Het volk: christen werkmansblad

1143 0
15 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 15 Augustus. Het volk: christen werkmansblad. Geraadpleegd op 05 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/m32n58dw63/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Aile briefwfeselingwi vracht" | %rij te zen den aan Aug. Van aseghem, uitgever voor de naaml. tnaatsch. ♦ Drukkerij Het Volk», Heersteeg, n° 16, Gerit. . Bureel voor West-Vlaanderen: JEaston Bossuyt, Recolletten-fctraat, 14, Kortrijk. Bureel van Antwerpen, Bradant en Limburg : Viktor Kuyl, . Çaartstraat, 3, Leuven. g Men sohrijit la s Op aile postkantoren aan 10 fï. per jaar. Zes maanden fr. 5.00> Drie maanden fr. 2,50. Aankondigingen : Prijs volgens tarief. Voorop t€ betalen. Bechterlijke herstelling, 2 ffi per regel. Ongeteekende brieven wordeD 5__ geweigerd. M TELEFOON N° 137, Gent. 1 Centiem liet nummer CHRISTEN WERKMANSBLAD 1 Centiem liet nummer V— Noorwegeas Toestand en Gesteltenissen. Uit Tjomo werd 1 Augustus laatst-leûcn geschreven : ; Wat moet het einde van den huidigen foorlog zijn? De hoogste maclitsspanning Van menschelijke energie is alreeds be-Ireikt ; al wat daaraan nu nog toegegeven •wordt, is energie-verbruik die op uitput-ting uitloopt. Intusschen vraagt men zicli verbijsterd aî : lioelang zal het nog kunnen duren? Onwillekeurig komt men er nu toe om in èigen omgeving rond te kijken, om na te gaan welken invloed de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar gehad hebben op liet land waar men leeft en op zijne bevolking. Noorwegen behoort tôt die on-zijdige landen, die ertotnutoe economisch betrekkelijk goed zijn afgekomen, niette-genstaande de handelsvloot een zeer ge-voelig verlies van een veertigtal schepen îmoest boeken en er schier geen week Voorbijgaat oî er vallen offers. De gedrukte en angstige stemming, die tiier te lande in den aanvang van den »orlog heerschte, maalcte spoedig plaats ^oor eene onbezorgde, om niet te zeggen jUchtzinnige stemming, dieop schrikkelijke !wijze met de voorafgaande in tegenstel-ling was, wat niet wegneemt, dat de ernst iàer tijden, door de mannen die de verant-woordelijkheid dragen, terdege begrepen fcverd. Een oogenblik ontwaakte ookhier bij de jbe volking een gevoel van medelijden en jdeelneming, en er ontstond een, zij het tijdelijke drang tôt offerwilligheid, dien wij ook in andere landen mochten waar-jhemen, en waardoor in giften ongeveei 150.000 kronen voor de noodlijdende Bel-gen verzameld werd, in hoofdzaak dooi ide breede laag van het volk. Natuurlijk werd van Noorwegen gelijls yan andere onzijdige staten cijns geheven ter handhaving van zi]ne onzijdigheid, en liet land bracht dan ook naar zijne financieele draagkracht niet geringe offers tnaar was daardoor in staat zijne onzijdig-lieid, voor zoover die in gevaar gebracht vrerd, door de oorlogvoerenden Statentt doen eerboedigen. Als gevolg van dezt ïmitengewone uitgaven is de financieele toestand van den Staat minder gunstif; ge worden, wat aanleiding werd tôt hel lieffen van extra-belastingen op groot< fnkomsten en vermogens. Toch mag de economische toestand il 'Noorwegen onder den oorlog gunstij genoemd worden. De werkloosheid, d< geldmoeilijkheden, de nood en ellende svaarvoor men in den aanvang duchtte Bijn uitgebleven. In sommige takken vai bestaan moest de arbeid beperkt worden fcietzij door gebrelt aan grondstoffen, hetzi door slechte omstandigheden ; daarente gen kon bij anderen in plaats van achter hitgang een kolossale vooruitgang waar genomen worden. Dit geldtvooral voor di Scheepvaart. De reeders, die niet vôôr dei ooi^og door lange kontrakten gebondei fwaren, hebben door de hooge vrachten jbuiteagewoon veel verdierid en de prij jper tonnage is daarom enorm gestegen Oude schepen, die vôôr den oorlog nie ■Verkocht konden worden, zijn nu tegei oiooge prijzen van de hand gezet, en oudi zeilschepen, die opgelegd waren, zijn, voor-zien van motors, weder in gebruik ge-komen.Als een voorbeeld van de onreguliere stijging der scheepsprijzen kan dienen, dat de assuranciesom voor de handelsvloot onder de oorlogsverzekering sedert verleden jaar met 100 niillioen kronen gestegen is. Sedert het uitbreken van den oorlog zijn er nieuwe reederijen gevormd en werd het bedrijfskapitaal van andere reederijen verhoogd met een bedrag van 38 millioen kronen. Ten bewijze hoe kunstmatig de waarde der schepen opge-dreven is, moet men weten dat detonne-maat van stoomschepen in de eerste helft van 1915 achteruitging. Terwijl er een vijftiental stoomschepen met 27.700 ton ten gronde gingen, bedroeg de toeneming van nieuwe stoomschepen slechts 10.000 ton, ofschoon de seheepswerven schepen aîleveren als nooit te voren. Op den 1 Juli b. v. waren er 50 nieuwe schepen met eene gezamenlijke tonnemaat van 39.500 op de Noorsche werven in aanbouw. De tonnemaat van de zeilschepen, die in den laatsten tijd steeds achteruitgaan-de was, is in de eerste helft van 1915 ver-meerderd met 18.000 ton, onder ander tToor den aankoop in het buitenland van 18 groote staler schepen. De tcniemaat van de handelsvlootwerd zoodoendesedert nieuwjaar per slot van rekeneing toch nog met 6652 ton vergroot. Deze vermeer-dering staat in de verhouding tôt de groote kapitaalvermeerdering die plaats gehad heeft, en na afloop van den oorlog, zal dit natuurlijk eene groote daling der vrachtprijzen en der scheepsprijzen tenge-volge hebben. Zoolang de hooge vrachten blijven be-staan, vloeit het geld 't land binnen, maar er zijn ook gevaren aan verbonden om met dergelijke kunstmatige en onzekere waar-den te werken. Dat de risico groot is, daar-voor spreekt de som van 12 % millioen kronen die sedert het uitbreken van den oorlog door de oorlogsverzekering uitbe-taald zijn. De bloeiende tijden voor de scheepvaart doen hunneninvloed ookgelden op andere takken van bestaan, onder ander op de banken. In de laatste maanden hebben verschillende kleine banken hun aandeelen kapitaal met 4 % millioen kronen vergroot en er wordt eene trans-atlantische handels- en exportbank opgericht met een kapitaal van 5 millioen kronen. Het ka-( pitaal der verzekeringsmaatschappijen ( werd met 4 % millioen kronen verhoogd. [ In andere groote zaken, zooals in de hout-massa- en papiernijverheid, cementnijver-' heid, electrische nijverheid, metaalnijver-| heid, fabrieken van geconserveerde melk, werd aandeel aangeboden voor 20,495,000 kronen. Dat er geld in het land is, daarvoor spreken ook de binnenlandsche leeningen die Staat, gemeenten en hypotheekbanken gesloten hebben tôt een bedrag van 66,700,000 kronen, behalve nog een aantal millioenen ondershands door kleine gemeenten bij Noorsche banken opgenomon. ! Toen men eenige maanden geleden met ' een plan voor den dag kwam om te Kris-l tiana een nieuw stadhuis te bouwen, dat 5 millioen moet kosten, schonlcen binnen „ enkele dagen voor dat doel bijzonderen een bedrag van 1 % millioen kronen, te betalen in jaarlijksche termijnen in 10 achtereenvolgende jaren. Als een bewijs dat er een levendige omzet van waren in Noorwegen plaats liad, kan dienen dat de bruto inkomsten der spoorwegen, vergeleken bij liet vorige jaar, met 5 % millioen kronen gestegen zijn. De tolinkomsten, waarvan men een tekort verwachtte, geven een overschot van 2.4 millioen. Deze goede financieele toestand is niet alleen te danken aan de scheepvaart, maar ook aan den grooten uitvoer van visch en conserven, van hout, cellulose en papier, alsmede aan de walvischvangst. In ma-terieel opzicht is Noorwegen er dus onder den oorlog niet slecht bij gevaren ; maar hoe zal de toestand er een jaar verder uit-zien ? Driemaal gelroffen en niet gewond. De kunstenaars zijn de troetelkinderen van het lot, dat weten wij ! Watt hun s een Duitschen schilder, Herbert Adler ge-naamd, overkomen is, geeft er opnieuw het bewijs van. Deze kunstschilder vocht vooraan in de rangen, toen 4 projectielen hem na elkaar kwamen treffen. Twee ervan gingen door de mouwen van zijn unif orm, een shrapnell-splinter brak het geweer in zijne handen stuk en de kogel van een machinegeweer sloeg den bodem van eene flesch weg, welke hij aan zijne lippen bracht om zich een weinig van zijne ontroering te her--stellen.De kogel door het Engelsche machinegeweer afgeschoten is blijven steken in den hais van de flesch, welke de heer Adler als eene kostbare herinnering denkt te be-waren.Geen der vier projectielen heeft hem geraakt. Op eenen anderen keer had een geweerkogel het uiterste puntje van zijn knevel meegenomen, aldus op een centi-meter langs zijne wang gaande. De Avonluren vas een borslbeeld. De befaamde Fransche beeklhouwer Rodin werkt, zooals men weet, aan een borstbeeld van den Paus ; maar wat men niet weet, zegt de Figaro, is dat dit borstbeeld bij zijn terugkeer uit Rome zulk een vreeselijken schok kreeg, dat het profiel van Benedictus XY een oogenblik gevaar liep. De meester-beeldhouwer had op het vatilcaan slechts het afbeeldsel van zijne Heiligheid in klei genomen. Toen hij uit Rome vertrok, werd dit borstbeeld met aile mogelijke zorg inge-pakt en kwam in den besten toestand te Parijs aan. Maar hier, helaas, gebeurde wat men niet verwacht had. Het gehots van den wagen, welke Rodin met zijne pauselijke beeltenis naar het hôtel Biron voerde, schokte deze en gene dermate dat, bij de aankomst in het hôtel, de beeldhou-wer bemerkte, dat de kin van het beeld er onder geleden had. De kneiizinc was gelukkig onbeduidend en gemakkelijl' te herstellen en is thans weer in orde Afgietsels in gips zijn van dit borstbeelc genomen en naar eendezer h-cmwt Rodir uit een blok van Carrarmarmer voor goec het hoofd van den Paus uit. De Ksresoogst in Belg!9. Verordening voor het gebied van het General- Gouvernement. (De Etappen niet medebegrepen.) N° 6 der Verordening van den 30 Juni 1915 (Wet- en Verordeningsblad voor België, blz. 747) bepaalt : Ter gedeeltelijke wijziging verorden ik hierbij : 1. Ik verleen het « Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit » het uitsluitelijk recht tôt aankoop van de aangeslagen voorraden en voorkomende overschotten aan koren tegen gereede betaling, mits eenen een-heidsprijs, dien ik vaststellen zal. De beslaglegging wordt door dezen aankoop niet opgeheven. 2. Als onder mij staande diensten worden te Brussel ingesteld eene Zentral-Ernte-Kommission en in elke provincie-hoofdplaats eene Ernte-Kommission voor de betreffende provincie. 3. De Zentral-Ernte-Kommission is eene onmiddellijk onder mij staande dienst-inrichting, waarvan de voorzitter, leden en dezer bestendige plaatsvervangers, ik benoemen zal. Het voorzitterschap voert een vertegenwoordiger des General-Gou-vernements.Tôt leden dezer Kommissie zal ik benoemen eenen vertegenwoordiger : a) van het Burgerlijk bestuur, die tege-lijk plaatsvervangende voorzitter is ; b) der politieke afdeeling ; c) van den Generalkommissar voor de banken ; d) der Armee-Intendantur desGeneral-Gouvernements ; e) van het Nationaal Komiteit ; /) der Commission for Relief. Bij gelijkheid van stemmen geeft de voorzitter den doorslag. De voorzitter heeft het recht deskundi-gen met raadplegende stem op de zittingen uit te noodigen. De verhandelingstaal is Duitsch. 4. De Erntekonimission voor elke provincie bestaat uit : a) den voorzitter van het Burgerlijli bestuur desg. dezer vertegenwoordiger ali voorzitter ; b) twee officieren of beambten, leden der ekonomische kommissie der provincie: c) een lid der bestendige deputatie ; d) een vertegenwoordiger van den graanhandel der provincie ; e) een vertegenwoordiger van den land-bouw der provincie. De leden onder c) tôt e) zullen door der band niet tegelijk leden van het Naiionaa Hulp- en Voedingskomiteit zijn. De leder der Kommissie, evenals voor elk lid eener bestendigen plaatsvervanger benoemt de Gouverneur der provincie. Bij geïijkheic van stemmen geeft de voorzitter den door slag. De voorzitter is bevoegd om deskun digen met raadplegende stem op d( zittingen uit te noodigen. De voorzitte: ; heeft het recht, tegen besluiten der Kom missie op te spreken en daartegen doo tusschenkomst van het Hoofd van Bestuu l en der Zentral-Ernte-Kommission mijj i beslissing uit te lolcken. [ 5. De Zentral-Ernte-Kommission heef te bepalen, welke hoeveelheden telken I miiwn aElBmBMMMMmWBâBKUWHHJ'lA van de beslaglegging vrijgelaten en de be-volking toegevoerd mogen worden. Zij bewaakt de broodverzorging dei Belgische bevolking en moet inzonderlieid er voor zorgen, dat van den volledigen Belgischen korenoogst 1915 na aftrekking van het vereischte zaadgoed niet meei dan l/12maandelijks verbruikt wordt. Zij moet mij buitendien voorstellen doen over den eenheidsvoet van liet ver-bruik per kop der bevolking, over de inkoopprijzen van het gedorschte koren, over het vermalen en de hoogste prijzen voor den verkoop van gedorscht koren, van meel, zemelen en brood. De Zentral-Ernte-Kommission voorziet de Provinz-Ernte-Kommissionen door be-middelling der Hoofden van Bestuur met aanwijzing — bij vragen van grondleggen-der beteekenis nadat zij vooraf om mijne beslissing heeft gevraagd — en bewaakt er de uitvoering van. 6. Het is taak der Ernte-Kommission uit elke provincie de maandelijksche uit-deeling van koren aan het Nationaal Komiteit te doen. Deze uitdeeling geschiedt op grond der door haar voorloopend te verzamelen en op de hoogte te houden statistische gegevens. Ze houdt toezicht op de eigene en op de uit andere provin-ciën toekomende voorraden, het vast-houden van den bepaalden koopprijs evenals in 't algemeen op aile zakenlian-delingen der door het Komiteit in elke provincie wegen aankoop en verdeeling van het binnenlandsch koren in te rich-ten bijzondere zakenkantoor. Zij heeft de bevoegdheid, om de Belgische gemeenten te dezen einde aan-wijzingen te geven. De rechten en plichîen der bestendige kommissie overeenkomstig art. 121, 133 en 147 der gemeenlcwet gaan in dit geval op den voorzitter der Provinzial-ErnKommission over. 7. Wie de ter uitvoering dezer verordening uitgevaardigde bevelen en aanwijzin-gen niet volgt, wordt met ten hoogste 5 jaar gevangenis of met ten hoogste 20,000 Mk. boete gestraft ; ook kan ge-vangenisstraf met boete te zamen uit-gesproken worden. Ter oordeelvelling zijn de Duitschc ; krijgsrechtbanken bevoegd. De strafbepalingen onder art. 5 der verordening van 30 Juni 1915 (Wet- en Verordeningsblad voor de bezette streken van België, bz. 747/55) blijven onaange-tast.8. Deze verordening slaat niet op de gerst. 9. Het uitvaardigen van uitvoerings-bepalingen behoud ik me voor. Brussel, den 23 Juli 1915. Der Generalgouverneur in Belgieil Freiherr von Bissing, , Geroraloberst. ■■■ — i ' DOOR DEU VIJANO GERES). Men meldt uit Wurzhurg dat een kinà ■ van 4 jaar, welk in een diepen put gevalien r was, door een Fransch krijgsgevangene, ■ die in de nabijheid op het veld werkte, " met levensgevaar gered werd ; hij was r namelijk zonder aarzelen in den put ge-i sprongen en had het kind boven water gehouden totdat hulp opdaagde. t De moedige Franschman werd goed 5 voor zijne edele daad beloond. " 0W tr J «V< XU4UU V» "WUV MENG ELWERK 36 fis zoek naar den Seiinlâige Hare meesteres treurig beziende, zegde jèindelijk Alice : i — Wat Madame tegen mij inbrengt, fean ik niet looehenen. En nochtans, wat er ook van zij, mijn gedrag is onberispe-lijk. Ik smeek u, Madame, heb betrouwen In mij. Denkelijk zal welhaast de dag Icomen dat ik meer uitleggingen kan geven. Nu nog moet ik zwijgen. k — Gij bevestigt dus, vroeg Octavie, dat gij niet alleen waart in den hof. — Ja, Madame, antwoordde Alice. — 't Was waarschijnlijkM.d'Albermont, •In de omstandigheden waarvan ik op de hoogte ben, zou het kwaad nog zoo groot Iiiet zijn. — Het was de graaf niet, schreeuwde Mad. de Kardec ; de persoon waarvan Jiwestie draagt een vollen baard ; M. Alfred integendeel maar een knevel. — Ik herken dat hij het niet was... Oh, Madame, spaar mij, smeekte het meisje... Zoo gij wist... 1 Mad. de Morlant was ten prooi aan den grootsten twijfel. Zij beminde hare gezel-schapsjuffer met eene voor haar onver-klaarbare teederheid en was geneigd voor Alice aile mogelijke verontschuldigingen ân te roepen ; maar, van den anderen jkant, zij begreep dat het gedrag tarer be- schermelinge omringd was met een gs-heim 't welk zij niet wilde, of niet kon kenbaar maken; In haren twijfel, nam zij het wijsste besluit : met Alice afzonderlijk te spreken. — Gij moogt u verwijderen, zegde zij tôt het meisje, ik zal u binnen eenige mi-nuten op uwe kamer komen vinden. xxxxv. Na het heengaan der jonge dochter wendde Octavie zich tôt de oude barones : — Mad. de Kardec, ik heb u een verzoek te doen : Spreek aan niemand over het voorval van dezen avond. Het is toch wel mogelijk dat haar, zooals zij zegt, niets te verwijten valt. Wie weet?... Misschien een arm îamilielid... Ik ben er van over-tuigd : zij zal zich aan mij verklaren. Met gemaakte hoffelijkheid antwoordde de oude : — Gij zult gehoorzaamd worden, mijne lieve Octavie. Reken op mijne stilzwij-gendheid.Weinig later klopte Mad. de Morlant aan de deur der kamer harer gezelschaps-juffer.Nog immer weenend kwam het meisje openen. Octavie ging binnen en zette zich bij het vuur, op een lagen stoel. Alice viel voor haar 6p de knieën. — Gij weet hoe ik u bemii, niet waar Alice ? zegde (Je slotvoogdes streeiend hare hand op het gebogen hoofd vâh 'jt meisje leggend. Gij weet ook dat ik uw gedrag niet slecht beoordeel. Heb dus voile ver-trouwen in mij en zeg mij wie de man was in wiens gezelschap gij u heden avond bevondt. — Oh, Madame, zuchtte toch zoo smartvol Alice, ik mag niet, ik kan hem niet kenbaar maken, zelfs aan u niet. — Uw vader is in Griekenland ; gij hebt geene familie, volgens uw eigen zeggen. Die onbekende was graaf d'Albermont niet Wie was het dan? — Ik kan niet spreken neen, neen, het is onmogelijk ! — Gij hebt zoo WJ'nig ondervinding van de wereld, mijne lieve Alice, waar-schijnlijk zijt gij onvrijwillig in betrekking met een man, uwer onwaardig. Indien het zoo is, laat mij u met mijne raadgevingen ter hulp komen. Ik zal in dit opzicht de plaats vervangen uwer moeder over wier verlies gij reeds vele jaren treurt. Zeg mij den naam van dien man. Midden hare tranen murmelde de onge-lukkige beproefde : — Ik kan niet, ik kan niet. De trekken van Mad de Morlant nanien eene strenge uitdruklc ng. — Gij bemint graaf d'Albermont, niet waar ? vroeg zij ; kent hij d en nachtelijken bezoeker?... Zult gij hem er durven over spreken. — Ten geenen prijze, Madame. — Wat moet ik van dit ailes denken ? Mijn liart pleit ten uwen voordeele, lieve Alice, maar ik wil dat geheim kenntn, meer in uw eigen voordeel dan om mijne persoonlijke voldoening. Gij moogt in mij voile vertrouwen stellen. Ik bezweer u, Alice, zeg mij de volledige waaïhvid. Bleeker en bleeker wordend, do oogen door de tranen verduisterd, richtte do jonge dochter het hoofd op. — Madame, zegde zij, ik moet zwijgen ; «î nochtans, veel liever zou ik sterven dan te moeten vaststellen dat de goede mee-ning, welke gij tôt nu toe ten mijnen op-zichte koesterdet, zou aan 't wankelen gebracht worden. — Het zij dan zoo, merkte Mad. de Morlant op, van hare plaats opstaande, maar weet wel dat daar, waar geen vertrouwen bestaat, ook geene vriendschap kan heerschen. Wanneer gij er zult toe besloten hebben te spreken zal ik u ook mijne genegenheid wederschenken. Mor-gen gaat gij voor 14 dagen naar Loutrel.... Wil Mad. Isabella d'Esfort ulanger houden, hewel, gij zijt vrij er te blijven. Na deze woorden groette de slotvoog-des zoo lcoel mogelijk en, het harte vol droefheid, ging zij heen. Teneergeslagen volgde Alice haar met de oogen. — Zij geeft mij opzeg, dacht zij. Oh, God lieb medelijden met mij. Help mij dit onmetelijk lijden moedig dragen. XXXXVI. Dien nacht kon Alice geen oog sluiten. De ongerustheid over het lot haars vaders en de droefheid in ongenade te zijn gevalien bij Mad. de Morlant hielden haar tôt den morgen wakker. 't Was nog vroeg, toen Félicita, de ka-mervrouw, bij haar binnenkwam. Terwijl zij Alice hielp in haren opschik, zegde zij dat Madame haar gelast had haar yeel aangenaams te wenschen ge-durende liet vcyblijf op Loutrel en hoopte welhaast nieuws va3 Mejufferte vernemen Daardoor begreep Atiçe dat de hïeeste-res er niet aan hield haar vçor het heengaan weder te zien. — Wat zijt gij gelukkig Mejuffer, ver- volgde de kamervrouw, aan mijne meesteres zooveel vertrouwen te hebben inge-boezemd. Ik ben er zeker van : uwe af-wezigheid zal haar hard vallen. Maar gij komt toch terug, niet waar, vooraleer wij, zooals gewoonlijk, voor eenige maanden naar Nantes terugkeeren ? — Ik hoop het, antwoordde Alice, naar adem snalckend. Nochtans zal het voor niet lang zijn, daar Madame in den eclit gaat treden.... — 't Is waar, Mejuffer, Jacques Bourbet heeft mij gisteravond gezegd dat het hu-welijk nog voor Kerstdag zalingezegend worden. — Wat ! Al zoo spoedig? vroeg Alice. — En het mijne zal denzelfden dag plaats hebben... 't Is nu twintig jaar dat Jacques mij kent, maar ik dierf niet denken aan trouwen daar hij toch zooveel verteer doet en den grooten heer uit-hangt. Nu echter heeft mijne vrees geen reden van bestaan meer. Hij heeft een groot fortuin geêrfd 't welk ons zal toe-laten te leven zonder werken. — Uw Jacques is dus waarlijk rijk? on-derhoorde Alice. Moogt gij wel voile vertrouwen hebben in zijne gezegden ? — Zeker, Mejuffer, gisteravond heeft hij mij zijn spaarboekje getoond evenals eene groote tesch gevuld met b uikbrief jes, obli-gatiën, schuldbekentenissen, en wat weet ik al 1... Mijn werk is hier af, Mejuffer, ik ga u aanstonds liet ontbijt opdienen. De jonge dochter nam alleen eene tas koffie ; het ware haar niet mogelijk ge-weest eene bete voedsel door de keel te krijgen. Si y.wvoj^g ^ m*- Yijf-enTwintigste Jaar. — N. 22S Godsdiensî — Hiiisgezin — Eigendom Zoadag, 15 Àiigusîi 191S I ... I ■ "

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het volk: christen werkmansblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in - van 1891 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes