Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front

918 0
08 december 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 08 December. Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front. Geraadpleegd op 08 juli 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/qn5z60d92f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

I Qttéf* js&r&A»jg — *fasastcf 929 friji ; â &&a4l*m-$& / Zaterdag 8 Dccs/aher 2 17 ONS VADERLAND Administrai!® i A. TESSPERi ■ Dj.ulcfcep-Ultgevsp, 17, rue d« Vie, CALAI? Belgisch dagblad verschijnende op al de dagen der week mm m Rsdactlq « J, BAECKELANDT >7, rue Mortel, CALAIS ■■^-- ■■■■ ^11 , iVrîfin-mUii-.f - . r rn»li«»iT ABÔNWBMENTBIV' Lr maand Beicte 1.50 Frankrljk S.OO ï'iiK<>3aiiil-BalIau(l 3.00 ■Per trlineste • « 4.00 » 5.BO » 8.00 Mon<ïïiy5jve i « 9s« Vaderittod » 17, rite de Vie, CalaiiS Recht door, vrij en vrank vûor God en volk en land XKDAOT1MTUKKKN. nieuw5 ti zcnben Rue mortet i -7 en bu* chantilly 73 CALAI* ABOIVNEteTSPRimiV VOOR gOLDATEw" Peî* weet (T dagrera) O^Î5 _dez1!: «mnniminten dienin met minstins maand i.io 1 ° nummers ineen8 aanqevraaqd en oaoeujki . « st wl»wo« 1,,u aan hetzelrdbao«fa qkzdnocn te woadcn VLAANDEREN IS ALTIJD VLAAMSCH GEWEEST ln zijn jongste rede, heeft de geachte heer minister de Broqueville nog al uitgeweid over vlaamsche taaiaangele-genheden. Desaangaande wordt er natuurlijk veel tegen de duitsche kui-perijen gezegd, en tegen de bestuurlijke scheiding door hen ingevoerd. Dit ailes beamen we ten gretigste, en onzevoormannen hebben uitdrukkelijk te kennen gegeven, dat onze zienswjjze heelernaal strookt, met deze van onzen geachten minister. Derhalve hoefden we hierbij niet langer stil te bli.jven, ware het niet dat een belangrijk be-denkingetje zich opdringt, In de rede-voering wordt gezinspeeld op het feit, dat bestuurlijke scheiding uitteraard meebrengt dat de franschetaal enfran-sche kultuur in Vlaanderen niet meer zouden thuis hooren. Dat is verkeerd. We gelooven niet dat »m het even welk staatkundig stelîel in staatzijn zou de jgedachtenuitingen van een naburig volk tegen tet houden. De gedachte immers is tolvrij en in gewone tijden behoort de censuur niet tôt de instel-lingen onzer staten. 't Ligt niet in mijn bedoeling hier voor bestuurlijke scheiding op te tre-den, neen, bij verre na niet. De zaak, heb ik nooit genoegzaam kunnen instudeeren, en daarbij, als trouwe piot en vriend ran de tucht wil ik graag het verbod daarover te gewa-gen in acht nemen. Ik wil enkel aantoonen op de meest objeetieve wijze, dat het feit zelf der bestuurlijke scheiding niet bij machte zijn zou een muur op te richten tegen de he;rlijke en machtige fianschebe-schaving. Is het niet een feit, dat î^ederland van de fransche kultuur ailes ontvangt wat het eenigszios ver-langen kan ? Ik ken geen volk ter iVereld, dat betrekkelijk gesproken, 'meer bewnnderaars van de fransche wetenaahap en letteren telt. dan het nederlandsche. En ik <$eloof niet aan overdrijving te zondigen, met te zeggen datditlandje zeker meer van de fransche wetenschap geni^t dan ons twee-talig Vlaanderen zelf. Men neme in acht, dat ik niet spreek van « verfransching, maar wel van de « fransche kultuur». Daar is i-nmerg een hemel-breed verschil tusschen beide. Indien er geen enkel flamingant met « verfransching » vrede kan hebben, keniker persoonlijk geen enkel, die geen groot bewonderaar zij der fransche kultuur, van de fransche degelijkheid. Teekenend is het, dat er inNederland meer lezers v; n en inteekenaars op de «Revue des Deux Mondes» te yinden zijn, dan in gansch België. Dit enkel veelzeggend feitje bewijst hos zeeronze nederlandsche taalgenooten de fransche degelijkheid verwelkomen en waardee-ren.Wat eehter bij het stelsel der bestuurlijke scheiding tôt, de pebeurlijkhcden behoort is, dat er bij ons desgevallend minder koopers en lezers zouden ge-vonden worden van « Journal », « Petit Parisien », « Matin », « Vie Parisienne » en andere « feuilles boulevardières », Maar dat is nu juist geen ernstig befoog en Geergea Eeckhout, de flinke fransch-belgische sciirijv®r van Tiel Uylenspie-ffel, liât verstaan dat hij daartegen niet veel bezwaren zou gehad hebben. De fransahe degelijkheid zou echter vaorthaar deugdelijken invloed blijven aitoefenen, als dat in Nederland en aile andere landen gebeurt. h het niet eenigszins wonderbaar dat wij, zalfs tegenwoordig bij onze vlaamsehgezinde schrijvers en denkers z«oveal bewanderaars derfraneche be-sshaving aantrrffen ? Wordt er van Herman Teirlinck niet gezegd dat hij «venais zijn Nederlandsche schrijfge-nootCouperus, een fransch schrijveris met Nederlandsche woorden ? Is het waarof onwaar dat'de oneindige meer-derheid der Ylaamschgezinden in hun leven zooveel of meer fransche boeken h'ibben gelezen als Nederlandschp, en <lat vele hunner oneindigbeter Fransch kennen dan hun eigen moedertaal ? Neen, we hechten te veel aan de fransche kultuur, de fransche degelijkheid, dan dat o>n het «ven welk een politiek stelsel bij machte zijn zou, om ons te ontrukken, wat wij als een l.estanddeel van ons eigen vlaamsehwezen beschou-yen. Dat men er zich steeds aan her-innere : W« hongeren en dorsten naar eigen vlaamschheid, maar we willen, naar het woord van prof. A.Vermeylen, ^lamingen worden om Europeeërs te ^jn. * * * Wat ons vooral aanbelangt in de red«voerinf van minister de Broque-Jtile, ii zijn iet# of wat bewimpeld en "«aevelU betoég, waaruit eigenlijk zou Iftoetea blijkea, dat èa Vlaanderen, èn Wallonië, door de eeuwen heen twee-talig geweest zijn. Niemand minder dan wereldberoem-de historici als prof. G. fvurth en vooral prof. Pirenne worden erbij gehaald om aan te toonen.dien vermoe/iden«diepen wortel van tweetaligheid en yan ge-mengde kultuur waaruit de pracht onzer gouwen ontstaan is. » lloezeer we ook de hooge wetenschap dezer vooraanstaande en alom hoog-geschatte geschiedschrij vers waard e-ren, toch kunnen we —en dan nog wel op zuiver weTenschappelijk gebied hun Letoog nret als raak en afdo mde aanzien, Het aaag jammer heeten, dat de geachte heer minister, voor het openbaar maken van met het oog op Vlaanderen's toekomst zoo gewichtige beschouwin-gen. zich heeft vergenoegd metoptwee Waalsch-Belgische vakgeleerden te rug-steunen.Indien hij minder eenzijdig de zaak had aangevat, indien hij eens te rade was gegaan bij Dr Léonard Willerns, professor De Vreese, prof. Pol Frede-ricq, Dr A. Stracke S- J. Lod. de Rael en meer andere deskundigen, wiei nairien klank hebben in de Nederlandsche wetenschappelijke were'd, dan zou hij hebben vastgesteld dat een nauwgezet onderzoek der door Pirenne aangehaalds feiten, alsmede een nauw-keuriger studie van de zaak, ten stel-ligste bewijzen, dat wij bij Pirenne op een veralgemeening van enkele feiten stuiten. Ja, hij zou de gedachte toege-daa i zijn, dat de massa oorkonden door bovenbedoelde navorschers in verpletterenden getale ingezameld, klaarblijkelijk 'lantoonen, dat de door Pirenne vooropgezette schijnwaarheid noch min noch meer op een bepaalde onwaarheid uitkomt. * * * Dat er steeds in Vlaanderen, Vlamin-gen te vinden wt ren die Fransch kennen, geen mensch zal dat looehenen. Veol onzer kooplui, in de 13-14 epuwen waren de Fransche taal min of meer machtig, 't geen overigens door hun liandelszaken werd gevergd, Daarbij komt, dat zekere ambtenaren voçr hun betrekkingen met het vreemd mrdden-bestuur die taal hoefden te kennen. Wat den adel in Vlaanderen betreft, van af de 12d' eeuw is het Fransch de taal van zijn huiskring. Doeh nooit of nooit voor de Fransche om wenteling van 1189, trof men bij ons een stand aan, die aile voelinç met hei volk had verloren, een stand die uitslui-tend Fransch was, en die de volkstaal, het Dietsch, veronachtzaamde of niei verstond. Iloe prof H. Pirenne in zijn merk-waardige geschiedenis van België toi hét besluit komt, dat Vlaanderen reeds in de XII fin XIII eeuwen verfranscht was, en dat de taaltoestand te dien tijde weinig of niet verschilde van dien wel-ken wij ten huidigen dage beleven, is voor ons op zijn minst een raadsel. Prof. Pirenne van partijdigheid ver-denken, zullen we eerbiedigheidshalve niet doen. Liever veronderstellen we bij hem die zinsbegooeheling waaraan ieder mensch al eens onderhevig is, en die in gemoede gelooven doet, dat gewenschte zaken, gebeurde zaken zijn. Zijn kwade trouw laten we buiten zake, enwe zullen ons vergenoegen, met klem van redenen aan te toonen, dat tôt aan de Fransche omwenteling in 1789, het Fransch bij ons nooit iets anders is geweest dan een mode of staatsietaal. We zullen bewijzen, dat spijts al de vreemde vorsten en vreemde bewinden die ons hebben ontzenuwd en verlamd, geen enkel er bij machte was, de ramp der huidige tweetaligheid met al haar armzalige gevolgen op te dringen. v * * * Laten we aanvangen met een kijk in onze Nederlandsche letterkunde. De li-^teratuur is immers ten allen tijde en overal, de trouwste spiegei van de maat-schappij in al haar uilingen. Welnu Dr Léonard Willems heeft mel tal van bewijzen er op gewezen, dat een groot getal menschen onder den adel If vinden waren zoowel in Vlaanderen als i in Brabant die zich op de Vlaamsche diehtkunst toelegden in de 14 en 1E eeuwen. « Volgens berekeningen van professoi De Vreese, zouden er zoo wat ongeveei 7000 middel-Nederlandsche handschrif ten nog bestaan, die over geheel Europ; verspreid liggen.. Elkeen weet da handschriften in de middeleeuwen luxus ^rtikelen waren, slechts in het bereil van gegoede personen. Wanneer men ni ip aanmerking neemt dat er nog duizen den en duizenden hss. vernietigd wer den ; dat een groot getal hss. een es libris dragen van adsllijke personen (Prof. De Vreeze) dat de miniatuurversieringen dikwijls het bewijs leveren, dat zij voor aanzien-lijke lieden bestemd waren, zoo zuller wij daaruit mogen afleidèn dat vroegei door rijke lieden veel J\'ed«> landsch ge-lezen werd. » (Dr. Léonard Willems : « Professor H. Pirenne over onze mid-deloeuwon ») , Het is bijna zeker, dat Jan 1 van Brabant, zelf een beoefenaar was der Diet-sche dichtkunst, en de schrijver is van een bekend Vlaamsch lied. Deberoemde Vlaamsche dichteres Hadewijck behoor-de eveneens tôt den adelstand. « 0 quantum mutatus ab illo ! » Toen het gebruik van 't fransch toe-nam d. i. in de XVe en in 't begin dei XVIe eeuw, onder de Burgondisch« hertogen en hun «pvolgers, bleef hei Vlaamsch steeds bij rijken en edelen ir eere en aanzien. L. Wjllems kan uit dien tijd het vol gende bevestigen : Bij de Rijke Klaren een bij uitstek patriciérsklooster worder benevens Latijnsche bijbels en Missaler psauters enz.. niets anders dan Vlaam sche werken in dicht en ondieht aange troi'fen. Geen enkel Fransch boek o: handschrift is er te vinden. Is dat niet een stellig bewijs, dat di< vrouwen, ofschoon van patricische af komst, op en top Vlaamsche vrouwer waren die het zonder Fransche lectuui best konden gedaan krijgen ? Prof. H. Pirenne haalt het feit aan, er minister de Broqueville neemt het gretiç over, dat het in de XVIe eeuw een alge-meene gewoonte is, dp jongelingen naai Frankrijk of naarWalionië te sturen cri hen Fransch te laten leeren. Maar indien Vlaanderen toendertijc tweetalig was als nu, waarom zou mer het noodig hebben geacht die jongelin gen in den vreemde te sturen, om erd< kennis van het Fransch op te doen ! Bewijst zulks niet, dat die kennis nie! behoorlijk in Vlaanderen te verwerver was, en dat men naar den vreemde toog om er Fransch te leeren, juist als wi; tegenwoordignaar Engeland trekken orr er Engelscli te studeeren ? De groote Vlaamsche geleerden uit d« XVIe eeuw, sehrijven schier nooit ir 't Fransch, maar steeds in 't Latijn of ir :t Vlaamsch. Men verlieze niet uit 't oo£ dat veel hunner, de vermaarde Brusse laar Marnix van St-Aldegonde ondei meer, edellièden waren. De raakste bewijzen, dat de adel er de hoogere burgerij van Vlaanderen var af het einde der XVIe tôt het einde de) XVile eeuw Vlaamsch waren geblever pn niet enkel « Flamands de cœur... * waren, worden ons door den zeer geleerden Dr A. Stracke S. J. geleverd. Men weet welken grooten roi de jesuieten in bedoeld tijdstip bij ons gespeeld hebben. Zij waren het omzeg-gens alleen, die zich met de opvoeding en het onderwijs der rijke jongelinger belustten. De bij val van hun vele sermoenen was buitengewoon groot, en nochtans : « 't Geheel van de sermoenen die wij jaerlijks inde Neder-Duytsche taek doen, loopt verre boven de vijftier dussent. » (Dr A. Stracke: «Was Vlaanderen altijd tweetalig als nu ») De gegoede standen, daar de rederij-kers geschorst waren of aan 't kwijnen, kenden schier geen ander theater dan dat der jesuieten, dat in de XV1I-XVI1] eeuwen hoofdzakelijk Vlaamsch was, Pater Stracke haalt aan, dat van af 161C tôt en met 1762 — binst anderhalve eeuw ! — Bruggc eollege) zoover als we weten. één enkel Fransc h stukje heeft geleverd. en dan nog wel een kleintje ! — Al d« prijsuitdeelen op 3 Latijnsche uitzonde-ringen na, zijn Vlaamsch. Mechelen — aldus Pater Stracke - levert 56 stukker waaronder ten hoogste 5 Fransche worden vermeld, en slechts 13 Latijnsche 32 zijn Vlaamsch. Te Gentis het niet anders : op 150 op gevoerde tooneelspelen waren er 9( Vlaamsche, 50 Latijnsche, 4 Fransche Te Brussel, de zetel der regeering, d< verzamelplaats van den Vlaamschen er den Waalschen adel, de meest ver franschte stad der Nederlanden : « Di sodaliteiten door de Paters bestierd treden altijd op met Vlaamsche stukken» Als men nu in acht neemt het fei door Pirenne zelf bevestigd, dut di Paters zoowel als hun leerlingen totdei ( adel en de hoogere burgerij behoorder t (Pirenne Histoire IV blz 367), dan is he klaar als een klontje, dat deze standei t noch te Brugge, noch te Gent. noch zelf ! te Brussel, het Nederlandsch onze moe dertaal, verzaakt hadden. In de 18e eeuw is er geen enkel lan in Europa, dat vrij bleef van Fransche ; iavloed. Veltaire, Reusseau, Didert J, worden overal gelezen. Onze keizer j Jozef II staat bekend als een groot be- | wonderaar der Fransche 18 eeuwsche I wijsgeeren. De eeuw der Verliehting was een nacht voor Vlaanderen. Zoowel op economisch als op verstandelijk gebied was het een tijdperk van verval. Men weet dat gedurende 150 jaar geen enkel noemenswaard Vlaamsch schrijver te vinden was, die zijn volk zou opbeuren en het herinneren aan zijn zelfwaarde. Zoo is het uit te leggen, dat de Fransche literatuur die in de 18e eeuw zoo 'n groote vlucht nam, dat haar licht aile andere letterkunden in de schaduw i stelde, te Brussel het eenig geestes-voedsel werd voor ontwikkelde lieden. i De jammerkreet van den Brusselschen advokaat Verlooy schijnt aan te duiden ! dat de verfransching toen voor het eerst, alhoewel in zeer beperkten kring, in zijn stad begon te woekeren : s « ... daar zijn er die vermeyd zijn ; Vlaemsch te spreken, in gezelschap oft ! op straet ; andere die 't alwillens kwalijk spreken om in 't frans te schijnen opge-bracht te zijn, die g'in d'herbergen en kaffehuyzen hertnekkigzulthooren frans [ hakkelen, zonder eens in hunne belem-t mering naer 't vlaemsch te willen kee-ren... » Maar, als Lod. de Raet in zijn stan-î daardwerk : « ©ver Vlaamsche Volks-kracht », zegt : « buiten deze opper-, vlakkige verfransching van enkele Brus-selaars blijft ailes Vlaamsch ». Het staat dus historisch vast., dat tôt het einde der XVIlIe eeuw, ons Vlaamsche volk Vlaamsch was en niets anders. Met het oog op de door Pirenne aange-haalde feiten kunnen wemet'n zweempje ^ zelfgenoegelijkheid zeggen : « Gewikt, gewogen en, [ te licht bevonden » ! * ♦ * ' Het zou ons te ver leiden, nevens de 1 aangehaalde bewijzen van letterkundi-gen aard die wel als de meest doorslaan-1 de kunnen doorgaan, even zooveel andere 1 Tan staatkundigen aard opeen te stape-; len. Volstaan zal het, aan te stippen dat, ! tôt aan onze aanhechting bij brankrijk inl795,al onze staatkundige instellingen door en door Vlaamsch bleven. Buiten enkele middenbesturen die 1 steeds in de handen van vreemdelingen ' berustten, en waaruit overigens nooit verdrukking van't Nederlandsch uitging, zijn aile plaatselijke besturen Vlaamsch. Professor Pirenne erkent ten anderen, dat de besturen te Gent, te Antwerpen, te Brugge, te Brussel, de Raad van i Vlaanderen, de Raad van Brabant enkel i Vlaamsch waren. In een voetnota haalt hoogleeraar Pirenne aan dat « Le Conseil de Brabant en 1651, réprimande le ! magistrat de Bruxelles qui lui a envoyé un rapport en français » (Pirenne. Histoire IV). Zoo voorvalletjes waren dus i toendertijd nog niet gebruikelijk ! 1 Hoe minister de Broqueville tôt de tweetaligheid (in den zin van taalver-menging), èn van Vlaanderen èn van Wallonië, besluiten kan, uit-het feit dat de enkele hierboven bedoelde midden-i besturen niet uitsluitelijk Vlaamsch j waren, en dat de Graven van Vlaande- j ren, de Hertogen van Brabant en de Prinsbisschoppen van Luik over Vlaam- | sche en tevens over Waalsche gewesten , regeerden... daar verliezen we ons latijn bij ! | Onmiddelijk na de inlijving van ons land bij Frankrijk was de Fransche taal ! aan aile gemeentelijke en plaatselijke besturen, alsook aan aile rechtbanken opgedrongen en opgelegd. Meest aile 1 1 ambten werden daarbij aan Franschen ' toevertrouwd, zegt Prof. Pirenne. * * * Het is ongelegen tegenwoordig in te gaan, op de droevige gebeurtenissen die j Vlaanderen seder t dien een rouwmantel hebben omv\ oven. Het is ook wellicht overbodig, want aile stambewuste V!a-mingen kennen deze jammere zaken als hun catechismus. Ailes wat er eens met nadruk diende gezegd, is gezegd. We ! ; hebben het onpartijdiggedaaji, met ver-pletterendé historische feiten op te dis-schen, die in al hun onweerlegbaarheid [ vooralsnog tegenbetoogd moeten worden ! i Deze geschiedkundige vaststellingen, , welke wij uit aile vertrouwbaarste bron-nen hebben geput en die we desverlangd t gerust kunnen aanvullen, hebben uit de } diepte der waarheid tôt aile Belgische l Vaderlanders gesproken,opdat zij Vlaan-! deren geen « gemengdheid » of tweeta-t ligheid of schijnrecht verleenen zouden, , maar Vlaanderens recht d. i. Vlaande-g rens Vlaamschheid ! Dat men acht geve op de stem der ge-schiedenis die verzet aanteekent tegen i den huidigen toestand van zaken en die n haar uiting vindt in de kranige woorden ,t van den hooggeleerden Prof. De Vreeze: « Vlaanderen is alti jd Vlaamsch geweest!» Ziedaar de waarheid van 't verleden, Ziedaïvr de hoop der toekomst! * Môcht Minister de Broqueville over-ivegen en mocht hij eindelijk woorden »laan die daden zijn ! MILES I1ISTORICUS. KANADA HALIFAX DOOR EENE 0MTPL0FFING HALF VERNSELD New-York 6 Dec. — Halifax werd door îene ontploffing half vernield. Erzijn honderden dooden en duizen- len gekwetsten. — De boodschap van voorziHer Wiisôn aan het Senaat New-York, 5 Dec. — In zijne boodschap aan het Senaat drukt voorzitter VVilson opnieuw het besluituit Duitsch-land te verpletteren, ten einde aan de wereld den vrede te schenken. Het stelt aan het kongres ook voor den oorlog te verklaren aan Oostenrijk. Ziehier de voornaamste punten van zijne boodschap : 1. De Amerikanen zijn vereenigd om den oorlog te winnen. Zij zijn diep ver-ontwaardigd tegen dezen die eenen ver-zoeningsvrede wenschen. 2. De duitsche regeering met zijne be-dreiging van kuiperij en macht moet verpletterd worden en indien zij niet volledig kan vernield worden, moet zij ten minste uit den bond der natiën ge-sloten worden, 3. Wanneer Duitschland zal overwon-nen zijn en men den vrede zal kunnen bespreken, zullen de verbandenen aan aile natiën recht laten wedervaren. 4. De eerste taak is den oorlog te winnen en niets zal Amerika van dit doel afwenden. 5. De Amerikanen aanzien den oorlog als gewonnen w~anneer het Duitsch volk door bemiddeling van bemachtigde ver-tegenwoordigers, verklaren bereid te zijn een akkoord te sluiten, ^esteund op het recht en op de herstellingder schade door zijne regeering berokkend. 6. De vrede moet niet alleen de be-zette landen bevrijden maar ook de vol-keren van Oostenrijk-Hongarie, de Balkans en Turkeye, van het juk van het Pruisisch militarisme. 7. De oorlogsmisbruiken moeten her-eteld worden. 67 milliards en half voor den oorlog Een oorlogsbudget van 67.521.689.695 fr. zal aan het congres voorgesteld worden. Deze som zal besteed worden als volgt : meer dan een millard dollars voor ien vliegdienst; 875.866.000 voor den op-bouw van vliegtuigen;' 533.289.120 voor moteurs en 77.479.000 voor de bewape- aing der vliegers. —— — Laalsîe opcieele berichieo Fransch front PARUS, S Dec., 15 u. Onze ronden hebben gsvangenen gemaakt :en Z. van St. Quentin, ten N. van Allies en n den Elzas. Rechis van de Maas hebben onze batte-Ijen doelmatig de vljandige artillerie beant-woord op het front Louveaunont-Bezonvaux. Een verrassende aanval werd afgeslagen en N. van Bezonvaux. Een andere duitsche poglng werd afgesla* jen in de stieek van Largatzen. P&RIJS. 6 Dec. 23 u. Artilleriebedrijvigheid rechis van de Maas m In de streek van Beaumonren den Hoogen ilzas. Engelsch frent LCHDEN, 6 Dec. 15 u. In den nacht van 4 tôt 5 hebben enze troe-len die dsn uitsprong bezetten gevorntd door le steiiingen cm Nayelles en op Scheide en iet bosch van Bourbon iichtjes hunne lljnen schteruit getrokken ten Z.-W. van dit dorp. De bewerking werd met bijval uitgevoerd :onder tusschenkomst van den vijand die de >ndernervting niet schljntopgemerkttehebben. Wij hebben stelselmatig, voor den aftocht, jnze versterklngswerken vernield. Nieuwe Duitsche aanvallen werden afgeslagen om La Vacquerie. Het gevecht werd jedurende den nacht voortgezet. Onze lijn werd Iichtjes vooruitgebracht ten Z.-W. van dit dorp. L0NBEK, 6 Dec. 23 u. Geen verandering In den toestand in de streek van Bourbon. Kleine aanvallen v;erden afgeslagen. De aanvallers ondergingen zwaro verliezen. Ïtal^iiansclï front ROIKE 6 Nov. Het gevecht hernam glsteren met hevig-heid op de viakte van Asiago. Het werd heel den dag voortgezet op de zuidelijke hellingen van den Castelgomberto tôt aan den bergpas van Foza. Tusschen de Tondarecar en da Badenecke stonden de Itallanen wat terrain af maar bijna overal beMaldait zij hunnt lljnen.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Calais van 1914 tot 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes