Nummer 12. Rotterdam, 15 Mei 1915. 1ste Jaargang. HET VLAAMSCHE LAND VLAAMSCH :ORGAAN: voorBelgië enNederland. Weekblad onder Hoofdredaotie van Or. JOZBP CRBTS. Redactie en Administratie : ORANJESTRAAT 4—6, Rotterdam. Voor Vlaanderen! ABONNEMKNTSPRIJS : Per 3 maanden, franco per post . / 0.75. Per jaar » 3.—. Enkele nummers 5 cents. AD VERTENTIËN : Per regel 15 cent. = Voor meer dan 35 regels 20 ®/0 rabat. Voor Nederland! BÂRBAÀRSCHHEID Onder de levendigste verontwaar-diging en de diepste droefheid, schrijf ik dit artikel. Bij de vele onnoembare misdaden, in Belgie door de duitsche soldatesque ge-pleegd, komt zieh thans een aller-afschuwelijkste misdaad te voegen. Zestienhonderd weerlooze onschul-dige menschen, mannen, vrouwen en kinderen, tôt aile natiën behoo-rende, werden ongenadig en zonder voorafgaande verwittiging in enkele minuten vermoord! Yermoord, ja, want wat ook de waardelooze verontschuldigingen mogen zijn die van duitsche zijde worden aangevoerd om de eerlooze daad te wettigen waarvan de Lusi-tania het slachtoffer werd, toch zal het eeuwig waarblijvendatopde2000 rampzaligen, die op dat schip zich be-vonden, een gruwelijken sluipmoord werd gepleegd. Oorlogvoeren, eerlijk oorlogvoeren kan worden uitgelegd, en zelfs beweeren sommige geleer-den dat de oorlog een noodzakelijk kwaad is. Maar oorlogvoeren, niet om onder toepassing van Wet en Recht, zijn tegenstrever meteerlijke wapenen te bevechten maar om hem in den rug te treffen om, onder een of ander zouteloos voorwendsel, eenvoudig te moorden, te vernielen, te branden en uit te roeien, is iets dat in onze tijding van Bescha-ving, onder geen enkele voorwaarde of door niemand kan worden vrij-gepleit ! Wanneer men aanspraak wil maken op den naam van beschaafde Natie en zelfs het monopolium der Beschaving beweert te bezitten, beginne men eerst de bestaande Wetten te eerbiedigen en er zich aan te onderwerpen! Wanneer men beweert veronge-lijkt te zijn en, tegen zijn wil, in den oorlog te zijn gesleurd, dan tracht men door de onberispelijkheid van zijn handelwijze en de eerlijk-heid zijner verdedigingsmiddelen, de sympathie der natiën te winnen die aan den oorlog vreemd bleven. Wanneer men een groote natie wil zijn en machtig is aan geld, man-schappen en munitiën, dan neemt men zijn toevlucht niet tôt middelen die, alleen, een kleinzielige, een ellendeling gebruikt om zijn tegenstrever te overmeesteren, dan keert men zijn wapens niet tôt weerlooze, onvoorbereide, ongewaarschuwde wezens, maar dan schouwt men, vrank en moedig den vijand in de oogen, dan valt men aan met open gelaat, en vreest men den recht-vaardigen strijd niet! Het droevig beroemd culturvolk, o ironie, streed, zoogezegd, ter wille der Beschaving voor God en voor het Yaderland en, terwijl deze mooie woorden op de helmen zijner soldaten te lezen stonden, viel het een onzijdig klein onschuldig Hieronder volgt de tekst van het telegram dat door de redactie en verder personeel van ons blad, ter gelegenheid der 6e! verjaring van H. K. H. Prinses JULIANA aan Hare Majesteit Koningin WILHELMINA van Nederland werd gezonden: Aan Hare Majesteit WILHELMINA, Koningin der Nederlanden, Maj est fit} Op den henglijken dag der zesde verjaring van Hare Xoninklyke Hoogheid Prinses JULIANA van Nederland, verzoek ik U eerbiedig de diepgevoelde hulde der Redactie, Setters, Drukkers van „HET VLAAMSCHE LAND" te willen aanvaarden en ook de mjjne. Tevens is het voor mjj een groote eer en een waar geluk, U Majesteit, dit feestnummer, Prinses JULIANA, bij haren bljjden verjaardag opgedragen, te mogen aanbieden als onvergankelijk blijk van innige dankbaarheid voor al de weldaden die het ongelukkige Belgie van U en Uw edelhartig Volk mocht genieten. Moge G-od U en de kleine Prinses blijven zegenen en beschermen, Majesteit! Moge Uw heerljjk land voor de rampen en de gruwelen van den oorlog gespaard blijven. Namens Redactie en Personeel van het Weekblad „Het Vlaamsche Land." Mr. JOZEF CRETS, Eoofdredactenr. Op 8 Mei 1915, mochten wij vanwege Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, door bemiddeling van den heer Burgemeester Zimnierman, het volgend voor ons zeer eervol en zeer gewaardeerd antwoord ontvangen: tz-taw jfe/ wiy- ■M-t&tnewd ■o-v-ei w&i -'/f-ei? T. vtz-yz ,, wid-c/f-e- land binnen, schond Belgie's neutraliteit, moordde weerlooze menschen, schoot neer en bracht tôt assche open steden en dorpen, zond zijn afschuwelijke Zeppelins over slapende streken, en zaaide dood en vernieling onder vluchtende vrouwen en kinderen. En, op het oorlogsveld, wanneer het met leede oogen zijn onmacht zag, gebruikte het verstikkende gas-sen om z<5<5 de vrome, onbeschroomde helden te dooden die het als Zijn vijanden bevocht. Wetten, bah, wat heeft een zeeschuimer, met Wetten van Natuurlijk Recht, Volkenrecht Oorlogsrecht, of wat dan ook, te maken ? De Zestien honderd slachtoffers van de Lusitania zijn het ver-schrikkelijk antwoord op die vraag ! Niets kan hem nog schelen! Ailes laat hem eenvoudig koud ! Alleen overwinnen door aile welk-danige middelen, eerlijke of oneer-lijke, alleen de bloeddorstige mili-taristische demagogen partij over de wereld doen heerschen die schreeuwt: Duitschland liber ailes, en deze ijdele machtspreuk, in toepassing wil brengen als een ver-pletterend juk, als een ijzeren wet die niets ontziet, zelfs de tranen niet en het bloed van pasgeboren kinderen, om genade smeekende vrouwen of bevende grijsaards! Wat zal nu de Wereld ant- woorden en wat zal nu Amerika doen? Wanhopen moet men van het Recht, van de Eer, van het Gezag, van de Wet, van de Beschaving, van de Menschheid zelf, indien tegen de monsterachtige euveldaad op de arme slachtoffers der Lusitania, zoo verbazend koelbloedig en bere-kend gepleegd, niet een algemeenen kreet van verzet wordt geslaakt en heel de beschaafde wereld er niet tegen in opstand komt. Onder de omgekomen passagiers en beman-ning der Lusitania bevinden zich zoowat menschen van aile natiën maar bijzonder Engelschen en Amerikanen. Geen hoegenaamde verontschuldiging kan Duitschland aanvoeren om de waanzinnige torpe- deering van den steamer te wettigen. Wel wordt er beweerd dat er aan boord een groote massa wapens en munitie voor het oorlogsfront bestemd zich bevonden. Doch de Times logenstraft die bewering met kracht. Wat dan verder? Niets! Alleen, door allerhande middelen, overal schrik en ontzetting zaaien, naar de oude leuze van Bismarck. Overigens, ailes wat wordt gedaan, zoo de Zeppelin-oorlog als de duikbootoorlog, zoo het beschieten van open steden als het uitmoorden van weerlooze bevolkingen, zijn de trouwe toepassing ervan. Zal het den Duitscher toegelaten blijven straffeloos voort te gaan zich te stellen boven Wet en Recht, ongehinderd ramp en verdelging op weerlooze menschen te zaaien en voort te gaan te land als ter zee, onder platte verontschuldigingen de wetten der Beschaving te tarten, en menschen en dingen aan zijn grenzenloozen lust van verdelging prijs te geven? Zal de Wereld langer de lijdelijke toeschouwer blijven van het rampzalig vertoog van een oorlog die niets of niemand ontziet, en die ailes, zelfs de schandelijkste, de onteerendste gruwelen tracht goed te praten ? Die vragen stelt zich thans ieder mensch, die nog een greintjemensche-lijkheid bezit met kloppend hart, en angstvol wordt het antwoord erop verwacht. Ondertusschen, verklaren wij het geheel eens te wezen met de Times, dââr waar het blad de misdadige aanslag op de Lusitania bij dezelfde catégorie misdaden rangschikt als deze waartoe de gewelddaden van Leuven Dinant enz. behooren. En wij aarzelen niet eraan toe te voegen dat God, evenwel niet de God die op de petten der soldaten van den keizer wordt aanroepen, maar de God van goedheid, recht-vaardigheid en liefde er voor zorgen zal de zege te schenken niet aan hen die, onder leiding van land en zeeschuimers, voor eeuwig hun wapen hebben bezoedeld en het ras hebben onteerd waaruit zij gesproten zijn, maar aan hen die, eerlijk en met open vizier strijdend voor Vrede en Eerlijkheid, zich in den strijd zelf zich altijd herinnerden dat een rechtvaardige zaak ook door rechtvaardige middelen moet zegevieren, en dat een gewapend soldaat in oorlogstijd alleen tegen gewapende soldaten strijden mag. De ontzetting die door heel de wereld, de onnoembare barbaarsche gruweldaad, met zoo duidelijke voorbedachtheid op de Lusitania gepleegd verwekte zal, tegen de plichtigen, vanwege aile rechtschapen menschen een gevoel van walg en afkeer hebben teweeggebracht dat eeuwig levendig zal blijven en dat, in de harten der komende geslachten als een loopend vuur zal overgaan. Dr. JOZEF CRETS.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.