Gazette van Gent

1763 0
20 september 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 20 September. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/z60bv7fc7v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

247' JAAR. — N' 226. — B. 5 CENÏIEMEN ZONDAG, 20 SEPTEMBER 1914 VOOR GENT : . . . fr. Een jaar 6 maanden 3 maanden iNSCHRIJYiarClSPItlJS VOOR GEHEEL BELGIË : 12-00Een jaar ..... fr. 15-00 6-506 maanden. . , , , » 7-75 3-503 maanden. . . . , > 4-00 Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Woor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. llEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD ■#ïttl Gesticht jn 1667 BESTUUR EW BEDACTIE VELDSTRAAT, 60, GENT§M Ik fyMelen eijn open, van 7 ure 's morgends tot 5 We 's avonds. TELEFOON nr710 De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. mm DE ds Krijgsoverlieid. BUK De groote Veldslag in Frankrijk De Redevoering van Koning Joris KEIZERLIJKE WELSPREKENDHEID Eene Russische Proclamatie leghen, DE GROOTE VELDSLAG Mededeeling van van het Engelsohe gelsch gezantschap, te Antwerpen den 19 septemföër. "Er kwam heden namiddag geen merkbare verandering in den toestand. De ruiterij der verbondenen was hevig in de waar, doch zonder bepaalde uitslagen." Mededeeling van het Fransch gezanschap: "De veldslag wordt voortgezet op heel het front, zonder eenige belangrijke wijziging op eenig punt. Op onze linkervleugel zijn wij een weinig vo^gjt^e^QngjMK_^ In bét centrum van Reims toTTCrgofc ne, werpt de vijand groote versterkingswerken op en neemt bij eene gansch verdedigende houding aan. Op onzen linkervleugel (Lorreinen en Vogeezen) bezet de vijand sterke stellingen nabij de grens. Alle gevechten zijn een weinig gestaakt. Sprekende over den veldslag der Aisne, zegt een Engelsch blad: Het terrein ligt vol stapels lijken. Het beeft niet opgehouden te regenen. De loopgrachten staan vol water. Onze troepen gedragen zich moedigt De verliezen der infanterie moeten verschrikkelijk zijn door 't vuur der houwitsers en der kogels van beide kanten geschoten. De aeroplaans der Verbondenen heb= ben uitstekendediensten gedaan. Donderdag nacht zweefde een aeroplaan juist boven Duitsche troepen die in aftocht waren, de loods liet een fakkel Tallen om de plaats aan te toonen waar zij zich bevonden en onze artillerie bad in enkele minuten heel den trein vernield. De veldslag van Aisne wordt aanzien ars de laatste der groote krijgsverrichtingen op Fransch grondgebied. Het is waarschijnlijk dat de eindzegepraal zal verkregen worden door het middel dat bestaat in het verbreken of afsnijden der Duitsche gemeenschappen. Een verwoed gevecht heeft gisteren plaats gehad op de plaats waar de Engelsche troepen zich aansloten bij een deel der vechtlijn van de Verbondenen. Alhoewel de verbondene troepen eenige verliezen leden, toch vervulden zij kloekmoedig de hun opgelegde taak en maakten zich meester van eenige Duitsche voorposten De loopgrachten door de Dnitschers gegraven ten Noorden van Chalons zijn zeer versterkt en meer dan een meter diep. Het is dus licht te begrijpen, dat het oprukken der verbondenen troepen, door dergelijke hinderpalen, noodzakelijk met eene zekere traagheid gepaard gaat. feENE^DUlïSCHE "aEDEELING OMSINGELD. ' Eene Duitsche legerafdeeling aangevoerd door een generaal, zon omsingeld zijn in het wond nabij Chateau=Thiery, door 2.000 man troepen der Verbondenen. öfficiëele mededeelingen van den Franschen en den Russischen staf Antwerpen, 19 september, 10 ure des avonds. — Van Fransche zijde wordt uit zekere bron vernomen dat er goede berichten zijn ontvangen omtrent den aan gang zijnde veldslag op de lijn NoyonsVerdun. Op den linkervleugel der bondgenooten hebben onze troepen alle hoogten genomen van de Aisne. De Dnitschers ontvangen versterkingen uit den Elzas. In het midden zijn de Dnitschers niet uit hunne diepe loopgrachten geweken. Op de rechterzijde blijft het leger van den kroonprins terugwijken. Antwerpen, 19 september, 10 ure des avonds. — Mededeeling der Russische Legatie. — Op den 17 september is geneneraal Rennekamp er ten volle in geslaagd den Duitschen aanval uit OostPruisen af te slaan. De Duitschers zijn iin terugtocht op verschillende punten. De Saksische ruiterijafdeeling teruggekomen uit Frankrijk, heeft in Oost=Pruisen groote verliezen geieden. Op de lijn Breslau=Ivangerot hebben de Russen zich meester gemaakt van heel het park vestinggeschut, dat bestond uit 36 zware bommenwerpers, die uit Breslau waren gezonden om Ivangerot aan te vallen. Anderzijds zijn de troepen van 't Duitsche legerkorps van generaal Vogt=Retza, die eerst onder Sandomir stonden, opnieuw geslagen, zoodat ervan dit korps maar eenige zwakke troepen overblijven. In Gallicie dnnrt de vervolging der Oostenrijkers voort. Onze troepen zijn de; /fortlijn Semava=Jaroslaw*PresmyzI genaderd en bevinden zich vlak bij deze versterkingen. De bevolking van Lnblin en van Khelm ontvangt met geestdrift onze zegevierende troepen, komende van de slagvelden van Krasnik en Stomasjew. Nog de redevoering van den koning van Engeland De koning, sprak als volgt: Mylords, Mijnheeren, Ik richt deze woorden tot u in omstandighteden, die eerder eene daad dan eene redevoering vereischen. Nadat mijne regeerinig alle pogingen, had in het werk gesteld om den vrede in de heele wereld te bewaren, iwas ik verplicht door de opzettelijk» schending der verplichtingen, vervat^in de tractaten, alsook voor de bescherming van de openbare wet rinEuropa- en- de levensbelangen van mijn rijk, den oorlog te verMaren. Mijne vloot en mijn leger hebben, met eene onophoudelijke waakzaamheid, moed en behendigheid, eene rechtvaardige zaak verdedigd, geholpen door dappere en. trouwe bondgenooten. Al de deelen van mijn rijk hebben zich spontaan en geestdriftögi aangesloten rond de gemeenzame vlag.. Mijnheeren , Het Lagerhuis dankt U voor de edelmoedigheid, die gij in deze onvoorziene omstandigheden hebt aan den dag gelegd. Wij zullen, strijden voor een eervol doel en slechts de wapens neerleggen, wanneer dit doel volledig zal bereikt zijn. Ik heb volledig vertrouwen in de vereenigde en loyale pogingen van al mijne onderdanen, en ik bid God Almachtig ons eijnen zegen te schenken. Oorlog tot het uiterste In een hoordartikel, dat dien titel draagt, verklaart de Times dat de Verbondenen vast besloten zijn de vijandelijkheden niet te staken voor dat het Pruisische militarism uitgeroeid zij. Geene vijandelijke macht kan Duitschland eene diepere neeriaag toebrengen, dan deze die het zelf gewild heeft. Keizerlijke welsprekendheid Het is welbekend, dat de Duitsche keizer niet altijd gelukkig is in zijne improvisaties. Herhaaldelijk is het gebeurd, dat hij op het einde van officieele maaltijden of bij andere gelegenheden zeer onvoorzichtige woorden over zijne lippen liet gaan, die dan 's anderendaags moesten herroepen of officieus gelogenstraft worden. In dit verband is het de moeite waard in herinnering te brengen de toespraak Van keizer Willem tot de Duitsche soldaten, die in 1900 naar China werden gezonden. Zij begint aldus : « Wanneer gij den vijand ontmoet, zult gij hem verslaan; geen kwartier mag gegeven worden; geen krijgsgevangenen mogen worden gemaakt; geen genade voor wie in uwe Handen vallen. Evenals de Hunnen duizend jaar geleden onder de leiding, van Attila een wereldvermaardheid verkregen voor hun moed, waardoor zij nog steeds in de overlevering van de geschiedenis voortleven, zoo zal ook de naam van Duitschland op dezelfde wijze bekend worden in China, zoodat geen Chinees het zal wagen, een Duitscher fcelfs maar schuins aan te kijken. » • Wanneer men zich deze ongehoorde keizerlijke toespraak herinnert, vraagt men zich af, of de Duitsche keizer niet ^fitzejfdg -Programma, heeft opgegeven aÜnde legers, dra^sedert dën^S aiugusti eèn groot gedeelte van het arme België hebben veroverd. (Volksbelang) . Eene Russische Proclamatie Op last van den oppervelhebber is da volgende oproep in de negen, talen der voornaamste nationaliteiten van Oostenrijk, verspreid in de streken, die door de Russen veroverd zijn: « Volken van Oostenrijk-Hongarie. De regeering te Weenen verklaarde den oorlog aan Rusland, omdat dit groote rijk, trouw aan zijn historische tradities, Servië niet kon overlaten aan zijn lot en zijn onderdrukking niet kon toestaan. Volken van, Oostenrijk-Hongarie, nu 'k het grondgebied van Oostenrijk-Hongarie . binnentreed, verklaar ik u, uit naam van den grooten Czaar, dat Rusland, het welk herhaaldelijk zijn bloed stortte voor de bevrijding van het vreemde juk, niets wenseht dan het herstel van r,echt en gerechtigheid. Aan u, volken van Oostenrijk-Hongarie brengt Rusland eveneens de vrijheid en de verwezenlijking uwer nationale wenseben. Gedurende lange eeuwen zaaide de regeering van Oostenrijk-Hon- garie verdeeldheid tusschen u, want het wist, dat oneenigheid tusschen u de grondslag was van zijn heerschappij over u. Rusland daarentegen heefit slechts het doel, ieder uwer zich te laten ontwikkelen en bloeien met behoud van de kostbare erfenis uwer vaderen, uw taal en uw geloof. Dat ieder uwer, verbonden aan zijn broeders, zal kunnen leven in vrede en in eendracht) met zijn buren, en hunne nationale rechten eerbiedigend. Overtuigd zijnde, dat gij zult medewerken met al uw kracht aan de verwezenlijking van dit doel, noodig ik u uit, de Russische troepen te ontvangen ai» trouwe vrienden, die strijden voor uwe beste., wenschen. (get.) De opperbevelhebber Generaal-adjudanfe NICOLAAS. Duitsche troepen uit Frankrijk en België Een telegram uit Rome gezonden aan de Daily Telegraph bevestigt uit zekere bron dat acht Duitsche . legerkorpsen Frankrijk en België verlaten, om naar de Russische grens gezonden te worden. TE BRUSSEL. WELKE BEZORGDHEID De Duitsche regeering heeft den heer Falker, bewaarder van een museum 4ian_.JBeclyu jjaau.,Belgie.,., gezonden ten einde de burgerlijke regeering in België te helpen om de kunstwerken der kerken, stadhuizen, enz. te beschermen ! TE ANTWERPEN. iDeJ Burgerwacht In een schrijven van den 16 september aan den luitenant-generaal opperbevelhebber der Belgische troepen, heeft de heer Berryer, minister van binnenlandsche zaken de menigvuldige bewijsgronden uiteengezet waarom de burgerwachten als « strijdenden » moeten aanzien worden. Artikel 1 der wet op de burgerwacht, zegt de heer minister, bepaalt uitdrukkelijk dat de « Burgerwacht gelast is met te waken niet alleen over het behoud der orde en der wetten, maar ook over het behoud der nationale onafhankelijkheid en der onschendbaarheid yan het grondgebied. » ONZE LUCHTVLIEGERS Ten gevolge van het echt stormweer werden eenige aeroplaans beschadigd maar allen konden nogal spoedig hersteld worden. yan iraa ntwerpen OVERBRENGING JVAN BRIEFWISSELING Het is mij bekend geworden dat sommigen zich gelasten met het bezorgen van briefwisseling buiten de stelling van Antw'erpen, voor personen zich bevindend binnen de lijn der versterkingen. In het belang van de verdediging der plaats onder mijn bevel, verbied ik ieêereen van deze gelegenheid gebruik te maken. Iieder die zal worden in overtreding, bevonden zal worden aangehouden énder beschuldiging van spionnage en voor den krijgsraad gevoerd. De bevelhebbers en de oversten den gendarmerie zullen in dit opzicht een strenge waakzaamheid uitoefenen om aan dezen toestand een einde te maken. IN OOST-VLAANDEREN. TE AALST. Vrijdag namiddag kwamen twee Duitsche officieren op het Gemeentehui* te Aalst en vroegen aan den heer burgemeester vrijen doorgang met een leger door de stad om zich naar Oudenaarde te begeven; dit vroegen zy' met het doel opdat de soldaten niet van achter huizen zouden hebben geschoten. De brigade-gendarmerie welke pas terug gesteld was te Lede, moest vrijdag avond ,rond 9 ure, terug-Verlaten worden, tengevolge der Duitsche troepenbeweging in het Land van Aölst. Tusschen Erpe en Erondegem. Vrijdag namiddag, rond 5 ure, had tusschen Erpe en Erondegem op den Gentsehen steenweg, eene schermutseling plaats, tusschen eene patroelje Duitsche wielrijders en eene patroelje Belgische soldaten te voet. Het vuur werd geopend, een Duitscher werd gekwetst. Daar er versterking opdaagde moesten de Belgen langs Impe naar Lede vluchten, alwaar zij gekampeerd waren. TE ERPE=VIJF=HUIZEN. Zaterdag morgend, rond 7 1/2 ure, werd eene patroelje (Duitsche soldaten gezien omtrent de Vijf-Huzien, t« Erpe Zij waren ten getalle van 40 uhlanen, te paard, en namen de richting van Erondegem ,alwaar zij kampeerden op-den steenweg. ROND DENDERMONDE. Alles laat voorzien dat er in de omstreken van Dendermonde nog hevis zal gevochten worden. Wij hebben enkele dagen geleden gemeld dat de Duitschers de gevangenen te Dendermonde hadden losgelaten. Dit is onjuist. De veroordeelden werden door het bestuur van het gevang zelf voorloopig m vrijheid gesteld. In kun Feailkfem der Gazette vas Geat. Het Geheim van de Theems door FLORENCE WARDEN. -•♦*- De deur tusschen de twee kamers stond wijd open, en Randolph, die door kussens ondersteund in bed zat, zag er nog even •lecht uit als bij het vorige bezoek. Matthew vond eigenlijk, dat hij nog Verminderd was. Nadgie echter had geen blik meer voor Randolph over, maar wijdde haar volle aandacht aan zijn neef. — Hebt gij gehoord! Dat zou ik niet denken, zegde zij kortaf. Als Ran zoo tegen mij schreeuwt, kan ik niet veel anders hooren. Matthew vond, dat zijn neef eigenlijk maar een heel klein gedeelte van het gebrek voor zijn rekening had gekregen, fflaar hij was te beleefd om een dame 'egen te spreken, hij lachte dus maar eens en drukte haar de hand en waagde een zwakke poging om het gesprek een mmder gevaarlijke wending te geven. Maar Nadgie haar bloed was tot karn'ttelk' geworden, zooals zij het zelf uitdrukte en zij gaf er de voorkeur aan om ™et het onderwerp, dat haar zoo zeer oezig hield voort te gaan en ook eens de °Pinie van haar bezoeker daaromtrent te vernemen. , ij.'- Zoudt gij wel willen gelooven, mijnn!er ii tthew ' zegdeziJ' datRandolph narl f v'- WatikvoornemSedaanneb en adat hij bij mij in huis is gekomen, toen J zoo ziek was als een hond, en nadat •* mij voor hem heb uitgesloofd, nog zoo gemeen is om naar die leelijke Almerikaansche te willen gaan ? Matthew haastte zich om weer vrede te stichten. O neen, zegde hij. Hij wil alleen zijngrootvader maar eens opzoeken. En hetis tien tegen een dat juffer Schmidt daarniet meer zal zijnï.'., Snert, zegde Nadgiel nijdig. Hijgeeft toe, dat hij van plan is haar tetrouwen, als hem dit lukken kan. Watzegt gij mij daar nu van? U wilt hij eenbeentje lichten en mij aan kant zetten.Hoe vindt gij het? —• Kom, zegde Matthew. Al praat hij er over dan behoeft gij er nog niet zoo over te tobben. Juffer Schmidt zelf heeft ook een woordje mede te spreken en die schijnt nu juist niet zoo een haast )te hebben om hem te trouwen. Dat heb ik ook al gezegd, meendeNadgie triomfantelijk. Er is op de heele wereld maar éénvrouw, die hem wil trouwen en dat benik. Dat is ook niet meer dan billijk, naalles, wat ik voor hem gedaan heb, endan heb ik nog zijn belofte,zwart op wit,Zoo heel gemakkelijk komt hij niét vanmij af! Randolph viel haar brutaal in de rede. Hij leek niet alleen ziek, maar bovendien scheen hij feear gejaagd en onrustig; Matthew beschouwde hem met gemengde gevoelens, hij had medelijden met den vriend van zijn jeugd, zijn speelmaker, die zich in zulk een wespennest had gestoken, en tegelijkertijd voelde hij een hevigen afkeer van hem, alleen al bij het denkbeeld, dat hij iets te maken zou kunnen hebben met de ellende, waarin de familie thans gedompeld was. — Gij slaat door, zegde Randolph geprikkeld. Hoe kunnen wij in godsnaamleven, als ik met u trouw ? Gij hebt geencent en ik als het kan nog minder. Hon- ger lijden is dan het eenige wat er opzit. En als gij mij nu mijn gang laat gaan en met dat Amerikaansche meisje trouwen, dan ben ik rijk en zou u van dienst kunnen zijn.Daar komt nu alles op neer.Niet waar, Matt? Matt lachte. Een factor in deze kwestie schijnt ubeider aandacht ontsnapt te zijn, zegdehij koeltjes. Wat bedoelt gij? De dame in kwestie. Zijt gij wel heelemaal zeker van haar? Als gij dat nietzijt, dan hebt gij al heel eigenaardig gehandeld door haar den laatsten tijd zoote verwaarloozen. Ik kan haar toch niet opzoeken indezen toestand? Zegde Randolph kortaf. 2— En als ik niet wil, kan hü heelemaal niets, zegde Nadgie bazig. Het kan mij niets schelen, wat gij kle£it, maar gij moet in de eerste plaats om mij denken en niet om die Amerikaansche of om, weet ik wie. En ik zeg maar, gij moet trouwen met de vrouw, die u heeft opgepast, bij wie gij zijt gekomen, toen gij niet wist waar gij heen moest. Is dat nu niet zoo, mijnheer Matthew? Dat spreekt vanzelf, zegde deze onmiddellijk. Nadgie keerde zich triomfantelijk tot den invalide. Zie gij nu wel, zegde zij. Nu hoortgij het eens. Zij keerde zich weer tot denbezoeker met een half spottend, half ondeugend lachje. Al hadt gij dat nu nietgezegd, dan was het mij toch hetzelfdegeweest, bekende zij. Want ik heb het ereenmaal op gezet om hem te trouwen. Nu, dan is deze zaak zeker afgehandeld, meende Matthew. Wel wis en waarachtig niet,schreeuwde Randolph. Zoo kan het nietblijven. Zij moet naar- rede luisteren. Ht sta nu op en ga naar Grosvenor Place. Het zou keel gek zijn als ik niet kwam, nu er eenmaal om mij getelegrafeerd is. Nadgie was plotseling verdiept in een document, dat zij uit een handwerkzak had gehaald, waar zich overigens nog in bevonden een paar schoenen, een vies kwartje, een volksroman, waarvan het swiutbrad was afgescheurd, wat eindjes touw en het sportblad van een van de groote bladen. Matthew keek eens naar het papier in haar hand, dat zij zoo hield ,dat hij alles lezen kon en zag dat het een volmacht was. . Nadgie grinnikte. Die heb ik .gisteren' gekregen, zegde zij. Hij weet er nog niets van. Matthew voorzag nog heel wat kibbelpartijen als Randolph er eenmaal, vanaf wist, maar hij knikte en vroeg: —Is hij sterk genoeg om uit te gaan? Is hij gisteren op geweest? Zij schudde haar hoofd. . .— Hij is niet uit geweest sinds hij hier doodziek is komen binnenvallen. En als dank wil hij nu, zoodra hij maar kan, iiaar een andere vrouw toe! Maar ik zal het hem wel betaald zetten, daar kan hij zich op betrouwen. Zij had de deur tusschen beide kamers gesloten en nu Het zij haar stem dalen en keek den jongen man vóór haar onderzoekend aan. Denkt gij nu, dat ik mij voor den eersten den besten op zij zal laten schuiven? Geen kwestie van. Luister eens. Zij nam hem bij den arm en haar oogén fonkelden gevaarlijk, toep zij voortging. Ik weet iets. Ik weet genoeg om zijn ondergang te bewerken. En denkt gij nu waarlyk, dat ik hem zal loslaten, als ik dat geheim ken ? Daar hoef gij niet bang voor te zijn! Matthew zijn hart sprong op van vf eug raaattHrdaataaHHHRKtttiui de. De jaloersche vrouw had den sleutel tot alle misdaden, die in zijn familie waren gepleegd. Als Randolph inderdaad zoo een gewetenlooze schurk was, dan, zoo redeneerde hij, behoefde men niet kieskeurig te zijn met de middelen om hem te ontmaskeren. Als hij aan den anderen kant maar weinig met de treurspelen te maken had, dan was het voor hem en ieder ander beter als de ware schuldige fcoo tgaulw mogelijk gevonden werd. Intusschen was hij zeer verheugd eindelijk op het goede spoor te zijn. Ads zy nu maar op dit standpunt bleef. Gij zoudt dat geheim toch niet willen verraden, wel, vroeg hij voorzichtig. En wat graag ook, als hij mij in densteek ljet. Als gij dat maar weet, riep 7ijdriftig. Tot eiken prijs moest zij in deze stemming blijven! Matthew bemerkte tot zijn groote vreugde, dat Randolph, zeker van zijn invloed op Nadgie, zijn zin wilde doordrijven en al was opgestaan. Juffer Claughton lachte onheilspellend. Zou hij waarlijk gaan, denkt gij ? vroeg Matthew. Misschien. En als hij het doet,mijnheer Matthew, dan heb ik u morgeniets te vertellen. Waar kan ik u vinden? Zal ik hier komen ? Zij dacht even na. Neen. Ik kom bij u. Geef mij uwadres. Dan kom ik 's middags bij u. Matthew trachtte zijn voldoening niet te toonen. — Dan zal ik zorgen thuis te zijn, zegde hij, een kaartje uit zijn zak halend.Hier is mijn adres, voegde hij er bij, terwijl hij zijn huisnummer achter op zijnkaartje krabbelde. En nu zult gij mij welgaarne zien gaan, niet Waar? Ik schijn altijd op het verkeerde oogenblik te komen. Zij loosde een zucht. Hij had medelijden met deze vrouw. Met al haar eigenaardigheden, haar grofheid en haar opvliegendheid, was zij toch iemand, die het hart op de rechte plaats had en over het algemeen was zij slecht behandeld. ~ °cI?> miJ is *Ues hetzelfde, alt Randolph mij aan den dijk zet, zegde zij. Misschien doet hy dat wel niet. Maar hij wil het maar al te graag.Dat is juist zoo ellendig. ZÜ wisselden nog een paar woorden. Matthew toonde zijn deelneming,, di» Nadgie dankbaar aanvaardde, toen zij plotseling midden in een zin afbrak en naar de tusschendeur snelde. Zij wierp deze met een dramatisch gebaar open. — Weg, zegde zij. Weg. Hij heeft mijbedrogen! Hy' is verdwenen. Matthew hoopte, dat deze ontdekking haar er toe zou brengen om hem terstond alles toe te vertrouwen, maar daar kwam niets van. Zij was veel te opgewonden om hem nu iets geregeld te kunnen vertellen, en ofschoon hij haar beduidde, dat het heel gek was'om te denken, dat Randolph, ongeschoren en slordig gekleed als hy was, ineens.naar zrjn grootvader zou, zijn gegaan, hield zy toch vol dat hy* naar zijn kamers of naar zijn club was gegaan en dus onbereikbaar voor haar bleef Maar ik zal het hem betaald zetten,besloot zij driftig. Morgen namiddag om drie uur benik bij u, mijnheer Matthew, en dan zalik u iets vertellen, waarvan gij zult opkoken!§ (Wordt voortgezet.) mm

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes