Schild en vriend: orgaan van den Westvlaamschen Kring van Gent

979 0
01 juli 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 01 Juli. Schild en vriend: orgaan van den Westvlaamschen Kring van Gent. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/kp7tm73q5m/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Derde Jaarçang INr Prijs per nummer : 15 centiemen Juli 1914 Schild en Vriend Orgaan van den Westvlaamschen Kring van Gei Verscliiînt de lsten Zondasr van iedere maand Ht Ht- IWV. | —(iiurr I Abonnementsprijs : Bijdragen, Inlasschingen en Aankondigingen te sturen aan : Prijs der aaïlkoncliginçjen 1 .SO fr. 's jaars Edjr. Quickc, Mirystraat, 25, (ient volgens overeenkomst | Aaf)gjet)aa£r) Wafceffcoclifcje I Jn op de zoo schoone, liefkronkelende Leie naar ?£ i DEURLE | op ZONDAG, 5« JULI I 9 14 i W. met den prachtigen stoomer « DE KNAPPE » 2* P Prijs voor hefc Lusttochtje : Heen en terug 1 frank | ^ Kinderen beneden de i 2 jaar, betalen halve prijs ^jj Vertrek om 12 uur 's middags, aan het Justiciepaleis (Lindelei). De achterblijvers kunnen nog inschepen aan den overzet, Zwemplaats ^ D'Hossche (einde Nieuwe Wandeling) om 12 1/2 's namiddags ^ Bezoek aan het prachtig middeleeuwsch slot van Hooidonk jp || het schoonste kasteel van geheel VlaaDderen | Luisterrijk Veldbal 1 Een uitgelezen muziekkorps zal het tochtje medemaken % HerinschepiDg aan de Nieuwebrug te Deurle om 6 nur stipt Îl P Allen mede met familieleden, vrienden en kennissen. S || Dat niemand ontbreke ! j|j lk WÊT N. B. De leden doen het tochtje gratis mede, ÏÏ) ^ op vertoon hunner Lidkaart % Breydel tegen Leroux Gereed tôt den aanval stonden ze daar de twee geduchte kampioenen met tusschen de schouders gebukte hootden, flikkerende oogen en op elkander geperste tanden en lippen en stormden op het gegeven woord als twee razenden op elkander aan. Een zware vuistslag die van weerszijden hunne borst trof, — zooals de hamer op 't aambeeld, — deed hen duizelend wankelen en deed nog meer hunne wederkeerige woede ontvlammen. Een somber geloei kwam met hunnen adem uit hunne keel en ze sloegen hunne armen als twee ijzeren gordels om elkander heen. Nu trachte elk zijn tegenstaander met geweld te doen bukken ; armen, beenen, dijen, al de lidmaten huns lichaams schenen alzonderlijke krachten te hebben, want al deze deelen wrongen zich aizonderlijk tegeneen, en meer-maals zuchtten de strijders door die pijnlijke nijpingen, welke hun die zwoegende wendingen veroorzaakten. Het vuur der razernij glom op hunne brandende wezenstrekken en 't wit hunner oogen was als met roode bloedaders door-trokken.Ech.er gelukte er geen van beiden in, zijn tegenstrever van plaats te doen veranderen ; men zou gemeend hebben dat hunne voeten geworteld waren in den grond die zij drukten. De aders lagen gelijk koorden op de armen van Breydel, zoozeer waren zij gezwollen. Dampend zweet liep van de wangen der worstelaars, terwijl hun adem kort en brandend werd. Men zag hunne boezems sneller op en neer wellen, doch niets hoorde men dan eenige morrende vloeken, tusschen doffe zuchten. Na eenigen tijd elkander zoo genepen en gewrongen te hebben, stak de Franschman zyne voeten achterwaarts, bracht zijne armen om den hais van Breydel en drukte dezes hoofd met zulk een onwederstaanbaar geweld te neder, dat de Vlaming wankelde en voorover helde. Zonder hem den tijd te gunnen zich op te richten en door dit voordeel gesterkt, deed Leroux nog eene krachtige poging en Breydel moest zijne knieën met geweld buigen. « Daar knielt de Leeuw al » riep Leroux, terwijl hij Breydel zulken geweldigen slag op 't hoofd gai, dat het bloed zijn mond ontsprong. Maar die slag zelf had den Franschman Breydel met de eene hand doen loslaten. Op het oogenblik dat hij de vuist ophief om den Vlaming voort te moorden, sprong deze op en week drie stappen achteruit. Snel als de bliksem, vloog hij op den Franschman, en omarmde hem met zulke kracht, dat de ribben in zijn lijf kraakten ; rnaar deze rolde zijne leden als slangen om Breydel's lichaam en dit met eene macht, die door kunde en gewoonte gestaafd was. De jonge Vlaming voelde dat zijne beenen, door de knieën van den Franschman gedrukt, zich bogen en den grond ontgingen. Dit langdurig gevecht, waarin hij voor de eerste maal zijns levens zijnen moed zag falen was hem pijnlijk. Kokend schuim kwam hem op de lippen, hij werd uitzinnig van woede. Eensklaps liet hij den Franschman los en het hoofd tegen de borst gebogen, liep hij tegen hem op. Gelijk het stormram dat tegen een muur beukt, schokte het hoold van Breydel tegen de borst van zijn vijand, zoodat deze wankelend achteruit deinsde en 't bloed hem uit neus en mond vloeide. Eer hij zich van die verrassende stoot herstellen kon, viel de vuist van den Vlaming als een moker op zijn schedel en met een pijnlijke gil viel hij uitgestrekt ter aarde. « Gij hebt de klauw van den Leeuw gevoelt » zuchtte Breydel. A. Menschenrasseii —«0»— Even als de dieren is de mensch niet eensoortig. Onder het menschdom treft men een groot getal verscheidenheden of rassen aan, waarvan de drie voornaamste oneindig van malkander verschillen. Deze drie groote rassen zijn : het Witte of Caucasische, het Gele of Mongolische, en het Zwarte of Ethiopische ras. Het Caucasische tôt hetwelke wij behooren, onderscheidt zich door de schoonheid van den ovaalvorm des hoofds. Uit hen zijn de beschaafdste volkeren voortgesproten, alsmede al de volkeren, die, over het algemeen de anderen hebben beheerscht. Zij verschillen van elkander door de veltint en de kleur van het haar. Het Mongolische is kennelijk aan de vooruit-stekende oogbeenen, zijn platvormig wezen, zijne kleine schuinsch geplaatste oogen, zijne rechte zwarte haren, zijna dunne handen en zijne olijf-kleurige tint. Het heeft de groote keizerrijken van China en Japan gesticht, en meer dan eens heeft het zijne veroveringen tôt over de groote woestijn uitgestrekt. maar bij hen heeft de beschaving in de laatste tijd slechts eenigen vooruitgang gedaan. Het Ethiopische of Negerras heeft eene zwarte tint, kroezelharen, een ineengedrukten schedel en een platten neus. Zijne vooruitspringende mond en zijne dikke lippen doen het eenigszins aan de apen gelijken. De volken tôt dat ras behoorende zijn,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Schild en vriend: orgaan van den Westvlaamschen Kring van Gent behorende tot de categorie Verenigingsbladen. Uitgegeven in Sint-Amandsberg van 1912 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes