eene bijzondere e wij?.e onderscheiden. Tijdens het gevecht waren Duitsche officieren de brug van Visé genaderd wellicht om zich re-kenschap te geven van de ligging der Belgische troepen. Een sergeant be-merkte hen, sprong recht en verliet de rangen. TerwijI het langs aile kanten rond hem kogels regende begaf hij zich naar de brug en in eenige secondcn schoot hij verscheidcnc officieren neer. De lijken werden onmiddellijk door de Duitschers weggehaakl en achler hunne linies gebracht. Duitsche luchlvlieger doodgescholen. Niet ver van Bellaire bemerkten de Belgische soldaten een Duitsch vlieg-machien, bestuurd door een onderoffi-cier. Zij mikten er heen en gelukten erin den vliegcr, die zich op eene hoogte van 500 meters bevond, te treffen. Het toe-slel plofte neder en de loods werd op den slag gcdood. Gehwclslen. De twee soldaten op het veld van eer te Visé gevallen zijn naar Luik overge-braciit. Acht gekwetsten zijn naar het Engelsch gasthuis overgebracht. De gevangen genomen kapitein von Forslner is verwonderd over den Bel- gisclien weerstand. Kapitein von Forstner, die licht ge-vvond was, toen hij gevangen genomen werd, werd naar Luik overgebracht en verklaarde er aan Belgische officiers dat hij oprecht verslomd stond over den weerstand der Belgen. Vijf Duitsche luchtvliegers gedood. Onze Belgische jongens schieten er dapper en flink op toe. Eene Duitsche vliegmachien zweefde boven het Oefe-ningsplcin te Luik. De burgcrwacht schoot er op los, doch trof haar niet. De vliegmachien vloog verder naar de richting van Visé. Daar werd ze nogmaals beschoten door de burgerwacht en dit-maal met beter gevolg. De vliegmachien plofte te Homburg (Aubel) ten gronde. Er zaten zes Duitsche luchtvliegers in. Vijf werden gcdood en de zesde, die gekwetst was, werd krijgsgevangen genomen.(Onder voorbehoud). Moedige vlieger. Woensdag morgend zweefde een Duitsche vlieger, wiens machien de gedaante had van een arend, boven de streek van Luik. Een Belgische vlieger vaarde op den Duitscher en boorde letterlijk zijne machien in twee. De eerste, beriehten luiden, dat de Belgische held onge-deerd is. (Onder voorbehoud). Heldhaftige boy*scout. De boy-scout Uysten heeft zich in de streek van Luik op de heldhaftigste wijze onderscheiden. Dinsdag hield hij twee Duitsche ingénieurs aan, die aan het spioeneeren waren en leidde {de twete heeren als gevangenen op. Woensdag morgend maakte hij een Duitschen ruiter gevangen in het bosch van Tilff. Hij leidde hem, met het paard bij den teu-gel, naar Luik, waar den heldhaftigen boy-scout oene reusachtige ovatie ten deel viel. Een kieïn peloton doodt eenige officieren Een klein peloton, aangevoerd door een onderofficier, heeft den staf van de voorwacht der Duitschers erge verliezen berokkend. Het peloton bevond zich na= bij den wegwijzer voor Hermalle=sous= Argenteau en ontdekte er een groep van stafofficiers, die uit de richting van Ri° chele kwamen. De soldaten verborgen zich en toen de officiers dicht genoeg ge naderd waren, schoten zij er duchtig op los. Alleen drie officiers konden af-springen en wegkruipen, de anderen werden gedood. Een moedige officier. Een officier der lansiers was met een paar manschappen op verkenning en ver-raste eenige Duitsche ruiters. De officier greep de karabijn van een zijner solda-f.enl en doodde twee Duitschers. Een derde Duitscher viel van zijn paard en. forak den nek. De overigen vluchtten weg. Langs een anderen kant werd een kapitein der Seifer-uhlanen, von Forstner genaamd, gevangen genomen. Een Duitsche officier gedood te Ninane. Eene groep Duitsche uhlanen (ruiters) was in de bosschen van Ninane op verkenning.Jîenige Belgische mofcocyclisten, die in hinderlaag lagen, schoten op de Duitschers. Deze namen de vlucht, doch de officier bleef dood ter plaats. Gelegenkcidsbrug vernield. De Duitschers vonden de brug van Visé vernield, en timmerden er dan eene te Lixhe, stroomopwaarls Visé. De Belgen lieten begaan, doch toen ailes gedaan was, openden de forten van Batlice het vuur en verniclden heel die gelegen-heidsbrug.Bfeldhaftig gedrag van een schadSron Lansiers Een schadron van het tweede lansiers heeft gansch alleen zes schadrons Duitschers op de vlucht gedreven. De luchtvliegers. — De vliegmachienen spelen een grooten roi in dezen oorlog. Onze moedige bur-gerlijke- en officiers-vliegers hebben reeds groote diensten aan ons leger .bewezen, vooral als verkenners. In den omtrek van Luik vliegen er vooitdurend biplans en en monoplans voorbij, zoo Belgen als Duitschers. De Belgische vliegersafdeeling is ge vestigd te Ans-Luik. Zij bestaat uit de luitenanten Massaux, Hagemans en Le-gï'os per biplans en de luitenanten Dau-mery, Gallsy, Notterman en Crombez per- monoplaan. De gevechten te Luik Het gevecht te Luik is verwoedend gp-weest. De toestand voor ons is zeer goed. Wij hebben zegevierend al de aanvallen der Duitschers afgeslagen. De vijanden, die Jerin gtelukt waren voorbij de tusschenlinies te geraken werden toruggedreven door een heldhaftigen tegenaanval van een onzer gemeng-de brigaden. De soldaten dezpr brigaden vochten als leeuiwen. Nooit had men zoo îets gezien. Van de overtalrijke Duitschers die de tusschenlinies overschre-den hadden bleef e,r geen enkel meer le-vend.De weerstand van het fort van Evegnéc. De Duitsche kogels vermogen niets tegen onze forten. Het beste bewijs is de weerstand van het fort van Ëvegnée, waarop d© Duitsche artillerie gansch den dag geschoten heeft. Het fort is onge-deerd. Geen enkel soldaat werd getrof-fen.10.000 Duitschers tcruggeslagen. Eene gemengde brigade van onze Belgische troepen heeft zich voor Luik op heldhaftige wijze gedragen, en zich met roem overladen. Meer dan 10.00 Duit- l'.t Feuilleton, der Gazette Tan Gent. Verzegelde Lippen Roman van R. ORTMAN. — Nu — het zij dan zoo ! Ter wille van u ' — Ik al om een onderhoud met haar verzoeken, zoolang zij nog hier is. En wanneer zij mij als verdediger aanneemt, zal ik ailes voor haar doen, wat mijn ge-weten en mijne beiroeps-eer mij te doen veroorlooven. Lang en vastt drukte Herbert Vollmar nom de hand. Ik dank u, Rudolf. Maar gij moogt naar niet zeggen dat ik hier ' ben -hoort gij ? Gij moet zooveel mogelijk vermijden. met haar over mij te spreken. ■ — Als gij dat veiiangt — goed. Maar "u. moet, gij mij ook beloven, iets voor niii te doen. Uw hand gloeit, en uw pois slag heaft een groote drukking. Gij hebt beslist koorts. _ ®np' tr°k Herbert zijne hand terug. —> O neen ! Dat heeft niets te beteekenen. foo ben ik altoos, wanneer ik over iets in spanmng verkeer. Binnen een paar , fUgen is ailes weer in orde. r "T, a tenminste terstond naar uw vm-wi;u ^".uurtje liggen. 1k zal on-, , 1 "ujn vnend den procureur-gene-■ opzoeken, om van hem de gewensch-e veigunmng te verkrijgen. Daarna kom Tï Kl en ^0e 11 verslag-„„ fl e^. bfaeht er niets tegen in en feazamenhjk verlieten zij het hôtel. ,.A„ ne daar, mijnheer Keilig ! Zijt gii v Lrmaam ®ewol"den, dat gi.f ,uy vonden met meer herkent? au! Keilig, de refeùdaris, die aan den voet der groote strandtrap zich deze woorden hoorde toeroepen, bleef staan. — Ah, zijt gij het, mijnheer de consul? Neem mij niet kwalijk, dat ik u ni,et had gezien. — Waarschijnlijk zijt gij verliefd. En bij een jongmensch in dien toestand moet men iets door de vingers zien. Het dikke, roode gezichti van consul Luders straalde van zelfvoldoening :Paul Keilig zijn vischoogen gleden langs hem heen en bleven gevestigd op het lederen taschje, dat aan 's mans zijde hing. — Wat? Gaat gij op reis, mijnheer Luders?77- Ja. Ik ga naar het Zuiden. Het ver-blijf hier is mij door die gesehiedenis met mijn armçn vriend totaal vergald. En ik heb ook heel weinig lust, mij door de heeren van het gerecht nog eens de duimschroeven te laten aanzetten van een verhoor. — Zoo ? He-bbeai zij u dan ook al ver-hoord, vroeg de andere. Wat wilden zij dan van u weten ? — Alleriei bijzonderheden betreffende het leven van mijn armen vriend. En vooral wilden zij er achter kpmen, mel wien hij hier heeft omgegaan. — Hebt gij ook mijn naam genoemd ? — Neen, mijn waarde jongen vriend.Ili heb het /raadzaam geoordpeld, mij een beetje zwak van geheugen te houden.D< heeren van het gerecht behoeven niel m eens ailes te weten. Waarom zou ik i en de andere heeren noodeloos geharre war veroorzaken ? — Daarvoor ben ik u oprecht dankfoaai waarde consul. Gij meent dus, dat mer mij niet in deze zaak betrekken zal? — Ja — daar kan ik natuurlijk nie voor instaan. Het zal er waarschijnljjli van afhangen, hoe die gesehiedenis me den wissel zich afwikkelt . Het b'.eeke ^ezicht van den jonge man scheen nog iets valer te worden. -Wat weet u van dien wissel? vroeg hi Heeft Holnstein u daarover gesproker — Zoo terloops. Wij waren toch goec vrienden. En daar ik mij ook als u vriend beschouw, mijn waarde, zou ik een welgemeenden raad willen gevei Tracht dat zaak je zoo spotedig mogelij uit de wereld te helpen. — Ik begrijp u niet, mijnheer Luder Zoudt gij wel wat duidelijker willen w zen ? — Kom kom, ik denk dat gij mij toc wel begrijpt. Gij hebt toch dat briefje g kregen, waarmede die arme Bendheim om een onderhoud in zijne woning ve zocht ? — Zeker. — Maar gij zijt er niet lieengegaan? — Waaruit leidt gij dat af, dat ik niet heenging 1 — Wel, de mienschen in de Villa Rotl hebben toch verklaard, dat er dien avor niemand meer bij hem geweest is... ( zijt gij misschien toch nog —■ Neen neen, ik ben er niefc heen g weest, viel da referendaris in. Ik »'e: op het laatste oogenblik verhinderd. I ik kon mij ook heel niet voorstellen, w uw vriend mij nog te zpggen zou he ben. De aangelegenheid tusschen hem < i mij was toch reeds van de baan. ; t— Misschien dacht hij daar ande i over. Er kan hem inmiddels iets ter oo zijn gekomen, dat hem niet aanston Onder andere omstandigheden zou zeggen dat gij onverstandig hebt g i handeld met e.r niet heen te gaan. Ma zooals nu de dingen staan, was het m : schien een geluk voor u. Want wie we welke onaangenamheden 1er uit. vooi gekomen warem, als men u dien avoi bi.i hem had gezien î a De referendaris keek aandachtig ove - de zee. Daarop zsgde hij : j- — Gij raadt mij, dat zaakje uit de ve ? reld te helpen. Maar hoe moet ik da 'e aa.nleggen? — De wissel bevindt zic w waarschijnlijk onder de papieren, op wel u ke evenals op de overige papieren va: i. den overledene terstond beslag is ge'egu k Ongetwijfeld. En dat is juist 't onaan ganame van de zaak. Hetzij op den vej valdag, of vroeger of later, — éénmaa 3" toph moet het papiertje aan uw vrien , Côrdes aangeboden worden, als gij nie vooraf een middel vindt om het vit da 3" boedel te krijgen. u — Kunt gij mij een middel aan de han r~ doen? De dikke heer trok zijn schouders of — Het spijt mij lieve vriend, — in zulk dingem heb ik niet veel ervaring. Maa >r gij kunt daarover met den procureur-g« neraal in onderhandeling treden. Mis schien levert men u tegen betaling va ' ^ het bedrag deji wissel uit. En dan zoud gij waarlijk reden hebben om over d zaak een handje te wrijven. Paul Keilig schudde het hoofd. — Me ;n den procureur-generaal ? — Neen. da gaat niet. Zij zouden mij ook het papk ^ heel niet ter hand stellen. Dat zou w et: >n overtreding zijn. — Ja, dat moet gij als jurist beter w< rs tem dan ik... Maar ik moet oppassen da ce ik mijn tijd niet verpraat. Wandelt g d. met mij mede tôt aan de boot? ik Het spijt mij — maar ik heb een e- dringende afspraak. w — Nu tôt weerziens dan ! Ik hoop da s- gij met dÎ3i gesehiedenis verder geen gi et haspel zult hebben — dat wensch ik 't- van harte. Misschien ontmoetten wij e îd kuar nog wel eens aan de. groene tafel. Hij drukte hem de hand, knikte hej (MBMHMWanMnanMMMMMHMM r knipoogend toe en wendde zich naar de plaats van afvaart. Paul Keilig slenterde langs den strand t dam verder. 1 Een half uur later trad hij in de hôtel kamer van zijn vriond Cordes, die a 1 rookend op een luien stoel een romar lag te lezen. — Zoo, Paul ! Laat gij u weer eens zien — Ik dacht al dat gij ziek waart. En ah 1 ik niet wist hoe ongelukkig gij er altijc | uitziet, dan zoui ik het ook nu nog den t ken. j De referendaris liefc zich op een stoe vallen en haalde zijn sigarettenkokertjf J uit den zaak. Maar hij had een heejer tijd noodig om met het aansteken var . een sigaret klaar te komen, want zijni e handen beefden, en twee of drie luciferi r braken hem tusschen de vingers. 1- ;r— Uw opmerkingen omtrent mijn uite: li.ik zijn niet juist< vleiend, zegde hij, na a dat het hem eàndelijk was gelukt aan zijr t sigaret een rookwolkje te ontlokken e Maar niet iedereen bezit, zooals gij, di gesteldhejd van een beer ; en mij is he t in elk geval genoeg, dat ik mij heel we t voel... Overigens, »jk heb van morgen ' een telegram van mijnei tante ontvan h Ken- — Van de moeder van uwe aange.be dene — zoo ? En heeft zij u telegrafiscl ~ de hand harer dochter aangeboden ? :. — Geen flauwe aardigheden, als ik 1 'J verzoeken mag!... Maar in werkelijkheic is het niet veel minder dan dat. Zij i: e met Martha te Wiesbaden, en zij heef mij uitgenoodigd, de rest van mijne va t cantie daar met haar te slijten. i- — Veel plezier dan, weest gelukkig ! -u Ik hoop u binnen eenige weken met uv 1- verloving te kunnen geïukwenschen. Paul Kreilig verdrukle de half gerook h te sigaret in het aschbakje. — Dat zoi > wel lûkken, zeker, — als ik maar van hier weg kom. —■ En wat houdt u dan vast? — Als uw reisgeld voor de eerste klas niet genoeg is, dan kunt gij in de vierde rei l zen. 1 _— Gij zijt vandaag buitengewoon grap pig. Cordes. Maar het is natuurlijk niet ' de kwestie van het reisgeld, die mij hier i terughoudt .Als maar die ellendige ge-I schieidenis niet gebeurd was. Gij weet wel wat ik bedoel. — Wat? — Dat zaakje met dien Holn-1 stein ? — Maar wat gaat dat u aan ? — ' Gij waart met hem toch niet in het reine. 1 De refendaris staarde een poosje op 1 den vloer, en toen antwoordde hij met ; heesche stem : i — Niet heelemaal, Cordes. Ik heb mij enkel wat ingehouden, u de voile waar heid te zeggen. De aangepprokene irichtte zich een 1 weinig uit zijne liggende houding op en keek wjen k b r a iî,w fy-o n b)e n d naar den î vriend, die slap ineengezakt tegenovei ; hem zat. ' — Wat bedoelt gij? vroeg hij scherp. Gij weet dat ik ailes verdragen kan — behalve zwendelarijen. Ik heb mij in mijn! goiedhartjjgheid laten bewegen, u geld te geven tôt afdoening van uw 1 speelschuld, en gij hebt mij den volgen den dag verzekerd, dat gij die( zaak glad 1 vererfend hadt. Was dat gelogen? — Ik was van plan het te doen, Cordes, î maar ev kwam mij onverwachts een hin- dernis in den weg, — en ik kon toch niet weten dat ^ het den volgenden dag te laat zou zijn. Toen ik wilde heengaan om hem het geld te brengen, hoorde ik tôt r mijn schrik dat hij niet meer onder de levendon was. j (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes