Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken

821 0
01 november 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 01 November. Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/930ns0mv7h/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

3de jaargang, Nummer 14. Prijs : 5 Centien November-nummer igi5 (B). ANTWERPEN BOVEN VERSCHIJNT OM DE Orgaan der GROENINGERWAGHTEN VEERTIEN DAGEN van Antwerpen en Omstreken Men zegt dat 't Vlaamsch te ncet zal gsan.... 't En zal ! Ailes voor Vlaanderen Geen rijker kroon Dan eigen schoon. ABONNEMENTSPRIJS : Voor Antwerpen en onmiddellijke omgeving fr. 1 25 per jaar Voor 't binnenland (uitgenomen Oost- en West-Vlaanderen) » 2,50 » Voor Oost- en West'Vlaanderen bijzondere voorwaarden. Men schrijft in op het Bureel van 't Blad, alsook bij de Leden Jer Oroeningerwacht, o. a.: Belegstraat, 48, Antwerpen (Zuid); ïeuzenstraat, 28, Borgerhout, Mr Jan Witjens, Beekstraat, 9, îorgerhout, en Bredabaan, 207, Merxem. 't Elke inzender is verantwoordeliik voor heteeen hij schriift. Buree) en Opstelraad : Hof van Keuntn, Carno plaats, 3g Borgerhout. fiaiJAUUUJgll &cu VUlgCUS U VCICCI1JK.ULI1Î5C Ongeteekende stukken worden niet opgenome Al wat dit blad betreft moet op ons bureel besteld worden. Dichter de CLERCQ en Dr JACOB, wij reiken U de Broederhand!! Bit portret sfelt dichler de Clerck voor met zijn drie kindjes van zijn eerste vrouw, alsook hare zuster, die zijne tweede echtgenoote werd en hem nog twee telgjes schonk. Dichter de Clercq en Dr Jacob gebroodroofd Wij waren. sede^t lang voornemens in dit nummer den verjaardag te herdenken van dichter René de Clercq, onzen zoo rijk begaafden kun-stenaar, die op 14 November 1877 geboren werd te Deerlijk, het dorpje bij Kortrijk, van waar 00k pastoor Verriest afkomstig is. Wij hadden reeds de levensbijzonderheden aange teekend diej Gres-hoff in den Gouden Winckel over hem schreef : (i De Clercq's ouders waren eerlijke en werk-zame lieden. — zijn vader was een kleine vlas-koopman en zeeldraaier, zijne moeder hield een winkel aan de dorpsplaats — die waarlijk voor hem, hun jongste meer gedaan hebben dan zij konden. » Negen jaar oud verliet hij de Deerlijksche school en ging dagelijks heen en weder naar Harelbeke, Peter Benoits geboorteplaats, dat op een uur gaans afstand gelegen was en waar hij degelijker onderricht kon ontvangen. » Van zijn dertiende jaar af bezocht hij het bisschoppelijk college van Thielt. Hier bleef hy 5 '/s jaar... » Veel Latijn en Fransch werd hem hier onder- Iwezen, maar bijna geen Nederlandsch. Doch de studenten waten erwel zeer-moedig flamingant en oefenden zich buiten en 00k wel binnen school-t tijd in hunne moedertaal. Hij schreef toen, zijn eerste, onbeholpen versjes, en hehaalde in een piijsvraag, uitgeschreven door het verboden stu-^ denten-tijdschrift De Vlagge, den eersten prijs met het bombastisch-romantisch stukje Filips van t Artevelde. Dat was in 1895 en zijn eerste gedrukte | werk. » Een ander vers, HetHaantje nan den Toren, {waarin men eene s itire zocht op een zijner leeraren, hetwelk in t gelieel niet in De Clercq's bedoeling 'ag' gaf aanleiding tôt zijn verwijdering van het collège. Hij voltooide zijne studiën aan het | Bisschoppelijk college te Kortrijk, waar hij in | 1896 zijn eerste, zwakke bundeltje Gedichten I uitgaf, en waar hij Alfons Sevens leerde kennen, • die 00k juist om eene nietige reden van de nor-maalschool te Torhout weggezonden was. » Na het einde van zijne middelbare studiën moest hij eerst een jaar tegen zijn zin, genees-! kunde studeeren, maar op aanraden van Prof. Paul Fredericq wierp hij zich op de Germaansche filologie.waarin hij in 1902 tôt doctor promoveerde met een th'sis over Gezelle. » In igo3 trad de dichter te Ingoyghem in het huwehjk, waar pastor Verriest zijn echt zegende. <) Van 1903-04 was de Clercq leeraar aan het Stadscollege te Nijvel, in Brabant ; vandaar werd hij verplaatst naar Oostende aan het Koninklijk Atheneum, en met Nieuwjaar 1906 werd hij in dezelfde beirekking te Gent beno^md. » In 1896 verscheen zij 1 eerste boek : Gedichten. Daarna volgden : Echo's (1900), Ideaal (1900), De Vlasgaard (1902), Terwe (rgo3), Natuifr (1903), Liederen voor het Volk (1904), Gedichten, eerste volledige uitgave (1907), Toort-sen (verzen, 1909) Uit de Diepten (verz^.n r911 ), Het Rootland (roman, 1912), Harmen Riels (roman, 1913). » (*) Dichter de Clercq op 25jarigen oudeido-n. We waren zinnens er een woord bij te voegen over de groote beteekenis van René de Clercq als dichter en als denker, over de liefde voor zijn lijdend volk, die in al zijne werken doorstraalt, over de gioote roi die hij sedert zijn verblijf in Holland speelt, waar hij inOctober heenvluchtte, en spoedig als verdediger van onzen bedreigden stam tegen de aanvallen der franskiljons optrad. We dachten 00k daarbij te wijzen op de hooge vlucht die zijn dichtersgenie in den laalsten tijd bereikt heeft, zoodat hij de bewondering van de Nnord-Nederlandsche letterkundigen algemeen op zich trekt. We waren er toen verre van afte vermoeden, dat wij in dit nummer dichter de Clercq en zijn strijdgenoot Dr Jacob als slachtoffers zouden te herdenken hebben, getroffen omdat ze zoo eer-lijk Vlaamschgezind zijn gebleven ! Ziehier de feiten : In 't begin van dit jaar werd te Amsterdam een Belgisch dagblad gesticht De Vlaamsche Stem, waar René de Clercq, Alberic Deswarte, Julius H^ste jr. FransVan Cauwelaert en anderen aan meêwerkten met het doel den noodlottigen invloed van Echo Belge en andere Franschgezinde vluchtelingen-blaadjes tegen te gaan, die onze Vlaamsche Beweging voortdurend openlijk of tersluiks aantastten. Onder officieelen druk traden Van Cauwelaert en consoorten na 11 Juli uit het blad, omdat zij na zoovele maanden gekampt te hebben voc r Vlaanderen's rechten meenden op 't ordewoord dat uit den Haver kwam, den strijd te moeten staken. De Clercq en D1' Jacob oordeelden dat nu de Vlaamschhaters als een Gérard Harry, een Maeterlinck, een Raymond Colley, een Destrée, Deweiken van dichter René de Olercqzijn te Vcjr-kiijçen m don Nederlandschen Boekhandel, bt.Jacobs-markt, 5 >, te Antwerpen. en anderen, ons Vlaamsch volksbestaan zôô on-dermynd hadden, dat we met volledigen onder-gang bedreigd waren, het plicht was voort te strijden en ze bleven in hun vverking volharden en tiaden voortaan met hun beiden als ho^fdop-stellers van De Vlaamsche Stem op. • Kort daarop wordt dichter de Clercq bij Minis ter Poullet geroepen in Den Haag, die hem met afstelling bedreigt, zoo hij voort blijft schrijven in De Vlaamsche Stem. De Clercq heeft dus te kiezen tusschen zijn Vlaamschen plicht en zijn plaats van leeraar aan het Atheneum te Gent. De Minister liet hem vier das;en om eene be slissing te nemen en zijn lceus te doen. Den vierden dag zond onze gevierde dichter volgenden brief, die evenals de klacsieke bneven van Egmont en Hoorn naar den Koning van Spanje, van Jan Frans Willpms naar Jeronimo de Vries, en andere merkwaardige stukken van dien aard, een monument zal blijven in onze letterkunde : Bussum, 23 September 1915. Weledele Heer Minister, Ilet verwondere Ued. niet, dat ik nopens de uiterst gewichtige zaak ; waarover in ons onder-houd van verleden Vrijdag, 17" September in den Haag, gehandeld werd, niet, dan na rijp overleg beslissen kan. Ued stelt me ineens vlakweg voor de vraag of ik aftreden zal als leider van De Vlaamsche Stem, daarbij uw meening te kennen gevend dat mede-werking aan dit Vlaamsch Belgisc^ dagblad on-vereenigbaar zou wezen met mijn \ aderlandschen plicht. Door het voorstaan van Vlaaanderens be-langen, m dezen tijd, zou ik te kort komen aan den eed van getrouwheid dien ik, als leeraar, aan een ' nzer Koninklijke Athenea, onzen hoog-geprezen en welbeminden Vorst gezworen heb. I£nke1e dagen slechts werden mij gegund om Ued. per brief afdoende bescheid te laten ge-worden. Klagen daaromtrent doe ik niet, al vind ik enkele dagen bitter weinig. Overigens hoe langer ik mij bezin, hoe sterker, hoe heiliger in mij de overtuiging groeit, dat ik, bij een be-slissing te dezer aangelegenheid, mijn eigen-belang en zelfs, hoe lastig het 00k valle, dit mijner vrouw en kinderen offervaardig op zij moet dringen om alleen het welzijn van ons arme, dubbelbedrukte en dubbelbedreigde voUc voor oogen te houden. Hoe dekwestiebeschouwd woide, begrijpen kan ik niet dat men Vlaanderen moet afvallen om België te dienen, dat iemand ( de hem door de grondwet gewaarborgde rechten van zijn staatsburgerschap moet prijs geven om tegenover Volk en Vorst minder te doen dan zijn plicht, dat het een Belgisch staatsabtenaar verboden kan worden op loyale en waardige wijze Vlaanderen en België's recht op bestaan te hand- haven, terwijl anderzijds, thans als voorheen, menig Belgisch staatsbeëedigde en staatsbezol-digde, Vlaanderen en, in Vlaanderen, België zelf bekampt, op een manier die onze pers in den vreemde tôt luttel eer zal strekken 1 egenover den Weledelen Minister van fraa'e Kunsten zal ik te mijnen behoeve het feit niet inroepen dat een letterkundige, te geener tijd, minder nog dan elk ander, de taal mag laten ver-guizen die de vertolkster is van zijnharten geest, zijn teerste en laatste geliefde, ja, zijn geestelijke moeder ; alleen zij het mij geoorloofd te verzoe-ken dat 00k op een Vlaamschen dichter, evenals op aile Belgen, toegepast worde de gulden uit-spraak, die de hoeksteen moest wezen van echte broederlijke eendracht, derhalve 00k van de duurzame houdbaarheid van het Belgische staats-verband, namelijk deze : dat aile burgers gelijk zijn voor de wet. Zeer geëerde Heer Mirister, die tegenover mij macht bebt en gezag en, naar Uw eigen woord, 00k genegenheid, het spijt me zeer dat mijn be-sluit Ued. grieven kan, doch nooit zal ik om mij zelf rccht te houden, mijn steun onttrekken aan een blad dat den val verhoeden wil van ons arme brave-, door God en de machtvoerders schijnbaar verlatene Vlaamsche Volk, wien ik al zoolang en zoo vaak, mijn goed, mijn bloed en mijn leven heb toegezegd Uit zucht naar zelfbe-houd zal ik geen daad plegen waar 00k mijn kindskinderen om blozen zouden. Vermoedend, laat ik maar zeggen, wetend dat de vijanden van Vlaanderen Ued in deze recht-streeks of onrechtstreeks zoeken te beïnvloeden om in mijn persoon de zaak te treffen die ik ver-dedig, vertrouwend tevens in Uw helder door-zicht en edelaardige onpartijdigheid, vraag ik ter wille der eenv .udige waarheid, opdat er later geen voorijlig gen imen beslissingen dienen be-treurd te worden, dat het Ued. gelieve te onder-zoeken of er iets in mijne of in andere bijdragen in De Vlaamsche Stem, iets in mijn oorlogs-verzen, in mijn gesproken woord, iets in al mijn doen en laten, uit een vaderlandsch oogpunt dermate af te keuren schijnt, dat een p'icht-getrouw Belg het niet verantwoorden zou kun-rïen.Weledele Heer Minister, Ik ben eerlijk man, een trouw onderdaan van mijn dapperen koning en begeer 00k als staats-ambtenaar Uw gehoorzame en dienstwillige die-naar te zijn en te blijven ; dat wat Ued. thans van een Vlaming verlangt kon 00k het Opperste Gezag in geene omstandigheid van een vrij man vergen Daarom luisterend naar de stem van mijn diepste geweten, staande op het recht voor mijn plicht, in denzelfden geest van zuivere liefde voor Vlaanderen, van gehechtheid aan het ge- MIJN MOEDER. Mijn moeder was een heilige vrouw — O daar ligt blijdschap in dien rouw — Mijn moeder was heilig, en rein en zoet Als de melk van haarborst... O mijn moeder was [goed ! En schoon, schoon oud ! Niet een groef in haar [wang, Haar oogen al ziel en haar woorden al zang ! Gij hoordet, gij zaagt haar, en vroegt, mijn vriend : Ach, jongen, waar hebt ge zoo'n moeder ver- [diend ? En toch gij wist nog niet half wat ze deed U it verborgen zorgen ; hoe hard zij streed In de nederigheid van haar weduwsmart, Met een roos op 't gelaat en een doorn in het hart ! Haar kinderen schonk zij hetbrood uit haar mond. Tôt het laatste bloed uit haar warme wond... Mijn moeder !... Zoete gedachtenis, Beheersch wat er goeds in mijn leven is ! De moeder van dichter René de Clercq.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes