Vooruit: socialistisch dagblad

1447 0
05 september 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 05 September. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 02 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/j96057f213/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Drukster-Ulîgeeïster |£ • Maatschappij H ET LICHT bestuurder: p. DE VISCH. Ledeberg-Qent . . REDACTïE . , ADM3NISTRATEE HOOGPOORT. 29. GENT VOORUIT Orgaan der Be/gische WeHdiedenpadêj, — Verschjjnendé aile dagen. ABONNEMENTSPRIJS BELGIE Drie maanden. . . , . fr. j.25 Ze* enaandea • . . . . fr. 6 50 Ecn jaar. fr. 12.50 Meo abonneerî zich op aile postburcclcs DEN VREEMDE Drle maanden (dagelijka verzonden). fr. 6.75 Uit ziin leven en zijn werJken foordraciit gelioutlcn door J. P*. D'HOEDT op 31 Oogst 1915 Is het een ioeval dat ik u heden over nassalle kom spreken ? - een ! Ik heb met opzet den 31 Oogst gekozen, omdat die dag de verjaardag is van Lassalle's afsterven. Het is heden 51 jaren geieden dat Lassalle is omgekomen. Waarom onderhoud ik u niet over een ander groot figuur uit; de Duitsche sociaal-demokratische beweging? Waarom niet over Marx, Engels, Lieb-knecht, Bebel ? I) het is de verjaardag van Lassalle's | treurig einde ; II) Lassalle is de stichter der Algemeine Deutsche Arbeiterverein ; III) Omdat de tegenstanders van Lassalle, dus ook die van het Socialisme, misbruik maken van de gebeurtenissen uit zijn leven, om ons beginsel te treffen. Het leven van Lassalle is een groot roman, een treurspel is net einde van dit leven vol strijd en nieuwe ideeën. Is het vvel de inoeite waard belangstelling te wiiden aan die feiten uit het bijzondere leven van dezen man? Moet men weer op-rakelen de betrekkingen van Lassalle met de gravin von Hortzfeld en later met Hélène von Donniges? Ja, want de verhou-ring tôt de eerste vrouw worden wetens en willens door onze vijanden in een valsch daglicht gesteld en de betrekking met die tweede vrouw hebben een zoo treurig als plotseling einde aan zijn leven gemaakt. Bijzonderheden over Lassalle's leven en werken zijn te vinden in : 1) Het1 boek van Dr. Quack : « De Socia-listen. — Personen en stelsels ». 2) «Das tragische Lebenseinde Lassalles», door J. Ch. Becker; een werk vol documenter doch dat soms nevens de kwestie in-gaat.3) « Lassalle: ein Leben fur Frfciheit und Liebe », van Schirokaner, dat een roman-vorra is. 4) «Van Andern und nur », door Hélène von Donniges. Dit laatste boek is een boek dat inisschien hier en daar soms valsch kan opgesteld zijn, maar dat toch ons dikwijls toelaat een dieperen blik te werpen op het intieme van Lassalle's liefdebetrekkingen met de _ bovengencemde Hélène. Dit boek 'echter is meer een streven van verschoo-ning, van uitwassching, dan van trouwe, Zuivere W^arVipirl Lassalle werd geboren in Breslau deD 11 Juli 1825, uit Joodsche ouders. Zijn va-der was een gefortuneerd handelaar. Op school was Lassalle geen voorbeeldig leer-Hng adtijd. Hij werd gedurig door zijn medeleerlingen uitgescholden voor Jood en dit verbitterde zijn jonge kinderziel, die mtterîieid is hem later bijgebleven. Zijn rader bestemde hem om koopman te worden. Daarin echter had Lassalle geen zin. Hij vluchtte uit de handelsschool weg en verborg zich te huis op ïijn zolderkamerken waar hij zich prepareerde voor het Hooge-schoolexamen.Becker zegt in zijn werk dat Lassaâle door fjn vader gedwongen was koopman te worden, de uitgevers van Lassalle's werson ioochenen het. In aile gevalle toont La-s-saiile ons zelf door zijn dagboek dat zijn lust voor de koopmansstudiën zeer gering waren, maar dat hij o'vertuigd was dat zijn roeping was schrijver te worden (de voor-drachthouder leest uit ^assalle's dagboek het bewuste uittreksel véôr, evenals de be-oordeeling van Dr. Quack over Lassalle). Op 19jarigen leeftijd had Lassalle njn Etudies voleindigd en trok naar Parijs waar hij in aanraking kwam met de toen reeds gekende socialisten. Hij bezocht daar de verschilleade bibliotlieken om zich te be-kwamen en komt wat later in aanraking net den grooten Duitschen dichter Heine, ffietwien hij eene levenslange vriendschap sloot. Heine had het talent en de energie Tan Lassalle begrepen. Lassalle keerde dan terug naar Berlijn ®n wilde zich daar als geleerde doen gei-den, dit gelukte hem. Van dien tijd oo<k dateereiï zijne betrekkingen met gravin von aortzfeld. m de familie von Hortzfeld werd j>>J in geleid door zijn vriend Mendelssohn. Ue gravin was toen 40 jaar oud, maar nog z®ei' Schoon en stamde af van eene hoog-®dellijke-katholieke familie. Lassalîe was *8n 20 jaar oud. De gravin was op 17jari-gen ouderdom tôt een huwelijk gedwongen geworden met haar neef Edmond von JtLortzfeld, welke een brutaal en ellendig rakter had. Het leven van de gravin was een bel voor heur geweest, gedurig werd zij nushandeld en zelfs heure kinderen werden eur onttrokken. Lassalle was eens getuige Çev.eest van zulk een heftig tooneel en dan ood hij Je gravin aan een procès van echt-rcneidmg in te spannen, hij iou heur ver-erJ]ger zijn. Deze nam aan. Lassalle vroeg ■*n de rechtbank teruggave van 't groote rmogen der gravin en de ontbinding van j lluweliik. Dit procès is een echt schan-procès geweest. De laagste middelei erden door den graaf aangewend : leugen, tmn or,en verdachtmaking, ziedaar de bond-»pri° nTvan ^en graaf. De graaf verteerde L,areiS?. procès het geld zonder te 11 fljj vgrkacht z«îia uitigQsbr^ie-gqg-.. deren aan den Bhijn voor een spotprijs en deed aan zijne maitresse, eene baronnes, een bezet van 1,000.000 fr. Dit bezet moest bekrachtigd worden door den rechter. Twee vrienden van Lassalle, Mendelsohn en Op-penheim besloten dit stuk te rooven waar-in zij dan ook gelukten. Lassalle werd be schuldigd van medeplichtigheid en voor de rechtbank gedaagd. Hij pleitte zich vrij na eene schitterende rede. Dit is ru het be-ruchte kassettenproces, (voorlezing van een gedeelte uif het pleidooi). Het procès van echtscheiding duurde echter 8 jaren, het eindigde in 1854, ten gunste der fravin en had 3Ci .echtbanken gepassoerd. Lassalle's maatschappelijke positie kreeg door dit procès een gevoeligen knak. La-salle werd beschuldigd liefdesbetrekkingen te hebben met de gravin. Is het waar ? Met juistheid kan men dit niet uitmaken, maar wat moet gezegd worden is dat de gravin grooten invloed had op Lassalle. Ook werd Lassalle beschuldigd die zaak te dienen om het geld. Dit weerlegde hij op schitterende wijie in het reeds hooger genoemde « kassettenproces ». Na dit procès had Lassalle de handen vrij en trachtte hij door studie den verlorerx tijd in te winnen. Dan komt Lassalle in betrekking met Marx. Die betrekkingen waren eerst zeer vriendschappelijk, doch naderhand spron-gen zij af, wegens te groote tegenst-elling der karakters : Marx was de denker, Lassalle was de vurige strijder. Lassalle komt in aanraking met Bismarck. Lassalle heeft het beproefd Bismarck als werktuig te gebruiken om het algemeen stemrecht aan het Duitsche volk te schenken. Doch deze zag algauw wa-ar-heen Lassalle wilde en liet zich niet van-gen. Velen zijn zelfs van meening dat Bismarck de rollen heeft omgekeerd en Lassalle voor e'en tijdje in zijn politieke wagen heeft weten te spannen. Die betrekkingen met Bismarck werden aan Lassalle door vélen ten kwade geduid en in de socialistische arbeidersbeweging in Duitschland is lang eene scheiding geweest : de Lassalleanen en de socialisten. Later hebben de twee pairtijen zich ve>rzk>endl Lassalle als schrijver A.) Lassalle schreef : Be Wijsbegccrte van Heraclitus, een boek in twee deelen, waaraan hij 15 jaar heeft gewerkt, daarin wil hij : De individu moet in den Staat op-gaan.B) Het Steîsel der vcrworren Reohten, waarin het groote vraagstuk der 19e eeuw behandeld wordt : In hoever kan het oude recht zijn kracht doen gelden, te midden van nieuwe toestanden. » En Lassalle be-sluit: Verworven rechten moeten ten eerste door individueele wilsdaden worden verkregen en ten tweede in overeenstem-ming zijn met den duidelijk tôt uitdrkking gekomen volksgeest. C) Op het tooneelletterkundig gebied heeft Lassalle zich ook gewaagd.Hij schreef een treurspel in verzen : Franz von Sickin-gen. Daarin werkte hij voor de eenheid van het Duitsche rijk. D) Der Italienische Krieg, waarin hij Pruissen aanspoorde niet tusschen te ko-men ten voordeele van Oostenrijk. E) Verder verschenen nog van Lassalle: Kleine geschriften. .Redevoeringen. Feest- en verdedigingsreden voor de ver-schillende assisenhoven. F) Lassalo kwam in aanraking met de leider der liberalen Schulze-Delitzak. Hij bestreed dien man in een boekje dat algemeen gelezen werd en waarin hij zijn tegen-strever geeselt met bijtende ironie en soms brutale spitsvondigheid. De théorie van Schulze-Delitzak werd er in ten gronde af-gebroken.Aan Lassalle hebben wij de «IJzeren Loonwet» te danken. Het is een wet die immer waar blijven zal. Wat is die wet? De waarde van een zaak hangt af van twee zaken : de vra-ag en het aanbod. Is er meer vraa.g dan aanbod dan klimt de waarde. Is er meer aanbod dan vra-ag dan daalt de waarde. Lassalle schreef : De arbeiders zijn de rots waarop eens de kerk der toekomst zal gebouwd worden. Nu komt de groote tragedie in Lasalle's leven. In 1862 leert hij Hélène von Donniges kennen. Zij was toen 18 jaar en Lassalle 37 jaar oud. Hélène was een zeer ont-wikkelde en sterk begaafde vrouw, zij be-hoorde tôt eene adellijke familie en haar vader was gezant aan het hof van Beieren. Zij kwamen met elkander in aanraking op een soirée gegeven door een der vrienden van Lassalle. Twee jaren verliepen eer zij elkander nog eens ontmoetten, het was in de maand Juli in Zwitserland, waar Lassalle verbleef voor het herstellen zijner gezondheid. Was het toeval? Waarschijnlâjk niet want Hélène wist dat Lassale te Rigi-Haltbad was en zij liet Lassale door een kleinen jongen roepen. Acht dagen bleven zij samen en maakten toekomstplannen. Z» besloten nieb • te zamen af t© reizen, maar hij zou een trein na haar komen en Helène had beloofd îiiets thuis te vertellen. Zij maakte eehter hare moeder deelachtig vàn haar geluk en deze verwittigde de vader. Deze in zijn toorn sloot Hélène als eene gevangene in haar karcer op. Het was een ware zedelijke marteling voor ' het meisje. Aan Lassalle schreef zij eenen brief waarin zij verklaarde afstand van Lassalle te doen, Lassalle was als razend. Hij vroeg een onderhoud met de graaf von Donniges doch dit liep op niets uit. Dan zond hàj twee zijner vrienden naar den graaf, welke toeliet dat Hélène met hen sprak. Doch zij hield zich aan den brief. Dan daagde Lassalle de graaf uit tôt een tweegevecht. De graaf verliet in allerijl Zwitserland en in zijne plaats zou Yaaiko van Racovitz, de nieuwe verloofde van Hélène optreden. Lassalle was een gekend schutter en Yanko niet, Yanko oefende zich den heelen namid-dag van den 27 Oogst. Er zou bij het duel tôt 3-geteld worden, en tusschen 1 en 2 zou-den 3 seconden verloopen evenals tusschen 2 en 3. Nauwelijks waren er vijf seconden verloopen of Yanko schoot en trof Lassalle in den onderbuik. Deze schoot terug maar den dood had hij reeds in 't lijf. Drie dagen later stierf Lassalle. Het was dus eene ware moord. Het zwitsersch gerecht eischte Racovitz op doch deze vluchtte en zwierf in Europa rond. Hélène ging hem vervoegen en huwde Yanko. Vijf maanden later stierf Racovitz. Hélène werd dan tooneelspeelster en huwde den tooneelspeler Friedmann. Zij liet zich van hem scheiden en huwde den Russischen revolutionnairen edelman Serge van Scheivitsch, Deze pleegde zelfmoord en Hélène van Donniges deed hetzelfde in 1911. De voordrachtgever werd warm toege-juicht door het publiek dat aandachtig toe-geluisterd had. M. V. De brief en het pakje van den Krijgsgevangene Geëcrd, bemind zijn dezen die den armen krijgsgevangene niet vergeten in zijne bal-lingschap.Ver van zijn vaderland, ver van hen die hij liefheeft, aan den anderen kant van den Rhyn, leeft hij, den gevangene. Afgesloten van de wereld, begraven in de onwetendheid, slijt hij zijn droevig bestaan, hebbende maar een gedacht, totch nog een-maal de vrsjheid te genietea. Toch nog eenmaal zijne duurbaren terug te zien die niettegenstaa-nde zijne lange af-wezigheid hem den armen gevangene niet vergeten hebben. Meermaals ontvangt hij een briefje, zelfs brieven, ook een pakje, zelfs pakjes. Oh ! hoe zijne dankbaarheid uitdrukken aan hen die onze krijgsgevangenen niet vergeten, zal hij oodt zijn pakje, zijn briefje vergeten, datgene dat gansch zijn geluk uitmaakte gedurende zijne lange balling-schap ? Ne en nooit ! De brief en het pakje vertegenwoordigen het ideaal van den gevangene, dat is zijn e&nig geluk, 't is al wat hij hoort en ziet van de wereld. Iederen dag om 6 uur 's avonds is het de uitdeeling. Met geslo-ten gelederen trekken ze naar de plants, zich verdringende om zoo goed mogelijk de namen te hooren. Bij het hooren van hun naam, springen ze vooruit, het oog stra-lende van geluk, van ontroering. Ras verdwijnt hij met zijnen brief, een stil en eenzaam plekje kiezende, om alleen te zijn, om ongestoord te kunnen genieten van den inhoud, nochtans het is bijna immer hetzelfde. Wat maakt dat, het is toch een teeken dat men hem niet vergeet. Het zelfde geschiedt met de pakjes, met welke vreugde nemen ze die pakjes in ont-vangst, hoe drukken ze die aan het hart, het is of ze een schat ontvangen hebben. Eenige stonden later kan men ze op hun stroozak vinden, bezig, met onnoemelijke voorzorgen hun pakje te openen, en den inhoud te bezichtigen, en om eenige brokjes er uit te halen. Van ver zend men zijne dankbetuiging, hopende het een dag mon-delings te kunnen doen. Het wordt laat, het uur van slapen gaan is gekomen, deze maal strekt den gevangene zich blij ten moede op aijne legerstede, om in eenen zoeten droom de beelden te zien van hen, van de afzenders van zijn pak, en zijn briefje. Slaap, jslaap wel, arme krijgsgevangene, en wij vergeten n niet. GEEN BRIEF, GEEN PAKJE Met zwaren stap, somber en droevig, het gezicht onuitsprekelijk droef, gaat ook daar een bijna gansch vergeten krijgsge-vangenen. Hij ook gaat naar de uitdeeling, een kleine straal van hoop blinkt uit zijne oogen. Hij denkt, zal ik ditmaal meer geluk hebben, zal er ditmaal iets voor mij bij zijn, bij ieder naam spitst hij de ooren, helaas den hoop brieven miudert snel, er zijn zelfs geene meer, hij is niet gelukkiger geweest dan de andere malen, het is ge-daan.Langzaam verwijdert hij zich, ontvlucht hij de groepen gelukkigen, hun geluk doet te meer zijn hart bloeden, alleen wil hij zijn. Alleen met zijn smart'. Lange poozen tuurt hij in de verte, naar „die lange eeuwige b.e.rgketett, wa&rachter iijn Vaderland ligt, denkende aan hen die hem zoo schrommelijk vergeten, en hem z o doen lijden, denkende aan het raadsel van stilzwijgen. Voor den vergetene slaat ook het uur van slapen gaan, hij strekt zich uit1, zoekt in eenen slaap wat rust te vinden, helaas Kan hij slapen den Vergetene, nevens hem ligt zijn meer gelukkigen lotgenoot, jaloersch bekijkt hij zijn makker die in eenen lieven droom de namen noemt van zijne bemin-den, en droomt van de nog te ontvangen brieven en pakjes. Door smart overweldigd vaJt l'j terneder, de b-»elden verjagende van hen die hem zoo trouweloos vergeten. GEDENKT ONZE KRIJGSGEVANGENEN Alfred Iiuyle, Gentbruggestraat, 114 St-Amandsberg. Voor de gepensioeneerden Er gaan weinige dagen, soms weinige uren voorbij zonder dat wij vragen ontvangen in dien aard : Hoe staat het met ons pensioen ? Gaan wij het niet meer krijgen 1 Zijn zij schampavie gespeeld met ons pensioen? enz., enz. — enfin, te lang om te melden. Wij willen rechtvaardig zijn in deze zaak en verklaren openhartig, dat de terugtrek-kintr der regeering in Frankrijk noodig, gewettigd was en niet te vroeg is gebeurd. Maar wij beschuldigen het Belgisch gouvernement van kortzichtigheid, misdadige nalatigheid. Het moest genoeg vooruitzicht en plichts-gevoel hebben getoond om de uitbetaling der pensioenen te verzekeren gedurende den oorlog. De provinciebesturen, desnoods de ge-meenten konden vooraien zijn geworden van het noodige Efeld, om te voorzien in de uitbetaling der pensioenen. Dat kon zijn, dat moest zijn en de Duitsche overheid zou daartegen niets gehad hebben, wij meenen zelfs het tegendeel. Waarom is dat niet gebeurd? Doch waarom gebeurt er zooveel niet, dat zou moeten gebeuren ? Omdat men zich niet geneert als het werkmenschen's belangen geldt, omdat een afgesloofde werker of werkster maar stukken vuiligheid zijn in de oogen dier heeren. Daarom is het niet gebeurd en voor geene andere reden. Een vriend vraagt ons nu of wij geenen oproep zouden doen aan al de gepensioe-neerden, om de noodige maatregelen te bespreken ten einde dien toestand te ver-helpen.Wij geven zulks ter beoondeeling aan ons Centraal-Oomiteit. Maar wij vragen ons op voorhand af, welke maatregelen kunnen wij nemen ? Wij zien maar een middel, dat is van door de openbaarheid die de pers geeft aan de gewettigde vragen der gepensioeneer-den, hunne eischen kenbaar te maken, ook aan het Belgisch gouvernement, dat op de hoogte is van den gang der zaken in Bel-gië.Aan de regeering dan de middels te be-ramen die zij best denkt, om hare onver-geeflijke negligentie goed te maken. Vindt men iets beter, wij zullen er ons mot genoegen bij aansluiten en helpen zooveel als wij maar Vunnen. F. H. De strijd tegen de vervalschers Nu meer dan ooit is het een dringende noodzakelijkheid geworden, een onverbid-delijken strijd te ondernemen tegen be-drog en vervalsching, want nooit werd er in levensmiddelen en allerlsi andere voort-brengsels, meer bedrog en vervalsching gepleegd dan den dag van heden. Qnge-lukkiglijk werd er tôt nu toe weinig of niets in ernstigen zin ondernemen, om de vervalschingen te beteugelen, die niet alleen geldelijke verliezen voor de verbrui-kers voor gevolg hebben, maar daaren-boven vaak de gezondheid dezer laatste aan gevaar bloot stellen. Zooals wij onlangs in een blad der hoofdstad lazen, werd in zitting van 31 Mei laatstleden, door den gemeenteraad aldaar een ontwerp besproken, hebbende voor doel de inrichting van eenen dienst voor onderzoek van boter, vet en melk te Brussel en voorsteden. Naar wij lezen zou bedoelde dienst eerlang verwezenlijkt worden.Het komt ons voor, dat eene dienst van dien aard wel spoediger zou kunnen tôt stand komen, in aile groote steden, waar personeel en laboratoriums van scheikunde toch niet ontbreken. Bedenkt men, dat het ontwerp te Brussel op einde Mei besproken, nu, bijna drie maanden later, nog niet tôt werkelijkheid is geworden, dan mag men zich afvragen hoeveel vervalschte eetwaren in dien tusschentijd aan de be-volking aldaar werden geleverd en hoeveel er de woekerhandel bij heeft kunnen ver-dienen. Naar onze bescheiden meening, zouden de openbare besturen, met de mid den waarover zij beschikken, in korte dagen eenen dienst van toezicht kunnen tôt stand brengen die de vervalschers voor-zeker tôt groote omzichtigheid zou aan-manen.Wij begrijpen echter niet goed waarom dergelijke dienst tôt boter, vet en melk zou moeten beperkt worden. Het is toch geen geheim dat er veel andere waren gedurig op allerlei wijze vervalscht worden, die evengoed voor de kontrole zouden moeten in aanmerking komen, als de voort-brengsels der koe. Zelfs de weegschalen, maten en gewichten, waarvan men zich vaak al te behendig bedient om de klan-ten te gerieven, zouden niet van een ern-stig toezicht mogen verschoond blijven. De toezichtsdienst, zooals m%en hem te Brussel zou inrichten, naar wij verder in 't zelfde blad lezen, zou van tweeledigen aard zijn, wat om zoo te zeggen van zelf spreekt, aangezien het nemen van stalen en het scheikuudige onderzoek bezwaar-lijk aan dezelfde handen kunnen toever-trouwd worden. Het eerste toezicht zou natuurlijk bestaan in de staalneming, overal waar vervalsching kan gepleegd worden. Inderdaad, moet zulks geschieden in magazijnen en winkels, op de markt, in de hallen, stapel-plaatsen en staties van tram- en ijzeren-wegen, alsook langs den openbaren weg, kortom overal waar gelegenheid bestaat zich van de hoedanigheid en de zuiverheid der levensmiddelen en andere waren te verzekeren. Maar een dergelijke staalneming behoort door geoefende, erva;en vakmannen uitge-voerd te worden. 't Is niet genoeg de poli, tie of de eerste bediende de beste met zulke taak te gelasten, want om op dat gebied deugdelijk werk te verrichten, moet men praktische kennissen bezitten van de voort-brengselen die men heeft te beoordeelen. Anders bestaat er aile kans, en dat hebben wij dikwijlst vastgesteld, dat men. bij-voorbeeld, op ranzige boter de hand legt, in de verkeerde meening dat ze vervalscht is, terwijl men de wezenlijke vervalschte laat ontsnappen, juist omdat ze door de vervalsching min aan ranzigworden bloot staat. Dit sluit niet uit, dat de medewer-king van de politie of van bijzondere daar-toe aangestelde bedienden, zooveel als on-misbaar moet beschouwd worden, opdat de vakmannen, met den dienst van het toezicht gelast, hunne taak des te zekerder en te doeltreffender zouden kunnen ver-vullen.Een bevoegd, ervaren man van 't vak, kan reeds in menig geval ter plaats, met den eenen of anderen helper, een klein, voorloopig onderzoek instellen, om er zich van te verzekeren of hij werkelijk met vervalschte waren te doen heeft : dat is, onder anderen, 't geval met bdoem, meel en gruis. Er is slechts enkele minuten tijd noodig, wanneer men van de vereischte hulpmid-delen voorzien is, om verscheidene stalen op vervalsching met aardachtige stoffen (plaaster, krijt, bariet, zand, enz.) te be-proeven.Natuurlijk zou een dergelijke dienst van staalneming op een bestendige wijze en op aile plaatsen in en rond de stad moeten verzekerd worden, anders kan men niet op eenen duurzamen strijd tegen de vervalschers rekenen. In de tweede plaats is er een dienst noodig voor scheikundig en mikroskopisch onderzoek der ingezonden stalen. Zulke dienst bestaat overigens nu reeds in al de groote steden, en zelfs in menige klein? stad van ons land. Om ons hier tôt de beide Vlaanderen te beperken, hebben we hei Staatslaboratorium te Gent, het aangeno-men laboratorium te Brugge, het provin-ciaal laboratorium te Roeselaere en du stedelijke laboratorium van Gent, Kort-rijk en St-Niklaas. Al die gestichten kunnen uitstekende diensten bewijzen, om d« vervalschingen te beteugelen, wanneer ze daartoe bijzonderlijk gesteund en, waar noodig, in de vereischte mate uitgebreid worden. Naar wij lezen in de reeds gemelde mede-deeling rakende het ontwerp, tegen de vervalschingen, dat in de hoofdstad zijne ver-wezenlijking nadert, zou men zich te Brussel inrichten om er, voor de stad en voorsteden, 1200 tôt 1400 stalen boter, enz. in 't jaar de onderzoeken, dat is zoowat 4 stalen per dag. Wanneer men daarmee meent de vervalschingen te kunnen onder-drukken, mag men zich vrij wel aan veel teleurstelling verwachten. Er is wat meer noodig, dan het onderzoek van zoo een klein getal stalen, om krachtdadig strijd tegen de veelvuldige vervalschingen te voe-ren, die gedurig in allerlei vorm en op allerlei gebied worden bedreven. Men heeft overigens geen groot personeel noodig om ©en honderdtal stalen melk of meel in een enkelen dag te nemen en aan een ernstig onderzoek te onderwerpen. Ook 't water-gehalte in boter en vet (smout), kan men gemakkelijk en in' korten tijd in een groot getal stallen vaststellen, en dat is reeds een uitstekend middel van strijd tegen de vervalsching, aangezien het voor niemand een geheim is, dat er nu door den tusschen-handel schandelijk misbruik van water gemaakt wordt, om de boter te «bewerken». Het onderzoek van brood en ander gebak vraagt reeds meer werk ; ook dit van peper, kakao en veel andere eetwaren is meer omslachtig, maar dat ailes moet niet af-schrikken om het krachtdadig door te zet-ten.Ook de oflkosten van een dergelijke in- 8 faaa* 247 Pnjs per nuiemsr : voor Boigië 3 ceniiemon, vooi den Vreemde 5 centiemen TaSefîSOi ! SSeilactie 247 - Adsïïisisstratss 2S45 5 SEPTOïBER 191!»

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes