KERELSBLAD spreekt U van de Kersis van 't front, van 't Vaderland, zijne verdedigers, zijne verraders. Over te Aktmstefi te Gottingen. Het scliij.nl dat er in België nog al wat bom-basl yerkochl wordt en Borms d'aar vertèlt aan ailen die bel liooren willen, dat Gottingen het brandpunt is der aktivischc beweging. Duizenden onzer jongens zouden er de akti-visten goedkenren en zouden bereid zijn met de wapens in de vuisi hunne gedachten te ver-dedigen.Ik, die nu terug ben in Frankrijk, die de beweging daar heb gëzien,maanden en maanden, die dus weet wat er van is, ik zeg U « Borms, oertelt V kletspraal » ! Will ge het gedacht kennen van een hnnner die regelmatig hunne voordrachten bijwoonde: Mij zei me : Och Rifc, om mille van het smeer, teki de kai den kandeleer ! » .Ta, om een beter commando te krijgen, schenen sommigen met hen te heulen, doch innerlijk zijn ze de gedachte innig loegedaan : « Wrij willen niets van den Duitsch ! Ylaming zijn en blijven \\e,.Duilsch<ie~iiid nooil ! » Weel ge hoeveel er mcegaan en dat nog uit-wendig ? Geen 50. Weel ge, hoe oud 2.) van de kopstukken zijn ? We hebben het eens juist nageteld, 592 jaren samen, dit maakt nog geen 24 jaar ieder! Men spreekt ook van Ylaamsche onicieren. Och arme ! Ik heb er nooit meer dan éénen gezien. I 1s een piepjong oiHter-lie.iilenantje, Van Rossem, en hij... moet nog eenige weken wachten voor-aleer hij meerderjarig is ! Dat is eens klaren wijn schenken, hé ! Rik- Het Jiaamfeesi van den Koning. Wij knippen uit de redevoering van Baron de Broqneville, Belgie's eersle Minisler 't vol-gende : DENXEN WIJ AAN HET BEZETTE LANO. 'I ls eene zware taak, Mijnheeren, die oj) de vei'bondene weegt. Nog eens te meer staan wij voor den Winter. 13e verlenging van dezen strijd zonder voorgaande wekt in onze liarten een berg van smart. Slaar zijn wij bel wel die le klagen hebben'? Indien ooil een g'eval van moedeloosheid onze ziel binnenslôop, het zou voor ons volstaan op onze broeders in het overrompelde land le denken, om aile zwak-heid le verbannen en onze bésluiten te vei sler-ken. Dat l»elgië, dat een marlelaarschap onder-gaat zooals de gesebiedenis er weinig gekeild heeft, komt niet in een smeekende houding voor de besehaalde wereld staan. llel vraagt geen medèlijden, bel eisclil geréchtigheid, en, in stilzwijgen, met bovenmenschelijke krachl-iiispanning, gesteuiid on al de energie van zijn wezen, strijdt het om (lie gerechtiglieid te ver-overen. De Regeering, aan liet hoofd derwdlke ik de gcvaarlijke eer lieb le staan, vertegen-woordigt bovenal een volk dat weerstaat en een léger dal strijdt. Ik durf zeggen dat daarin te vinden is de kraclil zijner woorden en de zakelijke waarde zijner daden. Inde loop der eeuwen liect't ons land menige beproevingeiî onderstaan, maai "t is de eerste maal dat, in een strijd met zijne onderdrukkers, bel geleid wordt door eene nationale en rechtmatige N1' 4 DECEMBER 1917

Er is geen OCR tekst voor deze krant.