Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

536 0
20 oktober 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 20 Oktober. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/445h990s7x/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Vierde jaargang Nr 46. Prîjs 6 centiemen- Gent, 20 October 1918. HOOFDREDACTIE : -VROUWENSECRETARIAAT met medewerking van het ..Axgemeen SECRETARIAAT en het week der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer ! PEPERSTRAAT, 17. —«o»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DRIJ MAANDEN . a » 1,00 Weekblad voop ons Vlaamsche Voile. INHOUD : Ontaarding van 't familieleven. — Herfst. — Een voorgenomen diefstal (vervolg en slot). — Een veel-zeggend Beeld. — De Geschiedenis der Tabakspijpen (i® vervolg). — Dekerk van H. Kerst. —'t Eindend de Dreef (3e vervolg en slot). — Luim. — Voordrachten en Lessen. Ontaarding yan 't famieleven. In de geschiedenis der oudheid lezen wij hoe het sterkeTroja, dat noch doorden kloeken Diomedes, noch door den onversaagden Achilles, noch door tien voile jaren belegering, noch door duizend wel uitgereede schepen kon ten ondergebracht worden, eindelijk onder de listen en geveinsde tranen van eenen bedrieger ellendig bezweek. Dat gevaar loopt 00k onze duurbare bevol-king. Wat de ketterij ni et vermocht door hare brandstapels, noch de Fransche Revolutie met hare kerkers en schavotten, beproeft men hedendaags met schimpschriften, spotprenten en volksvoordrachten. Men huichelt en men veinst. Men dringt het heiligdom der familie binnen ; het familieleven wordt aangerand ; en dààr zit het gevaar in, een dreigend gevaar. Het huisgezin is de grondvest van het maat-schappelijk gebouw, wat is immers een land, «en Staat, anders dan eene verzameling van huisgezinnen ? « Het volk, gelijk Mgr Dupan-loup zoo wel zegt, het echte volk, die vlijtige werkende klas, die eerlijke en deftige families, waar de godsdienstige gevoelens met de zeden in eer gehouden worden, en waar, met het geloof en de zeden, 00k de reinste deugden bloeien, dàt is de grondzuil waar het bestaan van eene natie op rust ; dàt is het hert van een land. Zoolang het kwaad tôt daaronder niet is afgedaald, zoolang het hert des volks gezond blijft en 't goede bemint, terwijl zijn geest, hel en onbeneveld het licht der eeuwige Waarheid in het 00g houdt, o ! dan is er geen gevaar dat die natie vergaan zal. Andere maatschappelijke leden kunnen be-dorven zijn, maar de hertsader der natie bezit toch noch levensbloed genoeg om den strijd voor eigen bestaan uit te houden, Eens echter dat die hertsader zelf vergiftigd is, wat blijft er dan nog over? Tegenwoordig poogt men haar te vergif-tigen. En hoe dat? Wel, men poogt God van den huiselijken heerd te verdringen ; men wil aile godsdienstige gevoelens m het familieleven nitdooven en, om er in te slagen, begint men met de onverschilligheid voor God en gods-dienst in den schoot der huisgezinnen te verspreiden. Dat is een nieuw, en wel het grootste gevaar dat ons geliefd volk bedreigen kan. Vroegertijds was het huis eene tweede kerk. De woningen onzer voorouders droegen zelfs den naam van eenen of anderen heilige ; dat was hun bewaarengel in de menigvuldige orkanen van 's menschen leven. Traadt gij binnen, dan vielen eerst en vooral uwe oogen op de schap van de schouw waar een Christus-beeld op prijkte, en daaronder eene godsdienstige, opbeurende spreuk.... want onze vaderen verstonden de taal van het kruis. Daaruit putten zij kracht en hoop in de moeilijkheden der dagelijksche taak; zij begrepen dat het kruis eenen zin, eene verhevene beteekenis gegeven heeft aan droefheid en lijden. Het kruis op de schouw was het eerste boek waar reeds de moeder haar kind op den arm leerde naar wij zen en in lezen.... O ! het kruis in het familieleven ! Het kruis dat vader en moeder 's avonds met den vinger op het voorhoofd drukten; de ouderlijke zegenl bron derzoetste herinneringen in den najaarstijd van 's menschen levensloop ! — Het kruis in de werkplaats ! heiliging van den arbeid, bevruchting van het werkmans-zweet ! — Het kruis in het veld ! wasdom van granen' en planten! — Het kruis naast de baan! wegwijzer voor ons, bannelingen en reizigers door het leven ! — Het kruis op onze hallen en belforten ! bediedenis der eerste bron van vrijheid en gelijkheid! — Het kruis op onze kerken ! geheimzinnige vinger, die den mensch benedenwaarts de haven der redding, en opwaarts het hemelsch en eeuwig vaderland aanwees ! Vroeger was het dagelijksch leven door-trokken van godsdienstigheid. De feesten der kerk hadden hunnen weerklank in het huis-houden : Kerstmis, Drijkoningen, Paschen en Sinksen, hadden hunne eigene plechtigheid bij den heerd. In den handel en wandel onzer voorouders zat die gemoedelijke godsdienstigheid.O Goddank ! ailes is nog niet verloren ge-raakt. In ons hedendaagsch diep godsdienstig huisgezin wemelen nog frissche, geloofsvolle spreuken : God zij geloofd t God zegene u ! God zal 't u loonen ! in Godsname\ enzooveelandere... Ja, God zij geloofdl Ik ben zeker dat gij aan die voorouderlijke overleveringen, vol kristen geloofszin, hecht als aan een stuk uwer ziel ! Zij zijn een onzer sterkst afgeteekende volks-eigenaardigheden. Ik ben zeker dat gij 00k, gelijk uwe vaderen, het kruis zijne bevoor-rechte plaats in het werkhuis nog gunt ; dat in uwe huishoudens 00k het kruis op den schoor-steen pronkt als het zinrijkste en dierbaarste meubel ; dat gij 00k nog uw kind, van eer het loopen kan, op den arm neemt en met eerbied het kruis van den schoorsteen leert groeten ; dat gij 00k nog uwe kleinen des avonds den ouderlijken zegen op het voorhoofd prent, en ondertusschen 00k met kloppend herte tôt het kruis Christi bidt: « Heer! moge mijn kind 00k deftige burger, deftige werkman worden j gelijk zijne ouders ! » Herfst. De zonne zinkt, de dag vervalt ; de boomen worden bloot, en langs de velden sleept de mist, den sluier van de dood. 'n Bende kraaien vliegt om mij, en breekt met haar gekras de boezemwonden open, die . ■ de zomerlucht gênas. De wind verschudt het gele loof ; de klaarte ligt versmacht, '• ' ■ en 't purperblauwe bosch versmelt en duikelt in den nacht. Intusschen voelt de ziel, alleen de pijn van 't leven nog, en buldert haren oorlogskreet : de wereld is bedrog. En dan, gehikkig hij, die met den blaai der menschen spot, de ellende van z'n eigen kent en ruste zoekt bij God. Het leven is zoo kort, men kan 't niet wel genoeg verleven. Een voorgenomen diefstal. ('Vervolg en slot.) Het anders zoo bedrijvige dorp was in droefheid gehuld. Mijn ouders begaven zich naar het kerkhof : Ik moest op het slot zijn. Spoedig was ailes voorbij. De grafkelder werd gesloten, de verzamelden gingen uiteen, en iedereen had de oogen vol tranen. Ook wij begaven ons aan het werk, doch veel lust bezat ik niet. Eindelijk was de lange dag voorbij, en de nacht spreidde zijn donkeren mantel over de aarde uit. Na het avondeten sprak ik tôt mijn vader : — Ik heb beloofd nog heden de maat van de plank te nemen, en zal nu gaan ; ik ben echter met het aanbreken van den nacht terug. — Dat heeft geen haast, mijn jongen, ant-woordde mijn vader. — Jawel, sprak ik kortaf; waarop de oude mij verwonderd aankeek. — Goed, goed, zeide hij. Ik ging naar mijn kamer, en wachtte tôt het rinkelen der borden aantoonde, dat mijn moeder met ailes gereed was. Toen ging ik naar de werkplaats. Hier nam ik een goeden schroevendraaier, een hamer en een vijl, voor-zag mij van een lantaarn en lucifers. Dit ailes pakte ik sampn en sloop naar buiten. Ik liep een weg op, die zelden Jsetreden werd, en spoedig bereikte ik den îrkhof-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1914 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes