Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1063 1
15 september 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 15 September. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/tt4fn1224f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL. Nr. 29. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krygsgevangenen. 15? Septbr.l91ï Uit oude waarheden. Ylaanderen, na 1830, geleek wel op een huis van den dood. De wassen kaars spookte met heur nare licht. Aile vensters op hetzonnig leven waren dichtgevallen. De gretige lykbidders ston-den gereed om te melden dat die bloedarme, sukkelachtige, stamelende, tandelooze grysaard ,, Ylaanderen" nu toch aan uitputting was overleden. Yoor een passend doodsbericht zou wel gezorgd 1 T~\ • ^ ^ I worden. Daarin zou gedrukt ataan dat de gestorven grysaard eens groot en edel was geweest, dat hy vroeger tôt de wereld gebiedend sprak, dat legers hem „zege" toe-jubelden en vreemde vloten binnenvoeren in zyne havens, hem uit aile landen schatten brengend en met schatten van hier naar elders zeilend. Maar zy die het lyk zouden volgen en uit beroepsplicht de hoeken yan het baarkleed zouden vasthouden zouden alsdan ge-mompeld hebben : „Zyn mantel was reeds lang versleten. Hy was maar een spotkoning meer ongeveer gelyk de ko-ning der joden in het hof van Pilatus". Als laatste vaarwel konden de verzen gediend hebben uit de eerste ^Brabançonne" : Dormez en paix, loin de l'orange Sous l'arbre de la liberté. /"N 1-1 X *1 _ Geen geschikter treurwilg immers dan deze vryheidsboom. Toen kwam een twintigjarige jongeling aan het huis en hy zei: „de grysaard daarbinnen slaapt enkel", en onder spotgelach ging hy by het ziek-bed. Een jongeling was het, die ook vroeger zie-kelyk was, wiens wieg was omfladderd geweest met moedervertellingen over een hoogen, diepen hemel daarboven, met vaderverhalen over wyde zeetochten. Stilaan had hy vast leeren gaan en lezen in avonturenboeken en in het boek der natuur. „God en natuur dit waren zyn leermeesters". Hy had gewoond in het huis getimmerd uit een oud zeeschip en met oude boeken op een zolder vele uren geleefd. Hem had vroeg wee het hart gescheurd. Yernedering maakte hem schuchter maar de kreet „vryheid" bedwelmde hem. Naar de wapens had hy gegrepen en hy zag kruit-en morgendamp boven de vlaamsche vlakten dryven. Hy had reeds veel gedroomd en gehandeld, had eene wondere verbeelding en een iong, onbe- zoedeld, zuiver, gevoehg hart. Conscience stond by Vlaan-derens bed. De vensters rukte hy open. Lucht stroomde bin-nen. De oude portretten wer-den van hun floers ontdaan. Door vizioenen werd de grysaard uit zyn slaap gewekt en vooral door het heerlykste droombeeld voor hem denk-baar : den zegeroem van elfden juli 1302. „Het licht scheen in de duisternis..." en deze begrepen gedeeltelyk. Licht en duister zouden van dit oogenblik af in Ylaanderens lucht hunnen nu nog niet uit-gestreden kamp beginnen. De „Leeuw van Ylaanderen" had gebruld en de woestyn sprong op. De grysaard ontwaakte en rees op uit zyn doodenslaap : daar viel de doodenkaars om en doofde uit en de wachtende lykbidders vluchtten weg zoo-als de Romeinsche soldaten weleer toen de Leeuw van Juda zegepralend uit zyn graf verrees. De genezing was nog niet inge-treden maar hetonmiddelyk doodsgevaar was voor-by. Geheel het land, hoe diep het ook verbasterd was ontstelde by het lezen der begeesterende Ilias van Vlaanderen. Ieder jongeling bruischt het in het lyf als hy voor de eerste maal het epos van het klauwaardsvolk leest en zoo Conscience nog onder ons wandelt en spreekt is het vooral door zyn „Leeuw van Ylaanderen". Hierin had ons volk zyn grooten geschiedkundigen roman en wat men hem ook te laste legge, hy kan gerust Till Eulenspiegel-Bronne in Brunswyk.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes