Het volk: christen werkmansblad

1291 0
14 februari 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 14 Februari. Het volk: christen werkmansblad. Geraadpleegd op 11 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/zc7rn33s4p/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

«aaigBgwdaisaaiawn aeatóüate^öBiSsÊatesi» fr'S»Tijrtrtr',-ia^iaa3«a^ Vtjf-en-TwislIgstc Jaar. - N. 44 Ooisilenst -~ Hiisgszïn — Eigendom g, 14 Februari !9!3 Alle briefwisselingen vrachtjjirrq te zenden aan Aug. Van 1seghém, uitgever voor de naaml. 'xnaatsch. «Drukkerij Het Volk»* Meerstéeg, n° 16, Gent. ■ .^"Bureel voor West-Vlaanderen: jöaston. Bossnyt, Gilde der Ambachten Kortrqk. Telefoon 523» * l' Bureel van Antwerpen, Brajbant en Limburg : Viktor Kuyl, jMuiderbro^derstr,, 24, Leuven. ■! centiem liet nuranmei* CHRISTEN WERKMANSBLAD Men schrijft in t Op alle postkantoren aan 10 f& per jaar. Zes maanden fr. 5-Öfjg Drie maanden ff. 2,50. Aankondigingen : Prijs volgens tarief. Voorop'tejbetalen. ;■•?- -?■ J^ Rechterlijke herstelling, 2 ffcjper regel. ï'.^i--4& Ongeteekende brieven worden, geweigerd. TELEFOON N° 137, Gapt. JL Centiem liet nummer BERICHT. ■_. Bit rlübbsl Wad kost 3 centiemen. Hediendaagsehe Oorlog. f- Op de beide voornaamste deelen van pet Europeesch oSrlogstooneel zijn de (gebeurtenissen nog steeds in hooge mate onbelangrijk. Artilleriebescbietingen, nu (én dan afgewisseld door kleine gevechten, ïdie een plaatselijk succes kunnen vormen jvoor een der beide partijen, maar... die ivoor dén definitieven uitslag geen de, minste beteekenïs hebben. U Vliegers verkennen geregeld de stellingen der tegenpartij, en als daar eene izwakke plaats te ontdekken is, een plek [waar de waakzaamheid verloopt of de [invloed merkbaar is van wind en regen, [dan worden haastig maatregelen genomen jom daar een overval te doen. Dairkomt jhet bericht: dat bij een aanval één of jmeer loopgraven genomen zijn. Maar [onmiddellijk wórdt daarop op dit punt feene sterke reserve bijeengebracht, en dan wordt de aanval tot staan gebracht 'of worden de genomen loopgraven weder hernomen. - Bij al deze gevechten gaat de eene of andere partij iets vooruit, zonder dat die vooruitgang echter blijvend is, want het ïs een voortdurend va et vient, een op en neergaan, dat de groote positie bijna 'onveranderd laat. Merkwaardig is het, dat in dézen strijd [de taak der cavalerie, behalve dan voor fordonnanciedienst achter de linies, geheel Enegatief geworden is. Dit wil zeggen : de 'cavalerie vecht als infanterie in de loopjgraven, de verkennings- en boodschapsiiienst wordt verricht door de vliegeniers, en de paarden dienen voor vossenjachten of andere uitspanningen, die door stafofficieren achter het front worden ingefricht. !*- De artillerie echter heeft in deze gejvechten een hoogst belangrijke taak; jvoortdurend moeten de vijandelijke linies Sin het ,oog worden gehouden : en bij de •minste verdachte beweging, op het vermoeden zelfs van troepenconcentraties, .worden zij zoo krachtig en voortdurend ander vuur genomen, dat geen plekje binnen het bereik van het geschutvuur kan worden betreden zonder gevaar. "Alles moet dan ook 's nachts gebeuren: het aflossen der voorposten, het verwisselen der troepen uit de verschillende linies, het brengen van eten uit de achterliggende lmies naar de voorposten, tenzij fde loopgraven door-zijgangen en traversen izijn verbonden met de daarachter gelegen ingegraven logies-, wacht- en verzamelplaatsen. In geen vroegeren oorlog [is het aanleggen van zulke ingegraven {stellingen, met allerlei onderaardsche gangen en verbindingswegen zoo uitge{breid{, zoo stelselmatig toegepast als in jdezen strijd. ft De tijden, waarin een staf, te paard en ischitterend van goudborduursels, op een (heuvel staande, een gevecht gadesloeg fen in staat was alle bijzonderheden er van te volgen, zijn dan ook lang voorbij. Ver van het eigenlijke front, in een stil landhuis, of in een kasteel, zit de staf, telefonisch verbonden met elk deel van het gevechtsterrein; op de tafels liggen de kaarten, waarop met blokjes of spelden de posities der legers, voor zoover die bekend zijn, worden aangegeven; en daar komen alle berichten binnen, die van ieder deel van 't front worden verzonden, die in verband met de ontvangen berichten noodig zijn. Ook de oorlogscorrespondenten van de bladen kunnen niet meer den slag uit de verte aanschouwen, en over het ver'oop ervan berichten zenden aan hunne bladen. Zij moeten zich thans tevreden stellen met het verzenden van de berichten, die zij van den generalen staf vernemen, en kunhen zich overigens, uren achter de linies, bezig houden met het geven van indrukken, door rustende soldaten of afgeloste officieren medegedeeld. Zoo gaat het in het Westen vooral, in het Oosten iets minder, doch in den grond —zonder voorspeling—is 't overal 't zelfde. Als de lente daar geen verandering in brengt, dan wordt het een Chancery suit, zooals de Engelschen het heeten, 't is te zeggen een Kanselarij-proces, waar wij 't begin van zagen maar niemand het einde zal van zien. Want als de vijandelijke strijdkrachten een voor een al de loopgrachten moeten gaan veroveren die langs beide zijden zijn aangelegd, dan zijn ze binnen tien jaar nog even ver als vandaag. Debiddag in de verschillige landen. ÏN SINT-PIETERSIERK TE ROME. Zondag hadden in S' Pieter te Rcme met veel plechtigheid de ceremonies plaats, door den Paus voorgeschreven om den vrede te verkrijgen. Na de Nonen werd in de koorkapel een H. Mis opgedragen, waarbij kardinaal Merry del Val, aartspriester van S' Pieter, tegenwoordig, was. Toen de H. Mis opgedragen was, begaf het kapittel van het Vatikaan met kardinaal Merry,del Val zich in processie naar het* Pauselijk altaar, waar het Allerheiligste Sacrament werd uitgesteld. Het altaar v/as opgesierd met kaarsen, evenals op Sacramentsdag. Door het koor werd de Miserere van Salvatore Meluzzi gezongen, gevolgd door de verzen, waarop de geloovigen antwoordden. De voorgeschreven gebeden werden vervolgens gelezen, waarop de aanbidding van het Allerheiligste begon. Zeer groot was het aantal geloovigen, dat aan de plechtigheid deelnam. • In den namiddag begaf Z. H. Paus Benedictus XV zich naar de basiliek, om daar voor het Allerheiligste te bidden. De eigenlijke plechtigheid met de gebeden voor den vrede werd om half vierverricht.zi*Eï In de basiliek waren ruim 30.000 menschen aanwezig, vair bijzondere kaarten voorzien. De majordomus had geen voorbehouden kaarten doen uitdeelen, daar het geen solemneele plechtigheid gold maar eene boetepfechtigheid. Om half vier begaf het kapittel zich naar de Sacramentskapel om Zijne Heiligheid den Paus te ontvangen. De Paus kwam van Zijn bijzondere vertrekken, vergezeld door zijne eerewacht. De aanwezige curiekardinalen wachtten den Paus op in de Sacramentskapel. De plechtige stoet trok door de kleinepoort van het monument van Gregorius XVI, de kapel van de HH. Processusen Martinianus en begaf zich naar hetPauselijk altaar in het midden van debasiliek. ^%$g De Paus nam plaats op een bidstoelvoor het altaar. Aan zijn rechterzijdeschaarden zich de kardinalen, aartsbisschoppen, en bisschoppen en het Vatikaansche kapittel in voorbehouden banken.«$» Ter linkerzijde waren plaatsen voorbehouden aan de leden van het diplomatisch korps bij den H. Stoel, van het patriciaat en den Romeinschen adel. Voor de plechtigheid was het diplomatisch korps niet officieel uitgenoodigd ; aan de leden Vyas het dus vrijgelaten om de plechtigheid bij te wonen, of niet. De gezanten van Oostenrijk, Spanje, Rusland, België, Engeland, Pruisen, Beieren, Argentina, Brazilië, Chiii, Columbia en Peru woonden de plechtigheid bij. Verder waren ter rechterzijde de religieuzen en de leden van de mannelijke kloosterorden verzameld, ter linkerzijde de zusters en leden der vrouwelijke kloosterorden. De Paus bleef tijdens de plechtigheid op zijn bidstoel geknield. Een lid van het Vatikaansch kapittel, Mgr Jasoni, bad het Rozenhoedje voor op het kleine podium, dat met rood damast behangen was en bad met luider stemme het gebed van den vrede. Vooral tijdens het bidden hiervan was de Paus zichtbaar bewogen. Bij de zinsnede : « Stort den regeerders en den volkeren gedachten van zachtmoedigheid in,» hief Zijne Heiligheid de gevouwen handen in gebed omhoog, als ut opperste smeeking. De aanwezigen baden het gebed mede, met groote godsvrucht geknield blijvende. Daarna werd de litanie van alle Heiligen gezongen. Het koor, onder leiding van mestro Boezi, zong het « Tantum Ergo. » Bij het « Genitori » begaf de Paus zich naar het altaar, om het Allerheiligste te bewierooken. De patriarch van Constantinopel, Mgr Ceppetelli, geassisteerd door de kanunniken Mgr Galli en Brozzi, gaf den drievoudigen zegen met het Allerheiligste. Na afloop begeleidden de kardinalen en het kapittel den Paus naar de Sacramentskapel, vanwaar Zijne Heiligheid naar zijne vertrekken terugkeerde. Tegelijkertijd werden de plechtigheden gegierd in alle kerken van Rome. Overal was de aandrang van geloovigen zeer groot. IH FRANKRIJK.» Het opzien, gebaard door het in beslag nemen van het vredesgebed, heeft er toe meegewerkt, dat de bededag nog meer populair werd dan anders wellicht het geval ware geweest. Nadat kardinaal Amette het misverstand uit den weg had geruimd en de verklaring gegeven dat van zelf alleen zou gebeden worden voor een vrede, op rechtvaardigheid gegrondvest, is het pauselijk gebed overal onge-' moeid gelaten. Ook is de bevolking van Parijs in menigte naar de kerken gestroomd. Ook militairen nemen zonder vrees voor het menscheiijk opzicht aan de godsdienstoefeningen deel. Voor de kinderen zal op verlangen van kardinaal Amette den 11 Februari een afzonderlijke bededag plaats hebben. In de Notre-Dame werd de plechtigheid geleid door Z. Em. kardinaal Amette voor een talrijke schare, waaronder vele militairen van aller rang. De kardinaal zegde, zich er over te verheugen, dat zoovele geloovigen tegenwoordig waren, die aldus een voorbeeld gaven van de bezielende eenheid der Fganschen. Z. Em. vervolgde, dat de Paus, die het doen van gebeden gelast voor den vrede, welke een einde maakt aan den oorlog, een duurzamen vrede bedoelt, die den oorlog beëindigt. IN ENGELAND. Een dichte menigte was in de Westminster kathedraal tegenwoordig bij de godsdienstoefeningen voor den vrede. Z. Em. kardinaal Bourne droeg des morgens de hoogmis op. Bij het binnenkomen was Z. Em. gekleed in paarse «cappa magna », in plaats van de roode, hetgeen boetvaardigheid beteekent. Z. Em. droeg de Monstrans in de Sacramentsprocessie. Het Allerheiligste was vanaf het einde der hoogmis tot den avond, krachtens Pauselijk voorschrift, ter aanbidding voor de geloovigen uitge-, steld. Den schoolkinderen werd alle vrijheid verleend, om aan de openbare aanbiddingbiddingdeel te nemen, terwijl 's middags een afzonderlijke godsdienstoefening voor de kinderen werd gehouden. De kardinaal was eveneens bij de plechtigheden des avonds aanwezig, toen de bijzondere pauselijke gebeden voor den vrede van af den kansel werden gebeden. Predicaties werden niet gehouden. Z. Em. kardinaal Bourne hield evenwel te voren een toespraak tot de aanwezige geloovigen. IN DUITSCHLAND. In den Dom te Keulen werd de dag, waarop de Paus gelast heeft -voor den vrede te bidden, bijzonder plechtig gevierd. Z. Em. kardinaal Vpn Hartmann verrichtte 's avonds, in tegenwoordigheid van een groote menigte geloovigen, de plechtigheden. Z. Em. las na het bidden der Rozenkrans het pauselijk gebed voor den vrede, waarna men de Litanie van alle Heiligen zong. In plechtige processie, waaraan Z. Em. de kardinaal, de beide wij-bisschoppen Muller en Lausberg, als- mede het dom-kapittel deelnamen, werÖhet Allerheiligste rondgedragen. De zegenmet het H. Sacrament gegeven door denkardinaal, sloot den bededag.4 Eene bijzondere predikatie werd niet gehouden. IN OOSTENRIJK. Alle kerken van Weenen waren den' geheelen dag, maar vooral des morgens-; gevuld met een ontzaggelijke menigte? nog vergroot door het onnoemlijk aantal katholieke vluchtelingen van allerlei na-] tionaliteiten, welke de Oostenrijkschel hoofdstad op het oogenblik herbergt.'! Het aangrijpendste was de plechtigheid! in den S* Stephansdom. De aartshertog Franz Salvator en zijne]gemalin, de aartshertogin Valerie metjhare kinderen, waren tegenwoordig, alsmede de aartshertoginnen Gabrielle en' Alice, dochters van het aartshertogelijk*"paar Frederik.j De populaire Jezwietenpater Abel S. J.' had een pelgrimstocht naar het heiligdom van MariaBrunn georganiseerd, uitslui" tend voor kit'iolieke mannen der hoofdstad. De processie trok van den Laurentiusplatz uit zonder vlaggen, maar in gestadig gebed. IN NEDERLAND. Berichten uit Amsterdam, Den Haagv Haarlem, Utrecht, 's Hertogenbosch, Breda, Roermond maken breedvoerig melding van de grootsche plechtigheid waarmede in Holland alom de biddag werd gehouden. Vermeld dient nog dat voor de kinderen overal afzonderlijke bidufèn waren vastgesteld. Beschadigde Monumenten in België' TttRBjBTSsïê' ter';' De voorzitter-van" instandhouding der monumenten in Rijn-: Pruisen, Dr. Clemen, heeft het volgende! verslag uitgebracht over het herstel der! historische monumenten in België, welkedoor den oorlog geleden hebben : «Met genoegen heb ik op mijn laatste" bezoek aan België kunnen vaststellen, dat \ de monumenten, welke door krjjgsver-! richtingen beschadigd zijn, voorloopig be-; veiligd zijn, en dat de aanwijzingen, welke; Wij, de heer Falke en ik, hun hebben kim- f nen geven, zijn opgevolgd. »Te Leuven is het sterke- dak voltooid, dat de geheele kerk moet beschutten, en is men bezig om tijdelijk de kerkramen,* welke aan de Zuid- en Westzijden gesprongen zijn, dicht te maken. Het inwên-: dig gedeelte is bijna geheel ontruimd.' Binnen kort zal het gebouw wederom voor den dienst bruikbaar zijn. »In de domkerk te Mechelen is men bezig om voorloopig sterke afschuttingen, gebouwd volgens technische voorschrif- en, op te richten. Zij zullen het hoofd- Het standbeeld van Garnot en de sbcschietingvan Antwerpcnin 1814. , Op 1 Mei aanstaande zal het 50 jaar geleden zijn dat op het Laer, te Bórgerhout, jsindsdien Carnotplaats geheeten, de inhuldiging plaats had van het standbeeld van generaal Carnot, het verdienstelijke jwerk van den beeldhouwer Leonard De 'Cuyper. Borgerhout en Sint-Willebrords fWaren in feesttooi; muziek klonk in de straten, eene cantate werd gezongen en 'alle huizen waren gevlagd. Aan den ingang der gemeente verwelkomde burgemeester Vercammen, de familie Garnot, bestaande uit den zoon van 'den gehuldigde, diens vrouw en zijne twee zonen, waartusschen de heer Sadi Carnot, 'die op 4 September 1887 president der jFransj^ie Republiek zou worden en, in de uitoefening van zijn hoog ambt,.-te JLyon door den anarchist Caserio werd [vermoord. [ifNog leefden er enkelen in Borgerhout, jflie in den avond van 1 Mei 1865, met |M. Sadi Carnot aan tafel gezeten, bij het panket in het Katterihof, toen de beminneftijkë jongeling van dien tijd Staatshoofd M"_Frankrijk werd verkozen, fpDe inhuldiging van dit standbeeld lokte pn onze stad heel wat betwisting uit; er waren er die heel hoog opliepen met Carnot yég dus de oprichting van het standbeeld toejuichten, terwijl andere Carnot's rejputatie afbraken en vlakaf tegen het 'standbeeld waren. In de gemeenteraadszitting van 3 Mei Jsteld M. Haghe bij ordemotie voor, zich aan te sluiten bij de hulde aan den redder van Borgerhout en St-Wilibrords en die hulde uit te drukken door het verleenen van een betere plaats van den gedenksteen «Au general Carnot la Mile d'Anvers reconnaisanle», die toen geplaatst was op den hoek van een thans verdwenen klein vuil straatje, dat uitgaf in de Carnotstraat, vlak nevens de Ommeganckstraat. Onmiddellijk stond Lodewijk Gerrits recht om het voorstel te bestrijden en om te bewijzen dat er hoegenaamd geen drijfveeren van menschöevendheid bij de daad van Carnot voor handen waren; en Jan Van Rijswijck sloot zich aan bij de woorden van Gerrits. Op voorstel van M. Matthyssens werd de vraag van M. Haghe naar... de kommissie verzonden, maar in de volgende zitting bracht de heer Mathot nog verscheidene bewijzen voor om te toonen dat de hulde aan Carnot bij zijn vertrek uit Antwerpen uitsluitend voortkwam van hier gevestigde Franschen. Daarmee was de zaak in onze stad begraven. Doch de Nederduitsche Bond liet het daarbij niet en op 23 September 1865 voerden wijlen Gust Bertou en Van Montford het woord te Borgerhout op eene meeting in den Belle Vue, waar geprotesteerd werd tegen het herdoopen van het Laer in Carnotplaats. Wij zullen echter niet langer de politiekers over het karakter van Carnot laten redetwisten en het woord verleenen aan de geschiedschrijvers Mertens en Torfs in hunne Geschiedenis van Antwerpen. Onze lezers kennen ons relaas over de beschieting van Antwerpen op 8 en 9 October 1914; zij hebben ook onze beschrijving over de beschieting op 27 October 1830 gelezen, waarbij aan 611 huizen voor 427.144 gulden schade werd aangericht en, met den brand van het Entrepot eïi het Arsenaal er bij gerekend, in 't geheel een verlies van 3 millioen gulden in onze stad werd geleden. Zien wij nu wat de beschieting van Antwerpen in 1814 was en welke rol Carnot hierbij gespeeld heeft: Het was in 't begip van het jaar 1814 dat de tegen Napoleon vereenigde bondgenooten, Engelschen en Pruisen, van alle kanten de Fransche bezetting van Antwerpen beknelden. Op 2 Februari deden zij eenen algemeenen aanval op de vesting. Generaal Ambert mocht een eersten stormloop gelukkig afslaan, maar om 10 ure 's morgens, voor de macht des vijands wijkend, werd hij uit Merxem verdreven en door de Engelschen tot onder het geschut der vesting gejaagd. De Pruisen waren minder gelukkig en konden generaal Roguet van de Herenthalsche vaart niet verjagen. Het was op dit oogenblik dat generaal Carnot, die den keizer in dagen van tegenspoed grootmoedig zijn degen en krijgstalenten was komen aanbieden en wien door Napoleon het bevel over de vesting was toevertrouwd, te Antwerpen aankwam. Dadelijk na zijne aankomst haastte hij zich de versterkingen en wachtposten te gaan bezichtigen, de stellingen des vijands te verkennen, de krijgshospitalen te bezoeken en zich van de hoeveelheid der levensmiddelen te verzekeren. De Fransche bezetting bestond uit 15,000 man van alia wapens, doch was juist verminderd met 5000 man van de keizerlijke garde, die bevel hadden ontvangen het leger generaal Maison te vervoegen. Deze verzwakking bekommerde don nieuwen Stadhouder niet; hij wist den krijgsoversten nieuwen moed in te spreken Bn"zonder ervaren in de ves*ingbouw- kunst deed hij nieuwe versterkingen aanleggen, om de nadering tot de vesting moeilijk te maken. 4000 werklieden uit Berchem, Borgerhout, Deurne, Dambrugge, Merxem en de Markgravelei waren'in rekwisitie gesteld om aan deze versterkingen te arbeiden, mits betaling van het half dagloon. Met behulp van deze pressing kon men buiten de Roode Poort de Carnotschans opwerpen. Met den aanvang van Februari nam het beleg een aanvang; de bondgenooten omsingelden de stad ten noorden en ten oosten, terwijl eene Engelsche vloot de Schelde was opgevaren tot achter den dijk. De vijand was er in gelukt eenige batterijen op te werpen, welke den 3 Februari haar vuur openden; de oorlogschepen voegden er het hunne bij, doch bereikten luttel uitwerksel, uit hoofde van den grooten afstand. De eerste bom, die op de stad viel, trof het huis van zekeren Dieltjens, op de Koepoortbrug en doodde dezen man. Dit bombardement duurde drie dagen, doch met min of meer tusschenpoozen. Over het algemeen richtte het betrekkelijk weinig schade aan. Wij zouden niet durven zeggen, schrijven Mertens en Torfs, dat de burgerij tot volharding gestemd was; alhoewel zij al het hatelijke van den dwangmiddel, door den vijand aangewend, volkomen besefte, toonde zij zich minder bekommerd voor de eer der Fransche wapens dan voor het behoud harer eigendommen. Velen hadden zich bij het eerste onraad met bed en boel in hunne kelders geborgen, verbeidende angstig het beslissende oogenblik, en hadden volstrekt geen denkbeeld van hetgeen buiten omging : de onwetendheid, in dewelke men te dien aanzien verkeerde, vermeerderde den algemeenen angst en verslagenheid. De vijand echter, na door het bombar-. dement een bewijs van onmacht gegeven en zijne batterijen door de artillerie van de Carnotschans te hebben zien platschieten, > vond het geraadzaam te wijken. Ernstige aanvallen had hij niet beproefd, maar zijn' kanonnen en musketvuur had de Franschen tamelijk veel verlies berokkend. _,Inderdaad, in de eerste helft van Februari stierven in de hospitalen binnen de stad bij de 400 gekwetste soldaten, onverminderd diegenen die op de wallen en in de schansen waren gedood. Dit alleen zou een denkbeeld kunnen geven van het moorddadig vuur, hetwelk door den vijand was onderhouden. Nauwelijks was het bombardement gestaakt of velen, om het gevaar van een ander te mijden, wilden de stad verlaten; zelfs de overheid scheen desaangaande niet heel gerust, daar zij den 5 Februari een wijdloopig reglement voor het aanwenden van bluschmiddelen uitschreef en liet afkondigen. Daar de schrik daardoor nog vermeerderd werd «wies het getal der vluchtelingen verbazend aan; weshalve men werd gedwongen de stadspoorten te sluiten. Slechts vrouwen en kinderen werden uitgelaten, maar al wie eens buiten . was, mocht niet meer binnen komen. Er werd ook eene burgerwacht inge* richt om de goede orde te helpeh handhaven; zij bestond uit omtrent 1000 man* altijd deftige burgers; zij droegen de burgerkleeding met een rooden sjerp aan den' rechterarm en de Fransche driekleurige kokarde op den hoed. Den 8 Februari liet generaal Carnot aan.de bevolking weten dat, alhoewel de vijandzich verwijderd had, de maatregels vanverdediging, wel verre van te verminderenyeene nieuwe uitbreiding gingen bekomenj dat alles, wat door den jongsten aanvalhinderlijk was erkend geworden, moest?worden vernield.j Deze bedreiging was inzonderheid geW

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes