Vier jaar vluchteling

Vier jaar vluchteling

Redactie 's profielfoto
Redactie 03 september 2015 766

De Eerste Wereldoorlog bracht een gigantische vluchtelingenstroom op gang. Minstens 500 000 Belgische burgers, ruim 7% van de Belgische bevolking, brachten vier lange oorlogsjaren in het buitenland door. 
 
Voortgestuwd door gruwelverhalen en het oprukkende Duitse leger, ontvluchtten miljoenen Belgen hun stad of dorp. Velen bereikten uiteindelijk de grenzen met Nederland en Frankrijk of de Belgische kust, van waaruit ze verder naar Groot-Brittannië trokken. 
 
Na de val van Antwerpen, begin oktober 1914, staken naar schatting één miljoen Belgen de grens met Nederland over. De meeste van hen keerden na enkele weken of maanden terug naar het bezette België. Wie naar Frankrijk was gevlucht, kon niet terug omdat het front zich had gestabiliseerd. Bij de Wapenstilstand bevonden zich naar schatting 325 000 vluchtelingen in Frankrijk, iets meer dan 160.000 in Engeland en 100 000 in Nederland.
 
Aanvankelijk was de solidariteit in de gastlanden zeer groot. De mensen zagen het als een morele plicht om hulp te bieden aan de ‘poor little Belgians’, die slachtoffer waren van de ‘Duitse barbarij’. De opvang van staatswege werd aangevuld met vele privéinitiatieven die vanuit alle geledingen van de maatschappij ontstonden. 
 
Naarmate de oorlog langer duurde, brokkelde de solidariteit tegenover de vluchtelingen af. Ze werden meer en meer als profiteurs beschouwd en kleine culturele verschillen leidden soms tot ver doorgedreven stereotypering. Ondanks de onvermijdelijke wrijvingen, mag de omvang van de solidariteit niet onderschat worden.
 
In Frankrijk en Engeland namen veel Belgische vluchtelingen arbeidsplaatsen van de soldaten in. Vaak kwamen ze in de landbouw en in de oorlogsindustrie terecht. Sommigen bouwden zelfs een eigen zaak uit. De meeste Belgen keerden na de wapenstilstand terug, anderen hadden ondertussen een leven in het nieuwe gastland opgebouwd en bleven daar. In Frankrijk waren er in 1921 60 000 Belgen meer dan vóór de oorlog, in Engeland slechts een vijfduizendtal.