aantunanaBUafe 'pMJÜ 32" Jaar «•« N. 284 ■MmawMWMBifflWiBr Pnjs per mannier : voor België ÎS centiemen, voor dei vreemde 5 centiemen uaauniai HMJHI iaaÉucMteaBaMitiOaia ?®!®?oon i SfSëdaoite 247 » Administratie 2845 Zondag 22 October 1816 ■» Dnrittter-UHgetfeter fun:Maatschappij HET LICHT , bestuarder > ! F. DE VISCH. Udeberg-Qtnt . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE H00GPOORT, 29, GENT ■ ■ ■ Orgaan det< Belgische Verschijnende alle dagen. ABONNEMENTSPRIJS I BELGIË«~ Drie maanden. .. . , , fr. 3.2$ Zet maanden • . . . \ fr. 6.50 Een jaar. ..»..« fr. 12-50 Men abonneert zich «p alle BostfcBrtïlc» DEN VREEMDE Drie maanden tdageliik» verzonden). • . . . * fr 4.19 i^MTU tarewreslitt Tw^eedw^aMt m*a v*el Jmst raitlKfa kai^dai^ i« «a« CO l_ *, CO ■«.t: n LO +"S4-1XXXXXXX 1 ° s rr + a 0 "f en co. L„ co J_tO t^ 00 CTi 0 T^ COTT CO • CO co_|_ — « KM C< CO a UsSuBÜSpJSDUI 3[IV cj ■■ —■ co 51 C r a * • • '■- • • Y* a 00 c • fi "> jfi • • ^H • c. 3 fl a gCÖÖÖCCHd C d i en den « Zonder Naam », der onderstandswerken en Van katholieke en socialistische onderlinge bijstandmaalschappijen. Het is dit Komiteit, bestaande uit personen van eene onbetwistbare bevoegdheid ten opzichte van weldadigheid en van het;inrichten van hulp, dat sinds twee jaren het Gemeentelijk Voedingswerk bestuurt. Om de maat van zijne tusschenkomst te bepalen, nam het Komiteit van bij het ontstaan als bazis, deinkomsten, — wat ook hun aard of hun oorsprong waren, — en het getal familieleden. Na een 'jaar bestaan, de werkloosheid zich uitgebreid hebbend en de prijs van al wat onontbeerlijk is voor het leven, ontzaglijk verhoogd zijnde, stelde het komiteit, na een nauwkeurig onderzoek over den toestand der werkersgezinnen, een nieuw noodbarema vast dat door het college werd aangenomen. Voor eiken frank inkomen boven het noodbarema, werd er een half-rantsoen toegestaan, zonder dat de onderstand nooit hooger kon zijn dan een rantsoen per volwassen en een half-rantsoen per onvolwassen. Waren alleen bevoorrechtigd-vergoed : i° tot een fiank den onderstand door het Werkeloozenfonds verleend; 2° de onderstand door het Bureel van Weldadigheid geheel toegekend. Het nieuw barema werd op 6 September 1915 toegepast. Sindsdien verslechtte de toestand door het bijna algemeen worden der we-kloosheid en de stijgende verduring der voeding en andere dingen van eerste noodzakelijkheid. Eén belangrijk werk over den toestand der werkersgezinnen werd aan het kollege door de Federatie der Socialistische vrouwen neergelegd en aan het MiddenKomiteit van Gemeentelijk Voedingswerk medegedeeld. Dit laatste gaf zich, van zijn kant, aan novorschingen nopens hetzelfde onderwerp over, die de uitslagen van het verslag der socialistische vrouwen bevestigden. Van den anderen kant moest de toestand nog verergeren door de nakende schorsing van de darsenwerken. Zulks deed het Midden-Komiteit beslissen een nieuw noodbarema te bestudeereu om ruimer ten gunste der noodlijdenden ter hulp te komen. Deze tusschenkomst kon zich verwezenlijken hetzij door de hulp in natura te verhoogen door de uitdeeling ven een tweede maal per dag, hetzij door aan de reeds uitgedeelde voedingbons te voegen om zich voedingswaren te verschaffen. . De voorkeur van het Komiteit ging tot de eerste oplossing, maar het moest er door de onmogelijkheid der verwezenlijking bij gebrek aan materieele inrichting van af zien, en ook door de onzekerheid zich de voldoende voeding te kunnen aanschaffen. Het nam dus het tweede stelsel aan. Maar niet alleen was het komiteit van oordeel dater een hooger noodbarema moest worden aangenomen dan datgene tot op heden toegepast, maar dat het barema dat het voorstelde een zoo streng noodzakelijk voor het leven minimum vertegenwoordigde, dat het van belang was dat het gemeentebestuur het verschil tusschen de inkomsten van het individu of van de familie verzocht en de taks van het noodwendige door het nieuw voorgesteld barema bepaald. Eindelijk nam het komiteit de bevoorrechte vergoeding van een deel van het loon aan als premie aan het werk toegekend, en drukte den wensch uit de Stad, in de mate van hare finantieele middels, de hulp aan do vooruitzienden toegekend te zien aannemen. Dit ontwerp bood slechts de gradueele en normale uitbreiding van het gemeentelijk Werk aan en niets 'moest de geweldige oppositie en de strenge kritieken doen voorzien die tegen nem gingen gericht worden. Het werd aangevallen om de redens dat zijne aanneming aanzienlijke geldelijke lasten aan de Stad zou hebben opgelegd. Statistieken.voor doel hebbend het te bewijzen werden opgemaakt en uitgedeeld. Ongelukkiglijk voor hun opmaker, bevatten zij rekpjjkundige feilen die hen alle ernstigheid van karakter ontnamen. Het is aldus dat de geldelijke tusschenkomst der Stad er met twintig duizend franken per week in overdreven werd. Men maakte het insgelijks het verwijt een socialistisch karakter te hebben door voor de medeburgers het recht op bestaan te offeren. Naar het hooren der tegenstrevers was dat eene omverwerpende nieuwigheid van alle princiepen als bazis voor onze maatschappelijke orde dienende. Zij vergaten dat het recht op het bestaan, op het leven, door onze wetten erkend is. Wat is het inderdaad dan de verplichting dat de wetten op de liefdadigheid de gemeenschap ten laste legt ten voordeele van den inboorling tusschen te komen? Het is de erkenning van àe verplichting der maatschappij voor den enkeling het noodige te verleenen wat noodwendig is tot het bestaan. Deze verplichting is zoo streng en dringend dat, wanneer de Godshuizen en de bureelen van weldadigheid door hun erfgoed de noodzakelijke inkomsten niet hebben om er aan te voldoen, de gemeenten hun tekort moeten aanvullen door toekenning van subsidies. Ook ontving het reglement-barema van het MiddenKomiteit van het Gemeentelijk Voedingswerk een algemeen gunstig onthaal. De wijzigingen door hetzelfde ingevoerd sloegen alleenlijk op de vergoedingen die uitgebreid werden. Maar de tegenstanders ontwapenden niet en lokten de benoeming eencr speciale kommissie uit aan dewelke het ontwerp van het Kollege onderworpen' werd. Ditmaal doet men weinig bekommeringen gelden voor de stedelijke finantiën. Alen verklaart dat de hulp in ernstige evenredigheid moet verhoogd worden en men aanvaardde, op het einde der redeneering, een barema van hulp-nood, op kleine wijziging na, juist hetzelfde als het barema deor het Aïidden-Komiteit der Gemeentelijke Voeding voorgesteld. h', verder dan het Kollege en men past de princiepen toe door het Nationaal' Komiteit aangenomen; men vergoedt bijna volledig de loonen, volledig de hulp-loonen der patroons, den steun aan de families in het bijzondere noodwendige van hunne hulp door den oorlog, de ondersteuningen aan de vereenigden en andere vooruitzienden. Het is waar dat men beweert dat ondanks dit,de toepassing van het tegen-ontwerp de stad niet tot eene uitgave hooger dan twintig duizend frank per week zal slepen bij deze die ze zich nu oplegt, terwijl met het ontwerp door het Kollege aangenomen, de vermeerdering van uitgaven van honderd vijftien duizend frank per week had geweest ! Wij zullen weldra zien wat deze cijfers waard zijn. Maar, wat eene onherleidbare oppositie zal ontmoeten in den schoot der speciale kommissie, is de uitdeeling door de zorgen van het Werk der Gemeentelijke Voeding van den bijleg der hulp in bons voor den aankoop van voedingswaren. De reden van deze oppositie was er niet meer dan de vijandschap aan het omverwerpend beginsel van het recht op leven, op hef bestaan, maar de vrees dat, indien de dienst door een gemeentelijk lichaam verzekerd was, dit gebruik van steun zou voortgegaan hebbsn te bestaan na den oorlog, en dat het moeilijk zou zijn geweest, zoo niet onmogelijk, de afschaffing er van uit te vaardigen van zoodra de zakentoestand normaal zou hernomen zijn. Ook besloot de Kommissie met meerderheid van ééne stem dat de stad toelagen zou toestaan aan het werk van het Nationaal Komiteit van hulp aan behoeftige werkloozen en het Halfkluitjeswerk, die hen zou toelaten, buiten de hulp die deze werken reeds verleenen, een nieuwe hulp van : 3 franken aan eiken meerderjarige behoeftige, hoofd des huisgezin ; 1 frank aan ieder ander msederjarige ; 1,50 fr. aan de huisvrouw ; 1 frank aan ieder kind van 10 tot 16 jaren; 0,75 fr. aan elk kind onder de 16 jaren. De twee instellingen aangeduid voor de verdeeling der toelagen door de stad toegekend moetende verdwijnen met het einde des oorlogs of ten minste bij de opheffing der bezetting, zoo zal de tusschenkomst der stad natuurlijk te dier gelegenheid ophouden. Wat de gemeentelijke volksvoeding betreft, zou zij • in deze voorwaarden slechts eene bijvoeging zijn om den taks van het nieuw barema te bekomen, en zij ook zou dus met deze hulp verdwijnen waarvan zij slechts een deel uitmaakt. Diegenen die zich de zaken dusdanig voorstellen maken zich vreemde illusiên. Het is zeker dat, de oorlog geëindigd of de bezetting opgeheven zijnde, het ekonomisch leven ni et terstond gansch zijne levenskracht zal hernemen, die herneming zal langzaam gaan, en er zal aldus eene tijdruimte zijn, waarvan de duur moeite bepalen is, waarin nog hulp zal moeten verschaft worden in vele gevallen van nood. De hulp zal verminderen naarmate de werkherneming zich voordoet, maar lean niet ineens worden opgeheven zonder dat er noodwendig ernstige woelingen door ontstaan zouden. Maar eenmaal de werkzaamheid der fabrieken en werkhuizen teruggekeerd, wie zal er nog aan het betalen dier ondersteuningen denken? De groote meerderheid der werklieden zal niet beter vragen dan het noodige tot zijn levensonderhoud door werken te verdienen, liever dan van liefdadigheidswege in zijn onderhoud te laten voorzien. Zoodoende zal het werk der gemeentevoeding, dat zich uitbreidde onder den invloed der opgaande ellende, zijne tusschenkomst geleidelijk zou verminderen, naarmate de welstand terugkomt en zal van zelf verdwijnen bij de totale herneming van het werk. Zij die in het voorgestelde projekt het inzicht zien van eene bestendige terhulpkoming, bedriegen zich, lokken nuttelooze woordenwisselingen uit en zaaien in de geesten verwarring en mistrouwen. Hunne klaar voorgestelde inzichten bewijzen ten andere dat de afschaffing van alle hulp een voldongen feit zal zijn van zoodra het Nationaal Komiteit zal geëindigd aanzien. Indien noodig kan de Stad op dit oogenblik het werk van hulp van het Nationaal Komiteit overnemen. Op heden kan de Stad slechts soep en brood uitdeelen. De sommen die zij besteden wil om de hulp aan behoeftigen te vermeerderen mag zij zelf niet uitdeelen en moet zij onder den vorm van toelage aan andere instellingen schenken over welker handelingen zij geen enkele kontrool heeft uit te oefenen. Is zulks voor de stad Gent niet vernederend, die in vredestijd eene inrichting vcor werkeloozen-onderstand in het leven riep die de bewondering der groote Europeesche steden afdwong en door dezen onder den naam van «Gentsch Systeem» werd overgenomen? Toen de oorlog uitbrak deelde de stad brood en soep uit; als de oorlog volop woedde verschafte zij werk aan duizende behoeftigen en nu wordt die zelfde stad onbevoegd verklaard om zelve hare eigene centen uit te deelen. En wie doet dat? Gemeenteraadsleden! Welke reden hebben zij om aldus de Stad onder voogdij te stellen ? Wij gaan uit van het princiep dat,zelfs als alle werken van onderstand hunne deuren zouden sluiten, een enkel het niet zou kunnen, het is het Stadhuis! Sinds den oorlog is dit de toevlucht der ongelukkigen en zij zal het blijven zoolang de gevolgen die hij na zich slepen zal zullen blijven duren. vDan zelfs,als de stad de deur van haar gemeentehuis zou willen sluiten voor de ongelukkigen, zouden de inwoners en het goevernement ze dwingen deze te heropenen. Enkele maanden gtleden hebben huismoeders, wreed lijdende onder de ontberingen, gemanifesteerd om brood te bekomen. Denkt gij niet dat, de vrede teruggekeerd, er geene betoogingen evenzoo verrechtvaardigd door de harde ontberingen zullen plaats hebben? Wat zullen wij in dit geval doen Î Wij zullen steunen. Maar waarom mogen wij dit heden reeds niet doen in de maat onzer middelen ? Op dezen oogenblik zullen wij verplicht zijn ineens een gansche hulpdienst in te richten, met al de gebreken, het rondtasten en telaat komen die het inrichten van eenen nieuwen dienst na zich sleept. Nu, integendeel, hebben wij slechts het bestaande gemeentelijk werk te verbreeden en dan zijn wij gereed tegen alle voorvallen om de behoeftigen te steunen. Al6 de stad hare eigene werken bestuurt leert zij de ware behoeften harer inwoners kennen en kan aldus gemakkelijker hare tusschenkomst regelen volgens de omstandigheden. Door het voorstel van het Kollege en het Gemeentelijk Voedingswerk aan te nemen, bekomt de Stad de rol van weldoende tusschenpersoon, die zich beijvert den strijd om het leven te verzachten en toont ons door hare bescherming en wijsheid een hooger ideaal na te streven. Daarentegen, .bij aanneming van het tegen-voorstel, welke loestand laat dit ons voorzien ? De oorlog gedaan, de vrede hersteld, alle hulp afgeschaft, bevinden patroons en werklieden zich opnieuw tegenover elkaar, en in welke voorwaarden ? De werJtlisdaa, liekamaliik aitjaput, sleckt gekleed, opgeleefd, bevinden zich tegenover het rrfachtige patrew maat. En dan? Wij willen niet dieper ingaan. Het is voldoende te laten voorzien welke gevolgen het aannemen van het tegen-voorstel zou kunnen hebben en welken indruk dit zou maken op den geest der werkers en dezer fraktie der burgerij, die hoopt dat na den oorlog, na het uitmoorden der volkeren, een anderen oorlog, dien der klassen, moet vermeden worden. Zulkdanig zijn de principieele redenen die on» het tegen-voorstel doen verwerpen en voor dewelke wij aan den Gemeenteraad vragen om te stemmen voor be< voorstel van het Kollege en het Werk der Gemeente voeding. Laat ons nu de cijfers onderzoeken van het tegenvoorste! en de vragen van toepassing die het opwerpt, Vergoedingen Loan. — Het tegenvoorstel vergoedt: Alle loonen minder dan 5 franken voor huisgezinnen van 2 personen; Al de loenen onder de 3 franken voor de ander*huisgezinnen. Het voorstel van het kollege geeft slechts vergoeding voor de 25 p. c. van het totaal der loenen der,leden des huisgezins met een minimum. Militiesteun. — Hetzelfde voorstel vergoedt dea steun voor de helft ongeveer. Het tegenvoorstel vergoedt voor het gansche bedrag. Hulploon der patroons. — Wij hebben voorgesteld deze inkomst te vergoeden in dezelfde verhouding der loonen. Het tegenvoorstel vergoedt voor het gansche bedrag. Hulp aan vereenigden en vooruitzienden. — in ons voorstel wordt deze inkomst vergoed. Met het vooruitzicht van de finantiën der stad te sparen, hebben wij zulkdanige voorstellen niet durvea doen. Deze zijn inderdaad van natuur om aan de rinsntien eene zeer belangrijke tusschenkomst op te Ie ggen. Alleen de meervergoeding der militiegelden zal eer supplement van uitgaven vergen van achttien duiz«n Militiesteunfr. i»,6c*) Totaal per week fr, 33,009 Er vloeit dus uit voort dat het tegenontwerp voor de werkloozen alleen eene wekelijksche uitgave zal vergen van 20,000 -f- 33,000 = 53,000. Waf dat ondersteunden van het Half-Kluitjeswer% betreft, wij bezitten geene ernstige en positieve gegevens, om vast te stellen wat de tusschenkomst der Stad ten hunnen voordeele zal wezen. Wij staan daar tegenover het onbekende. VERGELIJKENDE TABEL > S ■Ti O 'S £ O O Ocfl 'S « 2 o c\ ei comMc ff) IT) g,™*', 1 1 1111 « •* ■*■ aaaoMMNMNisW co 180 * 0 tri CTiM uioo ~ y- 0.0 coto ^ „ Mo m et co co co EN 00 £■«- co -. ??l?e?cV?n1o8W? CM * * viaae^NN-*| i ï CO -*- O m UYO i>oo) 0\ 0 — « cv* -afin co 0 -f- G N C Aó - S-s g-g ,t/i pc • a a 0S _ O O " fep.73 ~ e) aa'3 à O i> r- O Cln ** r- Ui ï » * » f 1 rt co co -^- ïrno r>oc 01 o Zekere misgrepen moeten in het barema van had tegen-ontwerp aangestipt worden : 2 personen (waaronder 1 huishoudster) 13 fr.; dat 1 frank minder dan het barema, ondanks zy rol]0 rantsoen van soep hebben. 5 personen, er staat 27 fr.; het moet zijn 28 fr.; daa 1 frank meer dan het barema. 7 personen, er staat 33 fr.; het moet zijn 32 fr.; da» 1 frank min dan het barema. personen, er staat 46 fr.; dus 1 frank meer daashet barema. personen, er staat 49 fr.; het meet zijn 50 fr.,dus 1 fr. meer dan het barema. De hierboven staande tabel bewijst dat, om aa» het hulpbarema te komen, ons voorstel alleen hufy in bons (bijgevoegden steun) toekent aan gezinnen van 6 personen en min die reeds van het vollsdi* rantoen in natura genieten ; al de andere gezinne* bereiken de grens van het barema door de hulp in natura. Ds versterkende voeding heeft dui dea doorslag in ons ontwerp. Daarenboven moet geënt enkele veranderitig worden gebracht aan on*» httt* dige manier van ondersteunen. Integendeel kent het tegea-ontwerp n de eerst» plaats hulpbons toe aan al de gezinnen, — de hulp in natura wordt maar aamien als bijvoegsel on het noodbarema te bereiken. Te beginnen van d» (1) Honderden f&miliën ia dese kat&gorie geklaa» seerd.moeten zich dus tot htt Bureel van Weldadig heid wen/*aom hun jwsimmn ws %#koeft««« *#' hebben.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.