Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1192 1
24 november 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 24 November. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/2j6833nw3q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL Nr. 124. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. 24? November 1917 Dichter RENÉ DE CLERCQ te Göttingen Duizend Vlaamsche Soldaten juichen de i ~T \ -a • . • ■% Zondag, 18 Nov. 1917. aanstaande Politieke Scheiding toe. Met bezoek van Dichter René De Clercq De extra-avonden zijn voorbij en weer wordt de stille dagelijksche arbeid hervat. De lichte geestesrc <*s die het eenheidsprinciep was van het meervoudige feestbedrijf dezer dagen, is "verzwonden", en de ongelukkige gôtting-sche kronijkschrijver staat in zijn vernuchtering vooi een onsamenhangende reeks opvoeringen, uitvoeringen, rtde-voeringen en vervoeringen die hij maar moet tracht *n weer aaneen te snoeren ! De tyrannieke lezer wil z'i. verslagje... We hadden dus de eer in onze Houten City te mogen outhalen : Dichter Eené De Clercq en zijn collega aan de "Toorts", den heer Edg. Rietjens. Het appel was pas gedaan toen het geschiedde: de langverbeide verschijning aan 't Minnebrugje, vôôr de Noorderpoort van 't kamp —• de Dichter, zooals Hij ons door het beeld werd voorgesteld, zooals wij hem zoo gaarne zagen vôor den oorlog, een gestalte als die van een profeet... Voorwaar hij is het, voor ons volk, bij uitnemendheid, — een van die uitverkorenen die de Romei-nen noemden vates, dat is : Zanger en Ziener. De jongens weten het en 't is voor hen een nieuwe groote blijheid in hun leven den sterken stoeren Vlaamschen leider te zien; met een bijna kinderlijke genegen-heid loopen zij hem te gemoet, zwaaien de mutsen en sehreeuwen hoera. Officieren, onderofficieren en soldaten omringen de bezoekers, en immer deinen van rechts en van links, van achteren en van voren, nieuwe drommen aan : rmikkers uit het kamp, makkers nit de kommando's in de stad en op den buiten, makkers afgevaardigden uit de andere kampen : honderde en honderde Vlaamsche jongens. Ze hebben gestaan te Luik. Ze hebben gestaan vôôr Antwerpen. Ze hebben gestaan aan den IJzer. Ieder van hen heeft een Vlaamschen kameraad aan zijn zijde zien vallen... Straks zullen ze zingen, na den Vlaamschen Leeuw, het Wilhelmuslied, het tweede nationaal lied van het Vlaamsche Vaderland : Voor God wil ik belijden En zijne groote macht, Dat ik te geener tijden Den koning heb veracht : Dan, dat ik God den Heere, De hoogste Mujesteit, Moest boven ailes eeren In de gerechtigheid. Die sfrophe bevat heel de geschiedenis van hun Jong--Vlaamsche wording. Straks zal de Dichter hun in zijn eigen mooie taal een paraphrase geven van dit ver* in de geschiedenis van zijn wedervaren in Holland tijdens de eerste oorlogsmaanden. Bij de een en gebeurde vroeger dan bij de anderen ; maar het processus is bi allen hetzelfde geweest. Vandaar dit innige samenvoelen, deze diepe sympathie die bezoekers uit Vlaanderen en bezoehten in Duitsch-land voor eenige dagen gemaakt heeft tôt leden van eenzelfde belijdende gemeente. Maar laten we thans het vervolg der feestelijkheden herdenken : Zondag, 10 1/ï u. In de kapel van 't kamp, Plechtige Hoogmis, gecelebreerd door den E. H. Aalmoezenier Van Bergen, — gezongen onder leiding van D. Heffinck door een vierstemmig koor, met begeleiding van orkest Te 11 '/j u. Vergadering in open lucht v66r den Schouwburg. De h. Luitenant P. Van Rossem begroet René De Clercq, in naam van de krijgsgevangenen uit Gottingen. De Dichter brengt aan Gottingen den groet over van de leiders en strijders in Vlaanderen. Te 3 u. Plechtige vergadering in de groote Concertzaal-Het VI. Orkest speelt Tinel's marsch "Klokke Roeland"-Na een krachtig "Groeninghe", door al de aanwezigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes