Het Vlaamsche nieuws

867 0
21 November 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 21 November. Het Vlaamsche nieuws. Seen on 04 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/dn3zs2mv4r/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Zondag 21 November ïqis Eerste ?aarg-, Nf 310 rros : s Centiemeu door geheel Betaë Het Vlaamsche Nieuws Het best ingelicht en meest verspreid Nieuwsbiad y soi België. - Verschijnt 7 maal per week ABONN JKMENTSPR1JZEN Per weet 0.36 Per 3 raaandan 3.75 Per mnand 1.25 Per 6 maandsa 7.50 Per jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD D1 Aag. BORM5 — Albert VAN DEN BRANDE BUREELEN : ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. 199© AANKONBIGJNGEN Twsede biadz., per regel 2.50 Vierde bladz., per regel.. 0.50 Derde bladz., id. I.- Doodsbericht 5.— Vo»r aile anaoscen, w«nde oaen zich: RQODBSTRAAT, 44. De veldtocht in Rusland DE GROOTE SLAG I Japoleon wist dat hij op de baan naar skou de nieuwe generalissime met ja léger zou aantreffen, vast beslote® a Franschen den weg naar Rusland's iste hoofdstad te versperren. In de kleine stad waar Napoléon dit ieuws Lad vernomen houdt hij enkele «gen stil om den slag, voor te bereiden. le geschiedschrijvers verhaleji ons dat t Fransche keizer, op dit gewichtig pjêiblik weer beschikte over al zijn fijjsmanstalent. Hij gaf zijne orders et oeslistheid, beval eene ernstige op-lling van de sterkte zijner legerkorp-n, verzekerde zich van de aanwezig-id van munitie en levensmiddelen »r verscheidene dagen, hij nam al de wdige schikkingen en deed ze met el bekwaamheid en karakter ten uit-er brengen. En dit ailes terwijl hij If worstelde tegen een voorbijgaande gesteldheid, 't gevolg waarschijnlijk n het onmenschelijk weer dat sinds lige dagesn woedde. Daarbij, de toe-. ind jvaarin hij zijn leger ziet maakt | m somber gestemd, wekt missehien osging; zijne onbekendheid met de mnen der Russen en de sterkte hun-r legers, maakt hem zwartgallig en k stemming legt hem woorden in den )nd die men van hem nooit zou heb-n verwacht : - Wat is de oorlog, zegt hij aan app, een zijner officieren. Een am-cht van barbaren, waarvan de kunst tsluitend hierin bestaat : de sterkste zijn op een bepaald punt. Es na zich te hebben beklaagd over : onbestendigheid van het geluk, zegt / mijïnerend : - Een groote dag wordt voorbereid ; zal een vreeselijke slag zijn. Hij ondervraagt Rapp : - Gelooft gi j aan den zege ? - Ja, antwoordt de officier, maar hij Ibloedig zijn. -Ik weet het, vervolgt de keizer, «M ik heb 80.000 man ; met 60.000 il ik Moskou binnen rukken ; de ach-plijvers zullen ons daar vervoegen i we zullen sterker zijn dan v66r het vecht. Napoléon vergiste zich nopens het tal soldaten-waarover hij nog beschik-, Inderdaad bij het vertrek te Ghjat, 14 September, had hij nog 127.000 i3, ondersteund door 600 kanonnen, a de 520.000 man en 1.400 kanonnen armede hij Rusland was ingetogen ! om te vechten tegen 140.000 Russen, e hem opwachten in de vlakte van ircdino, op een mijl van de Moskowa. Het gevecht wordt op 5 September jeleid door de bestorming eener rente die in de handen der Franschen t Zij verloren daarbij nochtans 0 à 5000 man; d« Russen 6000 à », Op 7 September, 4 uur 's morg«ns, •St d# groote slag aan — het vreese-gevecht va# heel den veldtocht en eindigt bii het invallen van den At. Wij zullen onze lezers de be-tijving van die menschenslachting iparen — we krijgen dit nu als dage-pche kost in onze bladen — en er ons tepalen den uitslag mee te deelen : foison bleef meester van 't slagveld ; 1 tad de Russen enorme verliezen Iîtbracht — 60.000 man verloren zij fonder prin9 Bagration en een groot F officieren — maar ook zijn leger R er ,niet zonder kleerscheuren af : ''frliezen van het « Grande armée » -'-egen aan dooden en gewonden MO man, waarvan 47 generaals en Japoleon zegevierde, zeker, want hij ; den vijand uit zijn stellingen ge-$ en ze zelf bezet ; het Russisch ;; dat terugtrok omvatte nog slechts '-0 man en hij beschikte nog onge-rover 100.000 man om hen te ver-maar ook die successen brach-geen »tap nader bij de eindbe-tôt vrede. Hij kon verwachten ■ /« Russen, die om zoo te zeggen •s waren, spoedig hunne verliezen nieuwe manschappen zouden aan-en hoe kon hij daartegenover Fnieuwe troepen zetten,tnu hij zich rj|Q mijlen van Frankrijk bevond? poleon's zege was van dien aard dat hl!I,l»gene, generaal Koutou#off, aan f iz*ar ongeveer dezelfde boodschap P zenden, die Villars aan Lodewijk r Wacht, toen hij het échec van paquet kwam aankondigen : « Que p annes, Sire, subissent encore une p« pareille et c'en est fait de votre ■ MOSKOU *8 ie« slag ta* Borodin#, het Napoléon Moskou naderd* \ ^ Fr«M«lie hiiMr iat Rus sen hadden post gevat voor de stad om nogmaals slag te leveren. Maar, tôt te-leurstelling van den overweldiger, trok generaal Koutousoff, in den nacht van '.3 op 14 September, met zijn leger in de stad terug, om haar langs de andere zij de weer te verlaten. Murât, bevelhebber van 't Fransch leger, volgde hem op den voet en be-zette de stad. De Fransche generaal neende onmiddellijk het plaatselijk be-ituur te verwittigen, ten einde samen net hen de noodige maatregelen te ne-men om, 's anderendaags, Napoléon bij 'ijn intrede op waardige wijze te ont 'angen. Maar tôt zijn groote verbazing 'ond hij de straten eenzaam en al de .vonino-en gesloten. Eerst vermoedde 'iij dat de bewoners zich in hunne hui-en hadden opgesloten uit vrees voor len indringer, maar spoedig kwam hij ot de overtuiging dat de bewoners ge-vlucht waren. Van enkelen die gebleven varen, vernam hij dat graaf Rostop-chine, goeverneur der stad, de bevol-'dng had aanzocht te vluchten. Aan de misdadigers, die de goeverneur v66r 'ijn vertrek uit de gevangenis had ont-îlagen, had hij overgelaten den Fran-chc-n te bewijzen tôt wat Russische va-derlandsliefde in staat was. De manschaopen van Napoléon, hoe Rerblijd ze ook waren Moskou te heb-en veroverd, waar ze veel voorraden meenden te vinden, waren toch niet erg ;erust nopens de toekomst. Efn zekere angst bekroop hen toen ze, na den toe-stand te hebben overschouwd, tôt het Sesluit meesten komen, dat ze ook hier hun doel, ■ de beslissing, het einde van den veldtocht niet zouden vinden. Moest men naar St. Petersburg om vrede af te dwingen ? En, eens daargeko-me,n zou men er wel de beslissing vinden? In ieder geval, in de veronderstel-ling dat men ook daarheen moest, dan kon dat toch niet onmiddellijk g&schie-den. Het « Grande armée » was niet meer in staat om nieuwe vermoeiende tochten aan te vatten; het moest rust hebben en versterking, en om dit laatste te kunnen verkrijgen was er veel, heel veel tijd noodig, omdat men door onaf-zienbare wegen gescheiden was van Frankrijk... Die overwegingen hielden de geesten der soldaten bezig, zonder hen nochtans al te zeer te bekommeren ; ze vertrouwden de oplossing van dit vraagstuk toe aan Napoléon op wien zij zich konden verlaten, met het grenzen-loos vertrouwen van eenvoudige zielen in 't genie van een groot man. De keizer, die al de zwaarte van een groote verantwoordelijkheid te dragen had, was ook een beetje bekommerd en vooral besluiteloos betreffende zijne onmiddellijk te volgen gedragslijn. Maar, hij had den Russen zulke verliezen toe-gebracht dat, meende hij, ze hem wel een tijdje zouden gerust laten. Moskou bevatte groote voorraden; zijne soldaten konden hier rust nemen en er zou hun niets ontbreken. Desnoods zouden ze er hun Winterkwartieren opslaan terwijl hij zelf naar Frankrijk zou trekken, om een nieuw leerer te vormen, waarmee hij in 't voorjaar naar St. Petersburg zou oprukken... De Russen zouden intusschen die plannen nogeens in de war sturen : den nacht van 15 op 16 September werd de stad op verschillende plaatsen in brand gestoken ! De brand aangewakkerd door een sterken wind, woedde verscheidene dagen. De soldaten, die zooveel rijk-dommen in de vlammen zagen opgaan, begonnen te plunderen, daarin geholpen door... officieren! Ze hadden zooveel reeds meeten verduren dat die daad, al kan men ze niet volmondig goedkeuren, toch verklaarbaar is en geen smet werpt op het « Grande armée ». Nadat de brand was uit.eedoofd, bleef er van de 6.580 houten huizen van Moskou, zoo goed als niets over; van de 2.570 stee-nen huizen stonden er geen 000 meer recht. Wij zullen niet in bij^onderheden tre-den over al de moeilijkheden die de Fransche keizer te Moskou ondervond : zijn veelvuldisre pogingen om de ramp te beperken, om ter hulp te komen aan de bewoners die weenden op de puin-hoopen van hun woningen ; de moeilijk-heid om aan vleesch te geraken voor de soldaten en voeder voor de paarden — de toevoer van Wilna, Smolensk en andere plaatsen werd erg bemoeilijkt doordat de transporter onderweg door ide Russen werden overvallen; de onze-kerheid voor de veiligheid van ziin leger door de beweçingen van den vijand en de txk*. om een einde te maken aan «1 der« elîende, die zo» zwaar op Napoléon drukte; zijne beslissinjr generaal Lau-rigtoa aaar dt. Petersburg te zen den, ia*t vr%desvaôr»1wlkitî ; de haodWvfi»«« van generaal Koutousoff die niet alleen weigerde den keizerlijken bode door te laten, maar zelf den brief niet wilde aanvaarden die deze aan den tzaar moest overhandigen. Napoléon was door al deze tegenspoe-den ontmoedigd en besluiteloos en hij liet veel kostbaren tijd verloren gaan alvoren% op 13 October, tôt den terug-tocht te besluiten, waaraan ieder reeds 'ang dacht. De keizer wenschte voor zijn terug-tocht niet dezelfde baan te nemen die hij gekomen was, omdat in die streek het land al te zeer was verwoest en uit-?eput. Hij besloot over Kalouga. terug le keeren, maar, tôt ramp van zijn le-Ter, moest hij spoedig ondervinden dat de Russen die baan reeds hadden afge-sneden en zoo werd hij verplicht toch >ver Smolensk te gaan. Van het «Grande armée» zouden slechts enkele duizenden hun vader-land weer zien. Driehonderd duizend man kwamen om, de groote meerder-Heid door kou en ellende; het kleinste deel door het vijandelijk vuur. Honderd duizend werden er door de Russen ge-vangen genomen en op ongeveer even-■'eel schat men het getal achterblijvers -n de déserteurs. Zoo eindiede Napoleon's grootsche onderneming ! TT TT * Ons relaas over den veldtocht van 1812 moest noodzakelijk kort zijn ; maar onze lezers weten er nu toch -ge-noeg van, om eene vergelijking van dien veldtocht, met dezen die de centra-len nu in Rusland ondernemen, met Vennis van zaken te volgen. In hoever '.ulke vergelijking past onderzoeken wij n een volgend artikel. HUIGH. ONZE LETTERKUNDIGE PDHSK A S1D Gentsch « JELLEN EN MIETJE » Wij geven vandaag dat meesterstukje van Gentsch dialekt. De schrijver ervan was Karel Brouckaert, die onder Napoléon I te Gent verbleef en, na 1815, gn'f fier werd van het vredegerecht U. Ajlst, waar hij in 1826 overleed. Het was in 1811 dat hij Jellen en Mietje schreef, alsook het Avond-Par-tijtje. 't Zijn al eigenaardigheden van ons volk die we weer opdelven en waar-mede wij onze lezerç bekend maken. Maar, zoo smakelijk als het stuk zelf, is het « Berigt » dat de uiteave van 1842 voorafgaat. Het zeldzaam boekje is in weinige handen, dus sehier niet gekend °n wij stellen er prijs op dat onze lezers ervan srenieten zouden. Wij leeren er te-vens uit hoe het hier ging onder de Fransche beheersching. Er komen zinnen in voor die kostelijk zijn en er nochtans niet om gedaan zijn, als : « Het was maar eerst na den slag van Waterloo dat er on îetten en Mietje ?epeinsd werd ! » In 1842 vraagt de stel-ler van het bericht dat het handschrift van ambassadeurs-wége te Parijs zou op-gezocht worden, « maar deze weg is ook aan moeilijkheden en zware kosten onder women ». {!)' Wat geeft dat, als we Jellen en Mietje maar in zijn geheel terugkregen ! Maar luister en geniet, hier is heel het BERIGT. Dit eerste werkje, opgesteld in 1811, werd door den schyver, ingevolge de be-staende decreten op de drukpers, in handschrift ter secretarr der préfecture van het département der Schelde besteld en van daer verzonden naar Parys, ter verkrrging van het noodig verlof om door den druk bekend gemaekt te- worden.Het manuscript bleef meer dan een jaer te Parvs liggen, omdat er onder de boekkeurders niemand was. die de tael van Tellen en Mietje verstond, of in de-zelve eencegzaem ervaren was, om aen het werk de veranderineren en uitlatin-gen, die de politie noodig mogt oordee-len, toe te brengen. Het handschrift (slechts een gedeelte van hetzelve) werd dan maer in de eerste dafen van 1813 aen den prefect terug gezonden, met last van het aen den oi> steller weer te geven, die op zvne beurt aenzocht werd hetzelve in eene fransche vertaling over te brenjren. waer toe deze weiniff lust gevoelde, en hetgeen ook, volgen s ons. niet doenlrk was. Het ove-rîj deel bleetf te Pary», en schynt aldaer îa dan «i«o3t]©f do* g»a«rale swet«rr der algemeene ryks-politie verloren te zyn geraelct. Het was dan maer eerst na den slag van Waterloo, toen1 de drukpers weder-om vry was geworden, dat er op Jellen en Mietjen gepeinsd werd, ep dat de schrvver voomam deze lettervrucht, in haren staet van onvolmaektheid, en zoo als dezelve van Parys was gekomen, in het lîcht te geven. Een deel dezer vrvagie verscheen al-dus in 1815, in den Nieuwen dobbelen-Scha-bers-Almanak, door M. B. T., ge-drukt te Gend, by N. Houdin. Het ander deel kreeç het volgend jaer, in den Dob-belen-Schafiers-Almanak van G. de Bus-scher en zoon, een plaetsken. Naeuwelyks was dit laetste gedeelte aîgedrukt, of de veranderingen en ver-beterinsfen op de eerste nroeven werden door den auteur af gezonden ; dezelve waren zoo talryk, dat er eeen gebruik kon worden van gemaekt zonder het gansehe werk te herdrukken, hetgeen men niet raec|zaem oordeelde. Van deze verbeteringen, die daerna ook in de napieren van den heer B. T. zyn eevonden, is in de uiteave van 1837. gedrukt bv D. I. Van der Haghen, het gepaste gebruik gemaekt. Eenige verdere varianten, sedert toevalli? in onze handen eekomen zyn de, zoo zvn wy in staet gesteld deze nieuwe uitgave vollediger aen te bieden (1) De aehtergeblevene hoofdstukken, die wy, tôt nog toe, te verereefs getracht hebben ons te bezorgen, bestonden in de volgende : 0 Vde Hoofdstuk. — Mietje vordt ver-leid. — Chagrin van Jellen. — Vruchte-'looze tusschenkomst van myn deken Van der Moezel. —Jellen gaet op ails remplaçant.Vide Hoofdstuk.— Jellen bevindt zich in Spanje. — Zyne correspondentie uit Madrid en Barcelone met myn deken Van der Moezel. — Merkwaerdigen brief van Van der Moezel op de tydsomstan-digheden. — Jelles gedachten over den oorl-V in Spanje en over de fransche zee-magt. — Hy verlangt te vernemen hoe het Tone Wyters stelt. Vllde Hoofdstuk. — Dood van Van der Moezel. — Tone Wyters staet hem in zyne laetste uren by?— Schoone daed van dezen laetsten. — Hy geraekt door protectie in het hof van Sint-Antone (gasthuis). — Opspraek en jalousie zy-ner vvanden. Vlllste Hoofdstuk. — Jellen wordt gekwetst en krygt zyn verlof. — Bekomt eene onverwachte deel in e. — Verzoent zich met zvn vrouw. — Hv heeft in zvne reizen veel gezien en geleerd. — Rigt eene Suikerv-fabriek op, en wint veel geld. — Hv voert eene demi-fortune (2). — Mietje sp^eekt van soirées te geven. — Jellen verzet er zich tegen. — Mora-liteit.Uit den inhoud dezer hoofdstukken zal men ligtelyk kunnen afmeten hoe zeer het te bejammeren is, dat dezelve tôt hedën in 't zoek zyn gebleven. Missehien zou men, dien aengaende, van ambassadeurs-wege, kunnen te regt komen, maer deze weg is oek aen moeielyk-heden en zware kosten onderworpen. Men acht het nutteloos hier te herha-len hetgeen in het Voorberisrt der vorige uitgaven te lezen is, te weten, dat de schryver deze Historié had opgesteld om twee redenen, ten eerste, om eene ge-nœglvke tydkorting, en tevens eene nut-tige zedeles te geven aen zvne landge-nooten ,die geen fransch verstaen, en ten tweede, om het verschil tusschen de vlaemsche tael, die geschreven is, en die, welke in het algemeen sesbroken wordt, te dden kennen. Hy sraf. ten voorbeelde, eene minzame en levendige zamenspraek van Gentenaren, wier sôreelcwyze, hoe-wel uit de geringste burgerklasse genomen, ten naesten by, de zelfde is als die onder de fatsœnlyke vlaemsch-spreken-de lieden gebruikt wordt. Hy stelde deze manier van spreken den liefhebberen voor, tôt een punt van versrelyking met de volkstael, welke in andere steden, als Antwernen, Brussel, Bruege, Leuven, Oudenaerde, Ronsse, enz., gesproken wordfc, en waeruit, voleens hem, den geest, den staet van beschaving van de spraek en letterkunde der inwooners dier verschillende localiteiten, beter dan uit de meest bewçrkte redeneringen en de opgenronkste woorden.op te maken was. Les singularités, les finesses, la grâce, la délicatesse de chaaue langue ; son esprit, son génie enfin, zesjt zeer wel Mar-montel, sont consignées dans le langage de la société ; -puisque c'est là, que le naturel. les mœurs, les usares d'une nation, déposent leur couleur locale. En hiervan zullen zich ligtelyk kunnen overtuisren degenen. welke aen de «resnrekken dezer çrerin?e lieden, gevolrd naer het leven. wel zull«n willen e«i oog«aWik k*t *o-r lemm. voorrede « Wij mogen verzekeren dat dit werk-sken het vermaekelykste is, dat tôt hier-toe in dit slàch is uytgekomen ; het zal door zvne eenvoudige kluchtigheyd, om zyne onpartydigheid en om zyne zedig-heyd waermede het aile soorten van ma-terien verhandelt, zekerlyk eene gence? lyke tvdkorting geven aen aile slach van menschen die hetzelve z'ûllen lezen. » (Gazette -van Gend, van Donderdag 12 January 1815.) aenmerkjstg WEGENS DE SPELLING. Het dialect van Gent, zoo eigenaerdi? in de nitspraek, kan, door middel der gewoone nederduitsche soelling, slechts onvoikomen afgebeeld worden. Daerom heeft de uitgever, op eenige kleinighe-den naer, de oorspronkelyke spelling van dit boekje gelaten gelyk zy in de vroe-gere drukken zich vertoonde. Voor vreemdelingen zy hier dus alleen aen-geinerkt dat de a te Gent niet zoo helder klinkt als bijv. in Holland, maer dat die letter aldaer min of meer naer den o-klank overgaet. In gaen, waeren, hoort men na de a een doffen e-klapk, byna of er stond aë. De scherplange oo en ee luiden byna als uë en ië, en zoo zegt men voor dood duëd, voor eelooven geluëven voor een iën, voor geen giën, enz. In de woorden zou, zoudt eg zouden luidt de tweeklank ou als oe, en men zegt ik zoe. hy zoet, wv zoen. Dit dient men by het lezen van de gesprekken der handelende personagiën in het oog te houden. 1) Een dozyn aenteekeningen en uit-leggin°ren behooren tôt een later tydvak. en zyn even ?ls dit voorberigt van eenen anderen schyver. 2) Zeker rytuig met een peerd bespan-nen. Hen blijde dag voor ^ Poîen i Voor eenige dagen brachten buiten-landsche bladen ons de tijding dat eerst-daags te Warschau de universiteit en de technische hoogeschool zouden geopend worden. Wat ! De Polen zouden dus ein-delijk dàt bekomen hebben, naar het-welk ook wij Vlamingen reeds zoo lang en nog immer te vergeefs haken, en wat ook de Polen als een levensvraag voor hun volk beschouwen : Eene hoogeschool met eigen taal, de geestvoedende krach t van heel het volkslichaam ! De huidige omstandigheden in het oog houdend, leek ons het nieuwsje aanvan-kelijk dan ook als quasi-onwaarschijn-lijk,hetgeen trouwens heel en al gerecht-vaardigd werd door het feit, dat we hier v66r eenige maanden hetzelfde met be-trekking tôt de Gentsche Hoogeschool gelogenstraft zagen. Hoogervermeld bericht moet in de pers van het in Rusland bezette gebied dan ook heel wat ophef gebaard hebben, want zoâ^ls wij verna-men, zouden aile dag- en weekbladen lange begroetingsartikelen bevat hebben en historische overzichten over het tijd-perk der Russische, ovçrheersching. Het Poolsche dagblad « Dzjennil Polski », na vooraf een beknopt over-zicht te hebben gegeven van bedoeld tijdperk, schreef toen o. m. deze tref-fende woorden : « De derde Poolsche universiteit ontstaat in Warschau. De beide voorgaande bestonden slechts kor-ten tijd ; zij vermochten niet zulke vruchten af te werpen, zooals levende volken in gewone omstandigheden oogs-ten. Noch de eerste, noch de tweede universiteit hadden zôôveel leerkrachten ter beschikking al# de tegenwoordige. De Russische Regeering wilde de Poolsche wetenschap de mogelijkheid van onbe-lemmerde ontwikkeling te Warschau niet verleenen. Deze mogelijkheid werd eerst in het leven geroeoen, toen de Duitschers hier de Russen uit 't konink-rijk verdreven ». Deze woorden zijn veel-beteekenend en insgelijks andere Poolsche bladen, als « Nowa Gazette », « Go-niez Porasmy » lieten zich in denzelfden zin uit. Het kon dan ook moeilijk an-ders. Hij, die den strijd gevolgd heeft dien de Polen sedert jaren, zoowel onder stoffelijk als geestelijk oogpunt, met den vreemden dwang hadden aan te bin-den, die kan alleen beseffen wat plechtig oogenblik het voor die verdrukten moet geweest zijn, eindelijk hun verloren en vertrar>neld recht hersteld te zien. En ,wij vooral Vlamingen, die on9 hetzelfde ,t«e(k»ld b»bb«i «k d« P*)mj , gees- telijke en stoffelijke ontkluistering immers vlan ons Vlaamsch zelfzijn, wij vooral kunnen dat beseffen, kunnen sehier de ontroering meêvoelen, die zich op dien stond van de harten aller Polen moet hebben meester gemaakt. Zou de blijde mare als zoovele andere thans weêr gelogenstraft worden?... De jongste bij zonder heden omtrent de heropening der hoogeschool van Warschau, moeten bij eenieder dat vermoe-den voor goed hebben doen verdwijnen. « De Poolsche universiteit te Warschau », zoo luiden ze immers, « werd op Maandag 1.1. 15 November hero-pend, en de Rektor der Technische Hoogeschool hield bij de heropening de ge-bruikelijke toespraak. » Met belangstel-ling lazen wij dan ook in de buitenland-sch£ pers den inhoud der bedoelde rede, door den Rektor, Dr. Straszewicz, ter dier gelegenheid uitgesoroken, woorden die ongetwijfeld van historische waarde zullen blijven in de geschiedenis van Polen. Wij ontleenen aan die rede de belangrijkste deelen, den aanvang en het slot : « Mijne Dames en Heeren ! Ik kondig î heden de opening aan van het eerste îkademisch jaar, waarin voor de eerste naàl de Poolsche taal zal weerklinken in dit gebouw. Ik zal mij niet uitlaten over de geschiedkundige beteekenis van het oogenblik dat wij thans doormaken. Het klop-ben van onze harten legt daar neer nadruk op dan het ivelsprekendst betoog. » En na een woord van welkom en lank te hebben gericht tôt allen die tôt de verwezenlijking van het grootsche ;deaal hadden bijgedragen, ging hij voort met eenige woorden te richten tôt de jeugd, tôt de « eerste akademische burgers der nieuwe Technische hoosre-ichool », die allen de plechtigheid bij-woonden : - « Ongetwijfeld heeft eenieder onder i, nog op de banken der middelbare school, met de akademische vrij heden ge-dweept, en inderdaad zal u hier meer v'rijheid wachten dan ginds. De werke-lijkheid is echter nooit zoo schoon als de droomen en in 't bijzonder de drd'o-men der jeugd. De vrijheid mag hier ook geene onbeperkte zijn. Hier ook zult ge u naar zekere verordeningen en bepalin-gen te schikken hebben, want anders-zins zou onze gemeenschaopelijke ar-beid onmoeelijk of ondragelijk wordea gemaakt. Hier vooral leg ik nadruk ot>, dat de eerbied voor deze bepalingen stipter moet zijn, dan hij geweest is op de school die gij komt te verlaten. Daar immers, hadden slechts enkele personen het toezicht over de handhaving dezer verordepingen. Hier integendeel zal eenieder zijn eigen waakzamen en onver-biddelijken toezichter hebben. Die toe-zichter is uive eer, mijne heeren. Een boekje, de bepalingen en verordeningen inhoudende, zal u straks gegeven worden. Dat is echter slechts een deeltje dier bepalingen en ook niet de belangrijkste ; de gewichtieste zult gij in andere boeken aantreffen en wel in uw ce-voel van welvoeglijkheid, in uwe ethi-sche ontwikkeling en in uw geweten ! » En dan eindelijk dit treffend #lot-woord : « Laten wij niet doof blijven voor de stem der vaderlandsche akademische overleveringen, en trachten wij allen dat het nieuw opgerichte vormingsoord niet ontrouw worde aan die overlevering en dat de tradities die wij thans opnieuw hebben aangekleefd en die ook na ons julien blijven v'oorbestaan, ook in de toekomst op verstandige en waardige wijze zullen1 worden nageleefd. Want aan ons allen is eene groote eer te beurt gevallen : aan u, daar gij de eerste lëer-lingen, aan ons, daar wij de eerste leeraars zullen zijn dezer nieuwe Poolsche school. Meteen wordt ons een groote verantwoordelijkheid tegenovef het land en ziine toekomst opgelegd. Ver-liest vooral niet uit het oog, mijne heeren, dat u en wij geenszins twee afzon-derlijke groepen, maar ééne schaar vormen, die met één enkel verlangen en wel dit bezield is : Dat voor de toekomst van ons vaderland een beilvol lot weggelegd zij ! » Wie heeft niet met, ontroering deze woorden gelezen, waarin de toon ligt van iemand die na jaren van kommer en verdrukking eindelijk de dageraad der verlossiner ziet gloren en zijn gevoelene in woorden uitjubelt? Polen' heeft een hoogeschool, een hoogeschool met eigen taal ! Een deel van zijn rechten heeft het reeda heroverd ! Wanneer zal de jubelzan? der Polen, die htm herwonnen recht be^roeten, dan het triomflied worden der Vlamingen, die no? immer te vergeefs den stond ver-beiden waarop aan hunne verzuchtingen zal voldaan worden? Jul. (K>NDRY.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsche nieuws belonging to the category Gecensureerde pers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods