Belgisch dagblad

1227 0
04 augustus 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 04 Augustus. Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/dz02z13n7s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

le .ïaargang •>- • * YRIJDAG 4 AUGCJSTTJS 1916 IVo. 273, BELGISCH DAGBLAD abonnementen. Per 3 maanden voor Nederland f 2.50 franco per post. Losse Dummers: Voor Nederland 5 cent voor Buitenland 7Vs cent. Den Haag, Prinsegraclit 39 Telrfoon Eed. en Admin. 7433. Bestuurders: Dr. TERWAGNE — CH. HERBIET. Hoofdredacteur : L. du CASTILLQN. ADVEETENTIEN. Van 1—5 regels f 1.50: elk< regel meer f 0.80 ; Réclamé! 1—5 regels f 2.60: elke rege meer f 0.50. London : IMxon House Lloydi Avenue E C. Parijs: 7 Avenue d'Antin 7. BUREAUX 0PEN VAN 9 TOT 12 URE EN VAN 2 TOT 4 URE. EEN RECHTERLIJKE MOORD. Duitschland verkondigt dat de kapitein van jjet Engelsch handelsschip „Brussiels" gefusil-jeerd werd omdat hij een Duitsclien onder-2eeër, die hem bedreigde, poogde te rammen. jjet stelt die vijandelijke daad gelijk met die van den franctireur in den oorlog te laad en jevestigt datzijin strijd was met jet oorlogsrecht. Deze bevestiging is gansch strijdig met de Tfaarheid. Vooreerst gaat het niet aan om, ssooals de Duitsclie Eegeering doet, den oorlog te land gelijk te stellen met den oorlog [ ter zee. la den oorlog te lande, wordt de pri-vate eigendom van den vijand in beginsel g«jerbiedigd. In den oorlog ter zee ziin het beslag, de prijsmaking en de veibcurdverkla-ring van den vijandelijken privaten eigendom, en inzonderheid van de vijandelijke handels-[ Bchepen, geoorloofd en van algemeene toepas-I sinz. Elk handelsschip van een der oorlogvoe -I rende Staten kan dus op elken oogenblik door j een vijandelijk oorlogsschip worden prijsge-! maakt en in beslaggenomen. In geval van nauraking met een ooflogsschip lijdthet geen (itïjfel dat zulks zijn lot zal zijn. Komt het in de nabijheid van een Duitschen onder-zceër, dan wacht het zelfs een treuriger lot : het schip wordt in den grond geboord, de b©-manning en desgfevallend de passagiers aan do golven overgeleverd. Laten -wij er iian ltsrinneren dat de torpedeering van de Lu-gitania het leven kostte aan ruim 1.100 per-soncn, waaronder een menigte vrouwen en tinderen. Eeods vôôr Duitschland deze ultra-moderne pralïtijk had in voege gebraeht, had de leer ; aan bet bedreigde handelsschip het recht toe-I gekend om zich tegen een vijandelijk oorlogs-! schip to verdedigen. Te meer nog zal deze | regel gelden nu dat de oorlog tegen vijande-: lijken handel, zooals Duitschland hem opvat, | zullc een onverbiddtelijk en barbaarsch karak-| ter lieeft aangenomen. Voora-lsnog hebben de Haagsche Conieren-ties zich met opgehouden met hetbepalen der regels die den oorlog tegen den vijandelijken. handel moeten bebeersehen. Maar het Inetituut van Intornationaal Eecht heeft deze kwestie bree-JvoCrig behandelt in zijn vergadering te Oxford in 1913. Welnu, artikel 12 van zijn Règlement no-pen» de wetten van don oorlog ter &ee in de [ betrokkingen tusschen oorlogvoerenden ver • klaart uitdrukkelijk dat het aan private I 6 c h e p e n, d.i. aan handels of andere eche-pen tôt particulieren behoorend, geoorloofd is ,,een aanval van een v ij-andelijk- schip met geweld te kee-ren".Zooals men in de besprekingen zeide, ls dit een eerivoudige toepassing van het recht op wettige zelfvcrdediging en dit recht geldt niet alleen tegen een verwezenlijkten, maar ook tegen een dreigende aanval. Dat eischt geen betoog. * * * Niet zonder belang is het na te gaan op Klko wijze de schikking van artikel 12 werd asngcnomen. Het Instituut van Internationaal Eecht ls, zooals men weet, een zuiver wetenschappolijke insteiling, te Gent gesticht in 1873, die&teeds een groote bedrijvigheid aan den dag legde en waarvan de leden gekozen worden onder de meest gezaghebbende pcrsonaliteiten der gan-sche wereld op het gebied van het Internationaal Recht. Zeer dikwijls hebben de beide Vredesconferentiee zich door zijn beraadbla -gingen laten leiden. Acht en vijftig leden, tôt vijftien verschil-lende nationaliteiten behoorende, woonden de vergadering te Oxford bij. Duitschland wa= er op schitteremde wijze door aèht leden ver-tegenwoordigd.Reeds was bedoelde schikking, zonder het . minste verzet aangenomen door een Commis-sie van elf leden, waaronder één Duitscher, Mr. Kaufmann, leeraar in het Internationaal Recht aan de Universiteit te Berlijn en een Oostenrijker, M. Strisower, leeraar in het Internationaal Recht aan de Universiteit te Wee-nen.Zij werd eveneens met een sterke meerder-heid op de algemeene vergadering aangenomen. Een enkel Duitscher, M. Triepel, zonder het principe te betwisten, stelde voor de volgende woorden er aan too te voegen. „Het onderzoek wordt als aanval beschouwd" doch legde zich vervolgens neer bij een voorstel aan M. Hageruf, die uitdrukkelijk wilde doen erkennen dat een oponthoud niet als aanval mocht beschouwd worden. Dit voorstel was onaannemelijk daar het onderzoek en het oponthoud van een vijandelijk handelsschip sleohts het voorspel eener zekere inbeslag-neming zijn. Ook werd het voorstel verwor-•pen, Geen enkel ander Duitsch rechtsgeleer-de bestrijd de schikking, tenzij M. Niermeyer, leeraar in het Internationaal Recht aan de hoogeschool te Kiel, omdat hij ze als overbodig beschouwd e. „Door het inlasschen eener dergelijke echikking," zeide hij, ,,schijnt men toe te gpvcn dlat een tegen-overgestelde zienswijze mogelijk is." Onnoodig bijgevolg lange citaten van schrij-vers aan te halen. Indien tegenovergestelde of alechts twijfelachtige gebruiken hadden be -staan, zou men ze zeker hebben aangestipt. • V * Indien het Instituut de huidige wijze van oorlogvoeren der Duitsche oMerzceërs had kunnen voorzien, zou hare leer — zoo mogelijk — nog bee'.ister zijn geweest. Wanneer een Engelsch handelsschip een Duitschen onderzeeër ziet opduiken, weet het maar al te w©l — door talrijke ontzettendie dra-ma's — wat het te wachten staat, of mag het zich «ledits tegen den vijand verdedigen wanneer het getorpedeerd is ? Dan kan men even goed beweren dat hij, op wien wordt aaage-legd, moet wachten tôt op hem geschoten^ wordt,, alvorens op zijn tegenstander te srhie-ten.Ondor die omstandigheden moet de terecht-stelling van den kapitein van het handelsschip ,,Brussals" als een moord gebrandmerkt worden. I OE TOESTAIID I Do benoeming van Hindeuburg tôt op-I peibevelhebber der Centralen aan het I Oostfront is meer dan eene kleineering I van Oostenrijk. Die benoeming beteekent ■ voor de wereid dat Oostenrijk meer en ■ meer de vassaal van Pruisen is gewor-I ta; dat de Oostenrijksche generaals be-I telen hunne taak zijn en dat het Oos* I tenrijksche leger ontredderd is na de fel-I 1» siagen die Broesiloff en z,ijne gene-I Hlen bem hebben toegebracht. | 01 die benoeming door de Oostenrijk-I sche bevolking zal goedgekeurd wor.den, I ls een andere zaak. In Oostenrijk is de nood zeer~hoog I EKtegeu. Het terrorisme heerscht ' er I vooral in Bohemen. I De aanvang van het 3e oorlogsjaar is I Ve'' van schitterend te wezen. Ilongarije B *®rdt door een inval bedreigd. Roeme-I 5iii is op het punt in het krijt te sprin-I voor de verdrukte Eoemeensche broe-I (-fl ■- van Zeveïî'burgen. I iitusschen hebben de Franschen zich I Rester gemaakt van een Duitsche I ^nans tusschen het bosch van Hem en I ne ."oerderij van Monacu, alsmede van de I sfChe l°°Pgraven aan den weg tus-I Vf 'U ^em en Maricourt. Ailes wat zij I jwerden konden zij behouden. I ii ' i ^00rd-Westen van Denecourt, be- ■ '' len de Somme, hadden zij ook suc-I tcf' de . Engelschen vooruit kwam I v,1 Vosten vau Pozières in de richting I ^ Martinnich. H J0(f°5^. Verdiin namen de Franschen ook Jil'itscbers gevangen. I in i° ,®os'e.nrijkers leden eene nederlaag I ït'ali-,1 ^st'e°dal en werd ook door de I ^steïett teruSg«slagen in de vlakte van ■ Oeïk ir,1 Ilet Toranagebied mislukten de I In À h? aanvallen. ■ î.iiRQ0v. men'® duurt de opmarsch der I Ton V001't' II ting n zij gewezen op de redevoe- ■ ^oferpfr ^sciuitl1 over de economische ■ H'Ofitft v ^er geallieerden en op de I 'n don , ^er Zeppelins in Engeland ■ Echcn ,,,paci van 28/29 Juli. Vele men- rden er gedood en gewond. IIET VLAS. Vlaanderen is het land van het vlas Met blauwe meisjesoogen. Langs de Leye ligt dit gewas In de zonne te drogen. In de gouden riviere geroot — Voor 't volk een welvaartsbronne — Gebroken, gehaspeld, gezwingeld, geboot ■\Yordt het vlug gesponnen. 't Getouw klabettert, de wever zingt, De spoel srhiet over en weder; Het weefsel zich om den boom verwringt; De voeten gaan op en neder. Het witte linnen bleekt op de wei Besproeid, begutst, bespoten: Een regenboog in den fleurigen Mei Door 't stralend licht begoten. Wij weefden een vaandel zwart-geel-pn- rood, Een zinnebeeld vol glorie. O! land verrijs nu uit den dood En draag het kleed der victorie, Spinnen en weven Doen Vlaanderen leven. LEONCE du CASTILLON. Het BïMGïïEîisea* van fcedlen Esestaai uit zes hiadzijdero. Leest da aanspraak vasi iH&rcier op folasS- sijeie 4. De Ooitschers moeten ossier doen voor de Fransehen. De „Times" verneemt Uit Parijs: Vol-gens de «Liberté" deden de Duitschers Zondag zestien aanvallen op de stellingon bij Hem en aan de Somme. Herhaalde-lijk kwam het tôt een gevecht van man tegen- man, maar de Duitschers waien niet in staat het verloren terrein te her-overen, ondanks het aanvoeren van reserves, waarbij zich zeer jonge recruten be-vonden. Links en Redits. Twee jaar oorlog. Naar aanleiding van het ingaan vas het derde oorlogsjaar heeft de heer Car ton ' de Wiart, onze minister van Justi tie, gezfigd tôt den correspondent var de N. É. C., „dat België, ondanks a] het lijden, niets betreurt. Integendeel, het vuur, waarmede de Belgen zich rond den Koning geschaard hebben om de on-afhankelijlcheid van België te verdedigen, is sindsdien steeds toegenomen in het bewustzijn de schoonsto zaak te die-nen en tengevolge van het aanstekelijke schouwspel van de door de bondgenoo-ten ontwikkelde deugden. Het vertrou -wen van de Belgen, dat nooit gewan-keld heeft, is tôt zekerheid geworden, dat de overwinning een ware wederver-gelding van het recht zal worden. Carton de Wiart zeide ten slotte, dat de ge-sneuvelden niet vergeefs gestorven zijn. De oorlog moet eerst eindigen op den dag, waarop België niet meer zal zijn blootgesteld aan de bedreigingen van het cynische Duitsche militairisme." Opgepast, Belgen. Uit Petrograd wordt geseind : ,,In de neutrale landen Zwitserland, Denemarken, Zweden en Noorwegen is een vereeniging gevormd, die ten doel heeft de neutrale landen tôt een gemeen-schappelijke! actie te vereenigen voor een spoedigen vrede. De vertegenwoor-digers van de Noorsche afdeeling van deze vereeniging hebben hun opwaeh-ting bij den Noorscheïi minister van bui-tenlandsche zaken gemaakt. De minister ontving hen koel. De verwijten, die hem daarover de Duitsch-gezlnde Noorsche bladen hebben gedaan, bewijzen, dat deze heele beweging van Duitechland uit-gaat."Was het niet in Skandinavië, dat de secretaris van den Hollandschen Anti-O'orlogsraad het licht ging zoeken? Mochl hij niet met genehmung van den koning van Pruisen voor wien die raad werkt, door Duitschbnd reizen ? Belgi-sc-he landgenooien, al.o vredcsgebazel is Op <lit oogonblilc Duîtocli g^-koixkolfooo, hoe het kleed er ook uit ziet, dat de pacifisten aantrekken. Wanneer de Duitschers en Oostenrijkers voor de verbon-denen moeten wijkeo, is het moment, om over den vrede te spreken, doorslecht gekozen.De wapens alleen zullen en moeten beslissen of binnen 10 jaar herbegint de oorlog vreeselijker dan ooit. Dat de neutralen zich bezig houden met hunne zoete winstjes, het kan ons weinig schelen als zij ons laten vechten. Zonder hen zal het wel gaan. De Kortrijksche Vlamingen en Declercq. Spijts de loensche werking van de Volksopbeuring van Hippoliet Meert, die beiden onder Duitsche bescherming staan, laten de Vlamingen zich niet vangen, spijts de hermetische afsluiting van de grenzen. Hun gezond verstand doet hen beseffen waar de rechte weg ligt. Te Kortrijk wilden de handlangers van Volksopbeuring op 11 Juli een lezing in-richten over Declercq. Dit zou natuur-liik een gelegenheid geweest zijn om de Belgische regeering aan te vallen. De Kortrijksche Vlamingen zijn er niet ingeloopen en op 11 Juli is er van Declercq geen spraak geweest. Men oor-deelt te Kortrijk en elders, dat die man kloek genoeg was om aan het front te staan. Dit is ook de meening van de beste Hollandsche schrijvers, die den landsturmer van den koning van Pruisen bezig zagen op een banket te Amsterdam.Déserteurs 1 De beruchte Bary, die nog geen 40 jaar telt, en dus ter beschikking van de regeering moet blijven, keert uit Zwitserland naarBrussel terug. Een deserteur te meer. De beheerraad van La Gazette heeft hem als redacteur afgedankt. En zeggen dat men in Holland een half dozijn Belgen aantrof, die dezen slechten Belg bewonderden en goedkeurden. Hunne namen zijn gekend en blijven opgeschreven. Een tweede deserteur Ls zekere Eietjens, medewerker van de Dietsche Stemmen en De Toorts van Declercq, diezelfonder de toepassing der wet vaît. Eietjens is deserteur van het Belgische leger, vroeger penne-krabber bij den staf. van de 6e legerdivisie. Bij den val van Antwerpen trok de zoon van den drogist van Sint Tiuiden een bur-gerpakje aan en vlnchtte naar Holland. Hij, die eens het kleine seminarie van Sint Truiden had moeten verlaten, wilde bet Beîgische legei niet vervoegen. Hij beweerde dat hij afgekeurd was. Neen, Eietjens was deserteur. Den 19 Februari 191E ontving hij bevel terug naar het Belgiscb leger te gaan. Die held is voorzichtig in Holland gebleven om den Belgischen „Staat' en de regeering van „Havre", waarmede hij eens zal afrekenen, te bekampen. En zeggen dat deNieuweOourani en de heer Elout niets dan lof hadden vooi Bary en Eietjens, twee déserteurs. Deftiç gezelschap voor die heeren 1 Wat zouden zi gedaau hebben indien beide déserteurs Hol landers waren geweest? De nood in Dnitschlanfl en il Ooslenrl De Fpansclîeti wiisiteia wsld aan die Somme. — De epiffen dringen voopuït rond Pozières. — De Russen vaSien aan om Sip^pa en Stcschoda — Kinden<{jus*ff oppepfoevelhebbei* des" CentraSen. De Belgen worden lngeiyfd bij het Dnitsclis leger. Uit stellige, onlooehenbare bron, ver-nemen wij, dat er tal van Belgen inge-lijfd zijn geworden bij het Duitsche leger.Een groot deel der Belgische oostelij-ke grensbevolking had sinds ettelijke ja-ren de gewoonte te gaan arbeiden in de nabijgelegen fabrieken op Duitsch grond-gebied, zoo o.a. te Aken. Sommige dezer medeburgers vestigden zich in Duitschland, zonder afstand te doen van hunne Belgische nationaliteit; doch de overgroote meerderheid hield haar verblijf in België en deed de reis heen en weder, 't zij dagelijks, 't zij wekelijks. De Duitsche militaire overheid komt een besluit te treffen, waardoor al deze medeburgers tôt den ouderdom van vijf en veertig jaar onmiddellijk ingelijfd worden bij het Duitsche leger. Zij werden op staanden voet in een militair pak„e gestoken en zonder verdere militaire voorbereiding werden zij naar het Eus-sisch front gestuurd. Een tiental dezer ongelukkige slacht-offers der Duitsche barbaren zijn er in gelukt te ontsnappen, na zich te hebben laten fotographeeren in Aken, en _ zijn in Holland aangekomen met hun militair pakje nog aan liet lijf. De Duitsche militaire overheid zal zieth wel wachten dit feit tegen te spreken, noch te looehenen. Zoodra de desertie van dit tiental door de overheid gekend was, heeft zij bij middel van plakkaten dit feit ter kennis gebraeht der Duitsche bevolking, met vermelding van de na-iriGTi der ontenanten Het Duitsche lokale dagblad van Aken De Volksfreund, publiceert ins-gelijks dit bericht, met de namen der déserteurs. Deze publicatie leert ons, dat er bij de déserteurs personen zijn, die geboren zijn te T h i m i s t e r en andere Belgische grensgemeenten; onlooehenbare bevestiging van hetgeen wij hooger schreven, dat de Duitschers onze medeburgers naar de slachtbank leiden. De Conventie van Den Haag wordt nogmaals door de Duitsche overheid over 't hoofd gezien ; wij stippen dit feit blootweg aan, overtuigd dat wij zijn, daar geen verder succès mede te beha-len: Sinds het ontstaan der vijandelijk-heden is door deze mogendheid den brui, gegeven geworden aan al wat vroeger aangenomen is geworden lot bescherming van het Volkenrecht. 't ls schier eene gewoonte geworden van Duitsche zijde te vernemen, dat al de handelingen aldaar gericht worden op ,,het doel wettigt de middelen". Voor het oogenblik' bevredigen wij ons met deze verkrachling te veropenbaren ; maar het zal wel eens keeren en dan zal er rekenschap gevraagd worden voor al deze bedreven schand- en gewelddaden. FRI COURT. Onder de oorlogsverhalen van de Temps komt het volgende relaas voor omtrent den strijd bij FriCourt : De Duitschers hadden dit dorp ijve-rig ,,georganiseerd". De positie was voor ben des te voordeeliger, daar de huizen langs een helling omhoog gingen, welke eindigde in een hoogte, die begrensd werd door een bosch. Zij hadden de bui-tçnste huizenrij, welke evenwijdig liep aan de spoorbaan, versterkt; en binnen in het dorp zelfs forten aangebracht, die bewapend waren met mitrailleurs. De voornaamste straten waren voorzien van reeksen versterkingen, in geval de eer-ste linie verbroken zou worden. Zelfs aan het bosch waren door de Duitsche genie de noodige zorgen besteed^ het was een geweldig sterk verdedigings -punt. Om het effect van een bombardement te ontgaan, hadden de Duitschers, zooals gewoonlijk, tallooze schuilplaatsen in de voorste linie uitgegraven; sommige waren wel 40 voet diep. Gedurende de lange maanden, dat zij hier hun verblijf hadden opgeslagen, hadden zij zonder ophouden aan hun systeem van weerstand bieden gearbeid. Voor den aanval had de Engelsche artillerie heel wat vernield in Fricourt zelf en in de voorste linies, zonder ech-ter aile schuilplaatsen vernietigd te hebben. Toen den eersten Juli een aanval beproefd werd, kon, niettegenstaande de dapperheid van onze geallieerden, het dorp niet genomen worden. Maar de in-neming van Mametz en Montauban, be-i nevens de voordeelen op den linkervleu-' gel maalcten, dat de positie der Duit -; schers onhoudbaar werd. Den 3den tegen den middag, na een hevige artillerie charge, elaagden de Engelschen er in het dorp te omsingelen en zich ervan mees- ter te maken na een schitterenden aanval, waarin zij bovendien 1500 man gevangen namen. Van Fricourt, evenals van Montauban, is niets meer over dian een puinhoop, een gevolg der Engelsche bommen. Nu, zijn de Duitschers op hun beurt bezig deze ruines tôt stof te maken, en de laatste overblijfselen van het dorp te ver-nietigen. Overal liggen de lijken. Acli-ter een borstwering ligt een Duitsch grenadier, nog met een lcogel in zijn hand. Een eind verder ziet men drie infante-risten, verpletterd door een bom en hali onder een ingestorten muur begraven. Overal, aan aile kanten liggen de doo-den. Het weer is drukkend en een af-grijselijke _stank verpest, de lucht. Wij doorkruisen Fricourt, en klimmen over allerlei hinderpalen heen. Niet ver van ons af wordt het gevecht voortge-zet. De Engelschen zijn in het voordeel en verbeteren hun stelling. De Duitschers; bombardeeren zonder ophouden het wes-telijk deel van het dorp. Wij bereiken het cantonnement achter de vuurlinie. In! een localiteit is een groep gevangenen bijeen; het zijn Pruisische infanteristen van het 186ste regiment, " waarvan zich een geheel bataljon te Fricourt heeft overgegeven. Ik ondervraag één dezer gevangenen : ,,Waar zijt gij eerst geweest, vôôr dat gij in den sector van do Somme waartï" ,,In Champagne". ,,Hoe zijt gij hier in het noorden ge-komen ?" „Met den trein, eergisteren pas." • „Waarom hebt gij u zoo gouw overgegeven ?" „Wij konden on.% niet verschansen ea de Engelsche artillerie decimeerde ons. Wij gevoelden ons zôô in de minderheid dat er niets anders voor ons overbleef... Toen iiebben wij met een witte vlag ge-zwaaid.",,Hadt gij dit offensief verwacht ? Hadden uw chefs met u erover gesproken?" „Wij dachten, dat wij naar Verdun vertroklcen. Pas onderweg is ons mede-gedeel'd, dat wij tegen de Engelschen zouden vechten." ,,En zijt ge tevreden, er u te hebben uitgewerkt ?" De gevangene glimlacht; men ziet aan zijn geheele gelaat, hoe tevreden hij is. Dan begeven wij ons, naar een troep soldaten, die gevochten hebben tusschen Boiselle en Fricourt en nu uitrusten. Er çijn veel recruten uit Yorkshire en Dur-ham bij en meest allen zijn mijnwer -kers. Zij hebben zich schitterend gehou-den en hebben geholpen bij de omsinge-ling van Fricourt, daar zij dapper voort-trokken tôt aan het boschje, dat zich bevindt op het plateàu vôôr heuvel 100, Do generaal, die hen aanvoert, deelt mij eenige bijzonderheden mee over den geest, die hen bezielt : „ Ondanks het hevige geweervuur derl Duitsche mitrailleurs sprongen mijnman-schappen over de borstwering en trokken eensgezind vooruit. Zij hebben zich ge-dragen als uitstekende krijgslieden. Drie of vier van mijn bataljons behooren tôt de nieuwe lichting, tôt het nieuwe léger. Slechts één van mijn bataljons behoort tôt de oude garde, die al meér dan eens onder vuur zijn geweest. En toch in het gevecht kan men geen verschil zien tus-' schen het nieuwe en bet oude leger. Met dezelfde zekerheid trekken zij voorwaarts. 't Is mij een groote voldoening de flink-heid van mijn troep te kunnen roemen en ik weet, dat de andere, pas gevormde bataljons, diezelfde voldoening aan hun chefs geven. De Duitschers hielden onze nieuwe soldaten voor amateurs. Maar zij hebben zich vergist en zullen hun dwaling -na wel reeds inzien. Overigens zullen zj| daartoe nog gelegenheid te over hebben." Wij inspecteeren de cantonnementen j overal heerscht zindelijlcheid en opge-wektheid. Het is nauwelijks 21^ uur ge-leden, dat deze mannen uit Yorkshire en Durham de loopgraven verlaten hebben, en toch ziet men aan hun voorko-men hun fysiek weerstandsvermogen. Zij zijn vol optimisme; zij hebben de Pruisen van dichtbij gezien, zij hebben tallooze gevangenen gemaakt. Zij zijn er zeker van bij een volgende ontmoeting zich, nog beter te houden en in hun moedertaal herhalen zij : „Wij zullen ze wel krijgen 1" ©euaBifgeffien ïn RusSandL In weerlegging van de be-weringen van Duitsche en Oostenrijksche zijde, als zouden de aantallen gevangenen in de Eussische communi-qué's opgegcven, niet juist zijn, schrijxt de New York Tribune, dat tôt dusver de Eussische opgaven omtrent gevangenen juist zijn gebleken, hetgeen bliikt uit de rapporten van Amerikanen, die waren belast met het inspecteeren van de gevangenehkampen in Eusland.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in 's-Gravenhage van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes