Ons Limburg

623350 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 01 April. Ons Limburg. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1n7xk85930/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

M 0 E D G E I) U L I) V E R T R 0 U W EN — en K 0 P B 0 V E N liieuvosblad uiige geven door den « Kring der Limburgers » REDACTIE: 18, RUE JULES LECESNE, LE HAVRE. Ons eerste Verjaringsfeest. Op Zondag 3 juni vierde de « Ivring der Limburgers » zijn eerste verjaringsfeest. Meer dan 200 Limburgers waren om 4 uren in het kdifieluiis « La (irande Taverne » vergaderd. Aan de eerelafel namen plaals de heeren Gli. Revnders, voor/itter, A. Vanhove, ondervoor/it-ter, E; Quaedvlieg, secretaris en l'aumen, penningmeesler. De heer .1. Helleputte, Minister van Landbouw en Openbare Werken, vereerde de verg'adering met zijne tegenwoordigheid. Om hall' vijf opende de heer Revnders de zitting' en stmirde ëen harlelijken groet tôt al de aanwezigen. Hij bedankte in de eerste plaats den heer Minister Helleputte die door het bijwonen van dit feest nog-maals bewees hoezeer hem Limburgaan bel liarte ligt. Daarna richte de spreker zieh lot de zoo lalrijk opgekomen leden en heette ze all.en welkom. Hij herinnerde er aan wanneer en met welk doel onze Kring tôt stand kwam, hoe de stiehters alleen voor oogen liadden hulp en bijstand te verstrekken aan onze Limburgsehe vrienden die daarginder aan den Yzer, ten koste van hun bloed, met onverpoosden moed en zelfopoffering '1 laatste plekje grond van ons zoo zwaar geteisterd vaderland verdedigen. Zij wilden hulp verleenen aan onze zieke, gekwetste en verminkte soldaten, aan onze uitgehong'êrde krijgsgevan-genen die in weerwil van alleRecht als ware slaven behandeld worden. De heer Revnders herdaeht in roerende woorden de Limburgers die sneuvelden op het veld van eer en zette iedereen aan om de mak-kers die thans op de vuurlinie staan zooveel mogelijk te helpen. « Ons •» doel is verheven, zoo eindigde de geaehte spreker. Laten we steeds » on/.e strijdende en lijdende makkers indachtig wezen. Zoo doende, » mogen wij met een gerust g'éweten den sehoonen dag van den triom-.>>. lanJLelijken \u;ede. nu rééd.s in '1 yerschiet, te gemoel zien en zullen » wi j kunnen zeggen: Wij ook,wij hebben zooveel mogelijk onzen pliehl » gedaan. Beste vrienden, ik sluit deze aanspraak met U de woorden » loe te roepen die onze Minister ons toesprak hi j onze aankomst in Le » Havre: Moed, geduld, vertrouwen en kop boven ! Ik druk hier open-» lijk den wensch uit deze woorden te zien aannemen als de leuze van » onzen Limburgschen Kring. Laten wi j ze steeds voor oogen houden, » nu en vooral later als wij hij onze terug'komst in onze geliefkoosde » en weer bevrijde Limburgsehe gouwen, met nieuwen ijver bezield » de handen zullen aan 't werk slaan om ons Limburg sehooner, » bloeiender en rijker te maken dan ooit le voren ! » De gloedvolle en kernaehtige toespraak van onzen voorzitter werd warm toeg'ejuicht. Dal de Limburgsehe Kring sinds zijne stiehting niet aan zijne plieliten is te korl gehleven, bewees het algemeen verslag yan den ijverigen secretaris, den heer Eug. Quaedvlieg, welke sinds meer dan een jaar op de bres staat om onze vereenig'iug te doen bloeien. Wij meenen niet beter te kunnen doen dan hier eenige uittreksels aan te. halen welke een algemeen gedacht geven van de werkzaamheden van denKring gedurende het verloopen jaar: « 0]) Zondag 24 April 1916, » kwamen eenige te Le Havre verhlijvende vrienden uit Limburg bij-» een en besloten den Kring le stiehten. De eerste algemeene verga-» dering had plaats op 14 Mei en het programma van de vereeniging » werd vastgesteld als volgt : 1" Nieuws meedeelen uit onze provincie ; 2" Middelen opzoeken om in briefwisseling te treden met de familles die in het bezette gebied gehleven zijn ; 3" Hulp verstrekken aan Limburgers die in nood verkeeren en vooral aan behoeftige soldaten en vluchtelingen ; 4" Op ongeregelde tijden een nieuwsblaadje laten verschijnen dat kosteloos zal uitgezonden worden. » Het stiehten van een blaadje was zeker een der voornaamste » punten van ons programma. Het moest immers die nieuwstijdingen » vervangen welke vroeger door ouders, vrouw of kinderen opgezon-» den werden. N,r 1 verscheen reeds in de maand Juni 1910. Wie had » toen kunnen voorspellen dat het blaadje, dat sindsdien aile maanden » uitgekomen is en thans een oplage heeft van meer dan 2000 exerri-» plaren, twaalf keeren zou verschijnen. En, helaas ! hoeveel nummers » zullen hier nog in den vreemde uitkomen ? De geldelijke toestand van de kas werd breedvoerig uiteengezet en eenparig goedgekeurd. De heer Quaedvlieg bracht een uitvoerig verslag uit over de be-langrijke somme welke besteedwerd aan het drukken van ons blaadje, aan het opsturen van geld en pakjes, enz. « Er dient opgelxierkt le worden dat voor de militairen de maan-» delijksche bijdragen enkel verplichtend zijn van af den graad van » onderoffiçier. De burgers daarentegen betalen allemaal. » Vele soldaten hebben, door ons toedoen,pakjes ondergoed beko-» men, gedurende het koude jaargetijde. » Wij zijn er insgelijks in geslaagd aan eenige vluchtelingen en » afgekeurde soldaten eene betrekking te bezorgen. » Zoo de Limburgsehe Kring deze kleine al te zeldzame dienslen » heeft kunnen bewijzen, dan heeft hij dit te danken aan al degenen » welke het hunne hebben bijgedragen om onze jonge vereeniging te » ondersteunen. In de eerste plaats zij n wij dank verschuldigd aan » onze weldoeners: zij hebben niet geaarzeld ons somtijds belangrijke i » sonnnen le doen geworden. Tweemaal mochten wij een gift van 100 » fr. ontvangen; zij kwam van de achtbare heeren volksvertegenwoor-» digers Neveu en Ramaekers. De naamlooze maandelijksche gift ons » door een waren en oprechten vriend der Limburgers gesehonken, » heèft ons in staat gesteld onze werkingop groote scliaal uit te breiden. » Bijzondere dank zijn wij insgelijks verschuldigd aan onzen svm-» jiathiéken voorzitter, \lr Reyinlers, aan den heer Arm. Vanhove, » welke zoo goed geweest is. hij de stiehting het voorzittersehap waar ». te nemen, aan de heeren Roels en Patimen, welke veel tijd opgeof-» ferd hel)])en om het stoffelijke en dus minst aangename werk van i » den Kring le verriehten, aan de heeren advokaat Braekers en Kanun-» nik Sehoenaers die onze maandelijksche vergaderingen op een voor-» dracht vergastten. Om te eindigen uitte de heer Quadvlieg den wensch dat lia den oorlog de Limburgsehe Kring zou blijven voortbestaan len einde evenals nu te kunnen werken voor het lieil en welzijn van onze gouw-genooten en vooral van de familieleden der gesneuvelde soldaten. Deze wensch werd eenparig goedgekeurd. Xa het lezen van dit verslag liield de heer advokaat Braekers van Peer een uiterst boeiende voordracht over het werk der Limburgers tijdens en ook na den oorlog. Hij wees er oj) hoe Limburg als land-bouwprovincie en als nijverlieidscentrum vele en degelijke werkkrach-ten zal noodig hebben om de schalten, welke het bevat, volkomen te ontginnen.De nuttige wenken,welke door den spreker gegeven werden, vonden alpemeenen bijva!. Zijn voordracht werd levendig toeyejuichl. Op verzoék van den heer voorzitfér, en begroet door algemeen handgeklap der aanwezigen, liield de achtbare heer Minister Helleputte eene korte toespraak welke een uitbundigen bijval genoot. De boogge-achte spreker begon met uiting te geven aan zijn vreugde daar bel hem gegeven was voor den eersten keer dat hij sinds zijn auto-ongeval sprak, het woord te mogen richten tôt Limburgers. In een praclitige taal verklaarde hij de beteekenis van den strijd waarin ons kleine doch heldhaftige België in Augustus 1914 op zoo schaamtelooze wijze door den Duitschen indringer overvallen werd. Hij bracht eene roerende hulde aan dat onverschrokken Belgisch leger, waarin ons Limburg zoo talrijk vertegenwoordigd is en dat zich zoo nioedig wist le onderschei-den te Luik, Haeclit, Antwerpen en aan den Yzer. (iroot en dapper was en is nog de strijdkracht onzer ono-vertreffelijkç soldaten, groot is ook het geduld en uithoudingsvermo-i gen van die ouders, echtgenooten en verloofden die daar ginder in de Kempische heide en in Hasittegouw zuchten onder het juk van den ■ vijand en met fiere vastberadenheid de terugkomst van hunne dierba-i ren afwachten. Die dag zal voorzeker de selioonste zijn welken wij ooit zullen bele-ven, wanneer onze Limburgsehe helden zegevierend hunne geliefkoosde provincie zullen inlrekken. Dan zal bij hun doortocht, de grijze >• Ambiorix te Tongeren nogmaals zijn geduehte speer zwaaien, de jeug-dige Boer van Hasselt zal opnieuw victorie blazen en de gebroeders Van Evck te Maesevck zullen uit hun graf opstaan om een nieuw tafe-reel te schilderen ter verheerlijking van onze bevrijders ! Die dag zal een gloriedag' zijn die ons al de geleden ellende zal doen vergeten. De i Pruis echter, dien zullen we nooit vergeten ! In iedere stad, in ieder dorp zal een gedenksteen geplaatst worden welke zal herinneren aan i al de gruweldaden welke de Duitsebers bedreven hebben. En op dezen gedenksteen zullen eveneens de namen prijken van lien die gesneuveld of gewond of weggevoerd werden. Hunne namen zullen het nakome-i lingschap steeds herinneren aan al hetgeen zij hun verschuldigd zijn. « De beste Pruis heeft nog een paard gestolen » zegt een Lim-[ burgsch spreekwoord ; de heer Minister gaf er eenige voorbeelden i van. Hij legde nadruk op al de ongeoorloofde opeisehingen, op al de onrechtvaardige inbeslagnemingen waarvan wij sedert de bezetting ; ontelbare voorbeelden hebben gezien. De bekwame spreker eindigde zijn gretig aanhoorde toespraak met iederen aan te zetten geduldig en vol vertrouwen den einduitslag af te waehten. Hij richtte tôt al de aanwezigen een hartelijk lot weer-ziens in een vrij en onafhankelijk België ! , Bi j bel einde dezer rede, werd de heer Minister lang en warm toegejuicht. De heer Hellinckx van Bilsen droeg daarna met veel talent het i mooi gedicht : « De Belgisehe ,J)riekleur » voor ; zijn voordracht vond veel bijval. De heer Chr. De Keyser, welke onlangs uit Engeland was aange- komen, bracht ons de groeten over van de aldaar gevestigde Limbur- t gers. Hij sprak met veel lof over het onthaal dat hun door de Engelschen werd gesehonken. s & Xummer 13." • w - m I Maand Jiinç/19i7.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons Limburg behorende tot de categorie Frontbladen. Uitgegeven in Le Havre van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie