28 Jaarj — 109; Goflsfllenst — Buisgszln — ElgeMoa ZoBâag; 12, en Maanflag» 13 Mel 1918 'T VOLK VERSCHIJNT 6 MAAL PER WEEK S CENTIEMEN HET NUMMER Scbeepstonnemaat. Do ruimte en het draagvermogen der schepen worden altijd In tonnen opgegeven; net woord « tonnemaat » schijnt al te stam-men van, de «ton» als wijnvat, daar de oudst gekende manier van het meten der schepen slechts bestond in het tellen der vaten, « tonnen » wijn, die een schip in zijn ru ira kon opnemen Voor de zeevaart bestaan er yerschillende soort « tonnen » ; men spreekt van bruto en netto register ton, van ton draagvermogen, ton waterverplaatsing. Bruto en netto register ton geven de in-houdsgrootte der schepen te kennen, fcerwijl het draagvermogen het te vervoeren gewicht aanduidt; de waterverplaatsing duidt het gewicht van het schip aan, de lading inbe-grepen.De bruto en netto register tonnemaat worden wettelijk voorgeschreven, ten einde de eenzelvigheid der schepen nauwkeurig to kunnen bepalen en om bij het berekenen der rechten, zooais loods-, haven- en dok-geiden een vas ten maatstaf te hebben. Dit meten geschiedt door een ambtenaar en zoowel de bruto als de netto inhoud worden in den meetbrief vermeld. Voor het meten der zeeschepen ia het stel-sel van den Engelschen admiraal Moorsom in aile landen der wereld in gebruik en do eenheidsmaat is de ton hebbende 100 en-gelsche kubiekvoet of 2,83 kubiekmeter. Tôt het berekenen van den bruto inhoud der schepen worden aile ruimten onder het dek of gesloten inrichtingen op het dek gemeten, terwijl voor den netto inhoud slechts de ruimten gerekend worden die tôt hetber-gen der lading of woonst van de passagiers kunnen dienen. Zijn dus aiet bij de netto register tonnemaat en wel bij de bruto register tonnemaat begrepen : de ruimten welke uitsluitend ingericht en bestemd zijn tôt het verblijf van het scheepsvolk en voor het bergen der scheepsbenoodigheden, deze die ingenomen zijn door de stooraketels; machinen en vaste kolenbunkers. De bruto register tonnemaat doet dus de volledige inhoudsgrootte der schepen kennen, terwijl de netto register tonnemaat slechts de bruikbare inhoudsgrootte voor lading en passagiers aanduidt. In sommige landen worden zekere ruimten niet bij den netto inhoud begrepen en in andere landen wel ; verder worden zekere ruimten zooais machienkamer, kolenbunkers ook juîst gemeten,terwijl er landen zijn die voor deze ruimten zich beperken met een procent van den bruto inhoud te nemen. De laatste manier wordt genoemd de Engelsche méthode daar zij in Engeland van eerstaf aan in toepassiug was ; in België worden aile ruimten juist gemeten, terwijl Frankrijk en Duitsehland ook de Engelsche methode aangenomen hebben. De verhouding tusschen den bruto en netto inhoud verschilt van land tôt land en het is zelfs niet mogelijk een algemeene vetfiouding voor ieder land te geven, gezien de . vnpschillende soort schepen. Voor passagjerssclièpen is het verschil zoo groot, dat )>ij sommige schepen de netto inhoud slechts de 25/100 van den bruto inhoud is, terwijl bij andere dit tôt de 70/100 beloopt. Voor de gewone vrachtstoomers nochtans mag men zeggen dat de netto inhoud onge-veer 70/100 van den bruto inhoud is volgens de Belgische methode, terwijl dit volgens de Engelsche methode gemiddeld slechts van 60 tôt 65/100 beloopt. Een schip van 3000 ton bruto register ton zou dus in België ongeveer 2100 ton netto hebben, terwijl in Engeland dit slechts van 1800 tôt 1950 ton netto zou beloopen. Doch voor den reeder is het de register tonnemaat niet, die het grootste belang heeft ; het is het draagvermogen van het schip, dat de bijzonderste roi speelt. Hoe grooter het draagvermogen van een schip is, hoe meer lading het kan innemen en bijgevolg ook hoe meer vracht het op een reis kan verdienen. Het draagvermogen wordt uitgedrukt in ton van âuizend kilo3 en hangt veel af van de doeleinden tôt dewelke die schepen moeten gebruikt worden. De schepen tôt het vervoer van passagiers en de post bestemd, zijn snelvarende schepen met reusachtige machinen en hebben betrekkelijk maar een klein voor goederen benutbaar draagvermogen. Daar het kolen-verbruik enorm*is, neemt de brandstof een aanzienlijke plaats aan boord in ; hierbij komt dan nog de noodige ruimte voor de passagiers en hun reisgoed, zoodat or maar weinig plaats voor vracht opleverende goederen overblijft. De elgenlijke vracht be-Btaat hier .in het reisgeld der passagiers. Het reuzenschip Titanic welks vergaan op zijn eei'ste reis in 1912 zooveel menschen-levens kostte, had een waterverplaatsing van 60 duizend ton en nam slechts 4 tôt 5 duizend ton goederen op iedere reis mede. Schepen welke uitsluitend tôt het goede-renvervoer dienen, hebben maar een geringe snelheid (8 tôt 10 knoopen) en als gevolg daarvan hebben zij geen bijzonder krachtig© machinen en insgelijks maar een beperkt kolenverbruik ; hierdoor is de bruikbare ruimte en dus ook het draagvermogen zeer groot. Er bestaat ook geen vaste verhouding tusschen het draagvermogen en den netto inhoud en dit door het groot verschil dat tusschen aile soort schepen bestaat. Voor passagiersschepen is het niet mogelijk een algemeen verhoudingscijfer tusschen den netto inhoud en het draagvermogen te geven, daar het verschil tusschen deze over-groot is ; zelfs voor vrachtstoomers loopen de verhoudingen nogal uiteen. Voor sommige vrachtstoomschepen is het draagvermogen slechts iets meer dan het dubbel van den netto Inhoud, voor andere bijna het driedubbel, dit wil zeggen dat er schepen zijn die bij 1000 ton of 2830 M3 netto inhoud, slechts iets meer dan 2000 ton of twee millioen kilo draagvermogen hebben, terwijl er andere zijn die bijna 8000 ton of &i* millioen kilo draagvermogen hebben. Aïs gemiddeld nochtans mag aangenomen worden: tweemaal enhalf de netto inhoud. Voor zeilschepen is het ongeveer 1,8 maal de netto inhoud) dus een zeilschip van 1000 ton of 2&3S kublek meter netto inhoud'heeft ongeveer 1800 ton of 18 honderd duizend kilos draagvermogen. Nu nog een woordje over de waterverplaatsing.1Men weet dat het gewicht van een op het water drijvend lichaam gelijk is aan het ge-wicht van het water, dat dezelfde ruimte inneemi als het ingedompeld gedeelte, dus is het gewicht van een schip gelijk aan dat van het water dat het verdringt. Dit gewicht wordt genoemd de waterverplaatsingstonne-maat of déplacement en steeds in ton van 1000 kilos uitgedrukt. Hoe zwaarder de lading van een schip is, hoe dieper het in 't water godompeld is en hoe meer water dus verdrongen wordt; ook wanneer men do waterverplaatsing van een schip opgeeft, is het wel deze welke het schip heeft bij den hoogst toegelaten diepgang. Het stoomschip Eliçabethville, dat vroe-ger tusschen Antwerpen en Congo vaarde, had 11 duizend ton waterverplaatsing, dit wil zeggen dat bij zijn vollen diepgang (ongeveer zeven meter), het schip met de lading ongeveer 11 duizend kubiekmeter •water verplaatste en dus ongeveer zooveel woogi het had een bruto inhoud van 7000 ton, eon netto inhoud van 4700 ton. De grootte der oorlogsschepen wordt bijna uitsluitend in waterverplaatsingston opge-geven, daar zij geen handelslading innemen doch steeds diep genoeg geladen zijn met hun machtige machinen en kolenprovisie, zware kanonnen en munitievoorraad. Zoo spreekt men van linieschepen van 20 tôt 30 duizend ton, van gepantserdo kruisers van 8 tôt 18 duizend ton, van torpedo-booten van 4.00 tôt 1200 ton, van onder-zeeërs van 600-1000, zelîs 4000 ton. Bij do binnenschepen wordt slechts het draagvermogen in ton van 1000 kilos vast-gesteld. Het getal ton draagvermogen komt bijna overeen met het getal kubiekmeter inhoudsgrootte van het ruim van normale binnenschepen. Deze inhoudsgrootte hangt af van de ruimte waarover de schipper voor zijn eigen woon aan boord wil beschikken. Hoe grooter de woonplaats is, hoe ldeiner de inhoudsgrootte van het schip kan zijn, terwijl zij weinig invîoed heeft op het draagvermogen van het sckip. Wanneer men dus spreekt van binnenschepen von 150, 200 en 300 ton, wil men beduiden schepen waar-mede men 150, 200 en 300 duizend kilo gewicht vervoeren kan. A. BOONANTS, Lic&nciaat in Hande'swetensckappcn rn 7r.tiveten. 0fîM88lelg|edesIliiei In Vlaandertn, Frankrijk en Elzas. (DTJITSCHE MELDING.) BERLIJN, 9 Mei 's avonds. — Uit het groote hoofdkwartier : Niets nieuws. — 10 Mei. — Aan de strijdfronten was de artilleriebedrijvighoid slechts levendig in het gebied van den Kemmel, beiderzijds de Luce-beek en op den Westoever der Avre. Op sterke vuurstijging in deze sectors volgden vijandelijke vooruitstooten. Bij hun afweer en bij levendjge verkenningsbedrijvigheid namen wij gevangenen. Met den avond en binst den nacht leefde de artillerieatrijd veelvuldig op tusschen User en Oiae. Aan de overige fronten bleef de gevechtsbe-drijvigheid beperkt tôt verkenningsgevechten. Aaders niets nieuws. — Avondberieht. — Een Engelsche deels-aanval Noordelijk van Albert werd afgewezen. Evenzoo mislukt® een Fransche vooruitstoot in het bosch van Aprémont, (FRANSCHE MELDING.) PARIJS, woensdsg 8 Mei. — Offieieel : In den loop van den naoht groote bedrijvigheid der beide artilleries Noordelijk en Zuidelijk de Avre, Verscheidene door den yijand beproefde overvallen zijn mislukt Westelijk- van Montdi-■dier evenals in (to streek van Hangard, Thennes en Grivesnes. Wij namen gavangenen. Van het overige front niets te melden. — Avondberieht. — Wederzijdsche artillerie-bedrijvigheid Noordelijk en Zuidelijk de Avre, zonder werking der infanterie. Rustige dag op het overige front. — Donderdag 9 Mei. — Lsvendige artillerie-bedrijvigheid van weerskanten Noordelijk on Zuidelijk de Avre. Een vijandelijke patroelje, die onze linies trachtte te bereiken in de streek van La Chapelle-St-Aignan, werd teruggewezen Von het overige front niets te melden. — Avondberieht. — Niets te melden, bshalve bedrijvigheid der beide artilleries op het front Hailles - Montdidier. (ENGELSCHE MELDING.) LONDEN, woensdag 8 Mei. — Offieieel '. Na gevolgrijke kleine ondernemingen gls-teravond, is onze linie tusschen Somme on Ancre aan drie plaatsen wat voorultgescho-ven. Wij namen gevangenen. Vijandelijke artillerie was binst den nacht bedrijvig tusschen Locon en Rohece. Heden vroog ont-■wlkkelde de vijandelijke artillerie verhoogde bedrijvigheid in den Meteren- en Kemmel-seotor.— Avondberieht. — Heden vroeg onder» nam de vijand een hevlgen plaatselijken aanyal togende Fransche en Engelschetroe-pen. Tussohen Laclytte-Voormezele, in)het mlddenpunt der aanvalsbeweging gelukte Uefc hem na zwaren strjjd, aan eealge punten in de Irontlinle van de etcllingen des Vex* bondenen bfnnen te drîngen. De strljd wordt om deze plaatsen voortgezet. Aan aile andere punten werden de aanvallen van den vijand teruggeslagen. Door een gevolgrijke plaatselijke onder-nemiiig schoven de Franschen binst den nacht hunne linies Zuidelijk van Laclytto vooruit en namen een aantal gevangenen. Anders aan het Britsch front niets bijzon-ders.~~• Donderdag 9 Mel. — Een gevolgrijke tegenaanval van Engelsche en Fransche troepen verdreef gisteravond den vijand in den sector van Laclytto on Voormezole uit het deel van 't front der Verbondenen, waarin hij 's morgens had kunnen voet vatten, en herstelde weer den oorspronke-lijlcen toostand. Wij namen eenige gevangenen.Heden morgen viel de vijand wederom Noordelijk den Kemmel aan en hot gelukte hem onze Imie een weinig in te drukken aan een plaats waar de strijd nog voortduurt. , Troepen van twee Duitsehe divisies namen deel aan den vijandelijken aanval van gistermorgen. De vijand leed zware verliezen, zoo wel door ons artillerievuur als ook in de infanteriegevechten bij den aanval en in den daarop volgenden tegenaanval.Er waren gister bij Bucquoy plaatselijke ge-vechten, bij welke wij 30 gevangenen namen. In den nacht deden wij verder vooruitgang tusschen 'Somme en Ancre. Onze nieuwe stel-lingen in dezen sector werden verbeterd, Wij namen eenige gevangenen. Vijandelijke overvalstrossen werden bij Lena en Nouris teruggeslagen. De vijandelijke artillerie ontwikkelde .binst den nacht aanzienlijke bedrijvigheid in den sector van Albert. — Avondberieht. — Bij de beëindiging van een plaatselijk gevecht, dat dezen voormiddag plaats greep in den sector van Voormezeele, werden do Engelsche en Fransche stollingon aan dit front volledig weer hersteld. In aansluiting met de reeds gemelde vijandelijke artilleriebsdrijvigheid, decd de vijand heden vroeg twee plaat3elijke aanvallen in de nabuur-sehap van Albert en Bouzineourt. In deze laatste plaats werd de aanval door het vuur onzer ge-weren en machiengeweren gebroken en kon hij onze graven niet bereiken. Bij Albert gelukte het aan de vijandelijke troepen, die in ons vuur zware verliezen leden, zieh op een frontbreedte van 150 yards vast te zetten in onze vooruit-gesehoven steliingen. Van de rest van 't Britsch front 13 niets te melden, behalve wederzijdsche artilleriebedrij■ vigheid in verschillende sectors. Op het Ooslelijk Front. (BULGAARSCHE MELDING.) SOFIA, 7 Mei. — Van den generaalstaf j Heden werd het vredesverdrag met Roemenië onclerteekend in het slot Cotioconi bij Boekarest. HP 0£ «AU(ANS. (BtTLGAARSCHE MELDING.) SOFIA, 7 Mei. — Van den generaalstaf i In de omgevmg van Dobropolje was het we-derzijdsch artillerievuur hevig. In de Moglena-streek, Noordelijk de plaats Behowo, werden twee sterke Servische patroeljes verdreven. Na twee dagen artillerievoorbereiding vielen Engelsche compagnies onze steliingen Zuidelijk van Doiran aan ; ze werden echter door vuur en gedeeltelijk in handgemeen afgewezen, waarbij zij groote verliezen leden en verscheidene gevangenen in onze handen lieten. Op het gezr menlij k front levendige werderzijd-sche vliegersbedrijvigheid. Oostelijk van Tscher-no Schooteen Duitseh vlieger een vijandelijk vliegtuig af, dat brandend achter onze steliingen neerstortte. — 8 Mei. — Noordelijk van Bitolia en Oostelijk van Dobropolje was het artillerievuur van weerskanten zekeren tijd hevig. In de streek van Moglena verdreven onze posten Servische verkenningstroepen. Een Engelsohe compagnie, die na artillerievoorbereiding trachtte binnen to drihgen in onze steliingen Oostelijk de Wardar, weid met bom-men en machiengeweervuur verstrooid en liet gevangenen in onze handen. In de nabijheid der beneden-Stroema patroeljebotsingen. Cuitsch-Oostenrpsch-ltaliaansche Oorlog (OOSTENRIJKSCHE MELDING.) WEENEN, 9 Mei. — Ambtelijke mededeeling ! Aan den Piave was het geschutvuur ook gister levendig van weerskanten. Aan het gebergte. front werden aan verscheidene plaatsen Italiaan-sohe verkenningen verijdeld. — 10 Mei. — Geen bijzondere gebeurtenissen. (ITALIAANSCHE MELDING.) ROME, woensdag 8 Mei. — Offioieel : Langs geheel het front beperkte ongunstige weersgesteltenis de artillerie- en patrôelje-bedrijvigheid.— Donderdag 9 Mei. — De bedrijvigheid der beide artilleries leefde weer op In verschillende sectors, in de diepts van Asiago, op den linker oever der Brenta, aan den Monteflo en in de streek van Maserado. Vijandelijke raarsohafdee-lingen werden door ons vuur verstrooid bij Roaijft, op den Clsemol en in de streek van dert Col Oaprile . Col Beretta. Patroeljegeveohten grepen plaata op de hoogvlakta van Asiagô bij Penner, Ianga den Piave en in de omgeving van Foner. De vliegplaats van Motta di Livenza werd door Engelsohe vliegers met bommen belegd Klein-Azië, Raukasus ea Syrie, (TURKSCHE MELDING.) KONSTANTINOPEL, 8 Mel. - Dit het hoofdkwartier : Palestina-jront : Onze troepen namen in flink toetasten een sterk met draad versperde vijandelijke stelling Zuidweatelijk van Umm es Schert (Wadi-Aibad-monding) en maakten veel munitie en verzorgingsmateriaal buit. Oostelijk den Jor-daan wezon wij vijandelijke patroeljes af. Groote kampen om Jerioho werden in den vroogen morgen gevolgrljk door onze vliegers aangeval-len.Mesopotami« s Ih de streek van Kerkuk taette de vyaud verder tegea ou» Ooettroepea vooruit. W5' _ verzamelden onze kraohten in de hoofd-stelling onder terugname van zwakke vtffirUit-geschoven afdeelingen. Aan het overige front is de toestand onvKr-anderd.— 9 Mei. — Palestina-jront : Wederzijdscfr artillerievuur in matige païen. Levendige vijandelijke patroeljebedrijvigheid op den Oostelijken oever van den Jordaan. Bij Ain Sinja werd een vijandelijke kabelballon brandend ten val ge-braoht. Onze vliegers vielen op 300 meter hoogte gevolgrijk vijandelijke cavaleriekampen met bommen en machiengeweren aan in het Jordaan-dal.Op het overige front niets van beteekenis. Aaa 't Weslerfront. Rond IJpersn. Het Berl. Tageblatt verneemt- uit Geneve. De Havasnota van heden meldt het aanstaande oiitruimen van Yper. Do nota vreest dat de lijn Clytte-Voormezeele zou kunnen doorgebioken worden en verklaart dat men in dit geval Yper niet meer zou kunnen ontruimen, hetgeen thans nog zonder moeilijkheden geschieden kan ; de vijand is tôt nu toe slechts in enkele punten binnengedrongen. * * # PARIJS, 9 Mei. — Clemenceau was maanclag aan het front. Bij zijnen terugkeer naar Parijs zegde hij : Wij weten dat de Duitsohers eenen nieuwen slag voorbereiden, doch wij hebben het evenwicht aan het front van artillerie en munitie herstejd. De militaire zaken zijn overigens nogollen i On twi kkeling. TER ZEE. BERLIJN, 10 Mei. — (Ambtelijk). — De onderzeeboot, werkende onder het bevel van kapitein-luiteaarit von Glasenapp, heeft in de sterk bewaakte lerScho zee en in de toevaart-straten dezer zee met gelukt gevolg gearbeid en het handelsverkeer onzer vijanden onlangs gevoelige schade veroorzaakt. Door voorzichtige en krachtdadige leiding on flink doorwerken der boot is het den bevelhebbsr gelukt 7 stoom-booten (gedeeltelijk uit verzekerde geleidtr^jns weggeschoton) en 3 zeilvaartuigen, to zamen 26.000 b. r. t. metende in den grond te boren, Waaïdevolle oorlogsmaterialen voor den vijand en grondstoffen voor de oorlogsnoodwendigheden zooais koper en ijzererts, kolen en kurk, werden met de scheepsladingen vernietigd. Do volgende booten werden vaStgesteld : do bswapende Engelsche stoombooten Landonia, 2504 b, r. t., geladen met 3500 ton ijzererst voor Glasgow, (de hoofdman van het gesohut wetd gevangen genomen), de stoomboot Baron Herzies, 1610 b. r. t., geladen met 1600 ton kopererts en 2000 balen kurk voor Glasgow (de tweede officier viel in onze handen), de stoomboot Latuna, 4641 b, r. t..en de Engelschen schoener Ethel, met kolen geladen. De overste van den admir-aalstaf der marine. Berlijn, 9 Mei. — Ambtelijk. — Den 8 Mel, 's middags en 's avonds, hebben sterke vijandelijke vliegeskadors den haven-dam en het dorp van Zee bru g go aangeval-Door vliegerbommen op do kerk van Zee-brugge werden 3 Belgen en 2 kinderen ge-dood, 2 zwaar en meerderen llcht gekwetst. Op het landfront van hot marinekorps werden door onze jachtvliegers 2 vijandelijke vliegtuigen en over zec een derde vliegtul afgeschoten. Berlijn, 10 Mei. — Eene herhaaldt versper-ringspogîng nogmaals mislukt. — Engelsche zeestrijdkrachten hebben de». 10 Mei ten 3 uur 's morgens, na hevigo besehieting, eene nieuwe afsperringspoging tegen Oost-ende ondernomen. Meerdere vijandelijke schepen., welke onder beschuttlng van kunst-matigen nevel, in de haven poogden binnen to dringen, werden door het voortreffelijk geleld vuur onzer kustbatterïjen afgewozen. Een oude Wuiser ligt totaal ineengeschoten buiten het vaarwater voor do haven op grond. De invaart is volledig onbelemmerrd. Aan boord van het op den grond llggende schip werden slechts dooden gevonden. Twee overlevenden waren over boord ge-sprongen en zijn gevangen genomen. Volgens de lot nu toe verklegon inllch-tlngen werden mlnstens twee vijandelijke motorbooten afgeschoten, eene motorboot werd zwaar beschadigd. •De afsperringspoging is heelemaal verijdeld. NodnjaaJs heeft. de vijand menschen-levens en vaartulgen vruchteloos opgeoferd. De overste van den Admiraalstaf d. Marine. IN DUITSCHLAND. Bultsche Rijksdacr- | BERLIJN, 10 Me!. —1 Op de dagorde der zitMng van den Rijksdag vrijdag gehouden stohden eerst ondervragingen over het regel-matig M'erhandigen van lijsten van krijgs-gevangêhen door Engeland gomaakt en over d© schaarsohte van de dokters, door dezen van deti mîlitairen dlenst te ontslaan. Daama volgb eene bespreking over het wonlngvraagstuk. Redenaars van aile par-tijen nemen dèel aan do bespreking en de besluiten der ôommissle worden eindelljk zonder tegenwerping aangenomen. De Rijksdag zal za ter dag om 2 uur de bespreking beglnnen van de begrootlng der Marine en van het Rijkssohatambt. * * * BERLIJN, 10 Me!. — De partljleiders vàn den Rijksdag hadden heden mlddageene bespreking met den onderkanseller von Payer. Deze bespreking gold de verdere be-handollng der besprekingen In de openbare zittlngen van den Rijksdag. Men kwam overoen dat het niet doelmatlg ls de kwestle van het opbouwen der dulkbooten In de openbare zittlngen te besprekon. (B.K.2Z7 De ovsreenkomst met Nederlaad. BERLIJN, 10 Mei. — D# Duitsehe overeen-komst met Nederlaud Wa&en kort ondertee-keuti wordea, Guatemala ook ln oorlog. BERLIJN, 10 Mei. — De Spaansche regeerin£ heeft aan het Duitseh ambt van Buitenlar.dsche Zaken medegedeeid dat de regeering van Guaté. mala, volgens dekreet van 30 April zich aansluit aan den oorlogstoestand zooais hij bestaat tus« sohen de Vereenigde-Staten en de Duitsehe re« geering. IN ENGELAND. Tegen bst kablnst Loya George. Een brief, openbaar gemaakt in de En* gelsche dagbladen en opgesteld door gene-l'aal-majoor Frédéric Maurice, voor eeniga weken bestuurder der krijgsverrichtingen bij den Britsclien generalen staf, verwekt groot opzien. De genoraalMa joor beknibbelt de uitlatingen van Bonar Law van over enkele dagen ln het Lagerhuis voorgebracht over de uitbreiding van het Engolsch front. M. Maurice beschuldigt Bonar Law rogol-rechte onwaarheden to hebben verklaard over de werkelijke toestanden. In lljnrechte te gen stelling met de verklaringen der regee-^rlng waren do Engelsche legers bij hei begin van 1918 jilet sterteer dan ln 1917 maar wel iiâtegendeel zwakker. staan ln de streken buiten het "VVoste-lijk front veel meer blanke troepen dan Bonaj1 Law heeft tcegegoven on zelfs do bewef^ng van Law dat hij alleenlylc voetvolk had bevloeld is vollcomen onjuist. Geneftaal Maurice zegt Tiitdrukkelîjk dat zijn brief geenszins eene perseonlÇko klacht is maar dat hîj voor ailes verîangt dat .het bestuur van het land ï<m overgaai) in handen van een soldaat. Hot feït dat het Lagerhuis verkeerd is ingelicht gewoïden ovpr zaken van zulk groot gewicht, terwijl iedëre militaire deskundige wel wist hoe de wtfre toestand is, heeft de moraal van de Engelsche troepen zeer geschokt en dat in een oogen-blilc waar zij al hunne kraeht noodig hebben. Daarom, besluit generaal Maurice, houd ik het voor mijn plie ht als burger en als soldaat de'ze mijne klacht over te maken. Het Lagerhuis heeft zich uitvoeïig met de beschuldiging van generaal Maurice bezlg gehouden. Asquith verlangde te weten welke stappen do regeering zal aanwenden om het Huis in staat te stellen deze aanklacht grondig te onder zoeken. Bonar LaW antwoordde dat de brief van Maurice twee vraagpunten daarstelt : ten eerste valt hij in de bevoegdheid der beoor-deeling van de militaire tucht, ten tweede moeten de besclruldigtngen onderzocht worden. Voor het eorste punt moet de Krljgs-raad optreden, Voor het tweede punt, dat de eer van de ministers aantast, moet eene eererechtbank worden aangesteld die de be-schuldigingen nauwkeurig zal onôerzoeken en onverwijld verslag zal -uitbrengen. Bonar Law stond toe dat deze eereraad eerst dan zal gevormd worden nadat het Lagerhuis zich met de zaak heeft bezig ge-houden. Asquith stelde voor dat, ln plaats van een ee reraad van twee rechters, eene komtnissie van leden van het Lagerhuis zou worden aangesteld om de beschuidigin-gen van Maurice te onderzoeken. De brief Maurice ia 't Lagerhnis. Londen 9 Mei. — In de zittlng van hetf Lagerhuis verklaarde Asquith dat Maurice moest geWeten hebben dat hij eene emstige afbreuk der dienstvoorschriften beging, die zijne gansche militaire loopbaan in gevaar brengfc. Asquith is van meening dat eene commissie van vijf afgevaardigden waar-schijnlijk binnen twee of drle dagen tôt eene oplossing zou komen. Na Asquith nam Lloyd George het woord en verktearde dat Maurice, nadat hij van den post, die hij twee jaar lang bekleed had, afgetreden is, de verklaringen door twea ministers gegeven, betwijfelt. Lloyd George vraagt of Maurice, zoo hij de zaak voor zoo gewiohtig hield, dat hij «r zelfs de dienstvoorschriften moest voor verbreken, zich niet eerst tôt het kabinet moest gewend hebben, om deze opmerkzaam te maken over de dwaling; daarvan echter niets tôt wanneer Lloyd George zelf den brief in de dagbladen las. ' Lloyd George stelde voor dat do verklaringen van Maurice heden nog door een on-partijdlg gereclit zouden onderzocht worden* Ik wil ook, zegdo Lloyd George, de gege-vens van Maurice onderzoeken. Wat de ver-gelijking aangaat der Engelsche strijdkrach* ten op 1 Januari 1917 met deze op 1 Januari 1918 verklaar.ik dat de geveohtssterkte van hetleger toegenomen heeft, Maurice zegt het tegendeel. De cijfers die ik gaf kwamen uit de officieele berichten van het oorlogsrainis-terie. Deze cijfers aijn onderzocht geworden en jiiist bevonden. Eene groote toename van manschappen in 't leger is in. 't begin van 1918 gekomen. De vermeerdering van 't leger in 1918 in vergelijking met 1917 in de gansche wereld ia groot, maar zulks bo-venmate in Frankrijk. Over de verlenging van 't front zegde Lloyd George : De uitbreiding van 't front werd in den oorlogsraad van Versailles niet besproken doch overeengekomen tusschen Haig en Pétain, vôôr de zitting. De bewering dat de uitbreiding van het front van Cough op last van 't oorlogskabinet is gedaan, tegen den wil van Haig en Bobertson, is onjuist. Dit werd gedaan gezien den grooten druk der Fransche regeering en van 't Fransche loger, om soldaten te kunnen laten in verlof gaan, om op de landerijen te werken, hetgeen noodzakelijk WH3. Het kabinet nam het princiep der uitbreiding aan, doch het tijdstip en de maat der uitbreiding werd den opperbevelhebbers overgelaten. Ik kom zooeven van Frankrijk. Ik heb eenige genera&ls bezocht en dezenzegdenmij hoe de Duitschers «wijgend wellicht den grootsten slag van den ganschen oorlog voorbereiden. Ik bid ti in naam van ons Vaderland, wiens lot heden en in de aanstaande Weken beslist wordt, dat men deze aanvallen eindige. Het voorstel Asquith werd dan verworpan met 293 togen 106 »tem« men. ♦ ^ * * Amsterdam, 10 Mei. — Dit Loaden Wordt gemeld dat de legèrraad aan generaal Maurice een scluijven zond, waarin hij ver-zocht wordt zijne houding to verrechtvaav-digen, daar hij de koninklijke voorschriften overtreden heeft, die vetbieden dat een militair in Welken vorm ook eene militaire inlichting of zijne inzichten over welkdanig militaire z.ak sonder toelating openbaai maakfc o£ aan de pers aaededeelt»

Er is geen OCR tekst voor deze krant.