Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

1168 0
01 September 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 01 September. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Seen on 20 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/kw57d2rh41/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

wmmHmmmmtmmmmmmm SYNDIKAAL MEDEDEELINGSBLAD » s Orgaan van den Ântwerpsehen DiamantbewerkeFs Bond en der Federatie van Vakbonden De redaktie behoudt sich voor, mgezonden stukken ai of niet te plaatsen VERSCHJJNT B1J GELEGENHEID Redaktie en Administratie : Planîijnlei West, 66, Antwerpen ONDER VOOGDIJ ? Er zijn regeeringen die passen weige-en voor Stockholm. Van democratisch standpunt uit is dat î begrijpen, die regeeringen loch zijn in anden van personen uit de, tôt hiertoe, teeds bevoorrechte klassen, welke, voor lies, die, hare voorrechten, ook voor iter nog behouden wiiien. Het spreekt dus van zelve dat die bij-enkomst van sociaal - democratische oormannen, voor zooverre het niet in un kraam te pas komt, die behoudsge-inde regeeringspersonen en hunne aan-angers een gevaar voor het behoud unner macht en voorrechten in de toe-omst toeschijnt. Want een ernstig vredesprogramma, oor aile wezenlijke democratische elle-lenten, waar ook, gesteund en bijgetre-en, zou het arbeidende voik een mis-chien wel doorslaanden invloed op de Dekomstige vredes - onderhandelingen unnen geven. Het zou de verwaande di-ilomaten — welke hunne groote be-waamheden nu eens ^etoond hebben oor het ontketenen dier schandelijke /ereldramp — wel eens kunnen beletten weer zoo een soort vrede ineente knoeien ooals het tôt hiertoe steeds ging. Een rede enkel op het ruwste recht van den terkste gebaseerd en daardoor juist vol :iemen voor nieuwe toekornstige oor-Dgen.Dat dus regeeringspersonen welke het wezenlijke, het arbeidende volk, buiten le.regeeringsmacht willen blijven hou-len in de toekomst, dat die dus dat volk leletten willen, zijn goed inzicht te too-len in groote politieke vraagstukken, in aken van oorlog en vrede, — waar het 3ch het eerste en ergste slachtoffer van 5 — is, wij herhalen het, te begrijpen. Het zou verwonderlijk, onbegrijpelijk ijn als ze het niet deden, als ze die bij-enkomstnietzouden trachten te beletten. Er zijn echter ook democraten, sociaal-lemocratenzelfs, die zulk eene weigering ;oedkeuren. En dat nu is niet te begrijpen. Want om tegen iets formeel stelling te lemen moet er iets slechts, iets verkeerds n zitten. Voor de regeerende, bevoorrechte klas-e is er dat natuurlijk in gelegen, de ver-tandhouding toch der democratische lementen zou het begin van het einde tarer heerschappij beteekenen. Maar wat is den slechten kant daarvan oor de arbeidersklasse ? Welk het ge-aar voor het eigen iand ? Hun samen spreken, beraadslagen over én zelfde vredesprogramma heeft geen inmiddelijken invloed op de oorlogvoe-ing, kan geene verzwakking in de mili-aire positie van welke oorlogvoerende taat ook voor gevolg hebben. Dat vredesprogramma waarop zij zich [ezamenlijk voor de toekomst zouden : akkoord stellen, binclt hunne regeerin-;en niet in het minst. De verschillende jroepen toch zouden zich daar enkel :unnen verbinden het met aile kracht lunner propaganda, in de wederzijdsche taten die richting in te drijven. En hadden er niet steeds midden in de orlogen wederzijdsche besprekingen ilaats met het algemeen belang der £>e-rokken volkeren als doei ? Kwamen niet altijd militairen en diplo-iiaten van oorlogvoerenden bij elkaar ? En nu ? Ziet men nu weer in dezen :rijg niet hetzelfde gebeuren ? Ziet men ;eene militairen, diplomaten, ziet men elfs geene financieërs reeds beraadsla-;en over de wijze waarop door hen in de Dekomst goud kan vergaard, het publiek al kunnen gepluimd worden ? Is de bijtreding- van den Paus lot het groote vredeswerk van Huysmans,secre-taris van hetsociaal-democratischbureel, ook niet het resultaat zijner langdurige, veelvuldige besprekingen met de Bis-schoppen der oorlogvoerende staten ? En als het nu zelfs eens vroeger niet zoo ware geweest. Als de burgerregee-ringen die steeds het volk aan hun lei-band loopen deden — als die eens niet onderhandeld hadden, in den krijg zelve, daarmede gewacht tôt een der strijdende partijen ten gronde lag en, om vrede smeekte.... zouden wij dan nu persédat voorbeeld moeten volgen ? Zijn de voorbeelden onzer regeerende klasse en hare diplomaten dan toch zoo mooi, zoo humaan dat wij democraten, arbeiders ze als een voorbeeld voor de toekomst gestadig voor oogen houden moeten ? Willen wij een toekomststaat, eene nieuwe regeeringswijze waarbij ook steeds achter elken onderhandelaar, het militarisme zijn zwaard dreigend toonen zal ? Willen wij dat de argumenten hunne kracht aan het aantal bajonnetten, ka-nonnen, gifgaz of vlammenspuwers ontleenen zullen ? Willen wij dat gevochten zal worden tôt een ter neer ligt ; het eene militarisme op den val van het andere, zijn triomph en toekomsfneerschappij opbouwe ? Of willen wij dat het gezond verstand, het menschelijk inzicht, het «recht» kort-om, gelden zal in de naaste toekomst. En als wij dan dit laatste willen zullen wij dan daartoe komen door stom jegens elkaar te blijven, onze gedachten, onze wenschen en inzichten in ons binnenste te houden — en inmiddels diplomaten en militaristen weer een lapvrede te laten in elkaar knoeien ? Wij arbeiders kunnen niet als broeders omgaan met dezen die ons bevechten, zegt men. Spreekt men dan, onderhandeld men dan steeds als broeders ? Kan men niet « als menschen » met elkaar spreken, de wederzijdsche denk-wijzen toetsen, om zoo tôt het inzicht zien te komen der mogelijkheid om zoo haast zulks men maar kan weer broeders te wezen ? Onderhandelden wij georganiseerde arbeiders en midden in de hardnekkigste kampen welke wij met de patroons le-verden, toch nog niet met dezen ? Begonnen wij met die te omhelzen als broeders? Hebben de Duitsche en Engelsche ge-neraals en diplomaten, die onlangs in Den Haag bijeenkwamen, elkaar al*s broeders omhelsd ? De regeerende klasse keurt ons af ! In sommige staten zelfs goed nu ; wat ook weeral uitgespeeld wordt. Maar moet dat dan ons richtsnoer zijn? îs al juist wat zij goed, al slecht wat zij afkeuren ? Hebben wij ons daarnaar te gedragen? staan wij onder hare voogdij ? Wij keuren wel die regeerende klasse in hare doenwijze, in haar drijven naar steeds nieuwe oorlogen vooral af. Heeft zij zich al ooit aan onze afkeu-ring gestoord ? Hebben hare diplomaten daarom toch dezen wreedsten, bloedig-sten aller oorlogen niet ontketend ? Hebben wij ons te storen aan het al of niet goedkeureu onzer handelingen en inzichten door de huidige regeerders vooral, die toch de schuld van aile onze rampen nu zijn ; die ons gedreven hebben in deze hel en nu de macht missen er ons uit te halen ? Staan wij arbeiders, democraten dan werkelijk onder de voogdij der bezitten-de klasse? Erkennen wij dan die voogdij? y Erkennen wij ons zelve dan als geeste-iijk minderwaardig, als ondergeschikt 'aan wat die klasse wil, goed of afkeurt ? Zij zijn verkeerd volgens ons die democratische ellementen welke eene bij-eenkomst, in Stockholm of waar ook afkeuren en de regeeringen toejuichen die dat, met hun gewoon ruw geweld verhinderen willen. Zij zijn verkeerd. Want de arbeidende klasse heeft geen ander middel om zich op een vredesprogramma 't akkoord trachten te stellen, dan juist dit onder-iing beraadslagen. Onze pers toch wordt geweerd, onze correspondent gecencureerd. Terwijl de geheele burgerpers in dienst staat van dezen die den oorlog ontketend hebben en niets kennen als de ruwe, militaire macht met het schijnheilige diplomaten-gezwendel om den vrede op te vestigen. Die pers dus onbetrouwbaar is omdat zij ailes in hare richting verminkt of ver-draaid.En de démocratie alleen kan het naar een menschelijken, naar een duurzamen vrede drijven. Want zij alleen staat niet in dienst der belangen van enkelen of groepen, maar van het algemeen belang, het belang aller volkeren. En juist omdat alleen de démocratie dat kan is het noodig dat hare voorman-nen zich spreken en 't akkoord stellen kunnen. L. V. B. BEVOORRADING Voor de eerstvolgende weken staat den bevoor-radingsdienst von het « Nationaal Comiteit » {Reliefcom.) er, zij het niet goed dan toch eenigs-zins redelijk voor. Het huidige broodrantsoen zal de eerste tijd nog kunnen bewaard blijven. Spek of vet zal er, voor de maand October, minimum 200gram per hoofd beschikbaar worden gesteld. Daarbij zal ook eene zekere hoeveelheid of boonen of erwten ofrijst kunnen gevoegé worden. Terwijl voor dezen welke laatstgenoemde produc-ten niet nemen zouden, eene zekere hoeveelheid cacao zal worden ter beschikking gesteld. Indien nu ook de « Gemeentemagazijnen » voor wat kunnen zorgen en vooral wanneer de aardap-peldistributie wat geregeld en in eenigszins vol-doende hoeveelheid moest plaats hebben, zouden al die beetjes bij elkaar het toch nog tôt eene min of meer redelijke maagvulling kunnen brengen. Vooral van de aardappelkwestie zal grooten-deels ailes afhangen. Want zooals het nu gaat, op de veertien dagen er tien heelemaal geene, zou het onhoudbaar worden. Want eer het enkele weken verder is zullen er — buiten de officieele voorziening — voor arbeiders, ambtenaren en kleine burgejs geene aard-appelen meer verkrijgbaar zijn. Nu reeds toch hebben boeren en woekeraars de prijzen daarvan reeds tôt twee en drie duizend percent van die in gewonen tijd geldehde, opge-jaagd.Hoeverre die bloedzuigers der Belgische bevol-king het nu in den markenwaanzin dien hen aan-gegrepen heeft, nog drijven zullen kan niemand voorzien. Zeker is echter dat zij de prijzen der nu zoo onontbeerlijke knollen, buiten het bereik van werkman en kleine burger houden zullen en dezen dus uitsluitend op de voorziening van Regee-ringswege zullen te rekenen hebben. Als dat dus misloopen moet zullen al de andere kleine beetjes, den honger, met zijnen onafschij-delijken en steeds meer overheerschenden gezel « de tering » niet weren kunnen. Laat ons hopen dat de officieele voorziening van aardappelen dit jaar regelmatig weze ; ons geene vijf maanden totaal zonder zette zooals het vorige jaar. L. V. B. OVERWEGINGEN ROME heeft gesproken ! schrijft een christelijk bîad aan het hoofd van een artikel naar aanleiding der pauselijke nota aan de mogendheden. Inderdaad, nadat in het jaar onzes Heeren 1917 millioenen schcpselen reeds een drietal jaren onder het stoffelijk en zedelijk kankerend wee van een internationale met, eene betere zaak waardige, hardnekkigheid volgehouden wereld-katnp gebukt gaan ; tracht nu het opperhoofd der Roomsche kerk zich tusschen de strijdende partijen te werpen, met het edele doel, deze, den mensch en God onteerende broedermoord een einde te doen nemen. Dat ook deze poging om de vredesduif hare zegenrijke zending te doen volbrengen met groote en blijde instemming door duizenden maal duizenden wordt begroet, kan geen verwondering baren. Immers, wie onzer, tôt welke kleur, ras of nationaliteit hij ook moge behooren gruwt niet tôt in het diepste zijner ziel van de koude en dagelijks wederkeerende be-richten der pers waarin van steeds breeder stroo-men bloeds en immer talrijker wordende slacht-offers wordt melding gemaakt ? Wie dus, het zij man of vrouw van invloed, aan deze hemelter-gende schanddaden door zijne zedelijke kracht een einde tracht te maken verdiend niet alleen den dank van de thans levenden, maar ook deze van het nageslacht en zal zich een onuitwisbaren naam in de wereldgeschiedenis verwerven. Maar.... menhoudeookondanksonze vurigste betrachtingen waarmede wij de wereldvrede wenschen en tegemoet zien, het hart wel warm, ja, maar ook het hoofd koel en het oog op de feiten gericht, waardoor wij kalmer en fataler, de eventueele mislukking dezer vredespoging en deszelfs gevolgen zullen kunnen dragen tôt het meer dan bittere einde. Wij zeggen, dat door het feit gewaarschuwd zijnde, dat het niet de eerste maal in de geschiedenis zou wezen dat een goed en ernstig bedoelde poging des pausen om als vredestichter bij dreigende of reeds uitgebrokene oorlogen op te treden, door de betrokkene partijen werd afgewezen. Het Roomsche dagblad De Tijd wist ons bij voorbeeld eenige weken geleden de namen te noemen van een tweetal pausen uit de grijze oudheid die zich als vrede-stichters verdienstelijk schijnen te hebben gemaakt, namelijk Léo III in de jaren 795-816 en Innocentius in 1198 1216. Bijzonderheden daar-over werden echter niet medegedeeld. Daarnevens wijst ons de statistiek der oorlogen die sedert de XVIe eeuw gevoerd werden een getal van 286 aan, waaronder 28 zoogenaamde Godsdienst-oorlogen, op welks verhindering de verschillende pausen dus zeer weinig invloed blijken gehad te hebben. En wie de wereldgeschiedenis raadpleegd wordt het duidelijk, dat verschillende pausen als Staatshoofden zelve, meermalen oorlogen gevoerd hebben. Van jonger datum is het volgende dat ons dezer dagen deze zaak betreffende onder de oogen kwam in een te Antwerpen verschijnend dagblad. « De vermaning tôt den vrede die de paus komt te richten tôt de hoofden der oorlogvoerende Staten, is niet de eerste poging welke door de pausen gedaan is, ten gunste van het herstel van den vrede.( De eerste paus die getracht heeft de roi van bemiddelàar te vervullen was Pius IX. In 1870 kwam hij niet tusschen beide gedurende den strijd, maar voor het begin der vijandelijkheden had hij zich gelijktijdig tôt den koning van Prui-sen en tôt den keizer van Frankrijk gericht, hen verzoekende de zaken niet tôt het uiterste te drijven, maar met zijne hulp het geschil op vre-delievende wijze te trachten uit den weg te rui-men. Dit aanbod werd van beide kanten koel afgewezen. Léo XIII toonde meer volharding ; inderdaad, gedurende den Spaansch-Amerikaanschen oorlog, deed hij niet minder dan driemaal, aan de konin-gin-regentes, Maria-Christiana van Sparye, en aan président Mac-Kinley, voorstellen tôt een vredelievende regeling van het konflikt. Ofschoon de twee partijen verklaarden de ge-voelens van mensehlievendheid van den Opperste

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods