Het volk: christen werkmansblad

818 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 27 Juni. Het volk: christen werkmansblad. Geraadpleegd op 02 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/6h4cn70789/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

< feïeaenTwmSigsle Jaar. — S. 140 Goflsdienst — Eulssszln — Eipsafa •-i.-w-v .-«^l=-_.r«P-..-»- . ■ Woensdag, 27 toi 1911 Aile briefwisseïrngea rrneht. %rîj te een den aan Aug. Van Iseghem, uitgever voor denaaml. Sioalsch. «Drukkerij Het Volk»» Heersteeg.n* 16, Gent. Bureel voor West-Vlaandefen> Baeton Bossuyt, Recollettea» 8traat,ld, Koi'trijk, HET VOLK Men sohrljtt In t Op allé postkantoren aan 10 !f. pe? jaar. Zes maanden fr. 5.0% brla maanden fr. 2,50. Aankondlglngen j Frija voigens tarie/. Voorop t# be taicn, Rechterlyfia herstelling, 2 f& per regel. Ongeteekende brieven wordça _ geweigerd. 1 ÏJSLEFOON N* 137, Qeafe ^ersclifjsît 6 mtial per weeSa CHRISTEN WERKMANSBLAD © Centièmes* tiet nnmme? ïiaamsche Vriksléiterkande. Onze îezcrs gedenken nog allen den Vlaamsch letterkundigen wedstrijd, door ora ûagblad Het Volk tdlgeschreven voor een Kiengelwerk in volksfcranf., van welken wed-Èfcrijd eene menigte belangstellenden de be-kroningop 29 April H. mecleleefdea. m ' t lokaal van den Werkliedenbond van't arrondissement Gent. In ons bondig verslag over dien bekroningadag hebben we, in ons nummer van 1 Mei, eene zeer beknopte sarnen:vattmg gegeven vanderede over Vtaam'séke Volks-ï&ttcrkunde, welke te dier gclegenîieid uitge-Bproken werd door eerw. P. Fk. HEîvDHIK van'tH. Huisgezin O. K., wien deze taak ©pgelegd was door zijne msdeleden vaut den keurraad : Z. E. H. Am. Joos, voorzitter, en JL De Vreese, hulpsekretaris der Kon. VI. Academie. We deeîen thans Meronder die rede in haren volledigentekst mede. Heeren" en Vrienden, Be Vlaamsche Beweging is nict, zooals nog te velen denken, alleen een taalstrijd, die dus behoort uitgevochten te werd en in studiekamer en Academie; zij is een maatsebappclijke beweg'Eg. Zij is het opstaan van een Volk, dat, welcer aan 't fcoor'd der beschav.'xig in het Westen, maar, onder het wisselvallige der omstan-cl'ghedcn, v?n zijn verheven stand ver-vafl«s,nu sedert een tachtig jaar uit zija te Jangen slaap ontwaakte, en, van zijn Big-:'Hwaa.Ed.e wederom bewust gewQrden, Oj.der de volkeren manhaftig den rang wilinnemen, waar het kra c ht en s zijn r o em-tijk verleden en zijn huidige hoedanig-hcden, een ont c g en spr ekelij k recht toe heeft. En daar de taal, geboren uit het hart en op de tong van een volk, de vei-figsie waarborg is van zijn landaard en zelfs van zijn bestaan, — want wie zijn ïaalverzaaktîs een bastaard, en wie in zijn taal verrirnkt wordt, is een vreemdeling en een minderwaardige op den erfgrond zijner vaderen, — daar de taal tevens het doelmatigst middeiis oni tôt het hart van 't volk te spreken, de geàachten en gevoelens van 't volk uit te dri kken, en het verstandeltk en zedeli le ieontv»ikke-ler.. daai'oin werd, in de Vlaamschc Bc-.weging, aan 't verdedigen van de taal en aan t vaststellen en voorstaan van haax rechten met aile kracht gearbeid. Als men de zaak uît dit oogpunt be-sclieuwt, dan begrijpL men daclelijk dat aw machtige werkliedenbond « Het Volk », Wilde hij zijn onlooehenbaren plie ht niet miskennen, noodzakeKjk deze maat-schappeiijke beweging moest toetreden en al zijn invloed gebruiken, cm die voor-uit te helpen en tôt de zege te brengen. De .''en plipht, Heeren en Vrienden, hebt gij tôt nog toe niet verzuimd,wel integen-deel : we weton hoe ge de voorvechters van onze vadcrîàndsche Beweging altijd tnet hoofd en hart hebt ter zijde gestaan, en, hoe gij, zoo 't noodig was, het ook Wet voet en vuist zondt doen. Zelîs nu, în deze ongelukkige tijden, heeft het be-ktuur van uw, God zij er om gedankt. iramer meer groeiend en blociend volks-blad, onder de ïezers, een krachtigen stoot în dezerichting willen geven, name-fijlc door het uitschrijven, tôt bevordering der Vlaamsche Letterkunde, van een wcd-Btriid waaraan niet te misachten prijzen toegekend werden. Mij werd, ter gelegenheid van de be'iro-tùng der, naar onze meening, beste werden, door mijn geëerde medeleden van den keurraad, den gewis aangenamen: maar toch ietwat zwaren Iast opgeleid tôt U eenige yvoorden ovbr Vlaamschc Letterkunde, en, meer hepaald, ovei Vlaamsche Volksletterkun de te richten Uitgebreid is dit onderwerp, en het in heel zijn omvang te willen behandeler zou mij zelf kracht en stem, U, gehooi èn geduld, en ons allen, moed en moett imtnemen. De letterkunde van een voll Ls immers de verzameling van al de wer-ken die, in eigen taal, als uitïngen van het kunstleven van dat volk, knnnen gel-des; weïmi, het is toch onmogelijk, zelf; appeivlakkig, in overschouw te nemen a v/at, sinds het orvlstaan van onze Vlaamsche taal, in lossen en gebonden stijl, ten {lutte en ten behoeve van ons volk Voortgebracht werd, in heldendicht en Bchouwburgstuk, in lied en gezang, in cnderwijzende envernalende letterkunde We behoeven ons dus te beperken; ook. fonder over de ouder en nleuwer Ietter-iîuehten uit te weiden, wii ik van dezen pvond alleen spreken ôver de Vereischter tôt het bestaan van een tuare Viaams-cht Yoîksletterkunde. ¥iaamscîiB Opvoedlng. Het eerste, het onvoorwaardelijke ver-pi schte daartoe is wel het bestaan van een vlaamschlezende gemeente en van <rlaamschschrijvende geleeiden. Zoolang fiât uitblijft, zoolang dàt te wenschen overlaat, is het overbodig, ja, Is het bitter spot, over Vlaamsche letteikunde te spreken. Maar het bekomen daarvan is on- ^ ^IIIT T, „ . - »,,I ■ nfTî- hïÉjî.-r,; -frr-TrT-,T»T~—- i (rr-iîarrwr*^ mogeîijk, zondeï Vlaamsche opvoeding voor het volk en Vlaamsche hooger op-leîding voor hen, die, uit hoofde van stand en gezag, aangewezen en voorbe-stemd zijn, om 't Vlaamsche volk in de wetenscliap voor te lichten en het tôt hooger leven op te leiden. Veel en bitter wordt ei doorgaans over geklaagd en er, door onvrienden, niet zelden met hoon en smaad op gewezen, dat ons volk zoo weinig geestelijk ont-wikîœEd is, zco bekrempen in zijn îevens-beschouwingen en -opvattingen, zoo alle-daagsch in zijn leven en streven, zoo blin-de'ings gehecht aan den ouden slenter van vôôreeuwsche werkwîjzenmaar kan oî kon het anders? Vaorwaar, deze en andere klachten en beschuldipingen tegen ons Vlaamsche volk ingehraeht, zijn niet weinig overdreven: doch zeker is het ook, dat ze ongelukkig op een grond van waar-heid rusten. Geeî echter een gezonden rnensch niets dan flauwen kost te elen, hoe Iang zal hij wel ziin kracht en, verre van ze te ontwikkelen, lamnen bewaren? Stel hem niets dan spijzen voor die met zijn maag in strijd zijn, zal hij die wel kunnen verteren, er kracht en uit putten en dus die spijzen in zijn zelfstandigheid omwerken ? Weînu, wat werd ons volk, jaar uit, jaar in, in jongens- en meisjes-gestichten,in deze laatste voeral, wfiaruit nochtans onze Vlaamsche moeders moeten opgroeien, wat, zeg ik, werd ons volk geestelijk, dit is verstancîelijk, te eten gegeven tenzij wat miswas op Franschen bodem gedegen, oî ep Fransche wijze toebereiden voorgesteld : een verstandeiijk voedsel dus, waar onze Vlaamsche geest niet vatbaar voor was ? Doch genoeg hier over; het is er nu de tîjd niet toe, om te onderzoeken wie oî wat daar schuld aan had oî nog heeî t : « Mijn land is mij îieî als mijn huis, zei eens een gioote Fransche redenaar; als ik er ben, weet en zie ik weï wat er in en aan ontbreekt; maar als ik er uit ben, dan ont waar ik niets dan het goede en schoone er van. » Dit vador-landsch gezegde wil iîc, naar vereisch der omstandîgîiedcn opgevat, hier fot het mijne maken; ook, zonder verder een ireurigen bîik op het verleden te slaan, zic ik Me ver, met liopend hart, eenverheu-gende toekomst te gemoet. Reeds vôôr den ooilog heeft ons Bel-gisch bsstuur, onder den machtfgen druk van voile en volksvertegenwoord5gers, een deel van onze rechten in zaak van Vlaamsche opvoeding erkend en toege-staan en,— we mogen en moeten er op be-trouwen., en niemand heeît gegrond recht er aan te twijîelen,—hetzaltegoederuur, in dit opzicht, al zijne verplichtingen tôn voile nakomen. Met hoop en betrouwen dus de toekomst ingezien: Volledig' in 't Vlaainsch onderwezen en opgebracht, zal ons volk uitgerust zijn om zijn Vlaamscli leven te leid.en en zijn geestesleven te ont-wikkelen;watdekinderenin eigen taalzul-len aangeleerd hebben, dat zullen zij zich daardoor zoodanig eigen hebben gemaakt, dat deze kennis als met hen zal vergroeid en wezenlijk een deel van hun zelîstandig-heid gewordert zijn; op de grondiage van hun degelijk gekende moedertaal en van de in hun moedertaal aangeworven kun-diglieden, znlîen onze jongelingen het gebouw van hun geestesleven hooger kunnen optrekken, en heel ons Vlaamsch volk zal een Vlaamsclikenn end, een Vlaamsch-achtend, een echt \TaamscIdezend, een voor Vlaamsch hooger leven vatbaar volk geworden zijn. Dan zullen onze geleerden zich in eigen taal weten uit te drukken, in die taal te schrijven en hun kennis en wetenschap in een door't volk v ers t aan-bare taal aan 't volk kunnen meded,ëelen tôt nut en bate van iedereen; dan zullen de kunstenaars met het woord het ware, het goede en schoone in hun bezielde moederspraak kunnen beschrijven en be-zingen, en't ontwikkeld volk metgretig oor naar hun gezangen luisteren, en met begeerig oog hun geschriîten' verslinden. Ja, dan zal een Vlaamsche Volksletter-, kunde bestaan, dan zullen wij die letterkunde zien bloeien en rijpe en riike vnich-ten dragen, d- i- ons volk zien opstqgen, met gelijken tred, în grondiger kennis en hooger leven. Zulk een volledige Vlaamsche opvoeding, en dat dient hiertusschenin gezeid, zal ons volk niet als in een Vlaamschen toren opsluiten zonder kijkuit op den vreeir.de. Ne en l maar in 't Vlaamsch opgebracht, zullen onze jongelingen ook vreemde taien en vooral de Fransche aanleeren, doch, God lof, zonder daardoor de kennis van hun eigen taal te be-' derven, zooals het tôt nog toe te alge-meen gebeurde, en ze zullen die vreemde taien wellicht b-eter kennen dan vroeger, toen onze jongens de school verlieten zonder degelijke kennis noch van 't Fransch noch van 't Vlaamsch, als ze er niet uitkwamen met een verbasterçlen geest, vol minachting voor hun moedertaal en daar zelfs duifden op roemen I 't Is overigens d e eer der kleinere volkeren, veeltalig te zijn en aldus, als noeste bijën. overaluit hun vooiraad te kunnen ophalen en hun gee:;tejijken rijkdoin vermeerde-ren, wat gewis, ook op Iettcrlcundfg gebied„ niet weinig bijdraagt tôt hooger en rui-mer ontwikkelîng. Vcoral het Fransch, zei ik, beiioort men aan te leeren, doch niet als grond taal, slechts als bijtaal, evenals ook, in 't Walenland, liet Maamsch dient als bijtaal ondeiwezen. En dat behoort, niet om der wille van het Fransch, maar omdat het Fransch de taal is van ongeveer de helît der Belgische bevollcing; wfnt aïs ik hier spreek als overtuigdc, aïs hartstochtelijke Vlaming, wien eigen land en volk en taaï, r.a God en Kerk, het nauwst aan 't barte liggen, zoo spreek ik însgelijks aïs een overtuigde Belg, die heel zijn Belgenland • Van aan de NoordzeekusÈ tôt aan't Ardennen-woud,Met or.gedeelde Iiefde aïs Vaderland be-schouwt ; en die met den Dîchter mec nid t : O Heere, wil mijn Beîgië sparen. Mijn België, mij zoo lief aan 't hert, Omdot rniju VaadrenBelgen waren, Omdat ik Belg geboren werd. Het eerste vereischte tôt het bestaan van een ware Vlaamsche letterkunde is dus ontegensprckelijk het bestaan van een Vlaamschlezend volk en van in 't Vlaamsch schrijvende geleerden, enbij-gevolg, een volledige Vlaamsche opvoe-dmg, waardoor de leerende jeugd het hem ondwwezene ah in eigen vlecsch en bloed zal kunnen verwerken en laten dienen als grond.slag tôt verder ontwikkeling. Dat vastgesteld en aangenomen, aan weîke vereischten moet nu de Vlaamsche letterkunde beantwoord.en,opd,at ze waar-Iijk een Vlaamsche letterkunde zij? Onâerlionâeii van âs Rsgelea âer Kimst en der Taal- Zij vooreerst in 't algemeen gezeid, en daar dient nauwelijks op gewezen, dat de werken zullen opgesteld worden vol-gens de regelen der kunst. « Natuur baar tden Dichter » zoo spreekt Vondel, en laten wij zeggen, Natuur baart den schrijver, «de kunst voedt hem .op; dies, geraakt niemand tôt de vol-maaklheid, dan wie de Natuur te baat neemt waaruit de Kunst ha ai' leven schept ». Knoeiwerk kan nooit, en bij niet een volk, op letterkundige verdienste aanspraakmaken. Slordig aaneengeîlansel-de gedachten kunt ge wei laten drukkén en er een stevig boek mee vormen, maar 't zal nooit tôt" de letterkunde behooren. De lekkerste gerechtçn smaken niet, als ge ze op een onzindelijken schotel vôôi-dient. Wie aan Vlaamsche letterkunde wil doen, ieze, herleze en doorgronde Vondel's Aanlciding tôt de nederduitsche Dichtkuïist; zelîs de prozaschrijver zal er veel goed.s in te rapen vinden. Uw taal weze zuiyer, g'ekuischt en ge-kamd, echt Nederlandsch in woord, wen-ding en zinbouw. Het volk wil geëerbie-digd worden : eerbiedig dus de taal van 't lezende volk. Zoo zal het met lust uw werken Iezen en er in zijn eigen taal leeren beter kennen, liaar schoonheid en rijkdom hooger schatten, haar kracht en haar zoetheid inniger bewonderen, haar klank en wellaidendheid dieper gevoelen, en aldus dmdelijker begrijpen, dat wij, Vlammigen,die onze gedachten in een zoo prachtige taal kunnen kleedcn, er g*een vreemde lonrpen hoeven. om te hangen noch vreemde klanken hoeven aî te be-delen, wij, die een zoo klank- en zangrijke taal te onzer becchikking hebben. (Slot volgt.) 121OQSTEHRIJK-HOHGARIE-Be krlsls opplest. Weenen, 24 Juni. — Het kabinet ia bopaald ois volgt samengesteld geworden: Ministervoor-zitier: von Sei'll r;volkivoedîng:generaal-majoor Hofer: binnenland: graaf Tcggonburg; land^ver-cîediciï-ig: reldrcoarschaîk-luitenant Ezapp; han-del: Mataja; financier.: von Wimmer; oncierwija : Ewikliriski; justicier Kchaner; openbare -werken^ Homann; ijzerenwegen: vrijheer von Banhaus; landbonw: af deel :ig ?o vers te von Ertl; Hofraad Twardowski wordt onder de benamirg van af-deelingsover.-te opvolgor vaa dea minister Bo-bry ski D3 ministera hebben bîden Morgan den eed afgelegd voor den keizer. Glam-Marîînitz osneraaHonveraesr van Monîfioegro. Weenen, 25 Juni,— Het» Noue Wiener Tag-blatt r rasldt: D.î ond-miniatervoorzitter Clum-Martit itz; die zinnona was den militairen dionst heraan te vatten en door den Keizer tôt kapitein benoemd werd is, vo'gons men zegt, aangewezen voor den post van generaal-gouverneur van Monténégro, met Cetinje als zeteî. KlsGv/e Duitscho sezaat ts KrlstianJa. Kristiania, 25 Juni. — Het Noorweeseh tele-grambureel meldt : « Tldena Tegn » meldt dat cie Duitsthoregeering aan de Noorache regeering laten woten heeft dat van Hintze, sinîls 1914 Duilsche gezant te Pokirg, aangeduid is tôt Buitsehe gezant te Kristiania. De Noorsche rtgeering heeft geantwoerd dat zij dàar niets tfgen hseft. Voigens het gerucht dat hier loopt zou do plaatselijkc Duitsche g zant Dr Michaie-deles Kristiania binnen kort verlaten. Es Eozak&sn er» den Opperbeyslhsîilîer Brassliow. S. Petersburg, 14 Juni. — Mclding van het S. PeterEburg telegraafbureel : De kozakkenver-tegenwoordigôrs hebben aan den opperbevel-hebber Bru» i1 o w vol g .■ iid telegram gezonden: De kozakken zulkn aan bel. front ga m en daar al 't no. dzak&iijke doen, ter verzekering van den zegepraal. Ds Rnssen op 't Westerfronî. Bazel, 25 Juni. — Parijzrer bladcn melden : De Russiseh» troepe-n he,b n het Fransch front verlaten en zijn naar h 't kamp van Mailly en naar dit van La Ceurtyne gebraeht geworden. Eenige andera afdeeKngm zijn ook naar Neuf-Chateau geliTacht. • IN ENGELAND. Rotterdam, 24 Juni. — » Pall Mail Gazette » van 14 Juni Ëchrijfï: De ongunsti;e gebeurte-nissen dar laatste wcken in onze geveehten met do durkbooten zullen er ons aan herinneren dat het gelukkig rinde van den oorlog in e erste lijn afhaagt van deze geveeht^n. De bedreiging is geen'z na vermind.rd en de laatste openbaar-makingen zijn in menig opzieht de ongunstigste, sinds den oorlog bsgon. Euilscha piraten beschikten over meer beoten of ha-den buîtengrwoon veel ka: s en zij zijn ook verder b;j maeh'e outzsglijke verliezen aan te richten bij ons schipsruim. Onze re geering had da. rtegenover den plieht ons volk wakker te houden opdat het i.ieh geene illusies make of van voo^tijdig optimisme hevangen wordt. Niets kan noodlottig. r zij i dan d. t wij in de tegen-woordigo moeilijkheden moeîen rekcn n op do hulp der VereenfgdeStaten. Het zal nog 'Iang duren esr Amerika een grooteren invloed kair krijge:i op den ooxl >g te water en te lande. * # * Berlijn, 25 Juni. — Krapotkîn, vôôr een'ge dagen in St-Petersburg nan^ekomen, heeft naar de Vossische Zeiiung onder ander medeg deeld, dat de Er gel?chen binst de enkele week vôôr zij ne afrjis, niet mia dan rond de 32.COO soîdaten en 420 officiersn aan dooden verloren hebben, be-r.evens een reusachtig aantal aan. gewonden en ia gevangensehap geraakten. ?riî BltvïiissL Berlijn, 24 Juni. — Ambtelijlr. De vijanielij'io drulq>irs brach.» otdanga het beriekt, dat onze duikbootbezettingen voor iedor Verzonken schip eene geldpremie kreg'n, Deze bewering is van Duitsche ambtelijki zijda or.middellijk als leugen gekenmerkt geworden. Ook over onze Duitsche vliegers is opnieuw iota dergelijkî verbreid. Zij zouden zcogezegd voor ieder neergesehoten vliegtuig eene oanzienlijlca belooning in geld bekomen. Ook deze bew ring is een \Tij uitvindiel. Geen Duitsche vlîeger krijgt zulko belooning voor een door hem neer-gesclioten vliegtuig. Voor den Duitschen vliegrr, gelijk voor ieder cerlijken soldaat, is de vernieti-ginz of het onsehadelijk mak n d s vijands piicht, voor welks vervuiling hij geen belooning in klinkende muvt behooft. IN GRIEKENLAND. Het kaMnot Zaimas zeu aîtredea* London, 25 Juni. — « Daily Telcgraph » meldt ait Athenen: Jonnart wil van Zaiœis wijzigingen laten doen in het bestuurspersoneal en vcrlangt het verwijderen der stedelijke garnizoenen-D™ zou Zaimis aîtreden, om vervangen te worden door Venizelos, die onmidde'lijk do lcamer van Juni Eil7 zou bijeen roepen, hetgeon Zaimis beslipt afwijst. Het graan in Thssaalie werd gedeeltelijk voor het léger van Sarrail en gedeeltelijk voor de bovolkin^ opgekooht. * lie ♦ Athenen, 25 Ju ii. — Dj Fransche opperkom-missaris Jonnart heeft zich met den ministsr» voorzHtar Zaimas naar het lconinklijk slot be-geven en daar een Iang onderhoud gohad met koning Alesander. Het ministerie zou aftreden en Venizelos met het samenstellen vaa een nisuw kabinet gelast worden ii ■■ ■ il I IN AMERIKA. Washington, 25 Juni, — Het representanten-huia heeft met 3C5 stemmen tegen 5 eene wet aangenomen, waardoor do Voorzitter gcmach-tigd wordt het toezicht en tevens de verdeeling te doen over de Ievensmiddelen en brandstoâ;.n. Voor dit doel zijn hem 152.500.003 dollars ter hand gesteld. Door eene wet werd het gebruik van Ievensmiddelen, voor het bereiden vaa g estrijke dranken, verbodea. Ds YrijlmMsIeenlng. Washington, 24 Juni. — Ambtelijk w. rdt med 'gsdeeld dat de vrijheidsleeninggezamcttlijk 3 milliard, 35 millioen, 226.850 dollars opge* bracht heeft. De Hulp van Kaaada. Am=,terd m, 25 Juni. — De eerste ministei van ICanada maakte mededeelingen over dg medewerldn g van de Dominions a .n den oorlog, Jaarlijks geven zij 500 millioen dollars uit vooï den oorlog. De verli zen dor Kanadeozen 1)0-droegen tôt hiortoe 90.000 man. In do oorlogs-nijverhcden leverden wij 300.000 mannen. Door eigene leeningen heeft Kanada 300 millioen dollars opgebracht, die meer alsdubbelgeteekend zijn. De vrijwîllige bijdragen voor hulpdoel-einden bedroegen 60 millioen. OfMeeleMedeâeeliRfsii fa Yiaanderea, Fpankrijk en Elzas. (DUITSCHE MSLDING.) Berlijn, 24 Juni. — Uit het groote hoofd-kwartior : Sle.hts van beperkte plaatsen der fronton is levendigo artilleriebedrijvigheid gemeld. Berlijn, 25 Juni. — Uit het groote hoofd-kwartier : — Legergroep van Kroonprins Rupprecht van Beieren. — In den sector der Duinen en tusschen IJaer en Leie was gistcrvoormiddag d« geschuts-strijd in hevighsid gestegen; hij duurde tôt ia den naeht. Van het La Bassée-kanaal tôt aan den Znidelijken Scarpe-oever was eveneens de ge-voehtebedri.ivigheid levendiger dan de voorgaan-de dagen. 's Voormiddags mislukten Engelseha vooruitstooten ten Noorden der Souchez-beek en: ten Oosten der etraat van Lens naar Atrecht. Des avonds herhaalde de vijand zijne aanvallen op beide Searpe-oevers : ook deze pogingen werden ofgeslagen. Ongeveer ter zelvertijd stootten ete.ke Engelsehe kraehten bij Hulluch tegen M E N G EL \V E R K. 23 CAPITOLA. — SO» — — Integendeel, sir, antwwordde H rbsrt met levendigheid, gij vergist u zullca to denken. Bij aile Iiefde en trouwe genegenheid waarmede z j de nagedachtenis mijna vaders eerde, was mijne godvreezende moeder niet vei'gramd o^i u, Zij zegde, datuwkarakter edel, uw îurt voortreffe-lijk was, maar dat gij licht prifekelbaar waart en geneigd om overijlde besluiten to rem;n die gijdanbîsefi volhouden. alleen omeen vermeend r^cht te doen galden. » Zij beval mij op haar Bterfbed, c, wanneer ik u ooit moogt ontmooten, ta zeggen, dat het haar zeer speet, uw broederlijk aanbod te hebben afgealagen. — En als zij nogleefde zouzij erzefer in toe-stemmen, niet wanr, dsfe ik mijne welwillende genegenh id overdraag op harea lieven zoon? vroeg de oudeman bewogen. — Daarover heeft zij niet geaproken, sir, antwoordde Herbert. — Zij zou toch mijne goedû diensten voor u niet geweigerd hebben ? — Missehien niet, sir, wanneer ik uwc hulp noodig had,maar ikdaak v. Ikheb nieta noodig. Ik heb als stuurman eene goede betrekking en kan derh Ivo tevreden zijn. — Ge zijt trotsch, zooals uwe moeder het was, Herbert ! — En zijne moeder was in dat opzioht zooals haar broeder, wierp Capitola er tuaschen. — Wilt ge wel eens zwijgen met uwe nutts-looze opmerkiîîgen ? Uit den toon, wasrop ge zegt: ik kan met mijn toestand tevreden zijn, mardc ik op dat dit niet heel en si 't geval is. Kom, biecht eens openhartig op : bevalt het u bij de koopvaardij ? — Niet zoo bijster, oom, als ik u de wa&rheid mag zeggen ; maar men moet zich in zijn staat en stand w^ten îe Echikk n. — Neen, neen ! Voor den drommel, de zoon mijner zupter most niet half tevreden zijn, als het wilKcht in myrse macht staat, tam gehe 1 tsvreden te etellea. Hebt ge soms naeei zia in de marine î —Neen, oom. Als ik kon kiezen, dan zou ik den zeedienst bapaald vaarwel zeggen. — Maar wat zoudt ge dan willen worden, mijn ■ jongenî Ge zoudt missehien niet ongaarne in het leger overgaan ? De soldatenstand..., hm.... steekt die u so-ms in 't hoofd ! — Deze zou mij zeker het liefste zijn, want ik ken geen edeler en fierder baroep, bekende Herbert, terwijl zija gelaat eene zekere levendigheid aannam. — Wel nu dan, hernam do onde majoor, zieht-baar verheugd over de veorliefde zijns nee's voor eenen stand, waartoe hij zelf behoord had, als u de soldatenstand zoozeër ter barte gaat — wat iku niât kwalijk kan nemen — danzult gB u ook met succès er aan kunnen wijden. De minister van oorlog, die mij, tusschen ons gezegd, per-soonlijk nooit recht heeft doen wedervaren, zal het toch niet zoo ver drijven, om mijn neef te weigeren. da£ deze in West Point wordegeplaatst als ik Z. Exoll. daaïom verzoek. — In West-Point? riep Herbert verheugd. Wat» oom, wilt go er voor zoigen, dat ik ga- plaatst wordeaan demilitaire-akademie te West* Point? . — Ja, mijn jongen,want als gem t leger wilt, dan wil ik ook dat go c vrrière maakt. Op onza terugreis zal ik te Washington vertoeven en da noodige stappen doen. Wij verlrekkon morgen ; intusschen neemii ge afscheid van den kapitein, pak uw koffer, want 't spreekt van zelf, dat ga met ons gaat en bij uwen ouden oom in het « Onweersnest » blijft, totdat ge naar de militaira academie moet. O, wat eene heerlijkheid, niet met goud ta betalen, oom ! riep Cap.tola en klapte van ge-noegen in hare kleine handen... Hoe prachtig, he, Herbert, dat wij samen reizen ! Oom,aprakde jongeman, uwe onverwaehto goedheid brengt mij in verWsrring en nog weet ik niet in welke mato ik dearvan kan gebruik maken. In elk geval veroorlooft een gelukkig toeval mij, u een grooten eind te mogen verge-zellen, want ook ik ben van plan morgen naar Vir" i o ië te reizen, om daar vrienden te bezoeken, wiarbij moeder zaliger en ik inwoonden. Toen moeder stierf, namen zij mij met groote li fde en genegenheid in zekeren zin als kind aan, en nu zijn er drie jaren vor'oopo-o sedert ik hen niet gezien en ge^proken heb. Ik geloof, oom, dat ge met mij zult mstemmen, wanneer ik het als ffiijn piicht beschouw hen to bezoeken alvorors mij onder oen ander dak, al zou het ook het uwo, zijn, neer te laten. ' En wat zijn dat voor vrienden, Herb?rt, wie ge zoo met dankbare lief de aanhangt? Waar^ wonen zij ? Als ik hen op efno of andere wijz"é( van dienst kaa ziin, dan zullen zij voor al hcfcj goed, u beweaen, rijkolijk bslooad wofdça.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het volk: christen werkmansblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in - van 1891 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes