laar — N. 242 Prijs per nummer : voor België 3 centiemen, voor den Vreemde 5 centiemen Drukster-Ultgeelstet Pfiis: Maatschappij HET LICHT , bestuurder» P. DE VISCH. Ledeberg-Oent . . REDACTIE . . *■• Jndiei* de «tagalt ner stoffen, opgMamd' 01 paragraaf 2 nummer 23 van de Verordening, de voorhanden koepons erbij begrepen, de aldaar bepaalde hoogste hoeveelheid voor een en dezelfde hoedanigheid overtreffen, zoo moet de geheele stapel van de betref\ fende hoedanigheid, dus met inbegrip van bedoelde hoogste hoeveelheid, aangegeven worden. 4,Aan paragraaf 4 van de Verordening is achter lid 3 het volgende toe te voegen: « Het voorschrift van lid 3 is niet toepasselijk op firma's, die tot dusver klcedingstukken voor den rechtstreekschen verkoop voor eigen gebruik lieten maken in haar naaiplaatsen of aan huis. » 5.De termijn voor de aangilte (paragraaf I lid I der Verordening) en voor de scheiding pp. (paragraaf 6 lid 2 der Verordening) is tot 25 Augustus 1916 verlengd. 0.De lijsten van aangifte en de stalen moeten vrij van porto- en vrachtkosten ingezonden worden. '■• 7. Het « Militarisches Textil-Beschaffungsambt » is gemachtigd, zelfstandig toelichtingen tot de Verordeningen uitte vaardigeh. A. H. Q,, den 20 Augustus 1 g 16., jDer-~Qberbefehlshaber, Herzog Albrecht von Württemberg. VERORQi'M I *J P betreffende da Inbeslagneming van huitfei en vellen Ter wijziging van de Etappen dagorders n° 260 van 8 Juni 1915, cijfer" 3, en n° 750 van i 1 Juli 1910, cijfer 4, wordt bestemd als volgt: 1.— Alle huiden en vellen van koeien, vaarzen, ossen, stieren, paarden, alsook van kalveren, schapen,lammeren, geiten, konijnen, hazen, honden, katten, hamsters en reeën worden in beslaggenomen en moeten aan de stapelplaats voor huiden en vellen, Gent, Keizer Karelstraat, ie, en, indien zij met den trein vervoerd worden, aan de stapelplaats voor huiden en vellen aan de statie Geut-Oost, vrij Gent, geleverd worden. Worden de huiden en vellen niet onmiddellijk aan de aangeduide stapelplaatsen geleverd, zoo moeten zij of door bemiddeling der syhdikaten, dié zich ermede bezig houden, geleverd worden of aan opkoopers die door een schriftelijk bewijs der Etappen-Inspektion (Wirtschaftsausschuss) gelegitimeerd ^ijn. Zij worden contant betaald aan vastgestelde prijzen. 2.— ledere handel met de onder 1 genoemde vellen en huiden zonder toelating der Etappen-Inspektioq (Wirtschaftsausschass) is verboden. Ieder verwerker der onder 1 genoemde huiden en vellen door looien, snijden, verven, enz., zonder toelating der Etappen-Inspektion (Wirtschaftsausschuss) is verboden. Ieder bezitter van huiden is verplicht deze in goeden toestand te houden en ze tegen bederf te beschermen. 3.Ieder bezitter der onder 1 genoemde huiden en veilen, alsook ieder bezitter van gereede en halfaereede lederen ea van toebereide en halftoebereide ( kenijnveUen, is verplicht de huiden, vellen en lederen, die tot den dag van het van kracht worden dezer verordening in zijn bezit zijn,, met opgave van den eigenaar en de bewaarplaats, tot den 3o Augustus 1516 aan de bevoegde Etappenkommandantur aan te geven. De Etappenkpmmandanturen zullen de aangiften tot den 7 September igi6bij de Etappen-Inspektion (Wirtschaftsausschuss 1 indienen. 4.— Met ten hoogste 3 jaar gevangenis en met geldboete tot 50.000 mark of met eene dezer straften wordt gestraft: Wie vellen en huiden in strijd met de bestemming onder 1 niet aflevert, wie zonder toelating met de onder ] genoemde vellen en huiden handel drijft, ze zonder toelating bewerkt of ze niet ordelijk bewaart, wie in strijd met de bestemmingen onder 3 voorhanden voorraden niet, onjuist of onvolledig opgeeft. De huiden en vellen tot welke de overtreding betrekking heeft, zullen verbeurd verklaard worden. Zijn bevoegd de Duitsche militaire rechtbanken en miWtaire besturen. E. H. O., den 12 Augustus 1916. Der Etappeninspehteur vonUNGER General der Kavallerie. tsiteis Heine osirprij Le Bien Public laat zijn gedacht «niet varen dat er voor de kleine burgerij een Schitterende toestand is voorbehouden, indien zij zich wil vereemigeu en aankoop- en verkoopeyndikaten wil stichten. Wij hebben ons gedacht over die vereenigingen gezegd; zonder ze af te keuren hebben wij doen- uitschijnen, dat die bonden van aankoop .én verkoop in feite de verdwijning der kleine burgerij in zich bevatte, althans in den intiemen of innerlijken zin, zooais wij tot hiertoe de kleine burgers kenden en zooais zij zichzelven hun leven en hnnne toekomst voorstelden. Die bonden ontnemen aan den kleinen burger zijne betrekkelijke onafhankelijkheid en hij verliest grootendeels aJ de verdiensten van zijne werkzaamheid, doorzicht of geslepenheid die hem in staat stelden te concurreeren en zijn mededinger in deji schaduw te stellen of liever hem totaal te ruineeren. Lc Bien Public aanziet dat ak eene Hopte veronderstelling. Hoe zoo veronderstelling ? Beetaaifc de concurrentie soms niet meer voor de kleine nijverheids- en handelsbtfrgerij zoowel als voor de groote? In welk gewichtig sociaal evangelie heeft Lc Bien Public die nieuwe leering ontdekt? Mogen wij dat weten? En als" dé concurrentie wel bestaat, dan is en blijft zij toch een wedstrijd, waarin iemand de eerste komt en velen zelfs niet geklasseerd worden. Maar wij^erkennen gereedelijk dat zulks niet gebeurt met een doel van nijd, haat of wrok, maar dat het opgedrongen wordt door het maatschappelijk regiem waaronder wij levien en waarvan de vrije comourifentie een der hoeksteenen, ja de bazis zelve is. # * «■', ■ Le Bien Public schrijft met eene bewonderenswaardige naieveteit: Volgens Vooruit zou elke gentsché schoenmaker er aanspraak op maken geheel de bevolking te schoeien; elke horlogiemaker zou de uurwerken willen herstellen Van al zijne medeburgers, elke kleermaker geheel de stad kleedeu, elke meubelmaker al de buiBgesÖnnen in hunne meubels steken. Bien Public, w-ij ook gelooven niet dat er een kleine burger is die zooveel ambitie heeft. Hij kan re niet hebben, want hij gevoelt te goed hoe moeilijk het is om zijn klienteel te behouden, en dus nog veel moeilijker oin ze uit te breiden. Ce ziet dus, dat Vooruit dat nooit gemeend of gewild heeft en 't is dus gij die eene zotte, kinderachtige veronderstelling maakt. Maar loochenen dat de kleine handel- en nijveraars meer en meer op een schopstoel zitten, dat kunt gij niet. Dat het een enkele kleine burger of twee of zelfs tien kleine burgers zouden zijn die het in eiken handel- of nijverheidstak zouden houden, is in de hoogste mate eene economische ketterij. Onze partijgenoot Emiel Van-der Velde schreef daaromtrent in zijn© brochuur: «Naar het Collectivisme of Socialisme» het volgende: Iedereen kent de trusts van alle slag die in de.Vereenigde .Staten bestaan. . Volgens Lioyd — « Wealth against Commonwealth ». — steken niet. minder dam 500 honderd millioen dollars (2 1/2 millard), in den kolen-trust, 200 millioen dollars in den petróleuni-trust. De trust der NoordWester Spoorwegen en Elevators bezit 100 millioen dollars; de trust voor het vee eu de beenhouwerij bezit ongeveer hetzelfde kapitaal; hetzelfde voor de gastrost; 50 millioen dollars steken in den pianotrust en 35 millioen in den whiskytrust. Halen wij ten slotte nog "den beroemden suikear-trust aan, "die werkt met een kapitaal van bij ds twee milliard franks. Thans heeft hij het monopolie van.geheel de voortbrenging, terwijl er in 1880, in de Vereenigde Staten, 49 firmas bestonden, die over een kapita»r van 27 1/2 millioen dollars beschikten. Do trust heeft allerhande spoorwegen en fabrieken aangekocht. Hij is betrokken in andere ondernemingen als: in dean meel-trust van de Staten van NewYork en Minnesota, in den magazijntrust van Brooklijn, in de tramways- en gpoorwegen-trust en ook in een bank-trust. Zoo verzekert hij zijn ecoinomischen toestand en ontwikkelt hij te zelf der tijd zoodanig zijn staatkundigen invloed, dat men heeft mogen zeggen, dat hij heel het land onder zijnen hiel had. Met een woord, als het kapitalisme een tak van voortbrenging overmeestert, moeu ten de werklieden-eigenaars die tegelijk handelaars eu nijveraars zjjn,verdwijnen of veranderen in depothouders, voortverkoopers, tehuiswerkers. Het magazijn neemt de plaats van den winkel in. De niachiuofactuur volgt de manufactuur op; als deze overleeft is het in den staat van «zweet-stélseT»; d© maatschappijen per aandeslen die onontbeerlijk zijn om het kapitaal bijeen te brengen dat benoódigd is voor de voortbrenging op groote schaal, treden nu in de plaats van de aan bijzonderen toebeboorende ondernemingen. Vervolgens ziet men samenspanningen, syndikateo, kartels, enz. oprkhéen, en ten slotte loopt dit uit op den trust, op het .volledig monopolie, op ééne maatschappelijke inrichting der "voortbrenging of van den handel, en dit niet in 't belang van iedereen maar in 't belang van enkelen. • Dat is gewoonlijk de gang van de nijverheidsheidsof handels-evolutie (1). Voorzeker beweren wij niet dat al de takken der voortbrenging noodzakelijk die verschillende tijdvakken moeten doorloopen. Eenige deraelve gaan met reuzenschreden vooruit; anderen schijnen onvatbaar voor de mechanische voortbrenging of moeten maar in geringe behoeften voorzien; anderen wenden zdeh naar het- collectivism»!, doch door bemiddeling der samenwerking; nog anderen, werden- opgeslorpt of zullen bet worden door het collectief domein, vóór dat zij aan het einde van hun «amentrekkingsproces bomen. Niettemin blijft het waar dat d© collectieve toeëigening zich opdringt als eene des te grootere noodzakelijkheid, daar de voortbrenging meer gesocialiseerd is, de onpersoonlijke overheersohing van het kapitaal zwaarder is, zijne werking op de loonen en prijzen almachtiger is. * * * Ziedaar juist hetzelfde van wat Vooruit beweerd en geschreven heeft. Ofwel de vereenigde kleine burgers zullen tot de uiterste logiek gaan, tot de kartels en dè trusts en dan werken zij voor den onvermijdelijken overgang naar het collectivisme, ofwel zal hunne vereeniging niets zijn dan een soort verdoovingsmiddel om bunnen doodstrijd te verzachten. Maar eerst en vooral moeten wij de verCO Voor meer bijzonderheden zie": Yandervelde. « Collectivisme en evolutie op nijverheidsgebied 2. Uitgave der Samenwerkende Volksdïukkeri}„ Hoogpoort,89, Gent. yPjcys f 1 {rank. eendging der kleine burgers nog bespeu-ren. 'k Wensehte dat ik het zag, zei de blinde. (Wordt voortgezet.)F. H. Rond don Oorlog Va» bef üost©«ijk front Nadat ik drie dagen bij de regimenten op het front was geweest om te zien hoe de mannen uit Zevenbergen daar levenj-vechten 'en... sterven, voldeed ik gaarne aan het verzoek van den chef der kwartiermeester-afdeeling, een dag bij hem te blijven om met eigen cogen te zien, hoe het legercorps in deze streek te midden van groote moerassen en zonder straatwegen van munitie en levensmiddelen wordt voorzien, en hoe het mogelijk was gedurende het Russisch offensief versterkingen daarheen te brengen. Zooais ik reedis schreef, kreeg het Xlle korps in den nazomer van 1915, na de verovering van Iwangorcd, bevel het spoor-weg-kruispunt Baranowitsji te bezetten en laterttegen het einde van October langs de Boven-S erwetsch en in de vlakte ten Zuiden van deze rivier tot aan het Koldijtsjewo meer stellingen te bouwen, en in dae, een oprukken des vijands in Westelijke richting te verhinderen. Ten Noorden en Zuiden sloten Duitsche troepen aan. De groote moeilijkheid, die zich voor deed, was, dat door dit heele gebied, dat voor een deel uit Zandgrond, voor een ander deel uit moerassen bestaat, geen enkele bruikbare weg liep, zeodat het in de herfst^ al heel gauw- een ding der onmogelijkheid' werd de troepen te verzorgen. Een geluk was het evenwel, dat in dit gebied tal van bosschen zijn, waaruit het' be-noodigde hout, zcowel voor technische doeleinden, als ook om te stoken kon worden genomen. Met alle macht werd dan ook begonnen met het aanleggen van wegen; waar dit mogelijk was, werden de zandwegen wat opgehoogd en dcor parellel loopende sloo-ten gedrianeerd, terwijl over de moeras-gronden knuppel-wegen werderi\ aangelegd, ongeveer ter breedte van e meter, opdat twee wagens voor elkaar goed kunnen uitwijken. De totale lengte dezer wegen die het XHde legerkorps alleen liet maken beloopt ongeveer 6 K.M., die van de aansluitende Duitsche legerkorpsen nog veel meer, en wanneer men nu bedenkt dat deze wegen bestaan uit boomen, die naast elkaar nauwkeurig dwars over den weg liggen, dan is het duidelijk hoeveel hout alleen voor dit doel moest worden gekapt. De_ toestand verbeterde daardcor wel aanzienlijk, maar met het oog op een offensief van Russische zijde achtten de militaire autoriteiten het toch noodig door het aanleggen van een spoorweg met 76 e.M. spcorwijdte doch met looomotiefbedrijf van een der stations van de hoofdlijn uitgaande^ het vervoer van levensmiddelen en munitie naar het front beter te verzekeren, en toen het in het voorjaar aan geen twijfel.meer onderhevig was dat de Russen een offensief voorbereidden, kregen de technische treepen de opdracht met spoed dit werk uit te voeren. In S maanden was ddt werk gereed^ en enkele getallen mogen duidelijk maken wat in dezen korten tijd door 2 officieren met in ronde cijfers 1200 arbeiders werd gepresteerd. De lengte van de lrjn beloopt 6&9 K.M., en beeft 14 groote bruggen, die laïr-gér zijn dat 1ÓÓ Meter, en die met de klein* bruggen tér zamen 2300 Meter lang zijn. De langste brug is 332 Meter, dan volgt è©n brug van 284 Meter. De Duitsche lijn is 50 M. lang. Met deze lijn werden alle levensmiddelen en munitie voor een leger van 90.000 man en 25000 paarden vervoerd ;.,-d.w.z. dagelijks 8 tot 10 treinen met muntte, 8 treinen met levensmiddelen en paardenvoer en een trein met technisch materiaal naar het front gebracht. Cedurende het Russisch offensief, werden buitendien alle reserves daarmede naar die punten van het front Kebracht, waar de bevelhebber ze noodig nad, en het is niet overdreven te zeggen dat de vereenigde legers zonder dezen spoorweg zich waarschijnlijk niet zouden hebben kunnen handhaven. Dat M..., waar alle goederen moetenworden overgeladen daardoor een stationvan grootere beteekenis is geworden, behoeft geen nader betoog, en verklaart,tevens waarom de intendance in de nabijheid van dit station alle bedrijven en inrichtingen heeft vereenigd, die voor de verzorging van het leger op dit {S^vechtefcer-rein noodig zijn..4iffl Ik zag hier twee groote bakkerijen met gemetselde ovens, die elk dagelijks 15600 brooden van 1400 gram bakken, zijnde het rantsoen voor 2 man; een park met vee, waarin als reserve 200 runderen waren, en daarnaast 't slachthuis,waaraan afhankelijk een huidenzouter ij. Verderop "een smederij en wagenmakerij en timmermanswerk-plaats, gedreven door 2 motors, Waarin 120 man ca. 4 complete treinwagens per dag vervaardigen. Hiertoe behoort ook een volkomen ingerichte reparatie-werkplaats voor geschut. In de nabijheid van het station is voorts een veldlazaret voor 700 gewenden en zieken, die in 5 gebouwen zijn ondergebracht en zoo volkomen uitgerust als een-chirurgische kliniek in de hoofdstad, buitendien evenwel voorzien Van een inrichting ter verdelging van luizen. Een zelfde inrichting, maar veel grooter, daar daarin op eenmaal een bataillcn kan worden behandeld, is bij de wassoherij van het legercorps, waarheen alle troepen regelmatig de vuile wasch zenden en daarvoor dadelijk schoon goed in de plaats klunen. Wat dat voor een weldaad voor de troepen is, is niet te zeggen. Op het station zelf moesten reusachtige magazijnen worden gebouwd, want hoewel het meeste goed onmiddellijk wordt overgeladen, is het toch noodig voor een bepaald aantal dagen voorraad in de magazijnen te hebben, terwijl buitendien doortrekkende troepen hier alles kunnen krijgen wat zij noodig hebben. Uit het kleine onbeteekenende station Molezadz is zoodoende een groot emplacement geworden, te midden van een dorp, dat in enkele maanden op deze plaats verrezen is om alle inrichtingen en het groot aantal arbeiders onder dak te brengen en voor d© verbonden legers van aoo groot belang, dat twee stafofficieren yemieeaeofegkppeiijk mei het kpmmando waren beitst, oas d« Dnitecha en OostenrijkschHcugaaracbe beUogeB (MM> 4b bjBtartjfteAk

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.