Vooruit: socialistisch dagblad

911 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 16 April. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 20 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/nv9959f37d/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

?nis per nnmmer : voor Belgie 3 contienien, voot den V reemde ti centiani T®5«foon ï ««dacfciB 247 - Adminlistratie 2845 Zondan 16 afril 1918 DfflSote'-Ultgeetrt»» |$*n: Maâtschappij H ET LICHT twituirdtf * I{ De VISCH. L«Sebcrg-Oent ,. redactie . . administratie ■lyOûPOORT. 29. GENT VOORUIT a8cnnementsprsjs belgie •rie maanden. , . . , tr. 3.25 es maanden i , • ■ • fr> 6.50 ,cn jaar. .•«... h. I2JO i«o eboaneert rich op aBe petttmrMle* DEN VREEMDE >ri« maanden id*geli]W» versons) an). . .... fis M9 t Orqaan des* Be/qfsche WeM'edenpartk\ — Verschijnende affe daqer Tot de kwestie, ''Bien Public,, ■,,-3 vrienden zullen zieh herinneren dat ■liiea Publie het air aannam van als on-tt'a onderwijzer op te treden. K; wj] ons namelijk a an 't verstand Egen wat wij moeten verstaan door ■Lia'heid. iets waarover wij geen het Kste besef hebben. K ons nummer van zondag 8 April heb-Bj wij het klerikaal blad vierkant uitge-Ken, doends uitsohijnen dat do papen, ■ ï0q goed weten wat het is « liefdadig H er maar bitter weinig van in praktijk Bien, ja veeleer het omgekeerde doen. Ken Public, dat ontneemt al geheel veel ■ de w aarde van uwe lessen. Iemand de ■spellen ia geheel goed, maar zelve het ■roeeld geven, dat gij de recrela _ volgt H gij aan anderen voorsehrijft, dat is nog Hu is er een andere reden waarom gij Bonderwijzer in den pot valt en totaal Htrdeloos zijt, want gij weet zelve niet Kgji vertelt. H, zsgt on» dat h«* Kefdadigheid is, als Ki inriehtingen sohept en ondersteunt K'e werklieden in staat stelt in hunne Roeften te voorzien, zonder dat zij naar Kand de hand mceten uitreiken. Bjrdon, Bien Public, dat ia in hoofàzaak H[ liefdadigheid, maar dat heet in Gent Hperatie of Samenwerking. Hoze partij heeft die inriehtingen ge-Hapen en gij weet het wel. Hn stak er daar ietg liefdadigs in, dan Hi dit voor ons pleiten en niet voor de Hrikale martiko's die ons nageaa.pt K'e- • • • Ksar in den grond steekt er geen lief-Higheid in de Cooperatie of Samenwer- Rie vorm van organisatie werpt voordee-Haf in de mate van de getrouwheid ^fcrmede men er zieh aan hocht en der ■veelheid waren die men er zieh bij aan- He ongelukkigen opheffen uit hunne ver-R;^ in plar s vart te. te laten Voortkrui-Hi ia tanne ellende, dat is ook liefdadtg-Ki. zegt Le Bien Public. ■)., helpt de cooperatie aan mede en er Bkt daar dus geene liefdadigheid in. Raar als wij de stelling van Le Bien ■œlie aanvaarden, dat de werklieden Hieden uit hunnen staat van verlagiag in ■tais van ze in ellende te laten voortsuk-l(p, liefdadigheid is. dan gaan wij ver, Rfrater. Hebt gij daar ooit aan gedacht? ■tant dan is het toekennen van het Zidver Remeen Kiearecht, elke man zij ne Btem, R een liefdàdiigheidswerk. Weet ge dat, ■e_ Public ? ■Uwe partij heeft duizend maal en sedert Re haive eeuw gelegenheid gehad dit lief-Rglieidswerk te voltrekken. R deed het niet, aihoewel de werkende Rse er op aile wijzen voor gesiaeekt en Rreden heeft. ■De klorikale partij hm dus volgens haar Ken Btollia^ ailes wat oûliefdadig was, Rit als er middel bestaat om de werklie-R uit hunnen staat van verlàging op te Ren, dan is het wel het zuiver algemeen Rnrecht dat van de onmondige werklie-R meesprekende en medebeetureade bur-■'! maakt. Raar als men de zienswijze van Le Bien ■iblic aannemen aou, dan behelst geheel R programma niet» and ers dan liefdadig-RBpuntea.Ret minimum v«n dagloonî Liefdadig- Ret maximum van werkuren î Liefdadig- Rekeel de arbeidawetgeving t LAefdadig- Rortom, allea wat wij eischen om de ■«Hieden uit hunnen staat van verlàging ■ te hefïen en ze niet te laten voort wroe-R m de ellende î Rhwel, dat ailes is liefdadigheid 1 ■Die thesis is eenvoudig bespottelijk en ■t waardig van een blad, dat de preten-Bneeft van een Bien Public, die optreden ■ als schoolmeester tegenover zijne oon- wij gaan one permitteeren aan dan ■takziimigen Bien Public te leeren dat dit ■ea niets te maken heef^ met liefdadig-Rr|. waar wel met het REOHT dat hooger ■pt dan al de liefdadigheid der wereld. c • • Re Bien Public is zoo goed van on» te yinneren dat de rijke menschen ook be-R j6 hebben aan liefdadigheid in de vol-■nde bewoordingen : I Hunne oogen openen voor de klaarte II oie hunne bestemming verlicht, is de I aoogste liefdadigheid die men kan I ? e8en en in dien zin begrijpt men dat I de rijken zelf behoefte fevoelen dan ■ ®en hun liefdadigheid betoone. R»lgeeharmeerd van te vernemen dat ■tth^en °0^ keihoefte hebben aan liefda-Rj door hunne oogen geopend te wor-Ktli^r <^e klaarte die hunne bestemming K -rl PllWi"- zijtgfj niet besohaamd of zijt H eel Jeu kluts kwijt als gij met socia-■gn discuteert? de oogeo geopend wor- Maar sacrebleu, waarom geeft gij aan dis blinde mol&n vier stemmen en aan de arme dutsen eene of geene ? Waarom laat ge ze meester ovsr ailes: regeering, finantiën, gerecht, kortom over al de groote machten die de nationale en internationale belangen regelen ? Waarom laat ge ze de voortbrengst van onzen arbeid stelen om hun zelve te verrij-ken en de armen in dien staat van verlàging en ellende te laten voort wroeten? Ah, die arme hulpbehoevende rijken 1 Naast rijkdom en macht beschikken zij over hoogescholen en kunst ; aile genots-en ontwik*kelingsmiddelen zijn aan h en en Le Bien Public vraagt voor hen nog een beetje licht over hunne bestemming. Het klerikaal burgersblad aarzelt niet; het steekt de hand uit en smeekt : hebt toch oompassie met een rijken blinden man. Bien Public, c'est entendu, als wij tijd hebben zullen wij hen beklagen en trach-ten liefdadig te zijn en hen redden door hen to verlossen van de elavernij des rijks-doms. S. De bloedzuigers aan het werk Het volgende stsat te lezen in den godrnichtigen Bien Publie en dan zal er nu toch geene spraak kun-nen zijn van overdrijving : • Het «zweet*telsel» met zijn cmontbeerlljkec hand-Ianger den «contracteur» of tusschenpersoon, bestaat dus in Belgiê zoowel als in Engeland. Te Brussel zoomin als in veel andere handeljcen-trums des lands bezitten de heel groote magazijnen van kleedere», ondergoed, handschoenen, keunslijren enz., enz., bljna geene .eigen werkhuizen meer waarin zij hunne artikels zelf laten maken. De bestellingen van ailes wat die magazijnen verkoo-p«n worden to'.vertrouwd of opgedragen aan een zoo-aenaamden ondernemer, die ailes aï te maken geeft daar waar hij het verkiest, aan de per3on«n dit hem bevallen, voor loonen die hij percoonlijk opmaakt en in'voorwaarden dio hij heelemaal alleen voorsehrijft en beheerscht. Oadanks de ongehoorde duurte des levens, die op onze ongelukkife dagen overal doorgedrongen is, vin-den die brusselsche ondememers in hun uitgestrekt ge-bied huiswerkers genoeg die zeer gelukkig zijn als zij 40 tôt 80 centiemen kunnen kriigen voef het maken van een gewoon Ueursliif, als zij ; .75 fr. kunnen krijnen vcor het maken van een aUeiUJnïteC eu tsst afgcwerk-ten :'.ijden corset. Het is zoo erg dit men zieh OEwiflekeerig tfvraagt hoe het mogelijk is huiswerksters te vinden die zulke werkvoorwaarde» aannemen... Maar die ondernemers vinden er genoe?, zooveel zij er willen hebben, eenvoudig omdat zij zieh weten te wenden niet alleen tôt de talrijke werkeloozen van aile vaklcen, maar ook tôt de duizeaden ongelukkigen die op den vlakken buiten wonen en die zij weten te overhalen door de groote hoeveelheden van stukken die gemakkelijk op den zelfden patroon mogen gemaakt worden. In hunne uiterste goedheid hebben die heeren ondernemers voor hun afschuwelijk uitzuigings6tel»el een ronkenden franschen naara uitgevonden en zij zeggen edelmoedig dat zij aan hunne slachtoffers een « salaire d'appoint» betalen — een aantndlingsloon... En om deze benaming eenigzins te kunnen wettigen gaan zij hunne werkers zoeken onder de vrouwen en dochters waarvan het leven en het bestaan eenigzins verzektrd is door het loon van den voort werkenden man of rader terwijl zij de stulpen roorbij loopen waarin de eigen-lijke werksters van het vak zitten te krevteren ! De hooger genoemde vrouwen en dochters atnvaar-den onbedwongen aile werksn voor de aangeboden loonen en aldus is er voor den ondernemer dubbel pro-fijt aan den stok : hunne stukken worden ujlerst goed-koop gemaakt en zij kunnen grimlachend zitten luiste-ren naar de klachten van de vakmannen en de vak-vrouwen die eenige vermeerdering van loon vragen in deze slechte tijden! Tusschenpersonen van aile soorten loopen de dorpen plat achter de onwetende menschen die in nrmoede zitten en zij drijven het zoover dat zij hen de noodige naaimachiencn aanbieden als zij, in de opgegeven voor-waarden, willen werken voor de magazijnen die zi) zoogezegd vertegenwoordigen. Hebben de ongelukkigen de voorwaarden en het bin-dend machien aingenomen, dan kunnen die heeren hen doen werken voor halve loonen en zoo wetan zij daar-bii nog te ontsnappen aan de voor hen hinderende wet-telijkc voorschriftcn op den arbeid. Ziedaar lnderdaad een weinig idvllistisch tafereei, dat nog somberder voorkomt in den benarden oorlogs-tijd.j»Wij mogen hier alleen bijvoegen dot nog seen enVel onzer vereenigde kleermaaksters of kleermakers den toestand zoo treflend geschetst heeft om te bewijzen hoe noodig de socialistische organisatie er is, zonder dewelke er toch nooit ee» einde komt aan de diefach-tige uitstrooperij. Die Slets!!! Léna wat maar paa zeven jaar ond, toen zij in een paar maanden tijd hare oudera verloor en onbe-schermd de wereld met al haro gevaren ingegooid werd. Haar vader, schilder van beroep, stuikte van cens groote hoogte, dwars door eene ladder van eene twij-felachtige lekerheid, op 't gaanpad nêer, waar zijne werkgezellen hem met verpletterde ledematen op-raapten. Voor hij, op aene draagbaar gedragen, zijn huis bereikte, had hij reeds den laataten adem uit-geblazen.Hare moeder, die van zoohaast haren oudordom 't toeliet in de stinkende en ongezonde vlagfabrieken gezwoegd had, waar hare flauwe gezondheid den genadeslag kreeg, overleefde niet lang dio vreese-Ejke ramp en volgde weldra haren eohtgenoot in den killen schoot dar aarde. Léna was alleen, ouderloos; familieleden had ze of kende ze niet; ze scheen in de wieg gelegd om al de bitterheden van 't leven te proeven. Watzou er nu van haar geworden? Wie zou zieh ysrder gelasten om de onzekere schreden van dit kind te leiden ? De dikke Julie van verder in de stras.i, bewogen door de tranen van Léna, die overvloedig weende, zonder te begrijpen wat ze verloren had, met '1 00g op hare toekomàt, uam haar mede naar huis, zij *ou Alsof dit voldoende ware voor de opvoeding van een kind. Dikke Julie had zeven kleinen t'huis, die bijna allen onder eene kuip kouden. Lena was dus de achtste, 't zou er aan tatel niet te vetter om zijn, . want de onrelmatige prée van haar man, die dok- , werker was, waarvan steeds een deel haperen bleef , in het huis van den ploegbaa.", iiet haar dit met toe. j Lena groeide op, samen met de andere bengels van dikke Julie. Op school was ze dikwijls afwezig. , Geleerdheid zou ze later niet veel van doen hebben, . ze zou hard moeten werksn om haar brood te ver-dienen, tôt een of andere knippen kreeg. _ ( Ze werd 12 jaren, intusschen had Dikke Julie nog } een paar kleinen er bij gekregen. 't geleek e-en heel , « corps d'armée », waarvan de inkomsten niet aan- j groeiden. _ 1 Nu was ze reeds oud genoeg om iets te beginnen verdienen.Op eene groote pachthoeve geraakte zij in < dienst om de koeien te hoeden en heel den beesten-rommel te voeden, waarvoor ze den kost en een klein , loon per inaand kreeg. j Aan de geburen, met de handen op hare breede , heupen geplaatst, geraiakt Dikke Julie bijna nooit uitgepraat over hare Maarte of dienstmeid en haar j loon per maand die ze verdiende, dit was immers een , heel fortuin die zijne bestemming had. ( Lena mocht er hard zwoefen, had veel te lijden i van de ploertige brutaliteit van den baas, voor wie 1 ze nooit genoeg werkte. Hare kinderlijken eenvoud kreegeen geduchteknak, doordeongepaste gesprek- 1 ken en uitdrukkingen van het jong boerenvolk, die 1 haar oor bersikten. Op zekeren dag, binst dat Lena do koeien hoedde, sloeg er een der dieren verschrikt dweers door de pikkeldraadversperring die de weide afbakende, op de vlucht.Daardoor werd ze onder de grofstebeleedi- 1 gingen van de hoeve gejaagd. Door een dier plaatsingsbureelen waarvan er zljri die meiden leveren om aile werk to doen, geraakte zij in dienst in de stad bij een fabrikant. Ze zou 't niet al te lastig Iiobbon in veigelijking met 't werk die ze moest vorrichten in haar vroegere dienst. 'tGezin bestond uit m^nheer en madame en hun zoon André, een bedorveling, een joug fiereflui-ter, die zijne dagen en veel nacliten doorbracht met ; zijne ouders verdriet aan te doen en hun fortuin geweldig aan te spreken. In al dit tijdverloop was Lena eene flinke meid van 16 jaar geworden, die veel beter wist hoeveol foden er waren, dan hoeveol gevaren meisjes van aren ouderdom in de wereid bedreigdon. Van af de eerste dagen dat Lena daar in huis was had M. André, als man van 't vak, zijne strikken , gelegd om 't argelooze meisja in zijne netten te van-gen. Bij zijne kameraden tirinkebroers en nacht-ridders had hij er reeds mode gestoefd dat Lena zijne prooi zou worden. Hij viéi haar gedurig lasii;? met zijne gehuichelda liefdeveiklsrinç*,. >. irerv 'i ». ,-schil van stand zou hij voor een hu weUjk heensta; p ja, op do onbesch&amd-ste wijzeloog hij 't mt&ji Ee:i paar dagen afwezighoid van de ouders van M. André was de gunstige gelegenheid om zijn doel te bereiken, er gebeurde wat in t huidig geval bijna onvermijdelijk scheen, namelijk de eor en de toa-komst van Lena, die zonder de minsto waarborg, aan een geilaard ten ofFer viel. M. André had aan een voorbijgaand gevoel vol-doening gegeven, een ander slachtofFer van dien burgertelg zou welhaast har» beurt hebben. Eenige maanden verliepen, 't bleek langer onmo-ffelijk voor Lena, de gevolgen van M. André's wan-daad voor 't 00g harer moesters verborgen te hoa-den.Op zekeren dag, ondervraagd over de verandering dis zieh aan haar voor deed, kwam het tôt bekend-making van hosl 't geval aan de ouders van M. André. Ze ^aren verontwaardigd overdeslechtheid van de ontuchtige meid welke haar ongeoorloofde betrek-kingen met hare gevolgen, op de rekening van hun lieven André wilde piaatsen. Lena zwoer op haar eer en geweten dat se de waarheid sprak, wat niet van aara was om die lieden te kalmeeren. Op staanden voet moest ze 't huis uit. Wat moest ze beginnen? Naar hare pleegouders durfde ze niet terugKeoren; te vergeefs trachtts ze ergens in dienst te geraken. Ze dwaalde van 't eon naar 't ander, verplicht hier en daar een stuk brood bsdelende om niet van honger om te komën, tôt ze eindelijk in 't moederhuis aanlandde, waar ze moeder werd van een lief knaapje, dat slechts enkele uren 't levenalicht aan-schouwde.Geheel bersteld stond ze weldra weer op de straat zonder centen, zonder toekomst, toen met eena da wereld heen en terug geschud wierd, door de woe-denden oorlogsstorm, dio haar 't uitzicht .op een eerlijk bestaan, heel en al ontnam. Overal waar ze aanbelde om hare diensten aan te bieden kreeg ze een weigerend antwoord, ge'oroken naar lijf en geest besloot ze toch naar Dikk Julie weer te keeren. Maar 't nieuws van haren misstap was haar reeds lang voor op hare gemeente, iedereen wist te vertel-len hoe zij betrekkmgen gehouden had met den zoon harer cieestsrs en wat de gevolgen er van geweest waren. Bij haro pleegouders mocht ze geen voet meer over den drempel zetten, zoo 'n slets, waarvoor men zieh als ze klein was 't vel van de handen gewerkt had, ze moest maar zien heur plan te trekken. De schoolbengels wierden 't verkeerde aangeleerd van 't gene Chnstus deedt met de gevallen vrouw, ze gooiden haar âchterna met slijk en steenen, de groote lieden schreeuwden haar in 't oor van sm... en slets, niemand wilde met haar 't minste gemeens hebben. Zou ze dat werkelijk zijn? Zou men haar, die hare eer verdedigde met den moed der wanhoop tegen-over een gewetenlooze rijke gaillard door allerhande middelen uit de maatschappij trachtend te stooten! Is dit de zedeleer der burgerlijko samenleving, dat een misloopen galeiboef, die de schandelijkste en wraakroependste aller daden pleegde, ongestoord en straffeloos zijn misdadig bedri.jf kan voortzetten, terwijl zijn slachtofter tusschen de hongerdood en de volledige oneer te kiezen heeft? Voor ongelukkige wezens als Lena bestaan heden geenereddendeennulpbiedendeinstellingen, slechts eene op straffen belust zijnde magistratuur en een in die richting met verkeerde begrippen behebt zijnde openbare opinie die meisjeseerroovers ten prooi gevallene slachtoffers met gecarteerde prositués op gelijke atellen. Indien Lena nu geen» tlets, icas geweest, maar en-kel eene door den oorlog werheloos gevallen dienstmeid, de ondersteuningsknmiteiten tijn dusdanig met draeonische regelmentsbapalingen bedeeld dat xy toch zou te kiezen gehad hebben tusschen zieh, te laten hot\gtrm, of /iaar lyf te verhuren. k. w-s-w- m mm ... v 1 Onderwijzersbelangen Onder deze hoofding verscheen in « Vooruit » reeds nenig artikel. Al de onderwijzeri danken daarom ook fan harte dit geêsrd dagblad, alsook den Hecr Cnudde, chrijver van den A. B. O. B,, om zijne troost- en îoop voile woorden. Want voor vele buitenonderwijzers is het tôt woor-len gebleven. Sommige gemeenteontvargers be^.eren, Js er naar het aandeei van het viermillioenfonds >.e-'raagd wordt.dat geen enkel mandaat voor de gemeen-ekas gezonden van die woorden melding maakt 1 — dat ;e tôt hiertoe nog geene fcrmeeîe orders tôt betalen œtvangen hebben ! 1 — en dat een eenvoudig artikel, n een we'kdanig dagblad verschenen, geen bevertot )«talen beteekent ! ? ! Andera on'tvangers bekennen er vel iets van vernomen te hebben, maarzeggen de noo-lige toelage nog niet entvangen te hebben I Dit is eenvoudig slechte wil. Zekere gemeentebectu-■en drag«n hun onderwijzend personeel niet in het îart, en zoeken aile kleingeestige middelen uit om de >ntvangene gelden niet te moeten afstaan. Zou M. Cnudde ons door uw geësrd blad niet kun-ien zeggen, tôt welkbestuur we ons best zouden wen-len om te vragen en te eischen wat ons toekomt? — :n ook, of de "leden van het onderwijzend personeel roor 1916 nog mogen betasid worden volgens de jaar-vedde in '13 ontvangen. De oorlog breekt toch niet aile wetten, en ontslaat de anatieke gemeentebesturen niet van zekere verplich-ingen. Dit hopeu wij ten minste. Een buttenonderwijxer. Wij kunnen bovenstaande vraag niet beter beant-voorden dan door het publiceeren van volgenden jfficieelen omzendbrief : Aan de hetren Burgemeester en Schepenen der ProvincU Oost-Vlaanderen, is de vol-qende omzendbrief gezonden, van xoege het Provinciaal Bestuurvan Oost-Vlaanderen: Gent, den 22 Januari 1916. Mijnheeren. Het Ministîrie van Wetenschappan en Kunsten îeeft de noodige sommen ter uitbetaling gesteld tôt het /erefienen van : 10 het aandeei van den Staat in de verhoogingrn vaa aarwedde, berekend volgen» de schikkingen der wet ^an 19 Mei 1914, en vcrechuldigd over 1915 aan de eden van het onderwijzend personeel der gemeente-icholen en aan de wereldlijke gediplomeerde of van ■echtswege van het examen ontslagene leden der aan-;enomerie scholen; 2» de toelage van 50 fr. over hetzelfde dienstjaar, lan de leden dezer laatste scholen, gediplomeerd of /an rechtswege van het exameD ontslagen, ongehuwd :n in gemeenschap levende. De gemeenten zullen eerstdaaRS in het bçzit gesteld «'Ordén d-ï»r sommen wélke moeten gestort worden in let bijzoïïder tonds voorzien door art. 12 der wet t-n itilslùitélijh aan den dienst van het lager onderwljs «ogen besteed worden. (Deze sommen zijn begin Februari 1916 aan de gemeentebesturen gezonden. P. G.) Ile verzoek U, Mijnheeren, de bijdragen welke gij suit ontvangen alleen te bestemmen tôt het betalen van ie jaarwedden der onderwijzers derwijze hun de voor-ieelen te verzekeren welke zij, over 1913, genoten lebben, daarin begrepen de bijkomende'wedde geno-nen op de fondsen van de schatkist. Deze bijkomenda loedden zijn in den hiernevens-jaanden staat aanqeduid. Voor het oogenblik zal op deze uitbetaling niets ver-eend worden aan de leden van het wereldlijk of gecs-:elijk personeel der aanger.omene scholen welke krach-:ens art. i5, paragraftn 6 en 8 der «choolwet zouden tunnen ontslagen worden doch over wier ontslaging de lioogére Overheid nog geen besîuit gehomen heett. Daar om reden der huidige voorvallen, de geldelijke :oestand der gemeenten over het algemeen niet verbe-:erd is, vindi het Ministerie het geraadzaam, voor het jogenblik niet af te zien van den maatregel, vastgesteld ioor omzendbrjeven van 21 April en 5 Auguntus laatst-eden, wat betreft het toepassen der schikkingen van de schoolwet «angaande het vaststellen der jaarwedden van de onderwijzers. Deze zullen dus, tôt nader bericht, mogen betaald worden volgens het inkomen dat zij in l9'3 genoten hebben, daaronder begrepen de bijko-mende wedden verleend op het krediet van 4 milliocn, Nochtans mogen de gemeenten enkel van deze toe-gevendheid gebruik maken wanneer buane geldmidde-[en gansch ontoereikend zouden zijn om meerdere uit-gaven te dekken. Het staat hun insgelijks vrij, onder zeifde voorbe-houd, de kosten te vereffener. wegeni tusschentijdige diensten volgens de grondslagen bepaald door art. 18 der schoolwet van 1895. De Voorzitter, dd., Dr BECHTOLD. Dat de onderwijzers, welke nog ri et voor 1915 hun fiandeel in het vier-millioenenfonds ontvingen, onmid-dellijk eene reclamatie sturen aan den hecr Voorzitter van het Burgerlijk Bestuur der provincie Oost-Vlaanderen.Voor wat 1916 betreft, de jaarwedden zullen dezelfde zijn al» in 1913 met bijvoeging van het aandeei in het vier-miliioenenfonds. Evenwel moeten de jaarwedden der onderwijzers, benoemd sedert 1 Januariigi4, vastgesteld worden volgen» den nieuwen loonstandaard. P. CNUDDE. Rond den Oorlog fesj Avocourt Collin Ross geeft in de «Vossische Zei-tung» een boeiende beschrijving van een dag onder roffelvuur. Opstaan, twee uur. We lagen met z'n tie-nen in het kale, ontzaglijk hooge vertrek van het kasteel. Tôt aan de zoldering reik-ten do boogvensters, waarvan de gebroken ruiten gebrekkig met planken waren tœge-stopt. De wind streek over den steenen vloer en rukte aan de bouwvallige deur. Tôt aflossing naar het front. De kameraden stonden zieh reeds tusschen de stroolegers aan te kleeden. Bene-den stonden de paarden al gezadeld. Wij reden door den nacht. Aïs een witte band ligt de straat achter de bergen, grom-men de stalen leeuwen, aan den horizont weerlicht hêt in sneile, zenuwachtige trek-kingen. Nu groeit het rollen en dreunen aan tôt het een wild. heesch keffen is van twee beesten die elkaar aanblazen. Dan wajtdt het was m tôt weinige korte slagen, die zwaar en bang sidderen in den nacht. In de bivakken is reeds leven. Een veld-keuken sproeit roode vonken, daar staan al mannen met de menageketels te waehten. Door de dorpsstraat ratelt een kolonne, dan komeh wij weer in het donker en de still-e. Men hoort slechts den hoefslag van de paarden. Aan het front stijgt een licht-kogel omhoog, snel en zeker, staat dan een oogenblik sidderend en besluiteloos aan de lucht en ddalt neer met verbleekenden schijn. Bij een wilde krater langs den weg worden de paarden schichtig. Een paar paar-denlijken liggen aan den kant. Men heeft ze niet weg kunnen krijgen. De weg ligt, hier voortdurend onder hevig vuur, de op-gezwollen lijken zien er vormeloos uit in de morgendschemering. Ongemerkt is het duis-ter geweken, vaal en vijandig komt de mor-gen.Achter ons front staat bosch, stammen zonder takllen, versplinterd wit hout, eiken geknakt als struikgewasj beneden in het tial is drassig grasland, zwart van den om-gewoelden moerasgrond. De battorijen in de buurt zijn aan het werk om do beschadigingea van gisteren t» horstellen on nieuwe, steviger dekkingen te bouwen. Het is betrekkelijk kalm. De Franschen schieten slechts een paar brandgranaten. Een leelijke vlam slaat uit, roet, roodwal-niend als van petroleum. Het kreupelhont is nat van de dauw, het smeult een weinig aan de voeten van de boomen, dan dooft de vlam uit. De kanonniers werken verder., Tegen den raiddag wordt het vuur hevi^ ger. In snelle volgorde komen de zwars slagen tôt ze tôt een dreunend knailen ver-smelten. Om drie uur komt van een batte-' rij dicht aehtsr de infanterielinie, het tele-fcnisch bericht,dat een dekking bedolven is. Ik ga er_ met een paar man heen, maar zjji hebben zieh zelf reeds geholpen als wij aan-komen.In dç batterij zelf is niets gebeurd,. slschts van een vooruitgeschoven stuk krijgt men geen bericht, de telefoon is stukgeechoi ten. De loopgraaî daarheen is gedeeltelijk rewis plat^roffeld. Het vuur wordt woor heviger. ijet gerekt gehuii strijken de gra-naten door de kala stammen van het geha-vende bosch. De lucht ia vol huilen en sui-; sen. Daar, vlakbij, die komt in de loopgraaf., Reclus ligt een kleine gang; een intinctie-' ven sprong. Het gedreun komt me eerst tôt' . bewustzijn als de aarzoden op mij neerval-len. Mijn hart is rustig. In het eerste 00-' genblik heb ik een gevoel van berusting, dan vlamt de lefvenswil weer op. Ik moet eruit voor de aardlast te drnkken wordt. Het gaat gemakkelijker dan het scheen. In de verte kletteren nog aardkluiten en splin-ters neer als de hoefslag van in de verte-gallopeerende paarden.Diep omgewoeld en verbrand de aarde. D« gassen sl»an ne«sr boven het gat. Daarnaast een gekreun. Daar ligt de reserve van het voorste bataljon. Een man is half bedolven, twee kameraden probeeren' hem aan de armen eruit te trekken. Spadeo hier î zwijgend en haastig graven wij. De leem is zoo taai als klei, weer een gesuis, God zij dank, die ging voorbij. — «Zoo, nu! snel in dekking met hem». De man hangt als een klomp m de armen van een ander. Nu naar het stuk. Ik loop naar den gang. Men komt haaat niet vooruit. Een brei van leem, takken en: stammen. Het kanon is weg. Een verwarde hoop op de plek waar het gestaan heeft. De ijz&-ren dragers waardoor het gedekt werd, zijn1 gekraakt als riet. Ailes verwoesting. De inJ gang tôt de dekking is echter open. Ik slœ de deur open, ailes nog in leven. Een aardbeving. De deur slaat toe. Da kaars gaat uit. Voor den ingang ligt een zware klomp. Niemand zegt eerst iets. Dan «geen licht aansteken, sigaren uitdoen». Dt( lucht is sîecht en ve-rbruikt, zij moet voot tien menschen genoeg zijn. Nog een paar zware slagen, dan probeeren wij de deur weer te openen. Door ver-eende druk wijkt de aardmassa. Frissche lucht stroomt naar binnen. Ik houd het echter daar beneden niet uit. Liever buiten in het grootere gevaar dani daar beneden in de verstikkende duisterniê waar de angst beklemmend van de een naar; den ander kruipt. Naar voren. Bij de waarnemers in de sap-, pen. Het is nu hetzelfde. Voor en achter gaat de dood over de aarde. Ik hoor geen gedreun meer. Mijn zintui-gen nemen niets meer op. Maar zie, een,-twee, drie granaten midden in de loop-giaaf. Verder gaat het niet meer. Uit de trechters stijgt het gas omhoog, kruipt ver-stikkend en verlammend in de keel. Een zee van dood en als verloren daarin een le-1 ven. Neen, de angst mag mij niet ove'rmeeste* ren. De dood kan mij hier niet verrassen.i' Hier zijn wij ieder oogenblik bereid. Maar nog is het geen tijd. Een wedren' met den dood. In sprongen van gat naar gat. De eenige dekking in de volgeworpen loopgraaf. Daar is een mijngang, als een eiland in de woeste zee. De gang is veel meters diep, twee uitgjan-gen heeft ze. De infanteristen zitten dicht1 naast elkaar gehurkt, maar de lucht is' goed. Er is trek in de gang. «KHk istUw m SKI* fcikw of ba. '1 Sjfej

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes