Gazette van Gent

1701 0
16 januari 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 16 Januari. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 05 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sj19k47j8k/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

247e JAAR. - N' 13. 5 CENTIEMEN VRIJDAG, 16 JANUARI 1914- GAZETTE VAN GENT ISTSCHRIJVUffGSPRIJS : VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : gen jaor fr. Î2-QO Een jaar fr. 15-00 I irisasdon » 6-SO 6 mnanden » 7-75 3 maanden » 3-50 3 maan<îen » 4-00 Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ÀNNONCENBLAD Gesticht in 16 67 (BEURZEN-COURANT). BESTÏJUE EN BEDACTÏE VELDSTRAAT, 60, GENT De burtclen sijn open van 7 ure 's morgends tôt 5 ure 's avonds, TELEFOON nr 710 De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement némen ten Postkantoore hunner woonplaats. BUITENLAND. NEDERLAND. r De ontploffing te Rotterdam Nadere bijzonderheden. I Op de Maasfcade O.Z. op tien waj liaaigs d-e rirér en tegenover de De Ruyter-■straat, ,waar de vrachtboot D. A. Ver-&h,u«;-eai van den Amsterdaaiischan nacht-diemst, firmla. J. en A. van der Seliaiyt, fet, wareai een of twee ijzeren flesschen, . «& onge'weer 2 meters lang en volgen© het ■Çoginosseimenit gevuld met waterstof, plliot-seiing uiteengeslagen. De rlesschen waren uit Amsterdam aangeivoerd en te Rot terdftm gelost. De oorzaak van het onge-îuk is nog niet bekend. | De waterstof stond ondier een druk van •200 atmcisferen. E De gevodlgen waren noodttottig voor de iaui'Staande menschen. I IJ&'orand Bedee, een 43.ja.rigo werkman, luit de Witte Hertstraat, op de Gediempte ■Skaùc, werd op slag in stukken geschemrd. |Dee!leH van zijn lichoam kwamen in de Ifooomien l'angs de kade tereciit. Zij wer-I den met den romp naar de algenieene be-Igraafplaats gebracht. I Schipper R. Vl'ietstra., van de nachtboot l"Koopha.ndel", finira J. P. Oomes, brak ■een afin en kreeg verschilleiide kwetsu-f ren ; de werikman Van Dam, uit de De llîuyterstraa.t, brak een been en bekwam Ibraadwondlen aan het hoofd ; de bootwer-f ker J. Vogè®, uit de Prins Alexander-l fltraat, brak een been en kreeg kwetsuren f in de rmaagstreek. Zij aJUan werden met l'Fpôed naar he.t ziekerihuis gebracht en cfeuar ter verpleging opgenomen ; later I b'ieek daar, dJat hun toestand voorloopig ■geen gevaar opleverde. De walbaas S. De Ruiter, won en de aan de Prias Hendfriikkade, werd aan het | hoofd en een been verworod ; liij is naar Iziin huis gebracht. De machinist T. De j Klooster, wonende in de Cornisserlaan,, f sloeg bewusteloos tegen het deik van zijn voor den wal liggend sehip. Hij werd naar [het Ivulpzieikenlmiis a>an de Nassaukade ' giebraclt, waar hij eeniigeffi tijd later bij-f- kwaim. De mam, die KBjikbaar geen letsdl Igeka-egen heeft, wist allteen te vertelten, Idat hij, uit de machienika.me'r aan deik ko-I mendie, plotseSing een vuu'rsteial had ge-| zien en tegen het dek was geslagen. Verder liepen verschililend'e menschen f door de sclierven van op de straat valJen-Ide ruiïteii snijwonden aan hoofd en han-[ den op, die mee&tal van onbeduidenden | aard zijfn. De oorzaaik van de ontploffinig Hgt, | zooate gezrgd, nog in het duister, en de lezingen die ervan gegeven word'en, loo-I pen, zoo er al waarde aan kan, worden I gehecht, uiteen. Sommigen beweren, dat eeniei fliesch j ontploft is op het oogetnib'liik dat z.ij nog in de takeis hing boven dien wall, hetgeen | zou doen deniken aan een mogeiijke oudie bmik. Andieren zeggen, dat een van de | twee mannen, die het appaTaat haddetn aa.nge(vat om het op den wal te leggen, het heeft Laten vaillen en dat daarna de I ontploffîng volgdie. E .Op de plaats van het onheil bewagen i zich den geheelen da^g talirijke beJangstel-lenden ; de glazenmakers kwamen handen j te kort om de velen, die in hun geheel-| open huiizen liepen te biibberen vain die I (koiide, aan nieuwe ramen te îielpen. , ^ a.terstof vindt toepassina; in de prak-; tijik bij het lasschen of snijden van stuk-b™ metaa]). door middel van knalgasvlarn, [ waartoe bijzonder gebou"wde wateir&tof-i en zuurstof-reservoirs met branders voor- zien zi,jn. Zooals men weet is de tempera-tuur, die in de knaûigasVlam woidt ont-wiklkelld, buitengewoon lioog. Boveûidïen kan door, hetzi.j ovei"maat van zu'arstoif, ihetzij ove.nimat van waterstof te laten uitstroomen, aan de vlam een oxydeerend of verminderend' baratter worden ge@e^ren al naar dat dit voor eik bijzonder geval gewenscht is. Ook voor de vulling van luchtballilons, lucht&chepen en dergèilijke, wordt waterstof gebezigd. Men verkrijgt het mieewc alis bijproduct bij de bereiding van vloed-bare zuurs-tof (electroly&e van vrat-er). In laboratoria wordt vloeibare waterstof gebruiikt om met behiulp daarvan de nog lagere zoogezegde heTiumtemperatu-ren te kitnnen voortbrengen. FRANKRIJK. Eene aftroggelarij van 1,250,000 frank Eenige daig.en geleden werd te Cherbourg zekere Àlonso Pedradza de la Paseua aangehouden, op aankl'achit van etene Zwitsersche aiïaatsehappi,j, de Bank Cou'rvoisier, wier zetal gevestigd is te Parijs. Deze instelldnig had een hulphuis te Madrid, waarvan Pedradza lid van d'en bestimrraad was. Hij wordt beticht met zsekeren PauJ-Auiguste Cihavance,ongeiveer 1,250,000 frank te hebben verdidsterd. De Bank Courvoisier had namelijk aan ieder der twee kerels eene som gestort van 625,000 frank. Gisteren begaf de heer Daru, gerech-tei-îijfee conunissaris, zich naar het kwar-tier, dat Pedradza betrekt te Pa.rij.s, in de rue Constantin, dat aan jaa.rlijksche huur 15,000 frank koist ; de medbileering kost onjsjeiveer 400,000 frank. De maigistraat legde beslag op zekere belangrijke documenten en heeft de ze- gejs op de brandkast doen leggen. —— — Een krach van 4-0 millioen Gisteren namiddag, om half een, ver-spreidde zich ter Beurs van Parijs het gerucht dat een belangrijke bankinstel-ling der plaats, hare betalingen moest staken. Deze bank is gevestigd op den boulevard Haussemann. Ter Bank was geen e.nkele der bestuur-ders aanwezig. Nochtans waren de be-dienden op de hoogte van het voorgeval-lene.De Bank, die met een kapitaal van 15 millioen gesticht werd, was sterk op de waarden van een belangrijken Belgischen groep, waarop de daling in den laatsten tijd met zeer veel welslagen gewerkt had. Om 2 ure namiddag was de ondergang der bank nog niet bevestigd. In de Kamer was er heel wat opwin-ding bij het vememen der tijding. Om 3 ure vroeg een ambtenaar van het ministerie van financiën den heer Cail-laux te spreken. Het onderhoud met den minister duurde zeer lang. Men schat het tekort op 40 millioen frank. Ernsfige acetyleen-ontploffing Eene geweldige ontploffing deed zich voor in een werkhuis van de impasse de l'Orillon, te Parijs. Een ketel ontplofte, den plankenvloei en het plafond werden opgescheurd. Zeven werklieden werden 'gewond. Het werkhuis, waar de ontploffing zich voordeed, is dit der heeren Régius en Ruffin, kunstsmeden. Zij werd veroorzaakt door de ove-r-voortbrengst van aeetyleengas in den daartoe bestemdcn vergaarbak, gas dat ontsnapte door eene barst en in aanra-king kwam met een gloeiënden kachel. De ontploffing was zeer geweldig. De gewonden zijn gelukkig niet ernstig gesteld. Een begin van brand, door de ontploffing veroorzaakt, kon aldra door de toe-gesnelde pompiers gedoofd worden. De stoffelijke schade is aanzienlijk. »♦« De abt Lemire en het Vatikaan. — De Paus zou, naar men uit Parijs meldt, aan Mgr. Charost onderrichtingen gestuurd hebben om den abt Lemire te herinneren, aan de onderwerping en aan het afzien van zijn politiek mandaat, op straffe van in den ban geslagen te worden. De mislukte aanslag te Parijs. — Che-rif pacha, twijfelde niet of de opstoker van den aanslag, tegen hem, in zij no wo-ning, te Paj-ijs, beraamd, is zijn schoon-broedler, prias Saïd HaJirn pacha, thans grootvizâer van Tujrkije. Zijin bijzondier&te agent zou, alitij d volgen s de meening van Oherif pacha, Azmi bey zijn, den gewe-zen polacieoverste van Constantinopel, die, op verzoek mn Ruslland, afgesteld wierd. De dlader van den aanslag, die, zooals men weet, zeîf doodgeschoten werd1, wa.s gewapend' met een revolver, zooaJis de Turk&che poMcieagenten er be-zitten, met de wapens van Constaintino-peli en. een merknamimer op. De dolik, eveneens in het bezit van den dader ge-vonden, is gelâjk aan het wapen dat dien-de om een dlaiglblad'sohrijver, Ziky beyj te Constiantinope'l te veirmoorden. De dtood van den geheimzinnigen dader stelt een eindle aan het rechterlijk onder-zoek, in Frankrijk. Er was ind'erdaad eene politiek e misdaad in het spel. Gisteren werd te Parijs zekere Cheick Iskander, z.ich uitgevend als Turksch dagbladéchrijver, aangehouden en opgesloten onder besehuildgiing vah medeplichtigheid in de moordpoging op Cherif pacha. De heer Briand. — De heer Brian*! werd1 bij eenparigheid voorzitter gekozen van het bei&tu.ur der linker vereeniging. Die heeren Bart-hou, Mflieraxid, Klots, Poirier, Lourties en Maujan werden on-dervootrzitters gekozen en de heer Ché-ron aUgemieen seoretaris. Mevrouw Sarah Bernhardt gedecoreerd. — Eindieilijk is mevr. Sarah Bernhardt vereerd geworden met het kruis van het eereiegioen. De Grootkanselarij, die zich eenigie jaren gelieden verzet hia)d tegen het toekennen der décoratie, heeft nu een gunstig advies uitgebracht, op vootr-ste-1 van minister Viviani. Tragische poging tôt ontsnapping. ■— Uit Saïgon wordt giemeld : Verscheidene keretts, tôt levenslange gevangenisstraf veroord'eeld, en in het tuichthuïs te Pnom-Peih opgesloten, poogdlen gisteren te ontsnappen,. Drie hunner werden gedood en twee gewond. ENGELAND De schipbreuk van de "Cobeguid". De kapitein en de elf nuannen, die aan boord waren gebleven van de "Cobeguid", werden verled-en naoht op een an-der schip overgelbracht. De stjiking te Leeds. — Thans is ein-delijk eene schikkmg in het arfoeidsge-schï tôt stand gekomen. Eene vergade-ring is gehoudeoa van die nog staken de stadswerklieden en daarop we.-d een be-(middelingsvoor stel van het parlementslid Clynes, die met het gemeentebestuur had onderhandeld, aangenomen. Het gemeentebestuur bewililigt er in de stakers we-der in dienst te nemen, voor zoover er plaats voor hen is ; de tijdelijk in dienst genomen werklieden zullen binnen korten termijn w'eder door de oude werklieden worden vervangen ; stakers, die ook zelfs dan nog rechtstreeks geen plaatsing zullen kunnen erlangen — het is tijdens de staiking gebleken, dat men het met wel wat minder personeel kon doen — zuliLen geplaatst worden, zoodra zich eene vaca-'-ure voordoet, nieuwe arbeiders zuliLen niet worden aangienomen, zoolang de oude geen plaats hebben gevonden, behakre îa «nikele buitengewone gevallen. Dat zijn voorwaarden, die bij een vtrij-wel misliukte staking nog zoo slecht niet zijn. De staking te Leeds begon op 10 de-cember, toen 5000 main den arbeid neer-iegden. Yooral de staiking in de gasfa-brieken en in de straatreiniging bracht overllast, maar dank zij de vrijwiliige hulp uit de burgerij, konden de meest ernstige nadleel'en van den toestand wel-dra worden opgeheven. Langzamerhiand hadden vele arbeiders het werk hervat. Het was diuidelsjk, dat de staking in dieze onistandighed'en niet kon voortduren. DU1TSCHLAIMD; De giftmenger Hopf Het getuigenverhoor, waarmede in het procès te Frankfort tegen Karl Hopf een begin is gemaakt, neemt een ongun&tig verloop voor den beklaagde. Een getuige, Philip Diirr, vertelde iets over de omstamdigheden, waarim Hopf s vadeir in 1895 gestorven is. De vrouw van den ouden Hopf had hem gezegd, dat haaii' man plotseling was gaan braken en diarrhee had' gekregen en kort daama beizweken was. Hij had der vrouw gera-dien, om een onderzoek te laten verrich-ten. Later had de vrouw hem verteld, dat diit geibeiurd was, maar dat er niets gevonden was. Maar van den dokter, die Ihet onderzoek verricht heette te heibiben, had gietuige vernomen, dat cr geen lijk-schouwing gedaan was. Hij vond dat ver-dlacht, en daarom had hij de oude vroujw steeds vea-d'acht, dat deze zelve baar man vergiftigd had. De wediuwe Hensel, die moed'er van Hopf'fi eerste vrouw, die in 1902 na drie jaar met hein getrouwd geweest te zijn, is gestorven, verklaarde dat zij en hare dtochter niets van de leven sve rzek ering hadden geweten. Haar dochter was a$-tijd .door en dbor gezond geweest, maar op 7 october 1902 werd zij ziek en op 28 novemlber stierf zij. Hopf had haar niet naar een ziekenhuis willen laten voeren, Getuige ontkende, dat haar dochter ooit, gelijk Hopf beiweeirt, schoonheid)&-pillen had gebruiikt. Ails zij arsenicum-druppels gebruikt had. moest Hopf haar die gqgeven hebben. Haar dochter zelve dacht, dlat zij haar rnaag overladen h^d met praimiemtaart en met ijs en daar ziak van geworden was. Eene buruirvrouw vertelt, dat Hopf eens in haar bij,zijn griesmeeilpap aan zijne vrourw had' gebracht en dat zij dlaarna pijn had gekregen. Een andere buuir-vrourw heeft gezien, dlat Hopf uit zijn be-ruclht laiboratorium in een klein glajasje "rnjedicijn" gehaald en diat aan zijne vrouiw gegeven had. De weduwe Haber zegde, dat de vrouw brakingen en diarrhee heeft gehad en dat men na den dood van de vrouw ge-moimipeld had, dat de zaak niet plluis was. Toen later ook Hopf's tweedie vtouw ziek werd, zegde men algemeen, da.t het dezelfde versohijnselen waren als bij de eeirste vrouiw. Dr. Portmairn, die huisdokter van de familie Hopf is geweest, bescbreef uit-voerig de ziekteverscliiinsden va.n eerste vrouw. Zij braakte somâ 80 maal DE MOORDAANSLAG TE PARIJS. Rechts : Cherii Pacha. — Links : Ismaël Hakki, de vertrouweling van den generaal, die doodelijk gekwetst werd. op één dlaig. Hij haalde e<r een anderen dokter bij, maar geen van beiden be-greep de oorzaak van de zieikte. Na den dood van de vrouw stelde hij eene lijk-sohouwing voor. Hopf vond dat goed en bij het licht van een petroollamp werd het lijk, terwijl het in de kist lag, ornder-zocht. De dokter vond een opengeibroken zweer in den twaalfvingerigen dlarm en natn aan, dat deze de oorzaak van den dood was. Maar de ziwear was blijkbaar een gevolg geweest van het aanhoudende geibruik van arsenic. Dr Portmann ver-teW'e nog, dat Hopf al de middelen, die hij, de dokter, voorschreef, zelf klaor maakifco. Hij had daar geen beawaar m gezien. Zeer beziwarend was die verklaring van een ander getuige, tegen wien Hopf gezegd had, dat, ails hij eene vergift noodig mooht hebben, dat men in het lichaain niet kon aantoonen, ihij zich maar tôt hem moest wenden. De ouders van de twee de vrouw b.e-schreven uitvoerig de zieikte van deze en van haar Icind. Bij beiden nom men weer de bekende ziekteverschijnselen waiar. Viermaal is die vrouw ernstig zielk geweest. Driemaal is zij, tegen den, wil van Hopf, uit het huis van haar man w>eig-gebracfht en dan spoedîg hersteld. Uit verklaringen van verschillende getuigen blleek, dat Hopf bang was, dat anderen zijinie vrouiw zouden behand'elen en ver-plegen. In dien tijd had hij ook ai tuiber-keibacillen in huis. Hopf beweert, dlat het bacillen van vogel-tub erculosen waren.Het kind van de tweede vrouw was bij de gelboorte gezond. Toen het, zoo ver-teilt de moeder van die vrouw, begon te sukkelien, bracht Hopf een fleschje met een heldergele vloeistof mede en zegde : Geef het kind daar maar van, dat zal het helpen ; het heeft ook mijn vader gehol-pen.De vrouw wist er niets van, dat Hopf het kind na zijn dood arsenicum had in-gespoten en ook haar dochter had dit niet geweten. Zii was overtuigd, dat zij en het ldnd vergiftigd waren. De voorzitter vroeg den beklaagde, of hij bij zijtnie bewering bleef, dat hij bij dît kind en het buitenechtelijk kind, dfat vtroeger gestorven is, arsenic had ingie-spoten.Beklaagde: Ja, dlat houd ik nu nog staandeu ■ De zaak van Safern in de Kamer. — Bij de voortgezette bespreking van de kwestie-Safern zegde de sociaJistiache af-gevaardigde, Imbs, dat de regeering haar plicht niet heeft gedaan. Hij vroeg, wed-ke waarborgen men kan verwaohten van. een zoodianig gouvernement. Een burger sprak zijne afkeuring uit o,ver het gedrag van kolonel von Reutei en over de beraadslagingen van den krijgsraad. Hij achtte het noodig, dat de Kamer protesteert en dat aan het Du£t-sche volk en den Rijiksdag wordt uiteen-gezet wat er geschied is. Spreker verkon-digt den lof van den Kreisdirector MaM, aan wi en s tusschenkomst het te dank en is, dlat er geen bloed is gevloeid. Hij vraagt of de regeering haar versliagein tegen over de verslagen der militaire over-heden kan stellen. Imimers, de keizer is de opperste rechter. Staatssecretaris Zorn von Bulach scbetste de verschiBilende dleelen van het tusschengeval, uitgelokt door uitlatiogen van een jong officier,, waaraan eene uit-legging werd gegeven, alsof zij eene be-leedliging bevatten voor het geheele volt. De Staatssecretaris verklaarde, dat de be-silâssing van den krijgsraad, ofschoon niet de kracht heibbende van een wet, door de regeering moet geëerbiediigd wordien.Men dient de mieening te verwerpen, alsof antipathie tegen den militairen stand de aanleidling tôt de betooging zou zijn geweest. Maar de regeering mag niet in ge-breke blijven, om de ,giroote meerderheid der bevolking te beschermen tegea * de pogingen van hen, die uit de gefoenrte-nissen te Safern wapenen willen Mreden, tegen het lieger, waarin dluizenden zonen vian Elzas-Lotharingen met trots d:enen. De regeering is overtuigd uiting te ge-ven aan de werkelijlce gevoelens voor het Hiegier, wanneer zij, haar spijt betuigend© , 6 Feuilleton der Gazette van Gent. Voor hare Moeder Heden namiddag zien wij elkaar verklaarde hij snel, om half vijf ben ik il de Hennitage in de diergaarde. Als be hoorlijk door den Baedeker voorbereii reiziger wist ik, dat men daar kan thei di'inken.lk verwacht u met uw moeder,uv lamilicleden, en. zooveel gevolg, als gi verkiest. Wij moeten — jawel, wij moe ^ ; ten toch nader kennis maken. — Zoo, zegde zij, moeten wij dat? —- Ja, dat is een natuurlijke, zedelijke I sociale, maaitschappelijke noodzakelijk " " Gij praat altijd onzin. ~ Dit was zeer diepe zin ! Wat nu?... vroeg zij opeens zeer ver baasd. Rij de loopplank van de boot naar d kade verzamelden zich aile passagiers.Ei na voegden professor Martineck me v i ouw en kind zich bij hen. De klein .jongen hield een bloemenschoof in d hand, die zeker was samengesteld uit d schoonste bloemen uit de vazen op tafel ! rofessor Martineck, in zijn peper- e aTutkleurig pakje, groot, mager, era ftig, zag er reeds van verre als ieman wt, die gaarne ailes vermijdt, wat in he oog loopt. Dit ging hier nu niet, want d passagiers hadden het noodig gevonder een aischeidshulde te bereiden voor d iieldin van gisteren, en hadden den pro-tessor verzocht, de toespraak te houde waartoe hij dan ook de naaste was.Zij zovgolijke, wrevelige trekken glansde op dit oogenblik van een zekere strenge plechtigheid. Zijna vrouw was angstig — als altijd, wanneer h^ar man een redevoe-I ring of een lieildronk moest houden. In haar marineblauw reiskostuum —waarvan de ellebogen reeds tamelijk uitgezakt waren — stond zij,krampachtig de groote reistasch tegen zich aandrukkend. Op , haar strak getrokken haar droeg zij een i zwarten matrozenhoed van stijf stroo, die volstrekt niet bij haar zacht gezicht 1 paste. Vermanend zag zij op haar zoontje 3 neer. f Hij was nog bleek, en ook nog een beet* i je in de war. Hij kon maar niet begrijpen wat die vreemde jonge dame, die hij moest bedanken, ermede te maken had, dat een walviseh hem inslikte. Zijn moe-, der vertelde, die had hem gered. Dan zou het wel waar zijn. Maar hij wist er niets van. -— Kom aan, zegde mevrouw La Motte, dat is u beschoren, daar komt gij niet af. Moedig dus maar erop los ! Aarzelend bleef zij staan. Toen kwam s de kapitein naar haar toe, en reikte haar i de hand, om haar te geleiden naar de t menschen, die haar wilden huldigen. Van s den wal kwamen er ook nog de trap op b om erbij te zijn ; menschen, die familiele-e den wilden afhalen, onder anderen ook de dames Baggesen, kennissen, toeschou-wers. Allen werden met gebaren en wen-ken tegenhouden zij bemerkten spoedig d dat ej- wat aan de hand was, en bleven t naar het tooneel aan boord kijken. e En toen de kapitein met Veronika voor i, professor Martineck stond, werd ailes e plechtig stil. — He — hm, begon Martineck, gij ti he.bt eene daad verricht, mejuffer, die n on s allen, die er getuigen van mochten n zijn, he — hm - - onvergetelijk zal blij- ven. En als zelfs het gemoed der toe-schouwers volschoot — he hm — wat moest er dan wel in mijn goede Carolina en mij omgaan ! He — hm — voor de danbaarheid, die ons hart vervult, kan de menschelijke taal de rechte woorden niet vinden ! Ik hoop dat mijn zoon tôt een degelijken burger van het vader-land moge opgroeien, opdat gij eenmaal het gevoel moogt hebben, dat gij uw le-ven niet voor een onwaardige hebt ge-<waagd. He — hm — daaraatt zal Frits, indien hij de jaren des onderscheids be-reikt, steeds gedachtig zijn, en. mijn goede Carolina en ik — he — hm —• zullen nooit verzuimen hem hieraan te herinneren.— Och God, die arme jongen! dacht Wigand. — Ik —~ he hm — spreek uit aller naam, wanneer ik u, mejuffer, voor uw verderen levensweg de innigste wenschen toeroep. Moge de goede God u beloorien, door u geluk, veel geluk te schenken. He — hm... Nu deed de kleine Frits een stap voor-uit, moest iets zeggen., begon zenuwach-tig te schreien, en stak haar met afge-wend gelaat den bloementuil toe. — Hoera ! riepen de passagiers, en de toeschouwers op de treeplank stemden met gejubel in, ofschoon zij niet geheel begrepen hadden, walt er te doen was. De kapitein bond een zwart zijden lint met het woord "Najade" in gouden let-ters erop, om de min of meer smoezelige blousemouw van Veronika. Veronika keek voor zich uit en glim-lachte.Was dat allemaal voor haar ? Kwam haar dat toe ? Was ailes werkelijk ge-beurd? Was het geen droom? Neen, na-tuurlijk niet. Zij was in het water ge- sprongen, had den kleinen jongen opge-doken, hem het leven gered, en werd hier in izekeren zin met recht gehuldigd. Jawel, dat kwam haar toe. Zij wist nog juist ailes, en het zou haatr geheel haar verder leven wel op de allerduidelijkste wijze in het geheugen blijven, hoe zij na den sprong in het water boven kwam, hoe zij zich als sportliefhebster gedron-gen voelde, tôt drie maal toe in de hel-dere zee te duiken om den kleine te grij-pen. En toen zij hem had, en hij zwaar in haar linkerarm hing, toen waren er vreeslijke minuten gekomen, vol angst en beven Als zij haar bezinning eens verloor — en daar was de boot en zij wierpen haar een touw toe — en het wa(s eoo moeilijk, zich aan het touw vast te houden, zij wist niet recht, hoe zij doen moest — zij had wel kunnen schreien van angst, en het gevaar bedwelmde haar bijna. Moet ik verdrinken ? Verdrinken? En toen kwam er een soort van toorn — van wanhoop : neen, neen ! En toen een afschuwelijke gedachte, die haar door het hoofd vloog : als ik het kind laat vaJ-len, ben ik gered neen, niet .verdrinken — leven, leven — liever het kind loslaten ontzettende oogenblikken, ja, het kind loslaten — ik wil leven — ik — wat gaat mij het leven van dat kind aan. — Maar daar was de boot — al dicht bij — God sta mij bij ja, daar was de boot — gered — het was ook hoog tijd Dit ailes wist Veronika nog. Zij wist alleen niet, hoe het kwam, dat zij in het water was gesprongen. De seconden, waarin dit besluit bij haar opkwam en uitgevoerd werd, waren als een. ledige plek in haar herinnering. Zij trachtte zich ailes nogmaals te binnen, te brengen : ja srij had naast haar moeder gestaan, en naar de kust geke-ken, waar zij nog de kleine figuurtjes aan het strand zagen bewegen. Het zee-water w,a|s onbeschrijfelijk helder. Naast haar spraken twee heeren erover, dat 't hier niet dieper dan vijftien meter kon zjjn. Dit herinnerde Veronika zich zeer goed. En dat zij nog gedacht had : heer-lijk, als ik er kon in springen en een bad nemen —• heel veel hooger dain uit den toren in de badinrichting zou het wel niet zijn... En dat was altijd zoo prettig, om daar af te springen — dan kreeg ik zoo een gevoel alsof ik kon vliegen... De beste zwemsters wedijverden altijd. wie den schoonsten duiksprong kon maken...Dit had haar juist levendig voor oogen gestaan... En toen was het gebeurd — — Wat haar er eigenlijk toe gedreven ha(d, wist zij niet — het was geweest, alsof zij in de badinrichting stond en de andere meisjes naar haar keken. Maar dat zij met' bewustheid gedacht had ; ik wil het kind redden — neen, dat kon zij zich niet voorstellen — heelemaal niet. Welke zonderlinge dingen gaan er toch in ons om' ! Nu klonk haar het laatste keelschra-pen van professor Martineck in het oor, •en schreiend, zich van haar tôt zijn moeder wendend, overhandigde de kleine jong haar den bloementuil. Zij bukte, nam het blonde kopje tus-schen de handen en drukte er een kus op. > Wigand had voortdurend naar haar ge-keken. Hij zag, hoe zij met neergeslagen oogen stond, en stil glimlachte. Dien glimlach vond hij verwonderlijk schoon. Wat lag daar veel in ! Beschei-denheid, en toeh een heerlijke voldoe- ning, dat haar moed had mogelijk gemaakt zulk een daad te volbrengen. En dan die volkomen natuurlijkheid van haar houding ! Zijn hart jubelde. En tosn zij zich bukte om het blonde kinderkopje te kussen, beklemde de ontroering hein de keel. Op dit verheven oogenblik volgde het gewone, alledaa|gsche uiteengaan. De kleine rose Baggesens, twee schep-seltjes met een massa ruige, blonde ha-ren en te veel naar de mode gekleed, ont-roofden hem de laatste minuten met Veronika. Zij raakten in gichelende verba-zing, en waren in verrukking over het verhaal van, de redding. Na vele hand-drukken ging ieder zijns weegs. Signe en Lide Baggesen, die geen. twee lmgen waren,maar toch altijd met elkan-der verwisseld werden, namen Veronika in hun midden en wilden weten, wat dat voor mandais, die mijnheer Witting. — O, hij is heel vroolijk, en ik geloof dat hij mij wel mag lijden, zegde Veronika.Professor Martineck, zonder zich naar zijn xvrouw toe te buigen, want zij was gewoon, zoodra hij iets wilde zeggen, vol verwachting tôt hem op te zien, zegde nu : . — Hebt gij wel opgemerkfc, lieve Carolina, welke taalkundige fouten ik in mijn rede gemaakt heb ? Dat moest eigenlijk niet voorkomen bij een man, die de taal meester is. Maar de opwinding... Frits! viel hij zichzelf in de rede, want het kind aan zijn hand struikelde over een der latten, die dwars over de brug liepen, om het loopen op de schuine plan-ken te vergemakkelijken. (Wordt voortgezet).

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes