|Dcrdc jaargang — &ummer 895 Prijs : 5~centîemen mm « « trt « • •»-'* «n rw .crt u. k*- a a m * s u u * * t ~jf Zondag 4 November 1917 ONS VADERLAND it| Administratie : A. TEMPERE '•Ifukker-Uitgever, 17) ris» de Vie, CALAIS Belgisch dagb^ad versch jnende al de dagen der week PUdactle i J. BAECKELANDT 17, rue Moriet, CALAIS a UI — ' —— de. ABO\'\KM 5' XTESf r maand Belfle 1.50 FrankriJkS.00 ËngelaMd-Hollaad 3.0J1 i> trlmeater « 4LOO » 5.50 >► a.Oll F6® Men schrijve i « On* Vaderland » 17, rue «le Vie, Calai» Eecht door, vrij en vrank voor God er» volk en land rbdactiestukkkn. nibuws te zenocn rue mortet <7 en rue chantilly 73 calai ARO.VKGMGîVT$PRMZ6\ OOB SOLDATES wopk dfltrpn^ 0.25 oeze abonnementen diknen met ninstbns 211*0 î» L 1 V ® ; ^ *1 O NUMMIR6 INEENS AANOEVRAAQD EN OAQSLUK IWVWMWM |f ei* maana ï e**J AAN HETZELrDE ADRES aCÏONDEN TE WORDEN VLAANDEREN EN BELGIE Kr ligt een ernstig gevaar voor België de meening die in vele geesten heerscht t namelijk de vlaamsche beweging or ons land noodlottig of althans on-wenscht is. Hoe dikwijls werden tamschgezinden niet uitgemaakt voor ichte vaderlanders, die de belangen n het land wilden opofferen aan eigen ordeel of eigenzinnige opvattingen. anneer de Vlamingen aan de wet-vende macht hare tusschenkomst oegen in 't belang van hun volk, dan ndelden de regeerders in schijn voor algemeen welzijn De te bekende machtspreuk : « Wallons, amands ne sont que des prénoms, ilges est notre nom de famille » werd jemeen gebruikt, Vlaamsch en belgisch belang werden odoende — niet door de vlaamsch-zinden, doch door hunne tegenstrevers voorg^steld als tegenstrijdig met kander ; #' Wie ziet niet onmiddellijk dat er in e beweerde tegenstelling tusschen aamsch en belgisch belang een ernstig vaar ligt, niet voor Vlaairderen doch ar België ? De Vlamingen zouden zoo-lende gesteld worden voor eene keuze le onmogelijk is, en waarin hun bloed i de natuur — met reden — het luidst [iuden spreken. \Vij hebben ten anderc e gevolgen dier onvoorzichtige en vaille. voorstelling onzer nationale belan- m reeds te betreuren, * 4 * Zoo menigwerf reeds werd het uiteen-idaan — en die waarheid schijnt toch 0 eenvoudig dat men zou beginnen 'ijfelen aan de goede trouw van wie is bekampen — dat België enkel groot 'voorspoedig kan zij*n door een groot 1 voorspoedig Vlaanderen naast een oot en voorspoedig Wallonie, dat beide ndsdeelen moeten ontwikkeld ieder ilgens zijn eigen aard, dat de schoon-iid van ons land ligt in de verscheidene hoonheid zijner twee rassen en niet in ; opgedrongene eentonigheid van een eemde beschaving,datBelgië bijgevolg sts te winnen heeft bij het verbasteren ii het vlaamsche volk, doch integen-;«1 veel te verliezen. Het belgisch be-% bestaat uit de evenredigei>elangen niet alleen stoffelijke maar ook geeste-ke —. van vlaamsche en waalsche [volking. Ailes wat tôt de heropleving, s vrije ontplooiing, tôt de vervlaam-ihing dus van 't vlaamsche volk kan 'jdragen, ligt in de lijn van t belgisch elang. Vlaamsch en belgisch belang 'jn dus geenszins tegenstrijdig doch komen op eenzelfde punt uit, Wie onze vlaamsche belangen schaadt, schaadt ook de belgische, want een verminkt Vlaanderen brengt noodzakelijkervvijze een verminkt België meê. * + * Daaruit volgt dat de Vlaamsche Beweging voor België geenszins schadelijk is noch ongewenscht, doch integendeel zeer nuttig en wenschelijk, ja zelfs nood-zakelijk, — dat die beweging bijgevolg, in 't belang van 't land, niet mag tegen-gewerkt,doch integendeel moetgeholpen worden en aangemoedigd. België kan niet groot zijn zonder den voiledigen opbloei zijner beide rassen ; Vlaanderen kan niet bloeien zonder de Vlaamsche Beweging ; bijgevolg kan België niet g root zijn zonder Vlaamsche Beweging. Daaruit volgt dat wie aan Vlaamsche Beweging doet geen slecht vadeflander is doch integendeel zeer nuttig vader-landsch-belgisch werk verricht, en dat hij bijgevolg hierom niet moet verdacht noch gestraft worden, doch eerder ge-straft en beloond. Daaruit volgt dat een Vlaming die niet vlaamschgezind is, die onverschillig is voor de beweging, of meer nog, die do.or zijn eigen verfransching de vervlaam-sching van zijn volk belemmert, een slecht vaderlander is; — en dat een Belg die de Vlaamsche Beweging bewust tegenwerkt en belastert, anti-vader-landsch werk doet. Daaruit volgt dat, in 't belang van het land zelve, van Sien heerschenden oor-logstoestand niet mag worden misbruik ffemaakt om aile uiting- van vlaamsch O ~ leven en vlaamsche gedachte op wille-keurige en kleingeestige wijze te onder-drukken.Daaruit volgt dat de vlaamsche kwestie van het hoogste belang is voor België, omdat zij de levenskwestie is van het grootste gedeelte van België's bevolking, — van hooger en dringender belang dan drankbestrijding of vergoeding der oor-logsschade, en dat het bijgevolg voor België hoogst en dringend noodig is dat die kwestie eens ernstig bij de horens worde gegrepen, met de oprechte bedoe-ling er eene ware, volledige oplossing aan te geven in al hare veelzijdige ver-takkingen, niet volgens de opvattingen van niet-Vlamingen ofvan ontvlaamschte Vlamingen, doch volgens den raad en den wil onzer vlaamsche voormannen, zonder zich te laten afschrikken door de gevolgen die er logisch voor personen, inrichtingen en toestanden uit k^innen voortvloeien. Dat is ware vaderlandsliefde. Heldere begrippen zijn noodig voor 's lands welzijn, en în deze gelijk in aile andere moeilijke vraagstukken, is het alleen de waarheid die ons kan bevrijden. Dat men haar dus late schijnen. VINDEX. —. — De toestand in Eusland Petrograd door hongersnood bedreigd De burgemeester van Petrograd heeft per plakbrief doen uitplakken dat de provincie geen bloem meer leveren wil âan de hoofdstad, zoodat Petrograd ernstig met hongersnood bedreigd is. Terzelfdertijd maande hij de bevolking aan. tôt kalmte, want wanordelijkheden zouden den toestand îiog verslechten. Kerensky in een moeilijken toestand Kerensky is steeds in een moeilijken toestand. Men verwijt hem geen prak-tische maatregelen getroffen te hebben. Men heeit echter geen enkel persoon in 't oog die de plaats van Kerensky zou kunnen overnemen. AAN T BROGSCH BELFORT Nochtans mag ik zeggen : ik heb ei gezîen torens en dat îk er schoone machtîge, hooge en onoverwinnelijke gezien heb. En het waren er uitgelezene uît het eenmaal kristenste land dei aai'de, de prachtigste van 't oude kristene Frankrijk. 'De wonderste van Frankrijk En het wil wat zeggen. .Ta het wil wa1 zeggen U gezien te hebben, o torens van Amiens, mirakels der oude gothiek, ge-laden met schoonheid als met heiligheid als met een last van eeuwen, doorkor-ven van schoonheid, doorbrand van de schoonheid, doorstoken van de schoonheid, en U o torens van Rouanen, bergeri van beelden en bloemen en harmonien, lied tôt den oneindig hoogen God des hemels,U spitse metalen naald die spiesl door mist en regen naar het zénith, en Sint-Ouen en St-Maclou, en al de torens van Parijs, den Eifel, die de koning is der moderne torens, en die van Nôtre-Dame, die rein zijn en heilig, en konink-lijk, en onherhaalbaar en volledig, en de torens van zooveel ander schoonheid tei wereld, want in mijn geest zie ik U nog. als op een achterplan van karmozijn en gond al onze vlaamsche tempel- en halle-tinnen gloeien — en ik zi» in verbeelding al de torens, al de mogelijke der wereld, gesehapen in werkelijkheid of in fanta-sie, al de koepels, al de spitsen en pina-kels, al de torens en tinnen en dômes en belforten der bekende aarde waarondei St-Pieter van Rome, als een groote kroon gloeit, en de Aya Sofia met blauw en gouel en violet in 't avondlicht, en die van Grenoda zengend in zonnegoud, oi van Bagdad tegen elen disk eener vuur-roode maan, en die van Wagner's Mont-salvat waarin duizende klokken jubeler om een heiligen middernaclit en die var Chartres, en de koninklijke van Reims de roemrljkate van Frankenland, en ool die van Keulen die spiegelen in der romantischen Rhijn, reusachtig, volko men, en die van St-Stephaan van Weenen en die van Venelie, en de ridderlijke vai Warschow en de van solfer doorgloeidi groene koepels van 't heilig Moskow — ah ! het wil %vat zeggen. Maar geen is er — geen, zelfs niet di Lieve Vrouw van Antwerpe'n, de rijzigi ragfijnc, sierlijk, als een geyser hemel hoog opspui tende Antwerpsche toren is mij, is ons,U waard oude nobele reus oude plompe reus, oude krachtige, oudi grijze, soliede, dappere, onwegweerbare onvermoeide, sobere, eeuwige, Brugschi Belforttoren. En het is niet de melodi sche rijkheid uwer klokken die galmei door de van fijn-groen rillende mei linden tusschen de gevels van oud< vlaamsche huizen, en over burcht er markt — het is — o laat het me zeggei vrijmoedig, niet enkel dat, niet om uv schoonheid, omdat ge een lijn en worj hebt zonder weerga, het is hierom omda ge de onze zijt en sehoon zijt, van on: eigen schoonheid geboren, kind geborei van onze gemeenschap, maaksel onze: handen,scheppingvan ons genie, getuigf van ons bloed, van onze trouw, van onz( kracht, sinds nu zooveel en zoolang d< plechtige grijze héraut onzer vlaamschi vrijheid over'.t-wereldplein, zijnde geer godsdienstig symbool, maar een civie hymne, een hyme van den voiler en var den wever en van de vrouw uit ele buurt docli zijnde geen neutraal, geen toonloos en onbestaand en onmogelijk en on-natuurlijke uiting — maar een civie hymne vol geloof en vol deemoed vooi den God van onzen grijzen, onmetelijken mysterieuzen hemel, zijncle een harmo-nieus beeld — niet kerkelijk dus, niel wereldsch dus — maar allebei als de volksziel, trillende wijd-menschelijke synthesis in God; dragende de religie ir uw steenen, druipend uit uw flanken ze dragend omhoog, zonder opzet, on-gewild, zoo zijt ge ons — o belfort — het aloude wonderkind onzer vlaamsche gekerstende levenskrachten. Want door deze uwe roepiug en u\\ ; kenmerk — te zijn onze toren —• alleer zijt ge volmaakt een meesterstuk, en uv, basis en uw kroon, uwe galmgaten, ^er uw flanken, uw wekkerspel, en uw kleee; van grijze ruwe steenen, bedekt met eer sneeuw en stof van oude tijden en om-dwaald met de nevels van zee en dam-pend land, omvlogen met de meeuwer onzer verlangens en onzer verre droomer: zijt ge het volmaaktst bouwkundig, he' volmaaktst rythmisch en ^olmaakts esthetisch beeld onzer vlaamsche ver voering. K. OLDALV. . Herîiing wordt kanseller Parijs 2 Nov. — Men seint uit Zuricl dat volgens de « Gazette van Frankfort j graaf lîerlling gisteron in eenç ontvangs bij den keizer, aan dezen laatste ver klaarde het kanselierschap teaanveerden DE yiJAND VERLAAT VERSCHEIDENE DORPEK OP DE AISNE Laaisîc ojjicieele berichten Fransch front Parijs, 2 Nov., 15 u. l'en A. van de Aisne artilleriebedrijvig-heul. Wij verspreidden vijandige detache-menten die trachtten onze \lijnen te over-rojnpelen in de streek van Lhevreux. I ijandige verrassende aanvallen lever-den geen uitslagen op. Links van de Maas ontmoetingen van ronden. Wij maakten gevangenen. Parijs, 2 Nov., 23 u. De gevolgen van de overwinning van Malmaison doen zich reeds gevoelen. De vijand werd ten gevolge van de hevigt drukking gedwongen den Damenweg te verlaten waaraanhijzich sedertzes maan-den op een front van 20 km. vastklampte. Onze troepen zctkken de Noorderhellin-gen van den Damenweg af en bezetten de Du/tsche stellingen op eene diepte diesoms 1 km. overtreft. De dorpen Cerny-en-Laonnais, Ailles en Chevreux zijn in onze handen. Onze ronden in voeling blijvende met den vijand hebben Ailleïtes bereikt tusschen Braye-en-Laonnais. Engelsch front Londen 2 Nov., 15 u. De ondergeschikte krijgsbewerkingen door ons geclurende den laatsten nacht uitgevoerel ten Z. en ten W. van Pas-séhendaele en ten Z. van Poelcapelle lieten ons toe onze stellingen in dit dorp te verbeteren en gevangenen te maken. Verrassende vijandige aanvallen werden uitgevoerd ten O. van Vermelles. De vijand onderging zware verliezen. De vijandige artillerie was zeerbedrij-vig ten O. van Yper. Londen 2 Nov., 23 u. De eluitsche batterijen waren bedrijvi-ger dan naar gewoonte in den omtrek van elen ijzerweg Yper-Siaden. Onze artilleriebeeîrijvig houdt aan. Niets bijzonder te seinen. Itaîiaansch front Rome 2 Nov. De vijandige ronden die verkenningen deden ten N. van de rivier werden door onze machiengeweren teruggeslagen. Geen belangrijke gebeurtetenissen te seinen. HET VIJANDIG OFFENSIEF OP HET ITALIAANSCH FRONT \ « De vijand doet nog vooruit-gangl Ilet duitsch legerbericht van 30 Oct. i zegt eenvoudig : Wij gaan vooruit in Italie. Dit van 31n bepaalt zich met te , zeggen dat de beweging van hetl5e leger î zich ontwikkelt in overeenstemming met ; de plannen van den opperstaf. Het oostenrijksch legerbericht is beter bepaald en luidt als volgt: De verbonden J legers van aartshertog Eugeen vorderen 3 in de bergen van den boven-Tagliamento en in de vlakte van Venetie. Naar naelere bijzonderheden te oor-] deelen ga^n Duitschers en Oostenrijkers vooral vooruit in de streek van den J boven-Tagliam.ento. Zulks is tebegrijpen daar het offensief sedert de eerste dagen in eleze richtinnf treschiedde. i ° 6 Het springt in 't oog# dat de duitsch-, oostenrijksche legers trachten den Tag-, liamento te overschrijden ten N., met t het doel den italiaanschen wederstand op deze rivier onmogelijk te maken. i Het legerbericht van generaal Cadorna \ bepaalt de punten waar het peerdenvolk s den vijand tracht te weerhouden. Het i voegt er echter niet bij dat de vijand tôt nu toe belet werd de rivier over te trek-> ken. Het kan dus heel wel gebeuren dat • de nieuwe lijn, waarover het italiaansch : legerbericht spreekt, gelegen is aan de Piave, misschien zelfs verder aan de i Aelige. ' In het eerste geval ware gansch de 1 provincie Udine, alsmede een deel van i de provincie Bellune, links van de Piave, 1 in de handen des vijands gelaten. ' Wat er ook gebeure, men mag ver-zekerd zijn dat het italiaansch leger zich niet ontplooit ten gevolge der vijandige 1 drukking, maar een strategische aftocht ' uitvoert op nieuwe stellingen, waar het zal kunnen weerstaan en een krachtig tegenoffensief uitvoeren. Intusschen ; kunnen de verbondenen in Italie reeds stelling genomen hebben. De verbonden legers worden met geestdrift door de Italianen verwacht. Aankomst van Franschèn en Engelschen Tribune de Geneve : Rome 31 Oct. — Franschèn en Engelschen, voorzien van oorlogsmateriàal, zijlî in de Italiaansche legerstreek aangekomen. ; Rome 1 Nov. — Al de dagbladen be-groeten geestdriftig de aankomst van dç verbonden troepen. De Giornale d'Italia schrijft : De verbondenen hebben begrepen dat over den oorlog zal beslist worden in de vlakten van Frioul thans door de Duitschers, Oostenrijkers, Turken en Bulga-ren overweldigd. De verbonden legers zijn op deze slagvelden met onze troepen de toekomst der werelddemokratie komen verdedigen. De Secolo schrijft : Wij begroeten de i Franschèn soldaten, van dit edel Frank-> rijk, dat, na hetgemartelde België, zijn l grondgebied zag overweleligen, dorpen en steelen venvoisten, maar die zich wisten te offeréil en den vijand in be- dwang te houden geclurende drie jaren, die soldaten die den vijand reeds zulke bloedige nederlagen hebben toegebracht. Het ééne front Rome 1 Nov. — Het Duitsch legerbericht seint gevechten in de pleinen van de Tagliamento. Het aantal krijgsgevangenen overtreft de 120.000 zegt de vijand. 1000 kanonnen werden buitgemaakt. (Dit aantal moet sinds dien nog ver-hoogd zijn.) De vijand zakt af in de richting Noord-Zuid terwijl andere vijandige legers de richting inslaan van het O. naar het W. De tegenstand der Italianen zal de verbondenen toelaten hulp aan te brengen. Hebben wij vertrouwen in de tusschen- konist. vnn Frnncplinn An T7nrvolc/->>V>f*r» o De vijandige drukking De Italianen stàan thans aan de Tagliamento op een front van 42 km. tegen-over den vijand.MeertenN.is de toestand slechter. Een vijandige legerberiéht seint dat de rtaliaansche troepen die in aftocht waren in de richting vad het O., afge-sneden zijn. De Duitschers seinen 60.000 nieuwe gevangenen en honderden kanonnen. Dit rnaakt dus een totaal van 180.000 mannen en 1.500 kanonnen. Engelsch - Belgische zegepraal in Afrika In de westelijke streek der koloniën hebben Belgen en Engelschen de duit-sche troepen uit de streek van Mahenge verdreven. Deze trokken achteruit in den omtrek van Mgangira, aan de boorden van de Lumega, ten O. van Mahenge. De vijand liet twee kanonnen achter. ' _ Op 29 October hebben de Engelschen ' Liwale bezet op 122 mijlen ten Z.-W. van Kilwa. Zij maakten 24 Duitschers gevangen. Berichten uit zekere bron melden dat de vijand zware verliezen onderging, tijdens de krijgsbewerkingen in den omtrek van Nyangas. Zonder de gekwet-sten hebben de Duitschers ten minste 53Europeanen en 268 Askaris in dooden, en 241 Europeanen en 677 Askaris in -gevangenen verloren. Duitschland verloor reeds 40 tôt 50 OjO zijner onder-seeërs * ^ olgens de verklaringen van den eer-sten admiraal, heeft Duitschland sedert het begin van den oorlog in de Noordzee 40 tôt 50 0i0 zijner onderzeeërs verloren. Gedurcrfde de laatste vier maanden verloor de vijand zooveel onderzeeërs als binst het verloopen jaar. Maar de Duitschers bouwen er tegen-woordig spoediger nieuwe dan ooit.° Het opbouwen der engelsche trans-portschepen is voor de eerste !) maanden 123 OiO hooger dan voor het zell'de tiid-perk in 1916.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.