Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

689 0
08 september 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 08 September. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/hd7np1z345/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Vierde jaargang Nr 43. Prijs 6 centiemen. Gent, 8 September 1918. HOOFDREDACTIE : "VROUWENSECRETARIAAT met medewerhn6 van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —a Où— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DR1J MAANDEN . „ » 1,00 Weekblad voop ons Vlaamsche Volk. INHOUD : Bericht. — Voor onze Krijgsgevangenen. — Emiel Wambach.. —Maria's Geboorte. — Tramgedachten. — Vrouwenbeweging of Vrouwenemancipatie. — 't Ein-dend de Dreef. — Eene grootsche Betooging. — Luim. — Voordrachten en Lessen. Bericht. Ingevolge algemeen genomen maatregelen, veroorzaakt door de schaarschte van het papier, berichten wij met spijt onze lezers dat het eerst-volgend nummer slechts binnen veertien dagen kan verschijnen. De Redactie. Yoor onze Krij gsge yangenen. In naam onzer duurbaren, die in 't verre ballingschap zuchten, vertolken wij den innigsten dank aan al onze lezers die onzen oproep beantwoord hebben. Dat ons volk zijn landgenooten indachtig blijft, bewezen de honderde exemplaren, ons "teruggestuurd, waardoor het genoeg zijne in-stemming te kennen gaf. We zijn zoo vrij op den regelmatigen gang der terugzending, zooveel mogelijk vôôr den volgenden Donderdag, indachtig te maken, opdat de verzendingen regelmatig kunnen ge-schieden. Emiel Wambach. Het valt den Vlamingen niet moeilijk zijn persoonlijkheid te doortasten. Men heeft zich doorgeen ingewikkelde stelsels heen te werken, geen opgezwollen theoriën te doorpeilen, geen rekening te houden met vreemd-aangelegde, -starre dogma's; wat hij aan klanken te aan-hooren geeft, welt onmiddellijk uit de gulheid van zijn zangerig gemoed, en wordt even onmiddellijk opgevangcn door hier een inge-togen menigte, daar een feestvierende massa, ginds een benieuwd schouwburgmuziek. Op-recht is zijn kunst als al, wat wars van ijdel succesbejag of dwaze zelfoverschatting, zich uiten wil in ongedwongen vormen. Door-drongen van zijn edele roeping, is het door deze oprechtheid dat hij zich kennen doet in de voile waardigheid van zijn Vlaamsch kunstenaarschap, dat, hoe men het er 00k op aanlegge, onaantastbaar is en steeds blijven zal. Wambach nochtans is geen geboren Vla-ming. Te Aarlen zag hij het levenslicht in het jaar 1854 ; twee jaren nadien vestigde zich het huisgezin te Antwerpen. Zijn vader, geboortig van Abshauzen, en zelf een verdienstelijk toonkunstenaar, gaf hem het eerste muziekonderricht. Aangezet door zijn snelle vorderingen als violist, werd besloten den jongen zoon uit-gebreide studiën te laten doen. Gedurende de vormingsjaren van den veelbelovenden knaap, stond Benoit in voile krachtdadigheid aan het hoofd der Vlaamsche muzikale beweging, die hij zelf in het leven geroepen had. Van zijn kunst ging die machtige begeestering uit, die oversloeg in het hoofd en het hart van het gansche volk; 't was in zijn school dat de Vlaamsche muzikale jeugd zich verharden ging in den strijd voor eigen, onvervalschte schoonheid. Grootsch zou de indruk zijn, die 't licht ontvlambare gemoed van den begaafden jon-geling, Emiel Wambach, van 's meesters kunst onderging, heilzaam de invloed, die Benoit op hem uitoefende. Onder zijne leiding en in de uitstraling van zijn ideaal, wiekte zich de kunstenaar omhoog. Na voltooiing zijner studiën zich als 't ware geheel vereenzelvigend met het streven van zijn meester. bezong hij naar diens voorbeeld hoofdzakelijk de groot-heid van Vlaanderen's verleden, en wist tevens dien toon te treffen, die meesleept en warmen weerklank vindt bij zijn volk. Het is in dien zin dat Wambach dichter dan wie 00k, in de nabijheid staat van zijnen geprezen meester, Peter Benoit, en dat hij toont een trouwe volgeliiig te zijn van ons duurzaam-geworden traditiën. Ziet men de lijst zijner werken na, zoo neemt men waar in welk een ruime mate hij zich bezielen liet door denroem van Vlaamsche kunstenaars en helden. In gewrochten als onder andere Rubans geboorte herdackt 1877, Vaderland 1880, Heldenkantate, Aan Antwerpen, de lyrische legende Yolande i883, het z-angspel Quinten Massys, spreekt de toondichter zijne innige liefde uit voor den Vlaamschen volks-stam in daden, wier echtheid noch te looehenen noch te betwijfelen valt". Op zeven en twintigjarigen ouderdom tpon-dichtte Wambach zijn eerste gewrocht van grooten omvang, het gewijde oratorio Mozcs op den Niji, weldra gevolgd door twee uiterst gunstig onthaaldezanggedichten. Yolande i883, en Blanchefloor 1887, op tekst van Aug. Snieders, waarmede de jonge meester zich een weg baande tôt het Vlaamsche volkshart. Van dan af dagteekent zijne populariteit; het onge-kunstelde van zijn persoonlijkheid bracht er het zijne bij, om waar hij zich 00k vertoonde, blijvende sympathie op te wekken. Wambach werd een der meest geliefde Antwerpsche kunstenaren. Talrijk zijn de liederen door hem getoon-dicht, — pereltjes van sierlijke muzikaliteit en opgetogen zin, steeds met voorliefde aange-wasemd, door lippen die zingen willen. Van dezelfde dichterlijke herkomst zijn zijne kerk- kompositiën, waartusschen er verschillende eerbied inboezemen door het stijlvolle van den inhoud en de breedheid der opvatting. - Alstooneelmuziekbezitten wij van Wambach twee gewrochten, waarin hij het beste van zijn kunnen neerlegde. Het mag betreurd worden dat aan werken, zoo rijk door fijn-uitrafe-lende orkestrale bewerking als zijn lyrisch drama Mellusina, geen plaats voorbehouden wordt in de ondernemingen van gesproken tooneel, en 't publiek intusschentijd soortge-lijke kunstvertooningen derven moet. Sinds de opschorsing van het lyrisch drama op het programma van den Nederl. schouwburg, heeft Wambach terug de planken heroverd, door zijn zoo klaar-doorzichtig, bloemenkeurig zangspel Quinten Massys. Versch ligt de aan-zienlijke bijval van dit gewrocht in het geheugen, we kunnen echter niet nalaten den wensch uit te drukken, dat de meester het niet bij dit ééne zangspel zal houden, en dat hij 00k op dat gebied zijn werkzaamheid betoonen blijft. Voegt men bij dit vluchtig overzicht zijner toonzettingen een keur van koorwerken en symfonische muziek, zoo kan de lezer zich een gedacht vormen van de onverpoosde bedrijvig-heid van dezen kunstenaar als Vlaamsch toondichter.Gedurende het moeilijke tooneeljaar 1899-1900, trad Wambach op als orkestleider van het Lyrisch Tooneel; ettelijke jaren bestiert hij de uitvoeringen van de Antwerpsche Hoofdkerk, alwaar hij zich door zijn aange-brachte hervormingen, ten zeerste verdienstelijk maakte. Sinds het jaar 1901 een voornaam leeraars-ambt aan Benoit's school bekleedende, en van af 1902 opzichter der Belgische muzielc-academiën, kon geen doortastender blijk van officiëele erkenning den meester te beurt vallen, dan zijne aanstelling als bestuurder van het Koninklijk Vlaamsch Conservatorium, — aanstelling die tôt voldoening zijner tallooze bewonderaars en vrienden plaats had. Als het hoofd dezerinstelling ismengemach-tigd van hem te verwachten, dat hij het ideaal van den stichter in aile omstandigheden hoog houden zal, en dat hij, in den schoot dezer, dien geest zal voortzetten door den grooten Vlaming, Peter Benoit, terwille van eigen volk en eigen kunst ingeprent. En voor dit vertrouwen staat borg het Vlaamschlievend verleden van meester Emiel Wambach, op wien met fierheid gewezen wordt, als zijnde een onzer meest talentvolle, meest te waardeeren kunstenaren. Hoe dat gij 't heft, hoe dat gij 't vat, De menschen gispen altijd wat ; Hij is gerust en anders geen, Die 't oordeel Gods ontziet alleen.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1914 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes