De legerbode

665 0
09 November 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 09 November. De legerbode. Seen on 14 June 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/fq9q23rm74/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

DE LEGERBODE den Dînsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende ï Dit tolad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien, of vijftien Fransctie en Nederlandsche exemplaren. ROEMRIJKE BLADZIJDEN ttnip HtliMaésn se M V Eegiaut Jsprs ts veet. (Vervolg) Door het buiten gevecht stellen van majoor I lèvre, was aan majoor Leblanc de roemriike lastte beurt gevallen het bevel te voeren over de groepeering die te Oostkerke opnieuw was inge-richt door de 2e en 3* bataïjons, waarvan de manschappen, vroeg in den morgen op Zaterdag 2ien Oktober, uit hunnen zwaren slaap werden gewekt door het kanongebulder, dat zieh opnieuw, ten Noorden van Diksmuiden, geweldig hooren liet. Het duurde niet lang of onrustbarende geruch-ten waren in ornloop in de kantonnementen, waar onze jagers bezig waren een weinig orde te herstellen in hunne leelijk gehavende uitrusting en hun voorraad pati'onen te vernieuwen. Het gerucht liep dat de Duitscbers over den Yser waren getrokken, dat zij in meer en meer dichte massa aanrukten en onze uitgeputte mannen onbekwaam waren ze langer tegen te houden, Deze geruchten waren helaas ! maar al te waar. In de streek die zich ten N.-W. van Diksmuiden uitstrekt, was de toestand inderdaad ongemeen hachelijk geworden. Het bruggenhoofd, dat aan de meest woedende aanvallen zoo dapper had weerstaan, was in gevaar langs het Noorden te worden omtrokken. Want terwijl zij aan gene zijde van Tervaete naar den spoorweg op aanrukten, voorafgegaan door eèn storm van vuur, maakten de Duitscbers meer en meer vorderingen.Maar het was gezegd dat , zij tôt het einde toe op de bovenmenschelijke wilskracht van de verdedi^ers zoudee stuiten. Terwijl de gebeurte-' nissen aldus een bijna hopeloos uitzicht namen, besîoot het commando kost wat kost een men-schelijken dam op te werpen, en er desuoods onze laatste krachten op te offeren, alvorens aan den vijand den doortocht over te leveren, langs-waar hij traçhtte door tç brelten. Al de reservfes die nog ten Westen van Diksmuiden bescliikbaar waren, werden zoo spoedig mogelijk naar de plaats van het gevaar gezon-den. Door een tègenaanval zou men trachten, zoo niet den vijand geheel terug te dringen, dan toch zijne poging ten minste genoegzaam te breken om het verschrikkelijke gevaar af te wenden dat zijne vroegere vorderingen had doen ontstaan. En het is daarom dat de twee bataïjons uitgeputte jagers, in plaats van de rust te genieten aie men gemeend had hun te ltunnen beloven, dien morgen van 24™ Oktober, zullen terugkeeren in den geweldigen veldslag,die een der hachelijkste oogenblikken doormaakt. Zij kregen bevel zich te begeven naar Oud-Stuyvekenskerke, waarvan de zware vierkanten toren, ginder verre naar den îiemel uitstalc als een herkenningsteeken ; en, daar aangekomen, oprukken naar de hoeven Den Toren en Van de Woude, die op den linker Yser-oever, ten Westen van mijlpaal 14, tôt steun-punlen van de Duitsche aanvallen dienden. Ter zelfder tijd werd majoor Leblanc vervvit-tigd dat troepen van het 11" linieregiment alsook marinefusiliers den aanval van de jagers aan de reehterzijde zonden steunen en dat onze kanonnen de beweging zouden voorbereiden. Yoor het overige luidde het bevel kost wat kost vooruit te rakken, zonder een oogenblik te verliezen. De compagnie van kapitein Tavier, als vooruit-gesehoven wacht, zette zich op hetzelfde oogenblik in beweging. En zoo groot was bij onze mannen het yerlangen om met die gehate Duitschers handgemeen te worden, dat bij het ver-nemen dat men nieuwe offers van hen vergen S'ng, als eene sidderingvan trots door derangen van de jagers liep. « De Moffen dachten zeker dat wij dood waren, » zegde een van hen, « dan zou het wel noodig zijn dat zij ons eene tweede îûaal doodden. » v * * goede orde, en zonder eenige verwarring, bereikten de twee bataïjons eerst het kruispunt, 'e estaminet Lettenberg, waar de weg naar Oost-Kerke de groote baan van Diksmuiden naar "ervyse kruist, Muai- van af dit oogenblik wer den zij door het verschrikkelijke vuur van de vijandelijke zware artillerie bestookt, Ten Westen van Beerst geplaatst, buiten het bereilt van onze dappere kleine kanonnen, zonden de zware Duitsche stukken een hagçl van hunne helsche marmitten op de streek in de nabijheid van den spoorweg, waar de ontploffingen zonder een oogenblik verpoozing op elkander volgden, te midden van het oorverdoovende gedonder als van een losbarstenden vulkaan. Een verschrikke-lijken dam van vuur verhief zich vôôr onze jagers, en vormde alzoo eene doodelijke strook die men nochtans kost wat kost doortrekken moest. En majoor Leblanc, een oogenblik het hart beklemd bij de gedachte aan het gevaar waaraan zijne mannen gingen blootstaan, gaf het bevel vooruit te trekken. Met luitenant Jarnir aan het hoofd, een dappere wiens ziel reeds in het vuur van zooveel ge-vechten was gestaald, trok het peleton verken-ners van de compagnie Tavier zonder aarzelen over den spoorwegovergang, en tirailleursge-wijze verspreid rukten zij naar Oud-Stuyvekenskerke op. Onmiddellijk werd het op het vijande-lijk geweervuur onthaald. Maar de beweging werd er niet door vertraagd. Âchter de verken-ners volgden de twee overige peletons, welke kapitein Tavier, kalm en glimlachend, om zijne mannen vertrouwen in te boezemen, bij lenige sprongen, onder het doodelijk schroot voerde. De andere compagnieën, zeker wel wat angstig, maar vast besloten, gingen op hunne beurt ver-der, eerst gelijk bij de maneuvers, in volkomen kalmte, in de formaties voorgeschreven voor den marsch onder artilierievuur. Maar het re-gende zooveel granaten, zoo'n echte dichte hagel-vlagen, dat het weldra onmogelijk was eenige regelmaat in de beweging te houden. Van overal knetterde nu ook een razend geweervuur, te midden waarvan het geoefende oor van de jagers het angstwekkende, doodelijke geklapper van de machinegeweren kon onderscheiden. Van af dat oogenblik rnkte iedere eenheid veoruit zooals zij kon, op eigen iniatief, slechts geleid door het bondige, maar dringende bevel : « Vooruit ! » En het was prachtig oin ze te zien, gebruik makende van de minste beschutting die door dit wanhopig vlakke terrein geboden werd, bij kleine groepjes vooruit springen, of in de modder vooruit kruipen, of neerhurkend in de vochtige grachten om hunne geweren af te vuren. Dooden en gewonden vielen bij tientallen neer; van tijd tôt tijd slingerde een goed ge-mikte granaat de overblijfsels van eene geheele escouade in de lucht ; de rangen smolten weg bij iederen stap ; toch trokken de jagers vooruit. Eene bovenmenschelijke wilskracht had hun ondenkbaren moed geschonken ; men hoorde de gewonden hunne makkers aanmoedigen en wei-geren zich te laten evacueeren om geen enkel man aan de gevechtslinie te onttrekken. Een weinig bleek maar nog steeds glimlachend, den rechter arm in een verband, daar een kogel hem aan den schouder had gewond, zegde luitenant Jarnir, die terug kwam, aan hen die hem onder-vroegen : « Bekommer u niet om mij ; het gaat zeer goed; nog eene kleine inspanning en de Moffen gaan wijken. » En geheel alleen begaf hij zich naar den hulppost, waar geneesheer Dupont en de eerwaarde heer Van Ride aan de gewonden hunne zorgen wijdden. Tegen il uur bereikten de jagers den weste-lijke zoom van Oud-Stuyvekenskerke. Van uit de nog steeds bezette huizen, bleven vijandelijke geweren en machinegeweren de dood in onze rangen zaaien. Vastgeklonken aan den bodem, streden onze Koddige Weddingen Hoelang,vraagt Le Matin zich af, zal Ferdinand van Bulgarië op den troon blijven ? Veel En-gelschen moeten zich dezelfde vraag gesteld hebben, want de verzekeringsmaatschappijen maken goede zaken met hunne kliënten te verze-kfiren omtrent den mogelijken val van den ver-rader van Sofia. Men heeft eerst 5 guineas ten honderd betaald op de mogelijke onttrooning van Ferdinand vôôr 30" Juni 1916 ; dat cijfer klom weldra tôt 7 guineas en zelfs tôt 10 guineas. dapperen nog steeds, aangemoedigd door de vorderingen die de liniesoldaten en mariniers aan hunne linkerzijde maakten. En dan plots, onder deze samentrekkende beweging, weken de Duitschers : Oud-Stuyvekenskerke was aan ons. Deze overwinning had helaas ! zware verliezen gekost aan de twee bataïjons van majoor Leblanc. Op minder dan twee uur waren 300 man en 13 officieren buiten gevecht gesteld. De commandant Dupuis was zoo juist gevallen, getrof-fen aan het hoold van zijn bataijon dat hij tôt het einde toe had aangevoerd, en door het voor-beeld van zijn heldhaftig stoïcisme had geleerd waardig te blijven van de dapperheid, die het gedurende de drie onvergetelijke dagen te Diksmuiden getoond had. Kapitein Tavier, insgelijks gewond, was verplicht geweest, met de dood in t hart, zijne dappere compagnie te verlaten. En met de tranen in de oogen, droegen enkele mannen onderlnitenant Dupierreux weg, die lag te zieltogen, de lenden opengescheurd door eene granaatscherf ; den volgenaen dag zou hij over- îijden, na uren lang ontzettende pijn. * * * v Voor het grootste deel zonder aanvoerders, met hunne kaders en effektieven reeds verschrik-kelijk gedund, moesten de eenheden opnieuw flink in de hand gehouden worden om te volhar-den in de inspanning die er hun nog te doen bleef. Juist op dit hachelijk oogenblik deed de vijand, die Oud-Stuyvekenskerke had moeten ontruimen, op het ongeluklcige dorp dat reeds voor drie kwart was vernield, het vuur van zijna zware stukken samen trekken. De zware kerkto-ren, die tôt dan toe was blijven recht staan, stortte ineen onder den schok van de monster-granaten, en weldra bleef er nog slechts eene dunne spits van over. Hoeveel wilskracht, hoeveel moed en verheven zelfverloochening de eenige nog weerbare officieren aan den dag moesten leggen om hunne uitgeputte manschappen weer te vereenigen, om ze langs het Westen het dorp te doen omtrekkea en ze vooruit te brengen naar de hoeve Van de Woude, zij alleen die deze tragische uren beleeld hebben zouden het kunnen zeggen. Hunne vast-beraden liouding gelukte er nochtans in dit won-der te verrichtten. En de jagers wonnen terrein in het Oosten, onder het meer en meer doode lijke schroot, terwijl onze kanonnen hunne ra-zende vlagen op de steunpunten, waar de vijand naart je geweken was, afzonden. Gedurende deze beweging gelukten de bataïjons van majoor Leblanc er in, zich op hunuen linkerkant met het 10do linieregiment te ver-bSiden en met een Fransch regiment dat ter ver-sterking was aangekomen. Door de infanteristen van de bondgenooten zoo, evenals zij zelve, bij sprongen te zien vooruit rukke», kregeu de on-zen nieuweri moed. Nadat zij de kleine rivier De Vliet waren overgetrokken, vorderden onze jagers stap voor stap over het modderige terrein dat overal met beken doorsneden was, en kwa-men zoo tôt op ongeveer 600 meters afstand van de hoeve Van de AVoude, wa^r hun aanloop dit-maal gebroken werd door het onverbiddelijk vuur dat de dood in hunne rangen zaaide. De mannen konden niet meer. Zij streden na reeds vier dagen lang, zonder eenige rust en bijna zonder voedsel. De vooruitmarsch in dezen kleverigen grond, waar men tôt aan de enkels in het slijk zakte, had heai zoozeer vermoeid, dat zij om zoo te zeggçn neergezonken lagen in de kleine moddei'achtige slooten die hun als loop-graven dienden, onbekwaam om zelfs nog een geweerschot te lossen. De avond begon overi-gens te vallen ; het voornaamâte doel was bereikt, vermits de Duitschers tôt op de oevers zelve van den Yser hadden moeten wijken. « Ile geloof dat men ons hier kan laten sterven, zonder nog verder te gaan», zoo zal een jonge sergeant kreunen, wien de koorts doet klapper-tanden. Bij hem snikken twee kleine jagers al klagend, terwijl eenige branlcardiers, die te. midden van de puinen eener stuk geschoten hoeve, een vensterluik waren gaan zoeken, er het bijna geheel bloedeloos lichaam van kapitein Deudon op legden, wien een kogel de borst heelemaal had doorboord. Liefdevol droegen zij den dapperen officier weg, die, eenige dagen later, inEngeland sterven zou. (Wordt voortgezet.) 9 November 1915 Nnmmer 184

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods