Tweede jaargang Nr 41 Prijs 6 centiemen Gent 27 Augustus 1916 hoofdredactie : ajlgemeen secrexaria at oude houtlèi, 34. met de medewerking van het werk der v olks bibliot heeken "de straal,, theresianenstraat, 13 ALLERLEI beheer : vrou wensecret aria at peperstraat, 17. — «0» — abonnementen : per jaa.r : fr. 3,25 zes maanden: » 1,60 drij maanden : » 1,00 W@@ki)ladl voor osis VSaamsche Volk 1NHOUD : Aan onze Lezers. — Over Opvoeding en Karaktervorming. — Zin voor het Schoone. — Waartoe dienen ons de Sterren ? — Macht der Zachtmoedigheid. — Aardige uitkomst. — Om te overdenken. — De ge-lukkige Ouderdom — De rampzalige Onderdom. — Waar het nut der katten op prijs gesteld wordt Qezondheidsleer. — Raad aan de huis-houdsters betreffende de woningen — De Zoon van den Galeiboef (2e vervolg en slot.) — Lachen is gezond. — Voordrachten en Lessen. Aan onze Lezers Toekomende week beginnen wij in ons blad een groot draniatisch roman : De Verloofden van Manzoni Het overtreft ailes wat den lezers tôt hiertoe werd aan-geboden ; het houdt de aandacht in de hoogste mate geboeid en prikkelt ten zeerste de weetgierigheid. Een heerlijk buitenkansie dus om mede te werken aan de verspreiding van ons graag gewild blad en om zonder onder-breking al de nummers te volgen. Over Opvoeding en Karaktervorming De la Hautière zegt in zijn leergang van wijsbegeerte, toegepast op de opvoeding : « Het gezicht van aile menschen bestaat uit dezelfde dee-len : voorhoofd en ooren, neus en mond, wangen, kin en oogen, en toch heeft ieder zijn gezicht, omdat die deelen tçlkens hun eigen verhouding hebben. Zoo ook is het zede-Iijk wezen van den eenen mensch net zooals dat van een anderen samengesteld, maar ook hier is verschil in de verhouding. » Over karaktervorming schrijft Pater Gillet, O. P. : « Elkeen van ons heeft zijn aard, zijn natuurlijken aanleg, eigen wijze van doen en laten, zijne driften, zijne gewaar-wordingen, zijne inbeelding, zijne verstandelijke en zedelijke gewoonten, zijne betrekkelijke wilskracht. Voeg daarbij, dat in eenieder van ons de meeste van die eigenschappen dade-lijk in strijd geraken zoodra zij ophouden beheerscht te worden, en zulks omdat ze hun eigen richting hebben. "Het is duidelijk, dat het een reuzenarbeid moet zijn. al die uit-eenloopende strekkingen af te richten op een zelfde doel, al die tegenstellingen te versmelten in een hooger akkoord. En die taak is het juist, welke de wil te verrichten heeft in de vorming van het karakter : de krachten der ziel te versmelten tôt hoogere harmonie. Er zijn twee trekken waaraan men een karakter erkent : eenheid en standvastigheid. God vraagt ons niet alleen, dai wij wierook zouden bran-den op het altaar van ons ideaal. Hij eischt van ons, dat wij ons eigen ten offer plengen ; dat ons ideaal ons vleesch en bloed worde ; dat het ons eigen worde, en dat wij met ge-heel ons hert zouden verzaken aan al wat Zijn glans zou kunnen verminderen. Maar kennis alleen volstaat daartoe niet ; daartoe is voor-al liefde noodig. Orh ons te doen handelen, is de liefde voor ons ideaal — niet eene beschouwende, maar eene echte, doelmatige, praktische liefde — het allereerste in het vor-men van het karakter. Zin voor het Schoone Uit de gelukkige vereeniging eener levendige verbêelding - en het gevoel voor het schoone, waarraede de mensch is toege/ust, ontstaat eene andere gave, de smaak of schoon-heidszin, die zoo machtig veel tôt de verheffing van den geest en de veredeling van- ons gemoed kan bijdragen. Zin voor het schoone, dat is de vereering voor de heer-lijke schepping als het gewrocht eener nooit verbrokene orde vol eeuwige schoonheid, die wij zoowel in het kleinste als in het grootste kunnen waarnemen. Gevoel van schoonheid, dat is de diepe bewondering voor de grootsche ge-wrochten van den menschelijken geest, voor de meesterstuk-ken, die zijn kunst op elk gebied uit de onbezielde stof te voorschijn roept ; gevoel voor het schoone, dBt is de eer-bied voor 't hoogere, voor 't ideale en voor 't oneindige dat als 't ware den adel uitmaakt onzer menschelijke natuur. Wie liefde en geestdrift gevoelt voor het schoone, het zoekt en ontdekt, zich er van kan doordnngen, die vindt er niet alleen een rijke bron in voor eigen esthetisch en zalig genot, maar tevens een eervolle en weldoende taak, wan-neer hij het door anderen kan doen deelen. Het reinste ge-noegen, dat de ziel als het ware omhoog voert, het goede en edele vereenigt, de zedelijke en godsdienstige beginselen, verkwikt en sterkt, waar beide het volmaakte zoeken en huldigen. % Een vriendelijk woord brengt altijd troost. * * * Een edelman is niet hij die slechts den naam draagt, maar die het is door zijne daden.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.